Vraag nr. 69 van 30 april 2003
van de heer FRANCIS VERMEIREN Tewerkstellingsprogramma's – Evaluatie
In de afgelopen kwarteeuw werd een aantal te-werkstellingsprogramma's opgestart om de stijgen-de werkloosheid terug te dringen – Derstijgen-de A r b e i d s-circuit (DAC ) , gesubsidieerde contractuelen ( g e s c o ) , Programma ter Bevordering van de We r k-gelegenheid (PWB) – die met de jaren zijn geë-volueerd naar structurele tewerkstelling. In het huidige regeerakkoord is de regularisatie van deze tewerkstellingsprogramma's opgenomen. H i e r d o o r is het aantal arbeidsplaatsen in de klassieke te-werkstellingsprogramma's gedaald.
Bovendien heeft het W E P-plusplan aan laagge-schoolde langdurig werkzoekenden de gelegenheid geboden een concrete werkervaring op te doen, g e-koppeld aan opleiding en begeleiding, gericht op de doorstroming naar regulier werk (WEP : We r k-ervaringsplan).
1. In welke mate hebben de gevolgen van de eco-nomische crisis de initiatieven van de V l a a m s e overheid om de tewerkstelling te bevorderen, zoals onder meer door het scheppen van duuzame arbeidsplaatsen in de sociale sector, d o o r-kruist ?
2. Wat was de invloed hiervan ten aanzien van laaggeschoolden die werden opgevangen door invoegbedrijven en -afdelingen die zich richten naar economische activiteiten die niet spontaan door de marktsector worden uitgevoerd ? 3. Hebben de klassieke
tewerkstellingsprogram-ma's door de crisis een evolutie doorgemaakt ?
Antwoord
1. Wat Werkgelegenheid betreft, heeft de recente kentering op de arbeidsmarkt geen invloed op reeds genomen beslissingen voor de sociale sec-t o r. Zo wordsec-t hesec-t social-profisec-takkoord uisec-tge- uitge-voerd zoals oorspronkelijk gepland mits een aantal beperkte bijsturingen, die echter tech-nisch van aard zijn en dus niet de oorspronkelij-ke opties wijzigen.
Wel noodzaakte deze evolutie tot het nemen van een aantal bijkomende beslissingen. D e Vlaamse regering en de Vlaamse sociale part-ners namen daarom in het akkoord 2003-2 0 0 4
een aantal maatregelen om gezamenlijk vastge-stelde knelpunten en tekortkomingen te bestrij-d e n . Deze maatregelen betreffen zowel bestrij-de con-tinuering/bijsturing van bepaalde maatregelen, als een set van nieuwe maatregelen, en richten zich zowel naar de profit- als de non-p r o f i t s e c-tor, naar werkgevers als werknemers.
Zo is er een akkoord om de sectorale conve-nants te verlengen en uit te breiden, is het vige-rende systeem van aanmoedigingspremies ver-lengd en worden de sectoren opgeroepen zich verder te engageren m.b. t . l o o p b a a n b e g e l e i d i n g van hun werknemers en inzake het accepteren van elders verworven competenties bij aanwer-v i n g e n . Teaanwer-vens wordt het toepassingsgebied aanwer-van de opleidingscheques voor ondernemingen ver-ruimd en wordt een stelsel van opleidings- e n begeleidingscheques voor werknemers opgezet. Om het starten van KMO's verder aan te moe-d i g e n , wormoe-dt moe-de bestaanmoe-de regeling ter onmoe-der- onder-steuning van starters uitgebreid. Wat eveneens de KMO's betreft wordt, om redenen van conti-nuïteit en versnelling van vermogensoverdracht van oudere naar jongere generaties, een verdere tariefdaling voorgesteld. In het kader van diver-siteit worden bijkomende engagementen geno-men rond het bevorderen van de participatie van allochtonen en arbeidsgehandicapten. O o k in het kader van kinderopvang, wat zowel recht-streeks als onrechtrecht-streeks tot ondersteuning van het werkgelegenheidsbeleid leidt, worden voor 2003 en 2004 bijkomende engagementen geno-men.
Tevens worden heel wat maatregel onverkort u i t g e v o e r d : beleidsinitiatieven inzake kwaliteit van de arbeid (o. m . loonharmonisatie en verde-re verde-regularisatie van het Derde A r b e i d s c i r c u i t ) , een aantal drempelverlagende initiatieven bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) zoals elektronische z e l f i n s c h r i j v i n g, maatgerichte trajectwerking van werkzoekenden, specifieke acties naar ou-dere werkzoekenden, e-learning, ...
2. Het feit dat een aantal sectoren de voorbije jaren te maken hadden met een minder goede conjunctuur heeft ook, zij het in beperkte mate, de werkgelegenheid van de invoegbedrijven beïnvloed.
ver-oorzaakt door de laagconjunctuur waarmee deze bedrijven kampten.
Anderzijds ontstond de laatste twee jaar ook een dynamiek binnen de sector van de sociale economie door wijzigingen aan de regelgeving, zodat een aantal ondersteunende structuren, zoals startcentra, een participatiefonds en ad-v i e s b u r e a u s, konden worden erkend. Dit resul-teerde in een erkenning van 21 nieuwe invoeg-bedrijven of -a f d e l i n g e n . Tevens werden in het kader van collectieve dienstverlening en de sa-menwerkingsovereenkomst "Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling", in samenwerking met de minister bevoegd voor Leefmilieu tien invoegafdelingen erkend voor het uitvoeren van leefmilieuactiviteiten.
3. De traditionele tewerkstellingsprogramma's DAC en gesco ondergingen geen evolutie te wij-ten aan de economische conjunctuur: het stand-punt blijft hier gehandhaafd dat het om structu-rele tewerkstellingsplaatsen gaat die fasegewijs geregulariseerd worden.