Vraag nr. 122 van 30 april 1996
van de heer FRANCIS VERMEIREN Allesbranders – Richtlijnen
Door sommigen wordt geponeerd dat het gebruik van allesbranders om zich van afval te ontdoen zeer schade-lijke gevolgen heeft voor het leefmilieu. Zo heeft een gedeputeerde in een schrijven aan de burgemeesters van de provincie Vlaams-Brabant gesteld dat het ver-branden van afval in dergelijke allesbranders verspreid over de ganse provincie, een schadelijk effect heeft dat groter is dan bij het gebruik van een moderne verbran-dingsoven.
1. Stoelt deze bewering op gegevens uit degelijk wetenschappelijk onderzoek en strookt ze dus met de werkelijkheid ?
2. Werden inzake allesbranders door de Vlaamse regering reeds duidelijke richtlijnen verstrekt die het gebruik van de betwiste installaties, zowel door particulieren als door het bedrijfsleven, beogen te verbieden ?
3. Door welke instanties kunnen maatregelen worden uitgevaardigd die dit gebruik aan banden leggen ? 4. Behoort het tot de bevoegdheid van een
gedepu-teerde om dergelijke richtlijnen aan de gemeenten over te maken en aan de politie opdracht te geven om tegen de gebruikers van allesbranders op te tre-den ?
Antwoord
1. Het is inderdaad zo dat het gebruik van allesbran-ders om zich van afval te ontdoen zeer schadelijke gevolgen heeft voor het leefmilieu en zeker een schadelijk effect heeft dat groter is dan bij een moderne verbrandingsoven. Rond luchtverontreini-ging veroorzaakt door houtkachels en allesbranders is inderdaad reeds wetenschappelijk onderzoek uit-gevoerd.
In opdracht van het bestuur Leefmilieu van de administratie Leefmilieu en Ruimtelijke Ordening (destijds AROL, nu Aminal), werd in september 1985 door het SCK een studie afgeleverd met de titel "Onderzoek naar de luchtverontreiniging ver-oorzaakt door houtkachels en allesbranders : effec-ten van enkele alternatieve brandstoffen".
In deze studie werd de invloed van het kacheltype (open haarden, diverse kacheltypes en allesbran-ders), de afregeling (klepstand) en de brandstof (diverse houtsoorten en houtblokafmetingen) op de emissie van stof en koolwaterstoffen (vluchtige, PAKS, CO) bestudeerd.
Uit de studie blijkt onder andere dat de emissie van de houtkachels en allesbranders, zowel naar de bui-tenlucht als naar de huiskamer, zeker niet verwaar-loosbaar is en onder ongunstige meteorologische condities, zoals langdurige temperatuurinversie, een potentieel gevaar voor de gezondheid kan beteke-nen. Ook continue blootstelling aan lagere
concen-traties van gevaarlijke stoffen in grote leefgemeen-schappen kan nadelig zijn voor de volksgezondheid. Bepalende parameters zijn onder andere de houtsa-menstelling en grootte, klepopening, kacheltype en vochtigheidsgraad van de brandstoffen.
De verbranding van oneigenlijke brandstoffen zoals afval als dusdanig werd niet bestudeerd, maar het is duidelijk dat wegens de samenstelling van afval (bv. mogelijke aanwezigheid van chloorhoudende kunst-stoffen, behandeld hout e.a.) en de mindere brand-baarheid dan de klassieke brandstoffen, de emissie door verbranding van afval in allesbranders vele malen hoger kan zijn dan bij verbranding van hout of steenkool.
2. Volgens titel I van het Vlarem is de verbranding van afvalstoffen een activiteit waarvoor een milieu-vergunning vereist is. Uitzondering wordt daarbij enkel gemaakt voor het verbranden van onbehan-deld stukhout in houtkachels met een nominale ver-brandingscapaciteit van maximum 50 kg/u voor de verwarming van woonverblijven en werkplaatsen. Verbranding van alle andere afvalstoffen (huisvuil, behandeld houtafval e.d.) is dus vergunningsplich-tig. Dit impliceert ook dat de voorwaarden voor afvalverbranding zoals die zijn opgenomen in titel II van het Vlarem, moeten worden nageleefd.
Aangezien deze voorwaarden in het geval van alles-branders technisch gezien niet kunnen worden nageleefd (rookgaszuivering noodzakelijk), kan hiervoor geen vergunning worden verleend en is afvalverbranding in allesbranders de facto verbo-den.
Om de bevolking te sensibiliseren inzake de lucht-verontreiniging door allesbranders, open haarden en houtkachels heeft mijn administratie Aminal in de periode 1993-1994 een campagne gevoerd waar-bij informatiebrochures via de postkantoren ter beschikking werden gesteld. Deze brochure is nog steeds te verkrijgen bij Aminal.
3. Maatregelen ter bestrijding van de luchtverontreini-ging door open haarden, houtkachels en allesbran-ders kunnen door de Vlaamse regering worden genomen in uitvoering van de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtveront-reiniging. Waar het produktnormen betreft, bijvoor-beeld voorwaarden waaraan allesbranders of hout-kachels moeten voldoen om op de markt te worden gebracht, is dit een federale bevoegdheid.
4. Het behoort niet tot de bevoegdheid van een indivi-duele gedeputeerde om richtlijnen in de juridische bet ekenis van het w oord (bindende) aan de gemeenten te geven, of aan de politie opdracht te geven om tegen oneigenlijk gebruik van allesbran-ders op te treden. Uiteraard kan een gedeputeerde wel alle nuttige inlichtingen aan gemeenten ver-schaffen en als burger bij de politie klacht indienen tegen het oneigenlijk gebruik van allesbranders.