Vraag nr. 58
van 31 oktober 1996
van de heer JACQUES TIMMERMANS
Subsidies jeugdverenigingen – Sportclubs met jeugdwerking
Binnen het kader van het jeugdwerkbeleidsplan kunnen jeugdverenigingen verschillende subsidie-regelingen genieten (onder andere werkings-, infrastructuur-, vormingssubsidies).
Uit het decreet houdende de subsidiëring van gemeentebesturen en de Vlaamse Gemeenschaps-commissie inzake het voeren van een jeugdbeleid, blijkt dat sportverenigingen geen aanspraak kun-nen maken op voormelde subsidies.
Sommige sportverenigingen hebben echter een zeer uitgebreide jeugdwerking en beschikken tevens over een eigen jeugdbestuur en een jeugd-gericht activiteitenprogramma.
Deze jeugd(sport)verenigingen kunnen dan wor-den beschouwd als groepsgerichte jeugdwerkinitia-tieven die, zoals vermeld in het bedoelde decreet, verschillende kwaliteitsverbeterende functies ver-vullen (o. a . o n t m o e t i n g, s p e l , creatieve activiteiten, vorming, ...).
Kunnen sportverenigingen met een goed uitge-bouwde en goed gestructureerde jeugdwerking aansluiten bij de stedelijke jeugdraad, zodat zij voor bepaalde subsidieregelingen in aanmerking komen ? Zijn er terzake bezwaren ?
Antwoord
De subsidies die de gemeentebesturen ontvangen op basis van het decreet van 9 juni 1993 kunnen uitsluitend worden aangewend voor de ondersteu-ning van lokale jeugdwerkinitiatieven.
Het is nooit de bedoeling geweest van de decreet-gever om met dit decreet het sportbeleid van de gemeentsbesturen te ondersteunen. Ik wil in dit verband verwijzen naar blz. 5 van de toelichting bij het decreet (Vlaamse Raad, Stuk 226 (BZ 1992) – N r. 1 ) , waarbij het sportbeleid expliciet wordt genoemd als een ander beleidsdomein dan het j e u g d w e r k . Ook tijdens de besprekingen van het decreetsvoorstel in de Commissie voor Cultuur en Sport van de Vlaamse Raad werd uitdrukkelijk gesteld dat "sport" geen functie is van het jeugd-werk (Vlaamse Raad, Stuk 226 (BZ 1992) – Nr. 3 , b l z . 1 1 ) . De middelen die door de V l a a m s e
Gemeenschap ter beschikking worden gesteld in uitvoering van het decreet kunnen dan ook niet worden aangewend voor verenigingen die (bijna) uitsluitend gericht zijn op de sportbeoefening (bv. jeugdploegen of jeugdwerking van sportclubs). Het is evenwel de bevoegdheid van de gemeente-besturen te bepalen op welke wijze zij de jeugd-werking van de sportclubs wensen te ondersteu-nen.
Wat de aansluiting van de jeugdwerking van som-mige sportverenigingen bij de jeugdraad betreft, wens ik erop te wijzen dat het decreet van 24 juli 1991 houdende organisatie van het overleg en de inspraak in het gemeentelijk cultuurbeleid, d e bevoegdheid hieromtrent bij het gemeentebestuur legt.