• No results found

Vraag nr. 21 van 5 oktober 2001 van de heer JOS DE MEYER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 21 van 5 oktober 2001 van de heer JOS DE MEYER"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 21 van 5 oktober 2001

van de heer JOS DE MEYER

Mestactieplan – Nutriëntenhalte en superheffing

Reeds geruime tijd geleden werd aan de veebedrij-ven een nutriëntenhalte toegewezen. Vele bedrijfs-leiders gingen om diverse redenen hiertegen in be-roep.

Anderzijds is er ook nog de dreiging van de zoge-naamde "superheffing" voor dit jaar.

1. Kan de minister een overzicht geven van het aantal bedrijven (per provincie en per sector) waaraan een nutriëntenhalte is toegekend ? 2. Hoeveel bedrijven hebben bezwaar ingediend

(per provincie en per sector) ? Wat zijn de be-langrijkste redenen voor dit beroep ?

3. Hoeveel beroepen zijn reeds behandeld en werd het resultaat ervan aan de betrokkenen meegedeeld ? (Hoeveel beroepen aanvaard ? Hoeveel verworpen ?)

4. Hoelang zal deze procedure nog duren voor alle beroepen behandeld en aan de betrokkenen meegedeeld zijn ?

5. Is het in de huidige situatie wel of niet verant-woord de superheffing te laten starten ? Of wordt ook dit jaar hiervan beter afgezien ?

Antwoord

1. Aantal bedrijven waaraan een nutriëntenhalte werd toegekend

In de mestwetgeving is bepaald dat elke (aangif-teplichtige) producent-gebruiker op de hoogte moest worden gebracht van de aan hem per in-richting toegekende nutriëntenhalte. Ook de producent-gebruikers die geen recht hebben op een nutriëntenhalte of die geen dieren houden, hebben hierover bericht gekregen vanwege de Mestbank (deze betrokkenen hebben ook geen nood aan een nutriëntenhalte).

Deze bekendmaking werd verstuurd tussen juni 2000 en begin oktober 2000 en de toegekende nutriëntenhalte was gebaseerd op de mestwet-geving zoals die toen van toepassing was.

In totaal werden 39.475 bekendmakingen ver-s t u u r d . Hiervan hadden er 30.472 recht op een n u t r i ë n t e n h a l t e. De overige inrichtingen hebben bericht gekregen dat ze geen nutriëntenhalte k r e g e n , omdat ze geen dieren hadden in de refe-rentiejaren waarop de nutriëntenhalte is bere-k e n d , of omdat ze niet aan de voorwaarde vol-deden van bestaande inrichting. O n d e r s t a a n d e tabel bevat een overzicht van het aantal be-kendmakingen opgesplitst per provincie en per soort bekendmaking.

Tabel 1 : Aantal bekendmakingen

Aantal Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Totaal

(2)

Verklaring groepen

Groep 1 : producent-gebruikers op een inrichting waaraan volgens de toen geldende wetgeving geen nutriëntenhalte mocht worden toegekend omdat de inrichting niet voldeed aan het criterium "be-staande inrichting".

Groep 2 : producent-gebruikers op een inrichting zonder dierlijke productie in de referentiejaren, dus met een berekende nutriëntenhalte = 0 (akker-bouwers, tuin(akker-bouwers, ...).

Groep 3 : producent-gebruikers op een bestaande inrichting met dierlijke productie in de referentie-jaren (en een berekende nutriëntenhalte > 0) en waarbij slechts één landbouwer actief was op de in-richting.

Groep 4 : producent-gebruikers op een bestaande inrichting met dierlijke productie in de

referentie-jaren (en een berekende nutriëntenhalte > 0) en waarbij meerdere landbouwers actief waren op de-zelfde inrichting.

Groep 5 : producent-gebruikers op een inrichting met dierlijke productie in de referentiejaren en waarvan op de inrichting de noodzakelijke milieu-vergunning ontbrak voor het houden van de die-r e n . Aan deze gdie-roep kon geen nutdie-riëntenhalte toe-gekend worden.

Er werd bij de initiële toekenning van de nutriën-tenhalte ruim 84,2 miljoen kg difosforpentoxide ( P2O5) en 205,8 miljoen kg stikstof (N) toegewezen. Deze werden berekend conform de regels zoals die op het moment van de verzending van toepassing waren.

Onderstaande tabel bevat een overzicht per pro-vincie van de initieel toegekende nutriëntenhalte.

Tabel 2 : De initieel toegekende nutriëntenhalte voor de groepen 3 en 4 op basis van de bekendmakingen in de periode juni-september 2000

Toegekende nutriëntenhalte Nutriëntenhalte uitgedrukt Nutriëntenhalte uitgedrukt

op basis van de bekendmakingen in kg P2O5 in kg N

in 2000 Antwerpen 15.711.050 37.963.165 Vlaams-Brabant 4.668.743 12.758.548 West-Vlaanderen 36.147.754 85.891.864 Oost-Vlaanderen 19.165.788 48.317.821 Limburg 8.545.630 20.906.190 Totaal Vlaanderen 84.238.965 205.837.588

(3)

Tabel 3 : Overzicht van de initieel toegekende nutriëntenhalte per diercategorie

Diercategorie Aantal dieren Totaal P2O5(kg) Totaal N (kg)

Runderen < 1 j 378.841 3.788.410 12.501.753 Runderen 1-2 j 396.714 8.727.708 24.199.554 Melkkoeien 365.656 10.969.680 35.468.632 Mestkalveren 170.835 615.006 1.793.768 Andere runderen 303.952 9.118.560 29.483.344 Totaal runderen 1.615.998 33.219.364 103.447.051 Biggen (< 10 w) 255.536 516.183 628.619

Beer & zeug (geen big) 77.602 765.932 1.299.834

Zeugen (incl. big) 553.704 8.028.708 13.288.896

Andere varkens 4.451.102 23.724.374 57.864.326 Totaal varkens* 5.337.944 33.035.196 73.081.674 (excl. compensaties) Leghen (+ moeder) 11.101.445 5.439.708 7.659.997 Slachtkuikens 17.880.756 5.185.419 11.086.069 Opfokpoeljen 3.536.405 636.553 1.096.286 Ander pluimvee 396.326 75.302 95.118 Totaal pluimvee 32.914.932 11.336.982 19.937.470 Paarden 17.031 510.930 1.107.015 Schapen (< 1 j) 18.773 32.290 81.850 Schapen (> 1 j) 32.236 133.457 338.478 Geiten 3.151 13.045 33.086 Nertsen en konijnen 310.533 310.533 621.066 Totaal andere 381.724 1.000.255 2.181.495 Eindtotaal 78.591.797 198.647.689

* In de cijfers voor de varkens zijn de compensaties voor biggen en opfokzeugen niet mee verrekend. Deze compensaties bedra-gen in totaal respectievelijk ongeveer 5.640.000 kg P2O5 en 7.174.000 kg N en dienen extra bijgeteld te worden.

(4)

In de cijfers vermeld in tabel 2 en tabel 3 is geen rekening gehouden met de decreetwijziging van 8 december 2000, waarbij onder andere de norm voor de diercategorie "beren en zeugen exclu-sief biggen" verhoogd werd. Er werd evenmin rekening gehouden met de andere berekenings-wijze voor opfokpoeljen.

Indien in bovenstaande cijfers deze andere uit-scheidingsnormen verrekend worden, dan be-draagt de initieel toegekende nutriëntenhalte respectievelijk 84,7 miljoen kg P2O5 en 206,6 miljoen kg N.

2 en 3. Aantal ingediende en beantwoorde bezwa-ren : stand van zaken op 18 oktober 2001

In de procedure bij de toekenning van de nu-triëntenhalte zijn twee stappen opgenomen. In een eerste stap kan een verzoekschrift inge-diend worden bij de Mestbank. Indien de

be-trokkene niet akkoord gaat met de beslissing van de Mestbank, dan kan er nog een bezwaar ingediend worden bij de minister bevoegd voor Leefmilieu en Landbouw.

Bezwaarschriften Mestbank

In totaal werden er tot op heden 8.133 verzoek-schriften ingediend bij de Mestbank. In dit aan-tal zitten ook een reeds tweede verzoekschrif-ten van eenzelfde producent. Door de decreet-wijziging werd immers de mogelijkheid geboden om een nieuw of extra verzoekschrift in te die-nen bij de Mestbank. Van de ingediende ver-zoekschriften is 96 % afgehandeld en is de be-slissing opgestuurd.

Tabel 4 bevat een overzicht van de ingediende en behandelde verzoekschriften per provinciale afdeling.

Tabel 4 : Aantal bij Mestbank ingediende en behandelde verzoekschriften

Aantal ingediende verzoek- Aantal bekend- Aantal verzoek- Aantal beant- % beantwoorde schriften per Mestbank- makingen schriften* woorde verzoek-

verzoek-vestiging schriften schriften

Antwerpen (Herentals) 6.433 1.512 1.495 84

Arr. Halle-Vilvoorde (Brussel) 2.019 382 320 98

West-Vlaanderen (Brugge) 13.500 2.944 2.887 98

Oost-Vlaanderen (Gent) 9.909 1.936 1.807 93

Limburg + arr. Leuven (Diest) 7.614 1.359 1.335 99

Totaal Vlaanderen 39.475 8.133 7.844 96

(5)

De redenen waarom een verzoekschrift inge-diend werd, kunnen in twee grote categorieën ingedeeld worden.

1° De producent-gebruikers die geen nutriën-tenhalte hebben gekregen

Dit betreft de niet-bestaande en/of niet-ver-gunde inrichtingen en de inrichtingen zonder dieren in de referentiejaren. In deze ver-zoekschriften beroept men zich hoofdzake-lijk op volgende redenen om toch een nu-triëntenhalte te krijgen :

– beschikken toch over een milieuvergun-ning / of zijn niet vergunmilieuvergun-ningplichtig ; – zijn van oordeel dat ze toch een

bestaan-de inrichting zijn ;

– zijn ondertussen toch dieren gaan hou-den.

Door de decreetwijziging werden de regels versoepeld voor de toekenning van een nu-t r i ë n nu-t e n h a l nu-t e. Hierdoor werden een aannu-tal extra verzoekschriften ingediend op basis van volgende argumenten :

– inrichting is te beschouwen als "land-bouwinrichting" waarvoor het criterium "bestaand" niet van toepassing is ;

– voldoet aan het criterium regelmatige aangifte sinds aanslagjaar 1995 ;

– voldoet aan de verruimde definitie van "bestaande inrichting".

2° De producent-gebruikers die een verzoek-schrift ingediend hebben om een hogere nu-triëntenhalte te verkrijgen

Deze verzoekschriften zijn meestal geba-seerd op de in het Mestdecreet en uitvoe-ringsbesluit opgenomen redenen om een ho-gere nutriëntenhalte aan te vragen. De voor-naamste redenen waarom een verhoging ge-vraagd werd, zijn :

– overmacht en toeval,

– uitbreiding van de milieuvergunning, – eerste installatie als landbouwer

(moge-lijk sinds decreetwijziging),

– foutieve verwerking van de Mestbankge-gevens.

Er werd in mindere mate gebruikgemaakt van de andere mogelijke herzieningen (ander uitscheidingscijfer voor melkkoeien, keuze van een ander referentiejaar, geen of een lagere compensatie gewenst, ...).

Daarnaast werden diverse andere redenen aangehaald om een hogere nutriëntenhalte te krijgen, die niet in de wetgeving ingeschre-ven zijn :

– eigen fout van de aangifteplichtige, – ter beschikking hebben van "voldoende"

grond, – ...

Tot op heden werd bij ongeveer 48 % van de ingediende verzoekschriften een positief ge-volg gegeven aan het verzoekschrift en werd een (hogere) nutriëntengehalte toegekend. De helft van de verzoekschriften werd niet gegrond verklaard. Iets meer dan 2 % (een 200-tal) van de verzoekschriften is laattijdig ingediend en bijgevolg onontvankelijk ver-klaard door de Mestbank.

Ingevolge de gegronde verzoekschriften werd reeds meer dan 5 miljoen kg difosfor-pentoxide en 11,35 miljoen kg stikstof extra nutriëntenhalte toegekend (gegevens ver-werkt tot half september 2001).

Beroepen minister

In totaal werden tot op heden na de beslis-sing door de Mestbank 2.460 bezwaarschrif-ten ingediend bij de minister. Van de inge-diende bezwaarschriften zijn 18 % reeds vol-ledig afgehandeld. Tabel 5 bevat een over-zicht van de ingediende en behandelde be-zwaren bij de minister (opgesplitst per pro-vinciale afdeling van de Mestbank).

(6)

trekken over het aantal positieve en negatie-ve antwoorden, doch de meerderheid is ne-g a t i e f. Een honderdtal van de reeds behan-delde beroepen komt in aanmerking voor vrijstelling tot 300 kg P2O5.

4. Verder verloop van de procedure

Op een beperkt aantal na (4 % van het aantal verzoekschriften) zijn de verzoekschriften (8.133 in totaal) bij de Mestbank volledig afge-handeld en beantwoord. Half december zal de procedure bij de Mestbank afgehandeld zijn. Van de bezwaarschriften ingediend bij de minis-ter (2.460 in totaal) werd 18 % definitief beslist, 30 % werd reeds grondig voorbereid en zal eveneens binnenkort voor beslissing voorgelegd worden aan de minister.

Ik heb beslist om prioriteit te geven aan de af-handeling van de ministeriële dossiers. E e n exacte timing wanneer alle dossiers afgehandeld zullen zijn, is echter moeilijk op te stellen omdat elk dossier een grondige individuele behande-ling vergt.

Ik heb mijn diensten in ieder geval de opdracht gegeven om spoed te zetten achter het onder-zoek en het voorbereiden van de ministeriële b e s l i s s i n g e n , maar ik wil ook mijn engagement ten aanzien van de sector nakomen, met name dat elk dossier grondig nagekeken zal worden.

5. Superheffing

De nutriëntenhalte is door de decreetwijziging van 8 december 2000 met één jaar uitgesteld en is van toepassing vanaf 1 januari 2001 in plaats vanaf 1 januari 2000.

De eerste inning van de superheffing is bijge-volg pas gepland voor de tweede helft van 2002, vermits pas dan de aangiftegegevens met be-trekking tot het productiejaar 2001 verwerkt zijn door de Mestbank. De producenten moeten immers hun aangifte voor het productiejaar 2001 bij de Mestbank pas indienen tegen 15 maart 2002. Uitstel van de inning is dus enkel mogelijk na decreetwijziging.

Ongeveer 90 % van alle producent-gebruikers was voor 1 januari 2001 op de hoogte van de de-finitief aan hen toegekende nutriëntenhalte. Deze groep van producenten vertegenwoordigt een nutriëntenhalte van 81 miljoen kg P2O5. D e groep die nog zal wijzigen in beroep krijgt bo-vendien een hogere nutriëntenhalte dan reeds toegekend.

Tabel 5 : Aantal bij minister ingediende en behandelde bezwaren

Aantal ingediende Aantal Aantal Aantal % volledig

verzoekschriften per beantwoorde beroepen volledig afgehandelde

Mestbankvestiging verzoekschriften t.a.v. de afgehandelde beroepen minister beroepen

Antwerpen (Herentals) 1.495 458 110 24

Arr. Halle-Vilvoorde (Brussel) 320 128 44 34

West-Vlaanderen (Brugge) 2.887 899 90 10

Oost-Vlaanderen (Gent) 1.807 605 116 19

Limburg + arr. Leuven (Diest) 1.335 370 88 24

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tijdens de bespreking in het Vlaams Parlement van de gemeenschappelijke audit van het Belgische Rekenhof en de Nederlandse Rekenkamer over de lopende Scheldeverruiming kwam tot

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Steve Stevaert, minister vice-p r e s i- dent van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken

Kan de minister de stelling van het Vlaams Plat- form Milieu en Gezondheid bevestigen dat meerdere mensen die wonen in de nabijheid van de afvalverbrandignsoven MIWA

Er wordt in overgangsmaatregelen voorzien voor de leraren die nu TV Sport geven en die niet voldoen aan de voorwaarden om AV Sport te geven (de GLSO's in de derde graad van

Uit het voorgaande blijkt dat de &#34;toelage&#34; die aan de algemeen directeur en aan de coördine- rend directeur zal worden toegekend, in werke- lijkheid als een

Dit houdt dus in dat elke exploitant van een in- richting waar een mobiele scheider wordt inge- zet (en die meer dan 2 ton mest be/verwerkt op jaarbasis) een milieuvergunning

Al de uitbatingswegen werden in goede staat van berijdbaarheid gebracht in de jaren 1999- 2000 en 2001, voor een globaal bedrag van circa 105 miljoen frank5. De aanleg van

Het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) beschikt over de gegevens die betrekking hebben op de ongevallen waarbij kan worden vastgesteld of een bepaald punt al dan niet