Vraag nr. 158 van 9 januari 1997
van de heer JAN PENRIS
Vervoerkaarten voor steuntrekkers – Opzet
Onlangs werd door de Vlaamse regering met De Lijn een beheersovereenkomst voor de jaren 1997 – 2001 afgesloten.
Een van de nieuwigheden hierin is dat De Lijn contracten zal opstellen met de OCMW's om hen in staat te stellen gratis vervoerkaarten ter beschik-king te stellen van zogenaamde kansarmen.
1. Wie vult het begrip "kansarme" hierbij concreet in ? Is dat het OCMW zelf ?
2. Welke vervoerkaarten worden ter beschikking gesteld ? Gaat het om meerrittenkaarten, l i j n-abonnementen of algemene vervoerkaarten ? 3. De OCMW’s kopen die vervoerkaarten tegen
verminderd tarief aan. Over welke reductie gaat het ?
Antwoord
1. In de beheersovereenkomst 1997-2001 afgeslo-ten tussen de Vlaamse regering en De Lijn, is in artikel 9 § 3 opgenomen dat De Lijn voor 1 mei 1997 een globaal contract zal opmaken dat aan alle betrokken instellingen zal worden voorge-legd. De tekst luidt als volgt :
" Teneinde de mobiliteit en de reïntegratie van de kansarmen in de samenleving te verbeteren, zal de maatschappij voor 1 mei 1997 een globaal contract opmaken dat aan alle betrokken instel-lingen zal worden voorgelegd en dat minimum zal omvatten :
– het verlenen van de toelating aan de betrok-ken instellingen om vervoerbewijzen af te leveren aan kansarmen en hun gezinsleden en aan gelijkgestelden die het bestaansmini-mum ontvangen, zonder dat hierbij het bestaansminimum wordt aangetast ;
– de maatschappij zal de hierboven genoemde vervoerbewijzen tegen verminderde prijzen ter beschikking stellen ;
– de beslissing tot het verlenen van het ver-voersvoordeel zal bij de betrokken instelling liggen ;
– een controlemechanisme dat misbruiken uit-sluit ;
– de bepalingen van deze paragraaf kunnen geen dotatie-verhoging tot gevolg hebben, tenzij de regering bijkomende bepalingen vast zou leggen die een inkomstenverlies veroorzaken voor de maatschappij ;
– de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn vervullen de loket-functie naar de kansarmen toe.
De maatschappij verbindt er zich toe om dit contract voor 1 mei 1997 ter goedkeuring aan de voogdijminister voor te leggen.
Eén jaar na de inwerkingtreding van de formu-l e, zoaformu-ls beschreven in deze paragraaf, zaformu-l de maatschappij een evaluatieverslag aan de voog-dijminister voorleggen."
2. en 3. De modaliteiten van de aflevering van ver-voerbewijzen aan kansarmen en hun gezinsle-den en aan gelijkgestelgezinsle-den die het bestaansmi-nimum ontvangen, worden in eerste instantie bepaald in overleg met de afdeling Maatschap-pelijk Welzijn van de Vereniging van V l a a m s e Steden en Gemeenten (VVSG).
De vervoerbewijzen die worden afgeleverd, zijn uiteraard anoniem.