• No results found

Vraag nr. 31 van 22 oktober 1997 van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 31 van 22 oktober 1997 van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 31

van 22 oktober 1997

van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Partijpolitieke activiteiten in gemeensch a p s s ch o l e n – Richtlijnen

Op 12 oktober vond er in de gemeenschapsschool van Puurs een zogenaamde biomarkt plaats met allerlei nevenactiviteiten. Uit de aankondigingen blijkt zeer duidelijk dat het om een partijpolitiek initiatief gaat, met name van Agalev.

Strookt dit met de neutraliteit waaraan het gemeenschapsonderwijs gebonden is ?

Kunnen in beginsel alle politieke partijen voor hun activiteiten gebruikmaken van de infrastructuur van het gemeenschapsonderwijs ?

Heeft de overheid ooit duidelijke richtlijnen terza-ke opgesteld ?

Antwoord

1. Volgens inlichtingen die werden verstrekt door de Autonome Raad voor het Gemeenschapson-derwijs (ARGO) inzake de materie zoals in de vraag vermeld,werd de directeur van de betrok-ken school gecontacteerd door de VZW Ploeg. Dit is een vereniging waarvan ouders waarvan de kinderen naar de betrokken school gaan, lid zijn en die dus een duidelijke binding hebben met het gemeenschapsonderwijs. Zij vroegen de toestemming voor het ter beschikking krijgen van een lokaal voor het organiseren van een b i o m a r k t . Het doel van deze biomarkt was de mensen in contact te brengen met producten uit de natuur.

De directeur verleende de toestemming voor het gebruik van de speelplaats en de overdekte speelplaats van de lagere afdeling. Tevens zou het voor vele bezoekers een eerste kennisma-king zijn met de infrastructuur van de school. De organisatie vond plaats op zaterdag 12 okto-ber 1997 van 14 tot 18 uur.

2. De neutraliteit van het gemeenschapsonderwijs, zoals vervat in artikel 24, § 1 van de Grondwet en artikel 2 van de schoolpactwet van 29 mei 1 9 5 9 , dient vanzelfsprekend gerespecteerd te blijven.

Binnen de geschetste context en op grond van de door de betrokken directie dringend meege-deelde gegevens, werd de vermelde activiteit niet georganiseerd door de school maar door een VZW, waaraan de gevraagde infrastructuur werd verhuurd zoals voorgeschreven in de omzendbrief A R G O / 7 3 0 / N - 9 2 - 1 1 . O v e r e e n-komstig deze richtlijnen heeft de afgevaardigd bestuurder de infrastructuur verhuurd tegen het richttarief. Inzake de praktische modaliteiten en de te betalen vergoeding werd bijgevolg de regelgeving gerespecteerd. Het neutraliteitsbe-ginsel werd niet aangetast, daar onder andere de activiteit niet werd georganiseerd door de onderwijsinstelling.

Hoe dan ook, derden die in de school worden toegelaten, kunnen zich niet lenen voor politie-ke propaganda. Artipolitie-kel 41, § 1 van de school-pactwet van 29 mei 1959 vermeldt, en ik citeer : "elke politieke activiteit en propaganda, alsme-de elke hanalsme-delsactiviteit in alsme-de onalsme-derwijsinstel- onderwijsinstel-lingen van het Gemeenschapsonderwijs zijn ver-b o d e n " . Het toepassingsgever-bied van genoemde bepaling beperkt zich bijgevolg tot de concreet aanwijsbare handelingen en laakbare praktijken die binnen het onderwijs als dusdanig worden gesteld.

Zoals boven vermeld, kunnen derden slechts op school worden toegelaten mits zij de geldende deontologie respecteren en zeker geen politieke propaganda verspreiden.

Het organiseren van een biomarkt die in voor-komend geval politiek geïnspireerde standpun-ten vertolkt, illustreert of toelicht, is op zich niet strijdig met de in voornoemd artikel 41 gestelde c r i t e r i a , voorzover de georganiseerde activitei-ten per definitie geen specifiek vermelde partij-politieke propagandistische inhoud hebben en geen politieke en/of propagandaobjectieven voor een specifieke partij hebben.

De vraag rijst of de activiteiten die werden georganiseerd door de betrokken VZW al dan niet de kwalificatie verdienen van partijpolitie-ke propagandistische doeleinden. Wanneer het antwoord op deze vraag bevestigend is, dan zijn de conclusie en de consequentie heel eenvoudig : dat is verboden.Het kan niet en het mag niet en dienen er maatregelen te worden genomen. In dit kader wordt door de ARGO verder nog consequent een onderzoek ingesteld.

(2)

3. Wat ten slotte de vraag inzake de richtlijnen betreft, meen ik binnen bovenvermelde toelich-ting reeds bevestigend te hebben geantwoord.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ik kan de Vlaamse volksvertegenwoordiger verze- keren dat deze aangelegenheid de bijzondere aan- dacht heeft van de raadsman van de Dienst voor Infrastructuurwerken van het

Een deel van het vooropgestelde traject zou zich namelijk op het grondgebied van het Vlaams Gewest bevinden.. Het project AZ Jette is

Zoals ik in het verleden reeds meerdere malen heb g e s t e l d , ligt de strikte toepassing van de bepalingen van de SWT mij nauw aan het hart en beperkt ze zich als dusdanig niet

Aansluitend op de bespreking van het beleidsplan Brussel in het Vlaams Parlement heb ik de admini- stratie om een onderzoek gevraagd naar de moge- lijkheden om binnen het huidige

Het Vlaams Parlement stelde deze vraag eveneens naar aanleiding van de resolutie van 29 januari 1 9 9 7 , waarbij wordt gevraagd dat de Vlaamse rege- ring de overheveling

Kan de minister-president mij meedelen hoe vaak hij de jongste jaren in die hoedanigheid en/of in zijn hoedanigheid van minister belast met het Bui- tenlands Beleid en de Europese A a

Artikel 36 stelt dat voor het sluiten van een overeenkomst betreffende de overdracht van gronden, de overdrager bij de OVAM een bodemattest moet meedelen aan de

In uitvoering van artikel 7, § 1 van het decreet van 20 december 1996 betreffende het Vlaams Promo- tiecentrum voor Agro- en Vi s s e r i j m a r k e t i n g, is een regeringsbesluit