Vraag nr. 20 van 3 oktober 1997
van de heer JAN PENRIS
IJzeren Rijn – Nederlandse bezwaren
Met betrekking tot het IJzeren Rijnproject zou de gouverneur van Nederlands Limburg afgelopen zomer (schriftelijke) bezwaren hebben gemaakt bij de minister.
De bezwaren betroffen de doorrit door de stad Weert en door het zogenaamde "stiltegebied Mijn-weg" ten oosten van Roermond.
1. Wat was de precieze inhoud van deze bezwaren ? 2. Op welke wijze heeft de minister deze bezwaren weerlegd of welke maatregelen heeft hij voor-gesteld om aan de bezwaren tegemoet te komen ?
Antwoord
1. In hun brief van 8 juli 1997 opperen de gedepu-teerde staten van de provincie Limburg inder-daad bezwaren tegen de doortocht van een aan-tal gebieden. Ik citeer :
"Beperking van geluidshinder en van de door-snijding van woongebieden, en een zo gering mogelijke aantasting van natuur en landschap dienen naar de mening van ons college bij een toekomstige tracé-studie een centrale plaats in te nemen.
Voor wat betreft het oude IJzeren Rijn-tracé baart met name de doorkruising van de stedelij-ke gebieden van Weert en Roermond en van het uiterst waardevolle en als Nationaal Park aangewezen Meinweggebied ten oosten van Roermond ons college grote zorgen. Vooruitlo-pend op de tracé-studie willen wij dan ook nog eens benadrukken dat voor ons college reacti-vering van het baanvak Roermond-Dalheim, met de doorkruising van Roermond en het M e i n w e g g e b i e d , als onderdeel van de IJzeren Rijn onaanvaardbaar zal zijn. Hetzelfde geldt voor de doorkruising van het stedelijke gebied van Weert, indien voor de passage hiervan geen goed alternatief wordt geboden."
2. Wat de doorkruising betreft van de stedelijke gebieden Weert en Roermond, merk ik op dat het baanvak Weert-Roermond momenteel in gebruik is als onderdeel van de drukke
intercityverbinding A m s t e r d a m E i n d h o v e n M a a s -t r i c h -t . De bijkomende hinder door een aan-tal treinen op de IJzeren Rijn zal dan ook relatief beperkt zijn. Bovendien pleiten de gedeputeer-de staten voor een alternatief IJzeren-Rijntracé via Eindhoven en Venlo, twee stedelijke gebie-den die (veel) groter zijn dan Weert en Roer-m o n d . De gevolgde redenering is Roer-mij dan ook niet heel duidelijk.
Wat de doortocht door het Meinweggebied betreft, rijst een zwaarder probleem. Hoewel de IJzeren Rijn nog steeds onderdeel is van het spoorwegnetwerk voor goederenverkeer in het Tweede Structuurschema Verkeer en Ve r v o e r ( S V V- 2 ) , is het betrokken gebied in andere structuurschema's en bestemmingsplannen aan-gemerkt als stiltegebied ; dit houdt in dat het geluidsniveau beperkt moet blijven tot 40 dbA, wat zeer weinig is.
De volgende oplossingen voor dit probleem kunnen worden vooropgesteld :
– ofwel aanpassen van de genoemde structuur-schema's en plannen, zodat de doortocht van een trein door het gebied mogelijk wordt ; – ofwel maatregelen (bv. intunneling) om de
geluidshinder te beperken, wat echter ook een planprocedure zal meebrengen ;
– ofwel een alternatief tracé rond het Mein-w e g g e b i e d , Mein-wat echter evengoed aanpassing van een aantal structuurschema's en bestem-mingsplannen vereist.
In deze gevallen vergen de nodige procedures aan Nederlandse zijde al gauw 4 à 5 jaar.
Zowel in de haalbaarheidsstudie IJzeren Rijn, als in het overleg op ministerieel en ambtelijk niveau, komen deze problemen en de mogelijke oplossingen momenteel aan bod.