• No results found

Vraag nr. 89 van 20 februari 2003 van de heer FRANCIS VERMEIREN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 89 van 20 februari 2003 van de heer FRANCIS VERMEIREN"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 89

van 20 februari 2003

van de heer FRANCIS VERMEIREN

Bedrijventerreinen V l a a m s-Brabant – Stand van zaken

De Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij (GOM) V l a a m s-Brabant vestigt er de aandacht op dat bedrijven uit deze provincie hopeloos op zoek zijn naar nog beschikbare bedrijfsterreinen voor v e s t i g i n g, herlokalisatie en/of uitbreiding. H o e w e l V l a a m s-Brabant 4.503 ha telt die volgens de ge-westplannen in aanmerking komen als bedrijven-z o n e, is hiervan 1.016 ha momenteel niet in gebruik voor bedrijfsvestiging. Andere percelen (350 ha) van de potentiële reserve hebben in de loop der jaren een andere bestemming gekregen of komen niet in aanmerking als bedrijvenzone.

Veel hoop werd gesteld op het Ruimtelijk Struc-tuurplan Vlaanderen (RSV), dat in V l a a m s-B r a-bant tegen 2007 zo'n 1.350 ha bijkomende bedrij-venzones in het vooruitzicht stelde.

De werkelijkheid ziet er halverwege minder roos-kleurig uit. Nauwelijks een dertigtal ha zijn gere-serveerd in de luchthavenregio, en bovendien ge-koppeld aan randvoorwaarden, waardoor de reali-satie twijfelachtig wordt. Veel verwacht de GOM niet van de brownfieldaanpak als instrument om bedrijventerreinen een nieuwe impuls te geven. Vooral de ermee gepaard gaande kosten wegen op de vooruitzichten.

Om de economische welvaart te bestendigen, is het nodig in V l a a m s-B r a b a n t , waar nog gronden in het bezit zijn van intercommunales, o v e r h e i d s d i e n s t e n ( O C M W ' s ) , NMBS en ministeries, dringend initia-tieven te ontwikkelen om het tekort op te vangen. 1. In welke mate kan een herziening van het RSV

bijdragen tot een oplossing van het probleem ? 2. Wat is de oppervlakte aan bedrijventerreinen in

V l a a m s-Brabant die in het bezit zijn van inter-c o m m u n a l e s, maar nog niet voor ontsluiting werden vrijgegeven ?

3. Welke voorstellen werden geformuleerd met betrekking tot het regionaal bedrijventerrein Westrode in Meise tijdens een coördinatiever-gadering op 13 december 2002 ?

Antwoord

In antwoord op de verschillende vragen over de stand van zaken van welbepaalde bedrijventerrei-nen in V l a a m s-Brabant zou ik dit antwoord willen beginnen met een algemeen overzicht van plan-ningsactiviteiten in het kader van het gevoerde aanbodbeleid voor bedrijventerreinen in Vlaams-Brabant.

Deze activiteiten beperken zich niet tot het be-stemmen van bijkomende terreinen. Parallel hier-mee dient ook op een ernstige wijze gewerkt te worden aan het optimaal benutten van reeds be-stemde terreinen, daar waar de spontane lingen van de markt geen (kwalitatieve) ontwikke-ling vertonen. Het voeren van een operationeel aanbodbeleid vereist dat er op deze beide (comple-mentaire) sporen wordt ingezet.

1. Bestemmen van bijkomende bedrijventerreinen Het RSV bepaalt dat er in de periode tussen 1994 en 2007 6.964 ha bijkomende b e d r i j v e n-terreinen dienen te worden voorzien, w a a r v a n 1.350 ha in de provincie Vlaams-Brabant. De realisatie van dit aanzienlijke aanbod aan bijkomende bedrijventerreinen is een gezamen-lijke taak voor de Vlaamse overheid, de provin-cie en de gemeenten. Tussen de drie niveaus bestaat uitvoerig overleg, waardoor de p l a n n i n g s -initiatieven op elkaar kunnen afgestemd wor-den.

Taakverdeling tussen de drie niveaus

Het Vlaams Gewest is verantwoordelijk voor : – de realisatie van een aanbodbeleid voor

re-gionale bedrijventerreinen in het Vlaams ste-delijk gebied rond Brussel en het regionaal-stedelijk gebied Leuven (afbakeningsproces-sen op Vlaams niveau) ;

– historisch gegroeide bedrijven gelegen in ge-meenten die niet geselecteerd zijn als econo-misch knooppunt.

De provincie V l a a m s-Brabant is verantwoorde-lijk voor :

(2)

en Asse (afbakeningsprocessen op provinci-aal niveau) ;

– de realisatie van een aanbodbeleid voor re-gionale bedrijventerreinen in de specifieke economische knooppunten Londerzeel en Ternat (visievorming van de provincie op de ontwikkeling van het economisch knoop-punt).

De gemeenten hebben een duidelijke bevoegd-heid voor alle lokaalgebonden materies :

– de realisatie van een aanbodbeleid voor lo-kale bedrijventerreinen in de hoofddorpen in de gemeenten van het buitengebied en in alle economische knooppunten ;

– bestemmingswijzigingen voor zonevreemde bedrijven van lokaal niveau in alle V l a a m s e g e m e e n t e n ; voor bedrijven met een boven-lokale problematiek dienen bestemmingswij-zigingen meegenomen te worden in afbake-ningsprocessen van provinciaal of geweste-lijk niveau.

Betekenis van het taakstellingscijfer

Het zoeken naar geschikte bijkomende locaties voor bedrijventerreinen wordt door het opstar-ten van afbakeningsprocessen ingekaderd in ruimere planningsprocessen, waardoor de aan-spraken in functie van bedrijvigheid afgewogen worden t.o. v. andere ruimte-a a n s p r a k e n . I n functie van concrete afbakeningsprocessen wor-den de globale taakstellingscijfers (1.350 ha voor V l a a m s-Brabant) vertaald naar een "theo-retisch" taakstellingscijfer voor een bepaald ge-bied.

Het al dan niet bereiken van dit taakstellingscij-fer binnen een proces is sterk afhankelijk van de mate waarin in het specifieke gebied verant-woorde ruimtelijke potenties kunnen gevonden w o r d e n . Bovendien dient het cijfer ook genuan-ceerd te worden in functie van het soort bedrij-vigheid dat in een bepaald gebied vanuit de markt gevraagd wordt. Dit wordt mede bepaald door de ruimtelijk-economische rol van een be-paald gebied. Stedelijke gebieden zoals het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel en Leu-ven hebben een belangrijke rol te vervullen in het opvangen van kantoren en kantoorachtige f u n c t i e s. Hier kan met een beperkt aanbod op strategische locaties ("toplocaties") toch een belangrijk aanbod gerealiseerd worden.

Het taakstellingscijfer wordt dus veeleer als een "theoretisch" gegeven beschouwd. Het wordt vandaag gebruikt als een referentiecijfer, w a a r-mee elk van de drie bevoegde niveaus de reali-satiegraad van het te voeren aanbodbeleid kan monitoren en bewaken.

Initiatieven in V l a a m sBrabant op Vlaams ni -veau

Het afbakeningsproces van het regionaalstede-lijk gebied Leuven werd opgestart in de zomer van 2001. Momenteel is dit proces tijdelijk op-g e s c h o r t . De afbakeninop-g van het Vlaams stede-lijk gebied rond Brussel zal dit jaar (najaar) op-gestart worden.

De ervaringen met de reeds opgestarte afbake-ningsprocessen op Vlaams niveau leren dat deze processen heel wat tijd in beslag nemen. To c h komt het te voeren aanbodbeleid hierdoor niet in het gedrang, vermits in het verleden een aan-tal gewestplanwijzigingen werden doorgevoerd, die als een voorafname op deze afbakenings-processen kunnen beschouwd worden. Deze ge-westplanwijzigingen (Halle-Vi l v o o r d e-A s s e, Leuven en A a r s c h o t-Diest) hebben sinds 1994 ca 120 ha bijkomend bedrijventerrein in de pro-vincie gecreëerd.

Dit betrof onder meer volgende uitbreidingszo-nes :

– 'Drie Linden' te Machelen, 'Loozenberg' te Zaventem (gewestplanwijziging Halle – Vi l-voorde – Asse 17.7.2000) ;

– ' H a a s r o d e ' , ' P a r k v e l d ' , ' We t e n s c h a p s p a r k Te r m u n c k v e l d ' , ' Wetenschapspark Boude-wijnlaan' (universiteitspark) te Leuven (ge-westplanwijziging Leuven 23.6.1998),

– ' Webbekom' en uitbreiding stationsomge-ving Diest, uitbreiding Assent te Bekkevoort (gewestplanwijziging A a r s c h o t-D i e s t 21.12.94).

Sommige bedrijventerreinen werden gedifferen-tieerd door de terreinen te kwalificeren als bij-voorbeeld watergebonden of luchthaven gerela-teerd bedrijventerrein.

(3)

en-z o v o o r t . Een aantal hiervan kunnen beschouwd worden als een historisch gegroeid bedrijf. Ten slotte werden heel wat oude bedrijventer-reinen via gewestplanwijzigingen herbestemd tot gebieden voor stedelijke ontwikkeling om herstructurering en herwaardering op gang te b r e n g e n . In deze gebieden liggen belangrijke potenties voor kantoorontwikkelingen.

Om in te spelen op de dringende uitbreidings-problematiek van Delhaize te Zellik werd re-cent eveneens een gewestelijk ruimtelijk uitvoe-ringsplan voorbereid voor het bedrijventerrein 'Broekooi' te A s s e-Z e l l i k . De decretaal ver-plichte procedure voor dit ruimtelijk uitvoe-ringsplan kan worden ingezet.

Initiatieven in V l a a m s-Brabant door de prov i n c i e Vlaams-Brabant

Op vrijdag 4 april 2003 start de decretale proce-dure voor het ruimtelijk structuurplan van de provincie V l a a m s-B r a b a n t . De provincie voor-ziet de inplanting van een pakket van 240 tot 480 ha bedrijventerreinen in het kader van : – de afbakening van de kleinstedelijke

gebie-den Aarschot, Asse, Diest, Halle en Tienen ; – de ontwikkeling van de economische

knoop-punten Londerzeel en Ternat.

De planning van de provincie voorziet in een opstart van deze overlegprocessen op korte ter-mijn.

Initiatieven in V l a a m sBrabant door de gemeen -ten

Sinds 1994 werden een aantal bijzondere plan-nen van aanleg van kracht die bedrijfsontwikke-lingen toelaten, bijvoorbeeld voor het Media-park te Vilvoorde.

Ten minste vijftig V l a a m s-Brabantse gemeenten werken aan hun gemeentelijk structuurplan. I n verschillende van deze processen wordt de plan-ning voorbereid van lokale bedrijventerreinen. Enkele voorbeelden zijn A s s e, O p w i j k , G a l -m a a r d e n , L o n d e r z e e l , S t e e n o k k e r z e e l , e n z o-voort.

Ten minste negentien gemeenten bereiden een sectoraal bijzonder plan van aanleg voor de zonevreemde bedrijven voor.

2. Ontwikkelen van reeds bestemde bedrijventer-reinen

Naast het creëren van bijkomende bedrijventer-r e i n e n , kan ook aanbod gecbedrijventer-reëebedrijventer-rd wobedrijventer-rden doobedrijventer-r werk te maken van het versneld ontwikkelen van bestemde bedrijventerreinen en het active-ren van niet-benutte delen van deels gereali-seerde bedrijventerreinen.

Het actief werken op dit spoor wordt steeds be-l a n g r i j k e r, mede in het kader van het creëren van het nodige maatschappelijke draagvlak voor het bestemmen van nieuwe bedrijventer-r e i n e n . Bovendien kan hiebedrijventer-rdoobedrijventer-r vaak op kobedrijventer-rte termijn voor aanbod gezorgd worden in gebie-den met een acuut tekort aan bouwrijpe bedrij-v e n t e r r e i n e n . De realisaties binnen dit tweede spoor hangen af van initiatieven die genomen worden door economische actoren (uitvoerende partners zoals de gewestelijke ontwikkelings-m a a t s c h a p p i j e n , i n t e r c o ontwikkelings-m ontwikkelings-m u n a l e s, private par-tijen enz.).

Mogelijke acties kunnen ingedeeld worden in een aantal categorieën.

Ontwikkelen van (nieuwe) bestemde bedrijven -terreinen

Het is essentieel dat de economische actoren werk maken van een snelle en kwalitatieve ont-wikkeling van bouwrijpe en uit te rusten bedrij-venterreinen.

Een efficiënt ruimtelijk-economisch instrumen-tarium is noodzakelijk om van bestemde terrei-nen te komen tot een effectief aanbod aan bouwrijpe bedrijventerreinen. M o m e n t e e l wordt gewerkt aan een decretaal initiatief ruim-telijke economie, waarin een aantal ontwikke-lingsinstrumenten decretaal kunnen verankerd worden.

Vermarkten van knelpuntterreinen

Heel wat bestemde bedrijventerreinen in V l a a n-deren geraken wegens diverse knelpunten niet o n t w i k k e l d . Mogelijke knelpunten zijn ontslui-t i n g s p r o b l e m e n , aanwezigheid van zonevreem-de activiteiten, b o d e m s a n e r i n g, lokale tegen-stand, ...

(4)

doel ook hier een effectief aanbod op korte ter-mijn te realiseren.

Voor V l a a m s-Brabant zijn volgende projecten opgenomen :

– S i n t-Pietersleeuw "Zenneveld" (6 ha) : i n uitvoering

– Halle "Lembeek-Noord" (7 ha) : in uitvoe-ring

– Machelen "Diegem-Henneaulaan" (11 ha) : uitgevoerd.

Herontwikkelen van brownfield sites

In het kader van het strategisch project brown-fieldontwikkeling wordt getracht om historisch verontreinigde sites (brownfields) te herontwik-kelen naar bedrijventerreinen, die beantwoor-den aan de hebeantwoor-dendaagse eisen van economische a c t o r e n . Door hieraan te werken kan een ant-woord geboden worden op de maatschappelijke weerstand tegen het bijkomend bestemmen van nieuwe terreinen.

Door de Vlaamse regering werden een dertien-tal projecten erkend als proefproject. I n V l a a m s-Brabant gaat het om de projecten " Kerklaan" in Machelen en "Watersite" in Vi l-voorde.

Er wordt eveneens gewerkt aan een decreet dat in een financieringsmechanisme voorziet voor de sanering van brownfields.

Herstructureren van verouderde of onderbenutte bedrijventerreinen

Door een ondoeltreffende terreinontwikkeling in het verleden, telt Vlaanderen heel wat onder-b e n u t t e, verouderde of slecht ingerichte onder- bedrij-venterreinen.

Op projectmatige basis kan gewerkt worden aan herstructurering, o. a . het creëren van bijko-mend aanbod op bestaande terreinen, het be-nutten van leegstaande bedrijfsruimten, h e t aanspreken van bedrijfsreserves, . . . . Dit gebeurt o. a . via bijzondere plannen van aanleg in Ma-chelen, Vilvoorde en Leuven.

Vragen

1. De Vlaamse volksvertegenwoordiger vraagt in welke mate een herziening van het RSV kan

bijdragen tot een oplossing voor het tekort aan bedrijventerreinen en de mogelijkheden om ini-tiatieven te ontwikkelen op gronden van inter-c o m m u n a l e s, overheidsdiensten (OCMW's), NMBS en ministeries.

In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is richtinggevend bepaald dat 1.350 ha van de to-tale bijkomende kwantitatieve groei aan bedrij-venterreinen in Vlaanderen kan worden gezocht in V l a a m s-B r a b a n t . Uit alle ervaring, o n d e r meer in het structuurplan van de provincie, blijkt dat het vinden van aanvaardbare locaties voor de gehele 1.350 ha een erg lastige taak zal worden in V l a a m s-B r a b a n t . Het is echter onno-dig ons te fixeren op het exacte aantal. Het is vooral belangrijk een voldoende aanbodbeleid voor bedrijventerreinen te voeren in V l a a m s-B r a b a n t , dat een goede mix inhoudt van bijkomende bedrijventerreinen en verbeter-de ontwikkeling en benutting van bestaanverbeter-de reeds bestemde bedrijventerreinen. De boven vermelde initiatieven – met name de zoektocht naar nieuwe zones in de afbakeningsprocessen van Vlaanderen en provincie, de lokale plan-nings-initiatieven voor kleinere bedrijventerrei-nen en individuele bedrijven, de brownfieldont-w i k k e l i n g, de urgentieprojecten enz. – geven als totaliteit invulling aan het aanbodbeleid. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is een strategisch beleidskader dat zeer veel mogelijk-heden biedt waarbinnen we op het terrein kun-nen werken.

Het knelpunt situeert zich echter op het terrein-niveau zelf, waar we geconfronteerd worden met brownfields, onderbenutte terreinen, s p e c u-latieve ontwikkelingen, v e r w e r v i n g s p r o b l e m e n en dergelijke. Tevens op terreinniveau moeten we samen met de provincie V l a a m s-B r a b a n t vaststellen dat zeer moeilijk voldoende aan-vaardbare locaties voor nieuwe bedrijventerrei-nen kunbedrijventerrei-nen gevonden worden om de gehele 1.350 ha in te vullen.

(5)

De suggestie in verband met het vrijmaken van gronden van overheden wordt bij voorkeur be-keken binnen de voorbereiding van het decreet ruimtelijke economie. Een dergelijk decreet zou het kader kunnen zijn voor een gamma opera-tionele instrumenten die binnen de economi-sche sector kunnen worden ingezet voor de ont-w i k k e l i n g, inrichting en beheer van bedrijven-terreinen in functie van de doelstellingen van de overheid.

2. Uit de cijfergegevens van de GOM V l a a m s-B r a-bant blijkt dat de totale bruto-oppervlakte aan bedrijventerreinen in V l a a m s-Brabant (volgens het gewestplan, dus inclusief infrastructuur en restruimten) in het bezit van intercommunales 632 ha bedraagt.

De oppervlakte die niet realiseerbaar is of niet op de markt (tijdelijk of definitief) bedraagt 88 ha.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Inleiding in Google Analytics, wat gebeurt er op mijn site, bezoekers, welke pagina's worden bezocht en waarom Techniek en structuur: tracking codes, data report, Google

PV-panelen, aantal en oriëntatie zijn zorgvuldig maar kunnen na vervaardigen van de definitieve berekening nog aangepast

: onbedrade leiding : bedrade leiding : thermostaat : gasaansluiting : combimagnetron : vaatwasser : vonkontsteker gasstel cm.

De kleine Limburger verdedigde zich echter met verve al had de ervaren Hoogevener (evenals Simon Harmsma al voor de vierde keer van de partij) het wel beter kunnen doen.. Het werd

Groningen biedt een 3-jarige opleiding aan, dit omdat de ervaring is dat de buitenlandse studenten die kiezen voor het volgen van een opleiding in een ander land, vaker

• Belemmeringen: integratie dorp buitendijks, de dijk vormt een barrière, buitendijks bouwen met aanleg van een luwtedam verstoort de dynamiek van de zandstromen voor de kust

De meer kritische beschermde amfibiesoorten, zoals rugstreeppad, zijn niet bekend uit de omgeving van het gebied en wor- den ook niet in het gebied verwacht.. In het

Blog over onderwerpen waar je jouw ervaringen en kennis over wilt delen Geen onderwerpen waar je van denkt dat de lezer dat wilt weten.. Bedenkt vooraf goed na of een