• No results found

Vraag nr.421 van 25 mei 1998 van mevrouw PATRICIA CEYSENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.421 van 25 mei 1998 van mevrouw PATRICIA CEYSENS"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 421 van 25 mei 1998

van mevrouw PATRICIA CEYSENS

Mobiliteitsconvenants – Interactie met stedelijk beleid

Op alle bevoegde niveaus wordt de laatste jaren op een actieve manier een beleid ontwikkeld inzake mobiliteit in al zijn facetten. Een stimulans daartoe wordt onder meer gegeven door het convenanten-beleid van de Vlaamse regering. Enkele van de aspecten die mee worden verwerkt in het globale mobiliteitsbeleid betreffen het (her)oriënteren van de rijrichtingen en het parkeerbeleid.

Hierbij wordt vaak gestreefd naar het invoeren van een lussensysteem op basis van eenrichtingsstraten, met uitzondering voor taxi's, prioritaire voertuigen en bussen van De Lijn. Tevens wordt gestreefd naar een beperking van het aantal parkeerplaatsen. Het is duidelijk dat dergelijke maatregelen een effect kunnen hebben op het stedelijk beleid, in die zin dat de inwoners van de stedelijke kernen zich vaak benadeeld kunnen voelen door dergelijke m a a t r e g e l e n . Met alle nefaste gevolgen van dien voor de doelstellingen van het stedelijk beleid, namelijk het aantrekkelijk maken van de stedelijke kernen als wooncentra.

1. In welke mate wordt momenteel bij de opmaak van mobiliteitsconvenants rekening gehouden met de effecten van bepaalde maatregelen op het stedelijk beleid in het algemeen en op de aantrekkelijkheid van de stedelijke kernen als wooncentra in het bijzonder ?

2. Stimuleert de minister – vanuit zijn bevoegd-heden – bij de opmaak van convenants speci-fieke maatregelen ten aanzien van de inwoners van de stedelijke kernen, zodat zij niet worden benadeeld inzake wagenbezit en -gebruik en teneinde hen gemotiveerd te houden om in de kernen te blijven wonen ?

3. In welke mate kan de minister maatregelen steunen die gaan in de richting van aparte "mobiliteitsmodaliteiten" voor inwoners van stedelijke kernen, in de vorm van bewoners-kaarten voor parkeren en gebruik van éénrich-tingsstraten ?

Antwoord

Het parkeerbeleid vormt een belangrijk instrument van stedelijk mobiliteitsbeleid en stedelijke ont-w i k k e l i n g. Het reguleren van het parkeren is essen-tieel om te komen tot een duurzaam mobiliteitsbe-leid dat rekening houdt met de vereisten van de leefbaarheid en de aanwending van alternatieve verplaatsingsvormen voor de auto.

In deze optiek voorzien de bijakten 8 en 9 bij de m o b i l i t e i t s c o n v e n a n t , die betrekking hebben op de uitbreiding van het openbaar vervoer, in een gefa-seerde invoering van een regulerend parkeerbe-l e i d . Hierbij geparkeerbe-ldt aparkeerbe-ls uitgangspunt de insteparkeerbe-lparkeerbe-ling van een moratorium binnen de invloedssfeer van het openbaar vervoer, uitgaande van een inventaris van het huidige parkeeraanbod.

Ik acht het aangewezen om in de huidige fase dit moratorium te handhaven, waarbij herschikkingen met behoud van de totale balans mogelijk zijn. D e uitbreiding van de woonfunctie kan immers gepaard gaan met de inkrimping van andere b e s t e m m i n g e n . Het is belangrijk dat de stedelijke kernen hun functie van wooncentrum verder uit-b o u w e n , hetgeen trouwens een doelstelling is van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.

Het toekomstig stedelijk parkeerbeleid zal aan bod komen in een werkgroep die belast is met de uit-werking van een nieuwe parkeeromzendbrief. Tevens heb ik de intentie om een casestudie op te zetten omtrent de parkeerbehoeften in binnenste-d e n , uitgaanbinnenste-de van een binnenste-degelijke inventarisatie van de beschikbare parkeermogelijkheden en een nauwkeurige afbakening van het bedieningsgebied van het openbaar vervoer.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om welke redenen kan een OCMW een finan- ciële tegemoetkoming weigeren aan minderjari- gen die verblijven in een voorziening voor gehandicapten en voorzover deze kosten

Als motivering hiervoor werd het dubbel gebruik van infrastructuur tussen school en semi-internaat aangehaald en werd de semi-internaten verweten hun opdracht te beperken tot

Vooraleer informatie te geven over de nieu- we aanvragen voor erkenning en subsidiëring is het belangrijk te vermelden dat de bestaande initiatieven die reeds We e r- Werkers

– publicaties en aankondigingen : voorstellen van alle publicaties die door het departement wor- den uitgebracht.Binnen deze module zullen alle aankondigingen worden geplaatst

Dit gebeurt naar aanleiding van mijn mededeling van eind vorig jaar die stelde dat een akkoord was afgeslo- ten met de federale regering dat inhield dat de ver- deling van

Heeft er inzake de omvorming van de opleiding van gebrevetteerde verpleegkundige tot vierde- graadsverpleegkundige overleg plaatsgevonden met de federale minister

Na de goedkeuring door de VHM van het voor- ontwerp op 23 januari 1997 en de machtiging tot aanbesteding op 14 november 1997, bekrachtig- de de raad van bestuur van de VHM op 14

Mocht de federale overheid in haar bevoegd- heid om de maatregelen te bepalen ten aanzien van jongeren die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, in een nieuwe wetgeving