Vraag nr. 89
van 18 januari 2001
van de heer JOS DE MEYER Doel – Werkgroep Strategisch Plan
In mei vorig jaar nam de Vlaamse regering een aantal beslissingen betreffende de evolutie van de leefbaarheid van de woonkern Doel in de gefaseer-de ontwikkeling van het havengebied in het Lin-kerscheldeoevergebied.
Bij punt twee: "Strategische Planning en Gewest-p l a n w i j z i g i n g e n , ruimtelijke uitvoeringsGewest-plannen", heb ik volgende vragen.
1. Kan de minister de huidige samenstelling van de werkgroep Strategisch Plan meedelen (zowel namen als functies) ?
2. Naar verluidt is die werkgroep opgesplitst in twee groepen : één voor de linker- en één voor de rechteroever van de Schelde. Kan de minis-ter de samenstelling van deze twee werkgroe-pen meedelen ?
3. Kan hij de data van de vergaderingen van de plenaire werkgroep, alsmede de data van verga-deringen van de afzonderlijke werkgroepen meedelen ?
Graag ontving ik ook de verslagen van die werkgroepen.
4. In het laatste lid van 2B wordt gezegd : " D e werkgroep kan door de minister vice-p r e s i d e n t , Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare We r-ken en Energie, aangevuld worden met deskun-digen".
Kan de minister de naam en de kwalificatie meedelen van de eventuele deskundigen die reeds zijn toegevoegd, zowel aan de plenaire w e r k g r o e p, als aan de twee afzonderlijke werk-groepen ?
5. Naar verluidt werken deze twee werkgroepen afzonderlijk naargelang het behandelde deelon-derwerp.
Zijn bij die deelgroepen andere personen be-trokken dan degenen die reeds behoren tot de groepen vermeld in de vragen 1 tot 4 ?
Wat zijn de vergaderdata van deze deelgroepen tot op heden ?
Graag ontving ik ook de verslagen van die werkgroepen.
6. Wat is het eindbesluit betreffende de ruimtelij-ke uitvoeringsplannen ?
Welke instantie zal worden belast of is reeds be-last met de totstandbrenging van "ruimtelijke uitvoeringsplannen" over het geheel of over on-derdelen van het strategisch plan ?
Indien reeds gedeeltelijke opdrachten zouden gegeven zijn, zou ik graag volledige informatie krijgen over de stand van zaken.
N.B. Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media.
Gecoördineerd antwoord
Op 19 mei 2000 nam de Vlaamse regering een be-slissing betreffende de leefbaarheid van de woon-kern Doel in de gefaseerde ontwikkeling van het havengebied op de Linkerscheldeoever.
Deze beslissingen werden genomen naar aanlei-ding van het eindrapport "Studie omtrent de leef-baarheid van de woonkern Doel", waarvan de Vlaamse regering akte nam. Ik werd door de Vlaamse regering gelast kwijting te geven aan de opdrachthouders.
Punt 2 van voormelde beslissing handelt over stra-tegische planning, gewestplanwijzigingen en ruim-telijke uitvoeringsplannen.
De Vlaamse regering gelast mij hierin een volwaar-dig strategisch plan voor vele Antwerpse havenge-bied tot stand te brengen. Dit globale strategisch plan moet de verwachte ontwikkelingen in het ge-bied schetsen op korte, middellange en lange ter-m i j n . Het volwaardig strategisch plan voor het ge-hele havengebied moet duidelijkheid scheppen, onder meer over de fasering en de uitvoeringsmo-daliteiten van een tweede containerdok op het grondgebied van de woonkern Doel, waarbij de ge-plande economische en ecologische infrastructuur in en rond het havengebied behouden dient te blij-ven binnen de harde grenzen bepaald in de "Prin-cipes met betrekking tot het Strategisch Plan Lin-k e r s c h e l d e o e v e r g e b i e d " , goedgeLin-keurd door de Vlaamse regering op 25 mei 1999.
rechter-oever ter hoogte van Antwerpen" samen te stellen. Mijn afgevaardigde neemt het voorzitterschap van deze werkgroep waar en de werkgroep bestaat ver-der uit :
– 1 vertegenwoordiger van de minister- p r e s i d e n t van de Vlaamse regering,
– 1 vertegenwoordiger van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw,
– 1 vertegenwoordiger van de Vlaamse minister van Binnenlandse A a n g e l e g e n h e d e n ,A m b t e n a-renzaken en Sport,
– 1 vertegenwoordiger van de Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media, – 1 vertegenwoordiger van de Bond Beter
Leef-milieu,
– 3 vertegenwoordigers van de gemeente Beve-ren,
– 1 vertegenwoordiger van de Maatschappij voor het Grond- en Industrialisatiebeleid van het Linkerscheldeoevergebied,
– 1 vertegenwoordiger van de Intercommunale van het Land van Waas,
– 3 vertegenwoordigers van het Gemeentelijk Au-tonoom Havenbedrijf Antwerpen,
– 3 vertegenwoordigers van de stad Antwerpen, – 1 vertegenwoordiger van de gemeente
Sta-broek,
– 2 vertegenwoordigers van de administratie Wa-terwegen en Zeewezen (AWZ),
– 2 vertegenwoordigers van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monu-menten en Landschappen (Arohm),
– 2 vertegenwoordigers van de administratie Land- en Tuinbouw (ALT),
– 2 vertegenwoordigers van de administratie Wegen en Verkeer (AWV),
– 1 vertegenwoordiger van de LIN-mobiliteitscel (Leefmilieu en Infrastructuur),
– 1 vertegenwoordiger van de administratie Eco-n o m i e, afdeliEco-ng Europa eEco-n EcoEco-nomie, cel Re-gionaal Beleid,
– 1 vertegenwoordiger van de NMBS.
Ik heb mijn raadgever opgedragen het voorzitter-schap waar te nemen. De Vlaamse regering bepaal-de tevens dat ik voornoembepaal-de werkgroep kan aan-vullen met deskundigen.
Daarenboven gelast deze regeringsbeslissing de Vlaamse minister bevoegd voor Ruimtelijke Orde-ning op basis van het strategisch plan voor de haven van Antwerpen ruimtelijke uitvoeringsplan-nen tot stand te brengen voor het gehele havenge-bied op de linker- en rechterscheldeoever ter hoog-te van A n t w e r p e n . De aspechoog-ten van ruimhoog-telijke planning worden in het strategisch planningsproces opgevolgd door de vertegenwoordigers van A r o h m . Naargelang de vorderingen in het strate-gisch planningsproces zal worden gevraagd gewes-telijke ruimgewes-telijke uitvoeringsplannen voor te be-r e i d e n . Momenteel zijn ebe-r nog geen opdbe-rachten ge-geven.
Methodologisch werd ervoor geopteerd om met twee territoriale deelwerkgroepen onder de coör-dinatie van de werkgroep "Strategisch plan haven voor de linker- en rechteroever ter hoogte van Antwerpen" te werken. Deze methodologische keuze werd onder meer ingegeven door de gediffe-rentieerde stand van zaken inzake strategische planning op de linker- en rechteroever en door de territoriale diversiteit van het thema. Zo is bijvoor-beeld de verwevenheid van de haven met het ste-delijk weefsel prominent aanwezig op de rechter-o e v e r, terwijl dit rechter-op de linkerrechter-oever rechter-ontbreekt, w a a r andere items vooraan op de agenda staan.
– Voor de haven van Antwerpen op de rechteroe-ver staat de strategisch planning omzeggens nog in de steigers. Aan de gouverneur van de pro-vincie Antwerpen heb ik gevraagd medewer-king te verlenen en het voorzitterschap waar te n e m e n . Ik verwacht in de nabije toekomst een concrete invulling van dit planningsproces. D e z e aanpak is vergelijkbaar met die welke eerder in Oost-Vlaanderen werd gevolgd.
voorbereidend werk dient te worden geactuali-seerd en meer conceptueel vertaald in het stra-tegisch plan.
Doelstelling is uiteraard de resultaten van de twee territoriale deelwerkgroepen finaal te integreren en via onderlinge afstemming beide tot één geheel te verwerken. Hierbij wordt heden reeds aandacht geschonken aan de riviergrensoverschrijdende ele-m e n t e n , zoals bijvoorbeeld het ele- mobiliteitspro-b l e e m , de speciepromobiliteitspro-blematiek, lokalisatie en herlo-kalisatie van bedrijven, enzovoort.
De einddoelstelling is tot een gebiedsgericht geïn-tegreerd beleidsondersteunend document te k o m e n , dat toelaat naderhand op beide oevers over te gaan tot het opstellen van gewestelijke en ruimtelijke uitvoeringsplannen. Voor de strategi-sche planning in de vier Vlaamse zeehavengebie-den wordt de gebiedsgerichte geïntegreerde bena-dering als werkwijze vooropgesteld. Deze metho-dologische keuze laat een gemeenschappelijke aan-pak toe, niettegenstaande de diversiteit van onze Vlaamse zeehavengebieden.
De gebiedsgerichte geïntegreerde benadering maakt ook een grotere betrokkenheid van diverse actoren mogelijk waardoor een breder maatschap-pelijk draagvlak voor het debat wordt bevorderd. Anderzijds vergt ze enige tijd voor debat, h e t g e e n noodzakelijk is om de integratie van zoveel moge-lijk relevante aspecten te verzekeren. De gekozen benadering laat niet toe over één nacht ijs te gaan. Er wordt echter naar gestreefd vóór het einde van de legislatuur in alle vier de zeehavens tot strategi-sche plannen te komen.
De samenstelling van de werkgroep "Strategisch plan haven voor de linker- en rechteroever ter hoogte van Antwerpen" werd hierboven vermeld en de territoriale subwerkgroep voor de Wa a s l a n d-haven zoals deze heden bestaat, bezorg ik als b i j l a-ge.
Ik kan de Vlaamse volksvertegenwoordiger tevens meedelen dat de territoriale werkgroep voor de Waaslandhaven volgende deelwerkgroepen opge-richt heeft : mobiliteit ; natuur en ecologisch infra-structuur ; leefbaarheid en landbouw ; e c o n o m i e, ruimtegebruik en ruimtebalans ; een ad hoc werk-groep "windmolenpark".
De instellingen en organisaties die deel uitmaken van de deelwerkgroep Strategische Planning Wa a s-landhaven vaardigen hierin de medewerkers en ex-perten af die zij het meest geschikt achten. N a a r g e-lang het thema is de samenstelling bijgevolg varia-bel.
Ik kan onmogelijk vooruitlopen op de beleidson-dersteunende documenten die ingevolge de strate-gische planning in de vier Vlaamse zeehavengebie-den nog tot stand moeten komen. Dit geldt uiter-aard evenzeer voor het havengebied op de rechter-oever en de linkerrechter-oever ter hoogte van A n t w e r p e n . Ik ben uiteraard bereid deze beleidsondersteunen-de documenten in beleidsondersteunen-de toekomst ter beschikking te stellen van het parlement.
