Vraag nr. 149 van 4 juli 2003
van de heer FRANCIS VERMEIREN
Leegstaande bedrijfsruimten – Gemeentelijke taken en inkomsten
Door het decreet van 19 april 1995 over de verla-ten en/of verwaarloosde bedrijfsgebouwen werd aan de gemeenten een hele reeks administratieve taken opgelegd met het oog op het opstellen van de inventaris van de bedoelde bedrijfsruimten. Dit betekent dat hiervoor administratief personeel moet worden ingezet. Bovendien kunnen te laat in-gediende of onvolledige lijsten aanleiding geven tot ingrijpen van de administratie.
1. In welke mate is door de gemeenten gevolg geven aan de onderrichtingen vervat in het ge-noemde decreet ?
Werden er sancties opgelegd, zoals bepaald in artikel 3, § 2 ?
2. Werd door de Vlaamse regering reeds advies gevraagd aan de gewestelijke ontwikkelings-maatschappijen (GOM) over de door sommige gemeenten opgestelde lijsten ?
3. Heeft de Vlaamse regering zich reeds een idee kunnen vormen van de administratieve kosten die voor de gemeenten voortvloeien uit de toe-passing van het decreet ?
4. Welk is het bedrag van de heffingen op de leeg-staande en/of verwaarloosde bedrijfsgebouwen dat naar de gemeenten is teruggevloeid ? Worden er door sommige gemeenten opcentie-men geheven op de geïnde heffingen ?
Antwoord
In antwoord op zijn parlementaire vraag van 4 juli 2003 kan ik aan de Vlaamse volksvertegenwoordi-ger het volgende meedelen.
1. Alle gemeenten hebben gevolg gegeven aan de onderrichtingen van het decreet, wat inhoudt dat iedere gemeente zijn gemeentelijke lijst met de gegevens omtrent de leegstaande en/of ver-waarloosde bedrijfsruimten heeft ingestuurd. Wel werd vastgesteld dat niet iedere gemeente zijn gegevens heeft ingestuurd voor 1 maart
2 0 0 3 . Vermits alle gemeenten wel een lijst heb-ben ingestuurd, is de administratie niet in de plaats getreden, zoals bepaald in artikel 3 § 2 van het decreet.
2. Er werd door de Vlaamse regering tot op heden nog geen advies gevraagd aan de gewestelijke o n t w i k k e l i n g s m a a t s c h a p p i j e n . Wel ontvangt ie-dere ontwikkelingsmaatschappij van elke ge-meente een kopie van de ingestuurde diskette met de gemeentelijke lijst. Voor de gewestelijke ontwikkelingsmaatschappijen werd in het verle-den een computerprogramma ontwikkeld dat hen in staat stelt deze gegevens op te slaan. Tevens wordt door de administratie voor 1 sep-tember een geactualiseerde lijst per provincie aan de gewestelijke ontwikkelingsmaatschappij-en bezorgd.
3. De Vlaamse regering heeft zich tot op heden nog geen idee kunnen vormen van de adminis-tratieve kosten die voor de gemeente voort-vloeien uit de toepassing van dit decreet.
Elke gemeente die evenwel de bepalingen van het decreet respecteert en de gemeentelijke lijst dus correct en tijdig instuurt, heeft recht op de doorstorting van 20 % van de door het V l a a m s Gewest geïnde heffingen. Dit percentage lijkt mij voldoende om de gemaakte kosten te dek-ken.
4. Naast de bedragen gestort op het Ve r n i e u w i n g s-f o n d s, worden inderdaad jaarlijks doorstortin-gen gedaan ten behoeve van de gemeenten, t e n bedrage van :
1999 : doorstorting gemeenten : 177.539,48 euro ; 2000 : doorstorting gemeenten : 219.129,67 euro ; 2001 : doorstorting gemeenten : 83.303,08 euro ; 2002 : doorstorting gemeenten : 320.313,68 euro ; 2003 : doorstorting gemeenten : 352.648,40 euro. Totaal : 1.152.934,31 euro.
Door sommige gemeenten worden er jaarlijks opcentiemen geheven op de geïnde heffingen. Deze opcentiemen maken, naast de vergoedin-gen voor het goed beheer van de gemeentelijke l i j s t , deel uit van de doorstortingen die jaarlijks gebeuren aan de gemeenten.
gemeenten dat opcentiemen heft, blijft min of meer gelijk over de aanslagjaren heen :