pagina 1 van 6
© CED-Groep www.nieuwsbegrip.nl
Actief lezen
1. Lees nu de tekst actief. Maak aantekeningen in de tekst en bedenk een vraag bij ieder stukje. Schrijf die vragen op de volgende bladzijde op.
2. Kom je woorden tegen die je niet (goed) kent? Markeer ze met een kleur in de tekst.
En schrijf ze op de volgende bladzijde op.
3. Geef ook antwoord op de sleutelvragen bij de stukjes tekst. Deze vragen staan op bladzijde 3.
Kijk naar de titel, de kopjes en de foto.
Dit verwacht ik te lezen:
_______________________________________________________________
_______________________________________________________________
_______________________________________________________________
Dit weet ik al over het onderwerp:
_______________________________________________________________
_______________________________________________________________
_______________________________________________________________
_______________________________________________________________
Start
Naam:
pagina 2 van 6
© CED-Groep www.nieuwsbegrip.nl
Hieronder schrijf ik de vragen die ik heb bij de tekst.
Eigen vraag bij de inleiding:
_________________________________________
_________________________________________
_________________________________________
Eigen vraag bij stukje De Nederlandse Gebarentaal:
_________________________________________
_________________________________________
_________________________________________
Eigen vraag bij stukje Gebarentaal op school:
_________________________________________
_________________________________________
_________________________________________
Eigen vraag bij stukje Gebaren bij het nieuws:
_________________________________________
_________________________________________
_________________________________________
Eigen vraag bij stukje Hamsteren:
_________________________________________
_________________________________________
_________________________________________
Ik kom de betekenis van deze woorden niet meteen te weten door terug te lezen / vooruit te lezen / te kijken naar een stukje van het woord:
Onbekende woorden heb ik in de tekst aangegeven met
____________ (vul hier de kleur in)
Deze woorden kun je nog opzoeken in het woordenboek.
pagina 3 van 6
© CED-Groep www.nieuwsbegrip.nl
Sleutelvragen
Inleiding Sleutelvraag 1: Waarom is er bij belangrijk nieuws op tv een gebarentolk?
De Nederlandse
Gebarentaal Sleutelvraag 2: Hoe praten mensen die gebarentaal gebruiken?
Sleutelvraag 3: Wat is hetzelfde bij gebarentalen en gesproken talen?
Gebarentaal op
school Sleutelvraag 4: Waarom was vroeger gebarentaal op Nederlandse scholen verboden?
Gebaren bij het
nieuws Sleutelvraag 5: Gebarentolk Irma Sluis weet niet voor alle woorden een gebaar. Hoe komt ze toch te weten welke gebaren ze moet gebruiken? Noem twee dingen.
Hamsteren Sleutelvraag 6: Wat vinden doven en slechthorenden van gebarentolk Irma Sluis?
Na het lezen
Sleutelvraag 7: Bij belangrijk nieuw is er nu altijd een gebarentolk op tv. Vind jij dat er ook bij ander nieuws een gebarentolk zou moeten zijn? Waarom?
_____________________________________________________
_____________________________________________________
_____________________________________________________
_____________________________________________________
_____________________________________________________
_____________________________________________________
_____________________________________________________
_____________________________________________________
_____________________________________________________
_____________________________________________________
_____________________________________________________
_____________________________________________________
_____________________________________________________
pagina 4 van 6
© CED-Groep www.nieuwsbegrip.nl
Een mindmap maken
1. Lees de uitleg.
2. Maak een mindmap over gebarentaal. Kijk goed in de tekst welke dingen belangrijk zijn. Wat heb je gelezen over gebarentaal en gebarentolken? En misschien weet je er zelf nog meer over. Schrijf dat ook in de mindmap.
Vragen over de tekst beantwoorden
1. Lees de inleiding van de tekst. Welke zin past het best achter de zin: Sinds een tijdje is er bij belangrijk nieuws op tv altijd een gebarentolk.
A. Die laat met gebaren zien wat er gezegd wordt.
B. Die leert aan alle mensen in Nederland gebarentaal.
C. Die snapt niet goed wat er gezegd wordt.
2. In regel 7 staat: Daarmee kun je een boodschap overbrengen. Wat betekent een boodschap overbrengen?
A. een bericht aan iemand doorgeven B. een pakketje bij iemand brengen C. iets terugbrengen naar de winkel
3. In regel 29-30 staat: Dan heb ik contact met het Gebarencentrum.
Wat betekent contact hebben?
A. iemand iets geven met een hele groep B. in je eentje een boek schrijven
C. met elkaar praten of schrijven
Een mindmap is een soort woordenweb met tekeningen en kleuren.
Een mindmap geeft je overzicht over de tekst.
Hoe maak je ook alweer een mindmap?
• Neem een wit blad papier.
• Schrijf het onderwerp van de tekst in het midden.
• Zet de deelonderwerpen rondom het onderwerp.
Deelonderwerpen zijn onderwerpen die over een stukje van de tekst gaan. Trek hier een dikke gekleurde streep onder.
• Zet daarna bij deze deelonderwerpen de informatie die je daarbij belangrijk vindt. Trek hier dunnere gekleurde strepen onder.
• Gebruik tekeningen om je mindmap duidelijker te maken.
• Gebruik verschillende kleuren.
Plaatje: Nederlands Gebarencentrum
pagina 5 van 6
© CED-Groep www.nieuwsbegrip.nl
4. Deze drie woorden staan in het stukje Hamsteren:
hamsteren (regel 33) navragen (regel 34) graaien (regel 34)
Wat betekenen deze woorden? Trek lijnen van het woord naar de goede betekenis.
hamsteren snel proberen iets te pakken
navragen heel veel van iets kopen omdat je denkt dat er straks te weinig van is
graaien vragen naar iets als je het niet zeker weet
5. Hieronder staan zinnen over de tekst. Zijn ze waar of niet waar? Kruis aan.
waar niet waar
1. Er zijn 140 gebarentalen op de wereld.
2. Dove kinderen mogen kiezen welke taal ze leren:
Nederlands of NGT.
3. Bij al het nieuws op tv zie je een gebarentolk.
4. Irma Sluis is de gebarentolk bij nieuws van de regering.
5. Alleen dove mensen snapten het gebaar voor
‘hamsteren’.
Extra opdracht: Handalfabet
Dove mensen gebruiken gebarentaal. Voor veel woorden hebben ze een gebaar. Maar ze spellen ook woorden met een handalfabet. Voor elke letter van het alfabet is er een gebaar.
1. Kijk naar het plaatje op de volgende bladzijde. Zoek de gebaren op die je nodig hebt om jouw naam te spellen en oefen met het gebaren van jouw naam.
2. Je kunt natuurlijk nog meer woorden oefenen. Laat iemand anders de woorden raden!
pagina 6 van 6
© CED-Groep www.nieuwsbegrip.nl
Verder lezen/praten over dit onderwerp:
Denk na over de volgende stelling:
Gebarentaal moet een verplicht vak worden op school.
Ben je vóór of tegen de stelling? Bedenk ook waarom je voor of tegen bent.
Meer lezen over dit onderwerp: op de website van Jeugdbieb
staan filmpjes, apps en interessante websites over het Nieuwsbegriponderwerp.
Ga naar: https://jeugdbieb.nl/nieuwsbegrip.