• No results found

Vraag nr. 160 van 12 april 2001 van mevrouw PATRICIA CEYSENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 160 van 12 april 2001 van mevrouw PATRICIA CEYSENS"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 160 van 12 april 2001

van mevrouw PATRICIA CEYSENS

Integrale jeugdhulpverlening – Open samenwer-kingsverbanden

Weldra wordt in drie proefregio's van start gegaan met een experiment inzake integrale jeugdhulpver-l e n i n g. Dit dynamisch proces jeugdhulpver-laat uiteraard de di-verse sectoren in de niet-proefregio's niet onbe-r o e onbe-r d . Het valt te veonbe-rwachten dat in de niet-p onbe-r o e f-regio's de verschillende sectoren met elkaar in dia-loog zullen treden als voorbereiding op het grote project van de integrale jeugdhulpverlening, w a t aanleiding kan geven tot samenwerkingsverban-den.

Die vallen uiteraard alleen maar toe te juichen op voorwaarde dat het open netwerken zijn. G e s l o t e n netwerken geven mogelijk aanleiding tot monopo-l i e v o r m i n g, die de cmonopo-liënt iedere keuzevrijheid ont-n e e m t . Deze bekommeront-nis geldt ont-natuurlijk eveont-n- even-eens voor de proefregio's, aangezien de expertise die daar zal worden verworven belangrijk beleids-voorbereidend werk inhoudt.

1. Hoe garandeert de minister dat de netwerken die ontstaan in de niet-proefregio's open net-werken zijn, en geen gesloten netnet-werken die jongeren alleen verwijzen naar voorzieningen die binnen het netwerk functioneren ?

2. Wordt de proefregio's gevraagd een werking op te zetten in termen van geïntegreerde (gesubsi-dieerde) netwerken, of een werking in termen van (gesubsidieerde) modules die samenwerken in open netwerken rond jongeren ?

Antwoord

Integrale jeugdhulpverlening streeft inderdaad naar een verregaande samenwerking tussen alle ac-toren binnen de jeugdhulpverlening. Deze samen-werking dient te gebeuren op basis van de vraag-stelling van de cliënt : het mogelijk maken dat de cliënt een zo goed en zo juist mogelijk antwoord krijgt op zijn vraag. Hiertoe zijn open samenwer-kingsverbanden essentieel. De vraag van de cliënt moet immers centraal komen te staan. Dit bete-kent dat elke – uit het oogpunt van de vraag van de cliënt – zinvol geacht combinatie van modulen moet kunnen worden aangeboden. Een gesloten samenwerkingsverband stelt het eigen aanbod op-nieuw meer centraal.

Het centraal stellen van de vraag van de cliënt – en niet het aanbod van de voorziening – wordt ge-garandeerd door het uitwerken van kwaliteitseisen waaraan onder meer onderlinge samenwerking en geboden hulpverlening moeten voldoen. Ook de functies trajectbegeleiding en indicatiestelling en toewijzing kunnen bijdragen tot een meer vraagge-richte hulpverlening. Inzake de functies indicatie-stelling en toewijzing deelde ik reeds eerder mee dat deze multidisciplinair en intersectoraal zullen worden georganiseerd, onafhankelijk van het hulp-a hulp-a n b o d . Dit strookt trouwens met het eenduidige advies van de centrale commissie op 28 februari 2 0 0 1 . Deze indicatiestelling en toewijzing zal be-trekking hebben op een gemoduleerd hulpverle-ningsaanbod zoals dit vanuit de zes betrokken sec-toren samen ter beschikking is. De thematische werkgroepen inzake toegangspoort (diagnose, i n d i-c a t i e s t e l l i n g, toewijzing) en inzake modulering wer-ken dit op dit ogenblik verder uit, opdat de centra-le commissie mij zo mogelijk nog in juni verder kan adviseren voor de verdere operationalisering. De kanteling van veeleer aanbodgericht naar meer vraag- en behoeftegestuurd, is een centrale strate-gie in het kader van het ontwikkelingsproces inte-grale jeugdhulpverlening.

Naar de niet-proefregio's wordt deze boodschap in dezelfde duidelijkheid gebracht. Tijdens de infor-matieronde die ik eind vorig jaar organiseerde, i s deze strategie trouwens toegelicht. Intenties om te streven naar gesloten samenwerkingsverbanden die expliciet vertrekken van het eigen aanbod als sturend criterium van jeugdhulpverlening, s t r o k e n niet met dit basisgedachtegoed. Mocht dit ont-staan, zal dit zeker worden geproblematiseerd. In de nabije toekomst streven we ernaar om alle a c t o r e n , ook die in de zogenoemde niet-proefre-g i o ' s, voldoende en voortdurend te informeren over de voortgang van de integrale jeugdhulpverle-n i jeugdhulpverle-n g. Dit zal gebeurejeugdhulpverle-n via de website www. j e u g d-h u l p.vlaanderen.be en door op provinciaal niveau op te zetten communicatie over de voortgang van het ontwikkelingsproces integrale jeugdhulpverle-ning.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In Nederland gebeurt dit voor die musea welke aangesloten zijn bij de Museumjaarkaart, een privé-initiatief van een bankinstelling waar- bij de initiatiefnemer de plaatsing van de

Tijdens een vergadering op 2 april 2001 op het stadhuis van Leuven werd door de stad voorge- steld om op de ring van Leuven de snelheid te beperken tot 50 km/h tussen de Twee Waters

De combinatie van een internaatsplaatsing met een plaatsing in een gezin botst met het zorgvuldig- heidsbeginsel waarbij het Vlaams Fonds ervan uit- gaat dat geen tweemaal

Va n d a a r dat wetenschappelijke studies die gericht zijn op medische toepassingen van cannabis zich nu toespitsen op andere toedieningswijzen, z o a l s bijvoorbeeld

Naar verluidt, zouden evenwel niet alle vragen voldoende onderbouwd kunnen worden beantwoord en zouden vraagstellers door- verwezen zijn naar andere organisaties voor een

tot een zeer beperkte tewerkstelling voor kinder- verzorgsters in kleuterklassen leiden. De norm waarbinnen deze zullen wor- den toegekend, is volgens de meest recente infor- matie

– verheerlijking van het geweld an sich vanuit de minachting voor de mens, van verwarrende aard voor een te jong publiek (Romeo must die) ; – bepaalde geweldscènes en seksualiteit

H i e r- door werden inderdaad relatief meer RV T- b e d- den toegekend aan de overige provincies, a a n- gezien de verdeling gebeurde op basis van de bevolkingsprognose voor het