Vraag nr. 28
van 31 oktober 1996
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Ziekenhuizen – Federaal beleid
Voor de federale regering moeten tegen begin vol-gend jaar alle ziekenhuizen met minder dan 200 bedden ofwel sluiten, ofwel een fusie aangaan met een andere instelling. Dit zou de sluiting kunnen betekenen van 46 regionale ziekenhuizen.
Hoe staat de Vlaamse regering hiertegenover ? Is zij het ermee eens dat de inkrimping van het aantal bedden niet zou gebeuren op basis van glo-bale pathologiecijfers voor het hele land, zoals aan-vankelijk was vooropgesteld, maar veeleer op basis van de bezettingscijfers van individuele ziekenhuis-diensten ?
Heeft de Vlaamse regering in deze haar standpunt al bekendgemaakt bij de federale overheid ?
Antwoord
Vanwege de federale regering waren er inderdaad voornemens om de minimumvereisten voor zie-kenhuizen op te trekken op basis van een nieuwe minimale norm, namelijk 200 bedden, en dit hoofd-zakelijk om budgettaire redenen.
De Vlaamse Gemeenschap heeft tijdens de onder-handelingen met de federale overheid gesteld dat de toepassing van de lineaire 200-beddenregel niet te verantwoorden is. Het ziekenhuisbed als enig criterium om de activiteiten van zorginstellingen te b e o o r d e l e n , is een te povere en te eenzijdige bena-deringswijze van een complex probleem.
De Vlaamse regering is er voorstander van dat door de federale staat, in overleg met de gemeen-s c h a p p e n , een nieuw erkenninggemeen-sconcept wordt uit-g e w e r k t . Dit ziekenhuisconcept moet als vertrek-punt dienen voor een correct en evenwichtig zie-k e n h u i s f i n a n c i e r i n g s s y s t e e m . Budgettaire maatre-gelen kunnen maar worden aanvaard voorzover ze passen in de uitvoering van de principes van dit nieuw ziekenhuisconcept. Hierbij zou de basis van erkenning verschuiven van structuurnormen, o p basis van aantal en soorten diensten, naar proces-c r i t e r i a . De omvang van een ziekenhuis zou dan niet meer in bedden worden uitgedrukt, doch in maatstaven van ziekenhuisactiviteiten, u i t g e d r u k t in programma’s van activiteiten, gericht op welom-schreven patiëntengroepen in een continuüm van
d i a g n o s t i e k , behandeling en revalidatie, en dit in de voor de patiënt meest geschikte vorm van polikli-n i e k , dagbehapolikli-ndelipolikli-ng of oppolikli-name. Het fipolikli-napolikli-ncie- financie-ringssysteem dient hiermee in overeenstemming te worden gebracht. De financiering van de zorgverle-ning zal op een globale en coherente manier moe-ten worden uitgewerkt, met name door de invoe-ring van een pathologiegebonden programmafi-nanciering.
In de federale ministerraad van 6 december 1996. werd overeengekomen dat er zich tegen het jaar 2000 binnen de ziekenhuissector een ting dient te hebben gerealiseerd. De schaalvergro-ting zal niet worden gerealiseerd op basis van een nieuwe minimale beddennorm (200 bedden), m a a r wel door het omschrijven van minimum activitei-tenniveaus voor het ziekenhuis en zijn basisfunc-ties en voor bepaalde specifieke funcbasisfunc-ties. Het in aanmerking nemen van activiteitenniveaus als parameter om het bedcriterium te vervangen, d i e n t eveneens noodzakelijkerwijze te leiden tot een schaalvergroting van ziekenhuizen. Met name zal de globale activiteitsindicator hoger moeten liggen dan de activiteit die momenteel in het minimale ziekenhuisconcept wordt gerealiseerd.
Aan de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzie-ningen zal worden gevraagd om deze minimale activiteitenniveaus te bepalen vóór 30 juni 1997. Indien de Nationale Raad er niet in slaagt om ze te b e p a l e n , zal de administratie van Vo l k s g e z o n d h e i d , in overleg met gemeenschappen en gewesten, z e l f deze activiteitenniveaus vastleggen.