Vraag nr. 28 van 3 oktober 1996
van de heer JAN PENRIS
Paralympics – BOIC-premies en BLOSO-contrac-ten
Onze mindervalide sportlui hebben op de alterna-tieve Paralympics van Atlanta schitterend gepres-t e e r d . Er werden meerdere medailles behaald, waarvan een niet onbelangrijk deel gouden.
Valide sportlui ontvangen voor het behalen van een gouden medaille een premie van 1.000.000 frank ; voor zilver is dat 600.000 frank en voor brons 400.000 fr. De premies worden uitgereikt door het BOIC (Belgisch Olympisch en Interfede-raal Comité).
Ook onze gehandicapte sportlui zouden recht op deze premies moeten hebben. Weet de minister welke premies aan hen worden uitgekeerd ? Zijn die even hoog als voor de valide sportlui ? Mocht er terzake gediscrimineerd zijn, werd er dan opge-treden ?
De Bloso-contracten (Commissariaat-Generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Opvoe-d i n g, Opvoe-de Sport en Opvoe-de Openluchtrecreatie) met heel wat gehandicapte topsporters zijn sinds A t l a n t a a f g e l o p e n . Worden deze contracten hernieuwd ? Zo ja, voor alle betrokkenen ? Binnen welke ter-mijn ?
Antwoord
Deze vraag richt zich hoofzakelijk tot het BOIC. Het BOIC is een unitaire organisatie, die door het Bloso niet wordt gesubsidieerd voor haar werking. Wel is er een coördinatie tussen het Bloso en het BOIC in verband met het Vlaams topsportbeleid (Vlaamse topsporters).
Volgens informatie ingewonnen bij het BOIC, blijkt dat het BOIC, op voorstel van de gehandi-captensportfederatie (Vlaamse Liga voor Gehandi-captensport) en na onderhandelingen die dateren van vóór de Olympische Spelen in Barcelona, i n tegenstelling met de regeling voor de valide top-s p o r t e r top-s, geen geldpremietop-s maar wel getop-schenken geeft aan de medaillewinnaars op de Paralympics. De gehandicaptensportfederatie ligt zelf mee aan de basis van deze afspraak.
Wat de Bloso-contracten met gehandicapte top-sporters betreft, kan het volgende worden geant-woord.
In het kader van een tewerkstelling in het Bloso-topsportproject sloot Bloso een contract met een visueel gehandicapte die een niet-Paralympische discipline beoefent, met name waterski. Die over-eenkomst loopt pas af op het einde van 1997, h e t jaar van de Wereldspelen.
De eventuele herziening van deze overeenkomst zal dan ook pas in december 1997 worden geëvalu-eerd en besproken.
Volledigheidshalve moet worden vermeld dat in het kader van het Bloso-tewerkstellingsproject voor topsporters, door Bloso een aantal gehandi-capte topsporters werd gecontacteerd om in het project te stappen.
De interesse om in dit project te stappen was klein, aangezien bij deze gehandicapte topsporters de vrees bestond dat hun invaliditeitspercentage zou worden herzien, met eventueel nadelige financiële gevolgen.
Tevens moet worden vermeld dat aan de V l a a m s e Liga voor Gehandicaptensport jaarlijks, via de To p-sportsubsidies voor de programma's van de door het Bloso geregistreerde gehandicapte topsporters, een Bloso-subsidie van 2.000.000 frank wordt toe-g e k e n d , bovenop de jaarlijkse werkintoe-gssubsidies van de federatie van 3.390.635 frank (in 1996).