• No results found

Vraag nr. 5 van 16 oktober 2000 van de heer JOS DE MEYER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 5 van 16 oktober 2000 van de heer JOS DE MEYER"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 5

van 16 oktober 2000

van de heer JOS DE MEYER

Onderwijspersoneel – Pensioenreferentiewedde De personeelsleden van Onderwijs vallen wat de pensioenberekening en -voorwaarden betreft onder de federale wetgeving. Deze wetgeving be-paalt dat het rustpensioen wordt berekend naar r a t a , voor elk jaar dienst, van 1/55 van de referen-t i e w e d d e. Deze referenreferen-tiewedde is de gemiddelde wedde van de laatste vijf jaar van de loopbaan. Het is precies de vaststelling van deze referentie-wedde die nogal wat onrust wekt bij personen die tijdens de laatste vijf jaar van hun loopbaan vanuit een wervingsambt vast benoemd werden in een se-l e c t i e- of bevorderingsambt. Ik denk bijvoorbeese-ld aan een vastbenoemde leraar die op vijfenvijftigja-rige leeftijd gedurende twee jaar een tijdelijke aan-stelling in het ambt van directeur kreeg en ten slot-te drie jaar voor zijn pensioen als direcslot-teur vast be-noemd werd.

Uitgaande van dit voorbeeld tracht ik mijn inter-pretatie van de wetgeving op een rijtje te zetten. 1. Tot januari 1999 werd voor de berekening van

de gemiddelde wedde als basis de wedde van di-recteur genomen, en dit gedurende vijf jaar. D i t betekent dat zijn wedde van directeur voor de berekening van het pensioen ook in aanmerking komt tijdens de periode dat hij tijdelijk als di-recteur was aangesteld. Met andere woorden : het volstond om één maand voor de pensione-ring als directeur vast benoemd te worden om een volledig "directeurspensioen" te krijgen. 2. De pensioenwet werd gewijzigd door de wet

van 25 januari 1999, waarbij de wijzigingen i n-gingen op 1 januari 1999. Eén van de wijzigin-gen houdt in dat voor de berekening van het pensioen enkel wedden verbonden aan het ambt waarin de persoon vast benoemd is, i n aanmerking worden genomen. Op basis van deze wijziging betekent dit dat in het aangehaal-de voorbeeld voor aangehaal-de berekening van aangehaal-de gemid-delde wedde voor twee jaar de wedde van le-raar en voor drie jaar de wedde van directeur als basis wordt genomen.

3. Inrichtende machten hebben, zich baserend op de bepalingen van vóór de wijziging, n i e t a l t i j d gebruikgemaakt van de eerste benoemingsmo-gelijkheid die zich voordeed. Door deze hou-d i n g, hou-die op hou-dat ogenblik te rechtvaarhou-digen was,

lijdt een aantal personeelsleden pensioennadeel tegenover collega's die vóór 1 januari 1999 met pensioen zijn gegaan.

Worden er, binnen de gemeenschapsbevoegdheden inzake onderwijs, overgangsmaatregelen uitge-werkt om het pensioennadeel voor laatstgenoem-den ongedaan te maken of te compenseren ?

Antwoord

Hierbij bevestig ik dat de wet van 25 januari 1999 houdende sociale bepalingen (Belgisch Staatsblad van 6 februari 1999) wijzigingen bevat inzake de berekening van het pensioenbedrag.

De berekening van het rustpensioen bestaat uit 1 / 6 0 , 1/55 of 1/50 van de referentiewedde voor elk jaar dienst. De referentiewedde is het gemiddeld salaris van de laatste vijf jaar van de loopbaan. I n het verleden werd in sommige gevallen bij een be-noeming in een selectie- of bevorderingsambt in de laatste vijf jaar, voor de referentiewedde rekening gehouden met de onmiddellijk voorafgaande tijde-lijke aanstellingen in die ambten.

De wijziging houdt in dat voor het verkrijgen van de referentiewedde enkel nog rekening wordt ge-houden met het salaris verbonden aan ambten waarvoor het personeelslid vast benoemd is. D i t betekent dat voor een tijdelijke aanstelling in een selectie- of bevorderingsambt steeds het salaris van het wervingsambt waarvoor benoemd, in aanmer-king komt voor de pensioenberekening. Daarbij is er één uitzondering, namelijk in die gevallen waar er voorzien is in een proefperiode. De proefperio-de wordt beschouwd als een perioproefperio-de van vaste be-noeming voor het bepalen van de referentiewedde. In eerste instantie deel ik mee dat de pensioenwet-geving in hoofdzaak een federale materie is, e n zeker de berekening van het pensioenbedrag. D e Vlaamse Gemeenschap heeft er met de onderwijs-regelgeving inzake personeel geen vat op.

(2)

al in die hoedanigheid benoemd is vóór de laatste vijf jaar van de loopbaan.

Ten slotte stel ik vast dat de vroegere regeling niet uitdrukkelijk was opgenomen in de pensioenwet-geving en enkel steunde op interpretatie. Ze werd trouwens enkel maar toegepast in sommige geval-l e n , namegeval-lijk ageval-ls de tijdegeval-lijke aanstegeval-lgeval-ling in een vacante betrekking van een selectie- of bevorde-ringsambt in dezelfde school onmiddellijk werd ge-volgd door een benoeming voor hetzelfde ambt. De afschaffing van de vroegere regeling heeft dus maar een beperkte impact voor het geheel van het onderwijspersoneel.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het EHRM vindt met 15 tegen 2 stemmen, en in afwij- king van de Kamer, geen schending van het recht op leven in zijn materiële aspect, maar doet dat unaniem wel voor wat betreft

Op 13 oktober 2000 werd het voorontwerp van besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 19 april 1995 tot uitvoering van het decreet van

7 Als de belastingrechter zich bij de behandeling van de zaak beperkt tot een beoordeling van de rechtmatigheid van de aanslag of beschikking, negeert hij in voorkomende gevallen

B o v e n d i e n moeten er tussen de participanten een aantal af- spraken gemaakt worden in verband met de uit te wisselen informatie, zodat informatie die opge- vraagd wordt

Groep 1 : producent-gebruikers op een inrichting waaraan volgens de toen geldende wetgeving geen nutriëntenhalte mocht worden toegekend omdat de inrichting niet voldeed aan

Op de ICL van 3 november 2001 werd door minis- ter Neyts meegedeeld dat er een voorstel ter tafel lag om in Vlaanderen de mobiliteit van de melk- quota te versoepelen, maar dat er

gie voor producent, consument en maatschappij, en vooral de bijdrage ervan tot de landbouw ; (Bij de voorbereiding van de Europese verorde- ning in verband met de traceerbaarheid

De brug ter hoogte van Zalegemdijk werd aanbe- steed op 2 september 1997 voor een bedrag van 77 m i l j o