• No results found

Vraag nr. 16 van 7 november 2000 van mevrouw SIMONNE JA N S S E N S-VA N O P P E N Limburgse mijnen – CO

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 16 van 7 november 2000 van mevrouw SIMONNE JA N S S E N S-VA N O P P E N Limburgse mijnen – CO"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 16

van 7 november 2000

van mevrouw SIMONNE JA N S S E N S-VA N O P P E N Limburgse mijnen – CO2-opslag en methaangas-winning

Het Economisch Rapport van de GOM-L i m b u r g (GOM : gewestelijke ontwikkelingsmaatschappij) pakte deze maand uit met een bijdrage over me-thaangas in het Kempische steenkoolbekken. In het Kempische kolenbekken heeft tot 1992 mijnbouw plaatsgevonden. Dit gebeurde waar de koollagen relatief dicht onder de oppervlakte voor-komen in het zuiden en zuidwesten. Hoewel ruim 441 miljoen ton kolen is gedolven, is dit maar een klein deel van de kolenvoorraad die nog binnen het bekken aanwezig is. Er blijkt nog ongeveer 50 miljard kubieke meter winbaar methaangas te zit-ten in het bekken. Dat aardgas kan worden

gewon-nen door injectie van koolstofdioxide (CO2) , h e t

koolzuurgas dat bijdraagt tot de opwarming van de a t m o s f e e r. C O2 kan op die manier ondergronds worden opgeslagen zodat het broeikaseffect ver-laagt en waardoor er dus zuiver aardgas kan wor-den gewonnen. Puur ondergrondse CO2-o p s l a g wordt al daadwerkelijk toegepast in de wereld en levert geen technische, ecologische of gezondheids-problemen op.

Ondertussen blijkt dat de V I TO (Vlaamse Instel-ling voor Technologisch Onderzoek) een groot

on-derzoek gaat uitvoeren om na te gaan hoeveel CO2

er kan worden opgeslagen in de steenkoollagen van het Kempisch bekken. Dit V I TO-o n d e r z o e k past in een internationaal project waaraan dertien Europese landen deelnemen, met de bedoeling een inventaris op te maken van de Europese opslagca-paciteit voor CO2.

De Vlaamse Beleidsnota Energie 2000-2004 stelt

als prioriteiten in de strijd tegen CO2emissie : e e n

actief REG-beleid (REG : rationeel energiege-b r u i k ) , financieren van energiege-beleidsgericht en technolo-gisch onderzoek, promotie en uitbouw van her-nieuwbare energiebronnen en bevordering van warmtekrachtkoppeling (Stuk 162 (1999-2000) –

N r. 1 – red.). Deze maatregelen alleen zullen

niet volstaan om de Ky o t o-doelstelling te halen ; bijkomende maatregelen zullen moeten worden u i t g e w e r k t . Vandaar dat het ondersteunend

C O2/ R E G-beleidsplan ook een maatregel

"CO2-opslag in de ondergrond" omvat.

In de delen van de provincie Antwerpen en Lim-burg binnen het Kempisch bekken bevinden zich

verscheidene industrieën die voldoende

hoeveelhe-den CO2produceren om van belang te kunnen zijn

bij een eventueel verhoogde winning van koolbed-methaan op grotere schaal, met name producenten van kunstmest, e l e k t r i c i t e i t s c e n t r a l e s, p e t r o c h e m i-s c h e, c e m e n t- en papierindui-strie. Na de mii-slukte proefboring in Peer, hoopt men dat er op halflange termijn weer een demonstratieproject kan worden opgezet.

1. Werd er reeds een standpunt ingenomen m.b. t .

het initiatief om CO2op te slaan in de

Limburg-se mijnen, om op deze wijze zuiver aardgas te winnen en het broeikaseffect te verlagen ? 2. In hoeverre wordt er concreet onderhandeld

om werk te maken van een tweede demonstra-tieproef in Limburg ?

3. Wordt het technisch en menselijk gezien moge-lijk geacht om, na de omstreden sluitingen van de Limburgse steenkoolmijnen, opnieuw de on-dergrondse gangen te gebruiken voor het win-nen van energie ?

Antwoord

Het Kenniscentrum Ondergrondse Energiebron-nen (KO E N ) , ondergebracht bij de V I TO, heeft in een rapport aan de afdeling Natuurlijke Rijkdom-men en Energie van de administratie Economie in maart van dit jaar meegedeeld dat een aantal ge-bieden met verhoogde gasconcentratie in het Ke m-pense steenkoolbekken gezamenlijk zowat 130

mil-jard m3methaangas zouden bevatten.

Op empirisch-theoretische basis wordt geschat dat

hiervan slechts ongeveer 53 miljard m3gas als echt

winbaar mag worden beschouwd. Dit komt over-een met het huidige gasverbruik in Vlaanderen ge-durende vijf jaar.

Zowel in Europa als in Noord-Amerika wordt on-derzoek verricht naar de haalbaarheid van me-thaangaswinning door middel van injectie van het

broeikasgas CO2in de steenkoollagen.

Dit zou mogelijk zijn doordat de steenkool de CO2

preferentieel zou absorberen ten opzichte van

me-thaan (CH4) . Daarbij zou één molecule methaan

worden vervangen door twee moleculen CO2.

Vanuit ecologisch standpunt moet hierbij wel wor-den bedacht dat bij de verbranding van één

mole-cule methaan er opnieuw één molemole-cule CO2w o r d t

(2)

hoeveelheid CO2 de helft door energieverbruik weer wordt geregenereerd.

Het KOEN-verslag meldt dat, bij de huidige stand van kennis, in het Kempense steenkoolbekken tot

200 miljoen ton CO2(= 100 miljard m3) zou kunnen

worden opgeslagen.

Een appreciatie van de technische en economische haalbaarheid van deze techniek kan in twee luiken worden samengevat.

Ten eerste geeft de praktijk aan dat de geschikte technologie voor de recuperatie van het methaan-gas tot vandaag nog niet beschikbaar is. Een proef-boring in die zin werd in 1992 nabij Peer uitge-v o e r d . Het onderzoeksprogramma werd met wei-nig succes begin 1995 afgesloten. Ook in Spanje werd enkele jaren geleden een gelijkaardige po-ging ondernomen. Eveneens zonder het verhoopte s u c c e s. Van recentere pogingen is ons niets bekend. In de onderzoeksprogramma's van de Europese Unie werd de winning van "coalbed methane" in-middels van de prioriteitenlijst geschrapt. E e n voorstel van het KOEN voor verder onderzoek werd op deze wijze afgevoerd.

Verder blijken de kosten voor de captatie en aan-voer van het CO2-gas relatief te hoog zijn. Een re-cente Nederlandse studie (1999) schatte de kosten

hiervoor op 400 à 2.200 frank per ton (= 500 m3)

niet in de atmosfeer terechtgekomen CO2, a f h a

n-kelijk van een twintigtal verschillende scenario's. De voornaamste kostenfactoren hierbij zijn :

– het opvangen van de CO2 bij industriële

ver-brandingsprocessen ;

– de voorbereiding van het broeikasgas : het moet worden samengeperst tot een druk van mini-maal 80 bar en daarna moet het nog worden af-gekoeld ;

– transport via pijpleidingen naar de injectiesite. Het voorgaande toont aan dat het dus helemaal niet zeker is dat met deze technologie op een

kos-teneffectieve manier een hoeveelheid CO2uit de

atmosfeer kan worden gehouden.

Het KOEN en de afdeling Natuurlijke Rijkdom-men en Energie beperken hun aandacht voor deze problematiek op dit ogenblik tot het volgen van de nieuwste buitenlandse technisch-wetenschappelij-ke literatuur rond het onderwerp. Voorzover ons b e k e n d , worden op dit ogenblik ook in onze

buur-landen geen proefopstellingen op het terrein over-wogen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zo kunnen personen die getroffen worden door een tijdelijke daling van het belastbaar inkomen zich beroepen op de regel van het aansluitend referentiejaar : indien zij worden

Vlaanderen geeft, en dit niet enkel in Hannover, hierin geregeld het voorbeeld door publicaties meertalig uit te geven.. Zo wer- den alle brochures die in Hannover door

Ik wil voor het secun- dair onderwijs ook verwijzen naar het budget van 120 miljoen frank dat in het schooljaar 2000-2001 is uitgetrokken voor de extra ondersteuning van scholen

De eind- termen voor de tweede en derde graad van het vol- tijds secundair onderwijs (alle onderwijsvormen) zijn vastgelegd bij besluit van de Vlaamse regering van 23 juni 2000 ;

Meer nog, centra die reeds een jaren- lange ervaring hebben op het veld, zoals het Cen- trum ter Preventie van Zelfmoord (CPZ) dat er reeds twintig jaar actieve werking

Verschillende arbeidszorgcentra aangesloten bij het Consortium in 1999 kregen een erkenning in de experimentele regelgeving "arbeidszorg" van het Vlaams Fonds voor de

Als bijlage 2 vindt de Vlaamse volksvertegen- woordiger de mededeling die ik bezorgde aan de Vlaamse regering van 17 november 2000 be- treffende de Interministeriële

Een bevriezing betekent wel dat in het licht van de huidige structurele noden tijdelijk ademruimte voor de diensten wordt gecreëerd.. Ademruimte die een over- gangsperiode