Vraag nr. 4
van 31 augustus 1999
van de heer DIDIER RAMOUDT Kleine gewestpercelen – Beheer
Uit informatie die mij bereikte, kon ik opmaken dat het Vlaams Gewest verschillende zeer kleine percelen grond in eigen beheer heeft. Het betreft veelal stukjes weiland van minder dan 400 m2.
Soms wordt door de buurtbewoners gevraagd deze stukken te mogen gebruiken, bijvoorbeeld als graasweide voor een paard en dergelijke.
1. Wat is de motivatie en wat zijn de criteria van het Vlaams Gewest om dergelijke kleine stuk-ken grond in eigen beheer te nemen ?
2. Hoeveel dergelijke kleine stukken grond heeft het Vlaams Gewest in eigen beheer en met welke bedoeling ?
3. Hoeveel van die stukken grond worden ter be-schikking gesteld van particulieren, voor welke doeleinden en tegen welke voorwaarden ?
Antwoord
Wat mijn bevoegdheid betreft, zijn het enkel de af-delingen Natuur en Water van de administratie Mi-l i e u - ,N a t u u r- , Land- en Waterbeheer (AminaMi-l) die kleine stukken grond in het Vlaamse gewest behe-ren.
1. De afdeling Natuur verwerft in principe geen losliggende kleine percelen. Waar dit wel ge-b e u r t , is deze aankoop steeds verantwoord in het kader van de aankoop van een groter ge-h e e l , waardoor "grote eenge-heden natuurreser-vaat" worden verkregen, wat past in het thans gevoerde natuurbeleid.
De afdeling Water staat in voor het beheer van de onbevaarbare waterlopen van de eerste cate-gorie en koopt (of kocht) hiervoor talrijke stuk-ken grond aan. Na uitvoering van de werstuk-ken blijven of bleven soms kleine stukken grond over die niet effectief werden gebruikt, of er bleven bijvoorbeeld bij het verbreden van wa-terlopen afgesneden meanders of zogenaamde "overhoeken" over. Gronden binnen wachtbekkens of overstromingsgebieden worden opgeno -men in het grotere geheel.
Dat dergelijke stukjes grond in de regel in het beheer van de afdeling blijven, heeft onder
meer te maken met de beleidsvisie van Aminal, die langs en nabij de waterlopen zoveel moge-lijk bufferstroken creëert, waardoor in het land-schap groene linten ontstaan waar de fauna en de flora zich kunnen ontwikkelen en waarlangs de migratie van levende wezens mogelijk wordt. Enkel als deze stukjes grond volgens het ge-westplan in woon- of landelijk woongebied lig-gen of aansluiten bij kleine woonkavels, o v e r-weegt de afdeling Water in overleg met de afde-lingen Natuur en Bos en Groen en voorzover er interesse is van de aangelanden, om bepaalde stukjes te vervreemden. Dit blijven evenwel uit-zonderingen ; de laatste jaren zijn geen rest-gronden aan derden verkocht.
2. Voor de afdeling Natuur is deze deelvraag zon-der voorwerp.
Voor de afdeling Water gaat het om enkele dui-zenden stukjes grond van enkele m2 tot enkele
aren, die her en der langs de waterlopen van de eerste categorie liggen en die om de boven aan-gehaalde redenen niet worden geprivatiseerd. Immers ook met betrekking tot de toegankelijk-heid van de waterlopen voor onderhoudswer-ken is het niet aangewezen om percelen grond die aan de waterloop palen opnieuw te verko-pen aan de aangelande eigenaars.
Bij wijze van voorbeeld : de voormalige Lande-lijke Waterdienst heeft in Geraardsbergen, Galmaarden, Herne, Bever, ... langs de Markri-vier alleen reeds meer dan 500 percelen geheel of gedeeltelijk onteigend ten behoeve van de verbreding en rechttrekking van deze water-loop. Omdat deze werken ingevolge het onder-tussen gewijzigde beleid inzake waterbeheer-sing niet werden uitgevoerd, liggen langs de Markrivier en zijn zijlopen in totaal ongeveer 7 ha eigendom van het Vlaams Gewest in Gal-maarden die als restgronden dienen te worden bestempeld, omdat ze niet de rechtstreekse be-stemming kregen waarvoor ze destijds werden a a n g e k o c h t . Ze worden wel voor de reeds boven vermelde redenen gebruikt.
overstro-mingsgebieden op het bestaande maaiveld in plaats van door ingegraven wachtbekkens. 3. In bepaalde gevallen geeft de afdeling Natuur,
wanneer dit past in de beheersoptie van een na-tuurreservaat, percelen weiland of hooiland die eigendom zijn van de afdeling Natuur, in beheer bij particulieren (meestal landbouwers). Dit ge-beurt steeds onder strikte voorwaarden en mo-daliteiten (bemesting, lage veedichtheid), d i e een optimale ontwikkeling van de natuurwaar-den moeten waarborgen. Het gaat daarbij nooit om percelen van de genoemde oppervlakte (< 400 m2).
In de regel worden stukken overschotgrond door de afdeling Water niet ter beschikking ge-steld van particulieren om de redenen die boven zijn aangehaald.
