• No results found

Waanzin in de Sovjet Unie; hoe het misbruik van de psychiatrie aan het licht kwam

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Waanzin in de Sovjet Unie; hoe het misbruik van de psychiatrie aan het licht kwam"

Copied!
76
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Waanzin in de Sovjet Unie

Hoe het misbruik van de psychiatrie in de Sovjet Unie aan het licht kwam (1956-1976)

Masterscriptie Nieuwste Geschiedenis Lammert Jan Slijper (10672516) l.j.w.slijper@gmail.com

06 447 00 787

Begeleider: Dr. Niek Pas Tweede lezer: Dr. Gemma Blok 5 augustus 2014

(2)

Afbeelding titelblad:

De Speciale Psychiatrische Inrichting van Kazan, het eerste speciale psychiatrische ziekenhuis van de Sovjet Unie,

(3)

“There are many people who would be willing to die for their beliefs, but not many would be willing to lose their mind.”

(4)

Hoofdstukindeling

Inleiding 1

Hoofdstuk 1: Brezjnev’s gewillige artsen 3

1.1 Historische achtergronden 4

1.2 Ontwikkeling van de Sovjet psychiatrie 6

1.3 Van wetenschap tot repressiemiddel 11

1.4 Toepassing van de psychiatrie 12

1.5 De praktijk in de kliniek 16

1.6 Drie uitwegen: eerlijke psychiaters, hongerstakingen en geveinsd berouw 20

1.7 Conclusie 24

Hoofdstuk 2: Nieuws over het misbruik bereikt het westen 25

2.1. Vermoedens in de jaren 1960: Valeri Tarsis en de Belov affaire 25 2.2. Concretisering van de verdenkingen: Generaal-majoor Grigorenko 30

2.3. Een internationaal schandaal: Zjores Medvedev 36

2.4. Het bewijs: Vladimir Boekovski’s openbaringen 41

2.5. Conclusie 47

Hoofdstuk 3: Nederland op de bres voor Vladimir Boekovski 49

3.1. De mysterieuze Henk Wolzak 50

3.2. Karel van het Reve en de Alexander Herzen Stichting 54

3.3. Campagne voor Boekovski’s vrijlating 57

3.4. Comité Redt Vladimir Boekovski 60

3.5. Vladimir Boekovski komt vrij 62

3.6. Conclusie 65

Conclusie 67

(5)

Inleiding

Voordat ik aan deze scriptie begon was ik van voornemen om het misbruik van de psychiatrie in de Sovjet Unie te onderzoeken. De geschiedenis van de Sovjet Unie heeft mij altijd geïnteresseerd. Na het bestuderen van Michel Foucault’s Geschiedenis van de Waanzin, begon ik me af te vragen of men in de Sovjet Unie een andere kijk op het idee geestesziekte zouden hebben dan in de westerse wereld. Zo kwam ik bij het misbruik van de psychiatrie terecht. In de Sovjet Unie werden van de jaren 1960 tot de jaren 1980 gezonde mensen onder dwang in psychiatrische inrichtingen opgenomen. Reden voor hun opname was niet hun mentale gesteldheid. Zij werden opgenomen omdat hun wereldbeeld niet aansloot bij dat van de Communistische Partij.

De misbruik van de psychiatrie was in de jaren 1970 en jaren 1980 onderwerp van diverse publicaties. Vanaf midden jaren 1980 neemt de aandacht voor het thema echter af. In 1985 werd Michail Gorbatsjov secretaris-generaal van de Communistische Partij en vijf jaar later bestond de Sovjet Unie niet meer. Politieke gebeurtenissen volgden elkaar in de tweede helft van de jaren 1980 razendsnel op. In alle commotie ging de aandacht voor het misbruik van de psychiatrie bijna geheel verloren. Hoewel er nog steeds vol walging wordt gesproken over Josef Stalin, de zuiveringen van de jaren 1930 en de Goelag, is er maar weinig aandacht voor de repressiemiddelen die de Sovjet autoriteiten na Stalins dood ontwikkelden. De indruk lijkt te zijn dat er met de dood van Josef Stalin ook een einde aan extreme vormen van repressie kwam. Dat was echter niet het geval. In standaardwerken over de geschiedenis van de Sovjet Unie heb gelezen kom je hooguit één of twee zinnetjes over het misbruik van de psychiatrie tegen. Toch vormde het misbruik een essentieel onderdeel van de Sovjet politiek van de jaren 1960 tot de jaren 1980. Dat het fenomeen in de algemene geschiedenis van de Sovjet Unie nauwelijks een plaats heeft, is dan ook moeilijk te begrijpen.

Een tweede reden waarom onderzoek naar het misbruik van de psychiatrie in de Sovjet Unie van belang is van ethische aard. Het misbruik was een vorm van onderdrukking die qua intensiteit en vernuft ongeëvenaard was. Het was onmenselijk. Voor een gezond mens is er weinig ergers denkbaar dan te moeten leven tussen gewelddadige gekken zonder vrijheid in het vooruitzicht. De Sovjet autoriteiten waren er op uit om andersdenkenden psychisch te breken. Uit het bestuderen van het misbruik van de psychiatrie vallen ethische lessen te trekken, die herhaling van dergelijke misstanden hopelijk kunnen voorkomen.

De spil van deze scriptie is Vladimir Boekovski. Hoewel mijn scriptie geen hoofdpersoon kent, is Boekovski wel de centrale figuur waar om het verhaal zich afspeelt. Hij was de spin in het web van het misbruik van de psychiatrie. Boekovski werd in de jaren 1960 twee keer onder dwang opgenomen in een psychiatrische inrichting en vervulde een belangrijke rol in de strijd tegen het fenomeen. Deze

(6)

scriptie behelst in zekere zin zijn persoonlijke geschiedenis. Het eerste hoofdstuk brengt het misbruik van de psychiatrie in kaart, zoals Boekovski dat deed toen hij de medische documenten over het misbruik verzamelde. Het tweede hoofdstuk gaat over de manier waarop het langzaam tot het westen doordrong dat er in de Sovjet Unie gezonde mensen in psychiatrische inrichtingen verdwenen vanwege hun overtuigingen. In dit hoofdstuk speelt Boekovski een belangrijke rol, omdat hij de medische bewijzen voor het misbruik van de psychiatrie naar het westen wist te smokkelen. Het laatste hoofdstuk spitst zich toe op Nederland. In de jaren 1970 werd er hier grootscheeps campagne gevoerd voor de vrijlating van Vladimir Boekovski.

Tijdens het voorbereidende werk voor deze scriptie, heb ik regelmatig mijn bevindingen met medestudenten gedeeld. Wat me opviel was dat zij allemaal het waarheidsgehalte van mijn verhaal in twijfel trokken. Men vroeg zich af of er niet iets mis was met de slachtoffers van het misbruik van de psychiatrie. De slachtoffers van het misbruik van de psychiatrie waren vaak excentriek, eigenzinnig, wellicht zelfs vreemd, maar ziek waren zij niet. In 1989 is het misbruik door vertegenwoordigers van de Sovjet psychiatrie op een internationaal congres voor psychiaters officieel erkend. Dat het misbruik dus daadwerkelijk plaats heeft gevonden, kan achteraf met zekerheid gesteld worden. Deze kwestie zal in deze scriptie daarom buiten beschouwing blijven.1

Hoofdstuk 1

(7)

Brezjnev’s gewillige artsen

Voordat het misbruik van de psychiatrie nader onderzocht kan worden is het noodzakelijk vast te stellen hoe dit misbruik eigenlijk tot stand kwam. Hoe werd het mogelijk gemaakt? Deze vraag staat centraal in dit hoofdstuk. Voordat er een antwoord op deze vraag geformuleerd kan worden, is het van belang om de historische achtergrond waartegen het misbruik van de psychiatrie tot stand kwam uiteen te zetten. De eerste paragraaf gaat daarom in op de historische context. Vervolgens behandelt de tweede paragraaf hoe en waarom de Sovjet psychiatrie zich anders ontwikkelde dan de psychiatrie in de westerse wereld. De derde paragraaf zet uiteen hoe er einde jaren 1960 waarschijnlijk door Yoeri Andropov in de psychiatrie een wapen tegen de opkomende dissidentenbeweging werd gevonden. De vierde paragraaf behandelt de manier waarop de psychiatrie als repressiemiddel ingezet werd. In paragraaf staan de omstandigheden in psychiatrische inrichtingen centraal en in de laatste paragraaf kome drie manieren aan bod waarop aan deze omstandigheden viel te ontsnappen.

Bij het beantwoorden van de hoofdvraag van dit hoofdstuk zal ik mij hoofdzakelijk laten leiden door het boek Psychiatrie in de Sowjetunie van Peter Reddaway en Sydney Bloch. Dit Britse tweetal liep internationaal voorop in het aan de kaak stellen van het misbruik van de psychiatrie in de Sovjet Unie. Reddaway was een Sovjetoloog, die in de jaren 1960 als journalist in Moskou had gewerkt. Toen de Sovjet autoriteiten er lucht van kregen dat hij manuscripten vanuit de Sovjet Unie naar het westen smokkelde, gooiden ze hem het land uit. Sindsdien zette hij de strijd door vanuit Engeland. Het misbruik van de psychiatrie werd een speerpunt voor hem, haast een persoonlijke kwestie. Tot in de jaren 1980 was er niemand ter wereld die zo zeer bij het misbruik van de psychiatrie van de Sovjet Unie was betrokken als Peter Reddaway. Reddaway werd in zijn strijd tegen het misbruik van de psychiatrie bijgestaan door de Britse psychiater Sydney Bloch. Reddaway zorgde voor informatie vanuit de Sovjet Unie en Bloch onderwierp deze aan zijn psychiatrische kennis. Samen schreven zij in 1977 Psychiatrie in de Sowjetunie.2

Verder is het boek Punitive Medicine van Alexander Podrabinek belangrijk. Podrabinek richtte in 1976 op verzoek van Yoeri Oerlov een werkgroep op die het misbruik van de psychiatrie in kaart moest brengen. Podrabinek werd hiervoor aangewezen, omdat hij een arts in opleiding was en daarmee meer kennis over het onderwerp had dan de meeste andere dissidenten. Voordat Podrabinek Punitive Medicine kon afronden, werd hij voor zijn werkzaamheden gearresteerd en naar het kamp gestuurd. Zijn manuscripten werden door de autoriteiten in beslag genomen. Uiteindelijk bereikten kopieën desalniettemin het westen alwaar het manuscript ondanks zijn incompleetheid werd uitgegeven. Punitive Medicine geeft een verslag van het misbruik van de psychiatrie afkomstig 2 Interview met Irina Grivnina, Antwerpen, 19 mei 2014; Interview met Robert van Voren, Hollandsche Rading, 24 mei 2014.

(8)

uit de dissidentenbeweging. Dat maakt het soms buitengewoon gekleurd. Het is desalniettemin een belangrijke bron naast Psychiatrie in de Sowjetunie. Podrabinek beschikte over meer informatie dan Reddaway en Bloch omdat hij zich dichter bij de bron bevond. Zijn boek is deels gebaseerd op interviews met dissidenten die slachtoffer werden van het misbruik van de psychiatrie in de Sovjet Unie. Reddaway en Bloch hebben hen nooit persoonlijk kunnen spreken.3

1.1.Historische achtergronden

Om het tot stand komen van het misbruik van de psychiatrie te kunnen begrijpen dient de lezer enige kennis te hebben over de geschiedenis van de Sovjet Unie. Het verhaal van het misbruik van de psychiatrie begint met de dood van Josef Stalin. Het speelt zich af tegen de achtergrond van een maatschappij die zich probeerde te herstellen van het Stalinisme en de daaraan gekoppelde terreur. Stalin liet de Sovjet Unie in 1953 diep getraumatiseerd achter. Zijn opvolger, Nikita Chroesjtsjov, distantieerde zich tijdens zijn geheime toespraak voor het Twintigste Partijcongres in 1956 van het Stalinistisch verleden. Met deze toespraak begon de Destalinisatie. Een nieuw tijdperk brak aan. Hierin stond het herdefiniëren van maatschappelijke normen en waarden centraal. Er ontstond ruimte voor enige historische reflectie. Het Stalinistisch verleden mocht steeds openlijker worden bekritiseerd, maar de autoriteit van de Partij diende onbetwist te blijven. Hoewel de censuur niet werd opgeheven, was er wel sprake van ontspanning. Er brak een periode van betrekkelijke artistieke vrijheid aan, die bekend staat als de Dooi. De Dooi maakte in de Sovjet Unie een onafhankelijke kunstenaarsbeweging mogelijk, waaruit in de jaren 1960 de dissidentenbeweging zou voortvloeien. Vooral schrijvers vervulden een belangrijke rol binnen de beweging. Rusland kent een sterke literaire traditie. Ook onder de tsaren was er sprake van censuur geweest. Schrijvers wisten toen hun politieke boodschap zo in een verhaal te verhullen, dat zij niet vervolgd konden worden. Deze traditie werd door Sovjet auteurs tijdens de Dooi nieuw leven ingeblazen. Zij gingen in de jaren 1950 en 1960 bewust op zoek naar de grenzen van wat wel en niet kon. Onderdeel van dit experiment was uiteraard het overschrijden van deze grenzen.4

Tijdens de Dooi kwam de samizdat tot stand. In de Sovjet Unie kwam een schrijver alleen in aanmerking voor publicatie als zijn werk goedgekeurd werd door de Partij. Daarvoor moest het in overeenstemming zijn met de communistische ideologie. Illustratief is bijvoorbeeld dat Een dag uit het leven van Ivan Denisovitsj, het eerste boek van Solzjenitsyn, pas gepubliceerd mocht worden, nadat Chroesjtsjov en de overige leden van het Politburo het boek gelezen hadden en er geen op- of 3 Robert van Voren, Politieke psychiatrie (Kampen) pp. 41-46; Interview met Irina Grivnina, Antwerpen, 19 mei 2014.

4 Archie Brown, The Rise & Fall of Communism (Londen 2010) pp. 237-244; John. M. Thompson, A Vision

Unfulfilled; Russia and the Soviet Union in the Twentieth Century (Lexington 1996) pp. 389-393; They chose freedom; the awakening.

(9)

aanmerkingen op hadden. Drukkerijen waren in de Sovjet Unie in handen van de staat. Daarom konden schrijvers publicatie van hun werk zonder goedkeuring van de Partij op hun buik schrijven. Auteurs legden zich hier echter niet bij neer. Vanaf de jaren 1950 begonnen zij hun werk in het geheim zelf in kleine oplages uit te geven. Samzidat betekent letterlijk eigen publicatie. Aanvankelijk voltrok de samizdat zich op kleine schaal. Een oplage van tien exemplaren kwam indertijd letterlijk neer op het tien keer eigenhandig uit typen van een stuk tekst op de typemachine op de keukentafel. Naar verloop van tijd ontstonden er echter efficiëntere publicatiemethodes. Ook ontwikkelde zich een sterk samizdat netwerk dat zich uiteindelijk wist uit te breiden tot in het buitenland.5

De Sovjet autoriteiten bevonden zich door de Destalinisatie in een spagaat. Zij wilden meer vrijheden toestaan, maar konden openlijke kritiek op het regime niet toestaan. Tijdens de Dooi deden echter steeds meer mensen van zich horen die zich niet schikten in de lijn die de Communistisch Partij uitzette. Onder Stalin was het gebruikelijk geweest om dergelijke figuren ofwel naar een kamp te sturen ofwel te liquideren. Met dat beleid wilde Chroesjtsjov echter breken. Er moest dus een alternatief worden gevonden om stemmen die niet aan de communistische ideologie conformeerden, het zwijgen op te leggen. Chroesjtsjov worstelde tijdens zijn bewind met dit probleem. Terugvallen op terreur was zijn eer te na, maar hij besefte zich eveneens dat een totalitair regime als de Sovjet Unie geen lang leven beschoren zou zijn zodra zou blijken dat de Sovjet bevolking niet als één blok achter de Communistische Partij stond. Deze mythe van eendrachtigheid was essentieel voor het voortbestaan van de Sovjet Unie. Na in de jaren 1980 steeds verder uitgehold te zijn, ging deze mythe uiteindelijk aan de discrepantie tussen beeld en werkelijkheid ten onder. De Sovjet Unie verdween met haar.6

Aanvankelijk werd een alternatief voor liquidaties gevonden in de rechtspraak. In de jaren 1960 voltrokken zich de eerste grote rechtszaken tegen dissidenten. Veruit de bekendste rechtszaak was die tegen de schrijvers Andrej Sinjavski en Joeli Daniël in 1966. Beiden hadden eerder hun literaire werk de Sovjet Unie uit weten te smokkelen. Hun boeken waren vervolgens onder een pseudoniem uitgegeven in het buitenland. De Sovjet autoriteiten hadden de ware identiteit van de auteurs echter weten te achterhalen. Beiden werden in 1965 op grond van anti-sovjetagitatie gearresteerd. Sinjavski en Daniël waren allebei actieve leden van de dissidentenbeweging in Moskou. Dankzij samizdat publicaties waren zij in de hoofdstad tamelijk bekend. Toen zij in 1965 opgepakt werden, sprong de hele Moskouse dissidentenbeweging onmiddellijk voor hun op de bres. Op 5 december werd er een demonstratie op het Poesjkinplein georganiseerd, die openbaarheid van het proces tegen Sinjavski en Daniël eiste. Van te voren was de westerse pers van de demonstratie op de hoogte gesteld. Het wemelde die dag dan ook van journalisten op het Poesjkinplein. Deze 5 Brown, Rise & Fall, pp. 406-407; Thompson, A Vision Unfulfilled, p. 458; They chose freedom; the awakening. 6 They chose freedom; society against the state.

(10)

journalisten waren er getuige van hoe de demonstratie binnen luttele minuten hardhandig de kop werd ingedrukt door KGB agenten in burgerkledij. Deze gebeurtenis maakte veel los in zowel binnen-als buitenland. Toen de rechtszaak tegen Sinjavski en Daniël op 10 februari 1966 begon, waren alle ogen wereldwijd op het proces gericht. Er viel echter weinig te zien, want het proces voltrok zich geheel achter gesloten deuren. Westerse journalisten werden tijdens het proces geweerd. Zij kregen de mededeling dat al hun vragen de volgende dag in Sovjet kranten beantwoord zouden worden. 7

De rechtszaak tegen Sinjavski en Daniël was het eerste showproces sinds het leiderschap van Josef Stalin. Sinjavski werd veroordeeld tot zeven jaar kamp. Daniël kreeg vijf jaar dwangarbeid. Het proces baarde wereldwijd grote zorgen. Brezjnev was net aan de macht gekomen en had er alle schijn van dat hij er alles aan deed om de vrijheden die onder Chroesjtsjov’s bewind tot stand waren gekomen, (verder) terug te draaien. Er werd al gesproken van Restalinisatie. Het dokterscomplot dat Stalin kort voor zijn dood nog had proberen te organiseren, stond nog in het geheugen van de oudere Sovjetburgers gegrift. Het proces tegen Sinjavski en Daniël vertoonde veel gelijkenis met de showprocessen van het regime van Stalin. Het werd gezien als een teken aan de wand. Het deed mensen zowel binnen als buiten de Sovjet Unie vrezen voor wat de toekomst brengen zou. De veroordeling van de schrijvers was een schandaal van ongekende omvang. Zij veroorzaakte een enorme deuk in het internationaal aanzien van de Sovjet Unie. In eigen land had de veroordeling ook grote gevolgen. Zij leidde tot massale desillusie onder Sovjet burgers. Het proces tegen Sinjavski en Daniël stond symbool voor het einde van een betrekkelijk vrij tijdperk in de Sovjet Unie. Bij sommigen sloeg deze desillusie om in strijdlustigheid. Hardere repressie schiep hardere vrijheidsstrijders. Na het proces tegen Sinjavski en Daniël schudde de dissidentenbeweging haar artistieke veren af. De beweging ging vanaf medio jaren 1960 openlijk de strijd aan met het Sovjet regime. Zij werd steeds politieker. De Sovjet autoriteiten hadden niet op zulke hevige reacties gerekend. Zij waren geschokt. Om herhaling van een dergelijk scenario te voorkomen, gingen zij op zoek naar een alternatief voor de rechtspraak dat minder aandacht trok. Een discretere vorm van repressie moest worden gevonden. Zo kwamen zij uit bij de psychiatrie. 8

1.2 Ontwikkeling van de Sovjet psychiatrie

Alvorens in te gaan op de manier waarop de psychiatrie als wapen ingezet werd tegen de opkomende dissidentenbeweging, is het van belang om een schets te geven van de Sovjet psychiatrie. Deze ontwikkelde zich in de 20e eeuw namelijk tot een wezenlijk andere wetenschap dan de westerse

variant. Sinds de 19e eeuw was Rusland een belangrijke speler in de ontwikkeling van de psychiatrie.

7 Boekovski, Kasteel, pp. 235-236, 246-250; Brown, Rise & Fall, p. 405; Thompson, A Vision Unfulfilled, p. 456-457; They chose freedom: the awakening.

(11)

Ivan Pavlov en Sergej Korsakov zijn namen van psychiaters die vandaag nog steeds bekend zijn, maar ook de Russische Viktor Kandinski, Vladimir Bechterev en Ivan Balinski golden eind 19e en begin 20e

eeuw als grote namen in de internationale wetenschappelijke wereld. Balinski kreeg medio 19e eeuw

de eerste psychiatrische leerstoel in Rusland toegewezen. Hij zette zich vervolgens in voor het verenigen van Russische psychiaters op nationaal niveau. Vanuit zijn positie wist hij meer leerstoelen voor de psychiatrie mogelijk te maken. Sergej Korsakov bemachtigde eind 19e eeuw één van deze

leerstoelen. Vanaf dat moment zette hij zich in voor een humaner beleid binnen de Russische psychiatrie. Hij volgde hierin het voorbeeld van de Moskouse psychiater Sabler, die in zijn kliniek de vrijheidsbeperkingen van zijn patiënten had gereduceerd tot een minimum. Zo ontstonden onder leiding van Korsakov eind 19e eeuw de eerste psychiatrische ziekenhuizen van Rusland. Voor die tijd

kon men niet van ziekenhuizen spreken. De psychiatrische klinieken waren toen eerder gevangenissen voor de geesteszieken. Begin 20e eeuw zette de psychiater Vladimir Serbski de door Korsakov

ingezette humaniseringskoers voort. Ook leverde hij een belangrijke bijdrage aan het oprichten van een nationale psychiatrische instituut. Zo liep Rusland aan de vooravond van de Russische Revolutie wereldwijd voorop in de humanisering en landelijke organisatie van de psychiatrie.9

Na de Russische Revolutie verplaatste de nadruk van de psychiatrie in de nog jonge Sovjet Unie van onderzoek naar geestesziekten naar het voorkomen en genezen ervan. De Sovjet psychiatrie streefde ernaar om patiënten zoveel mogelijk te laten participeren in de samenleving. Dit viel te herleiden op de communistische ideologie, die van burgers verwachtte als arbeider deel uit te maken van het productieproces en zo een bijdrage te leveren aan het algemeen welzijn van de samenleving. Tot permanente opname in klinieken kwam het dus zelden. De meeste patiënten bezochten een kliniek overdag om therapie te volgen en keerden ’s avonds gewoon weer terug naar huis. In de weinige gevallen dat het wel tot opname kwam, was het streven de patiënt zo snel mogelijk weer terug te plaatsen in de samenleving.10

Onder het Sovjet regime speelde de communistische ideologie een cruciale rol binnen de wetenschap. De psychiatrie vormde hierop geen uitzondering. Dit kwam onder andere duidelijk naar voren in de dokterseed die Sovjet artsen Unie moesten afleggen alvorens zij hun ambt mochten bekleden. Hierin verklaarde de arts zich “in al [zijn] handelingen [te] laten leiden door de beginselen van de communistische moraal…”11 Wat deze communistische moraal precies inhield werd nergens

gespecificeerd. In de praktijk bepaalde de Communistische Partij wat hieronder verstaan diende te worden. Het ideologische karakter van de Sovjet psychiatrie uitte zich op nog meer manieren. Zo vormden lessen in het marxisme-leninisme een onderdeel van het curriculum dat iedere arts tijdens 9 Podrabinek, Punitive Medicine (New York 1980) p. 50; Peter Reddaway en Sidney Bloch, Psychiatrie in de

Sowjetunie (Amsterdam 1978) pp. 29-31.

10 Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, p. 38. 11 Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, p. 40.

(12)

zijn opleiding diende te doorlopen. Dit sluit aan bij de aan Stalin toegedichte uitspraak dat politieke kwalificaties belangrijker waren dan vakbekwaamheid en ervaring. Een laatste indicatie van de definiërende rol die de communistische ideologie binnen de Sovjet psychiatrie vervulde, was de connectie die tussen arbeid en geestelijke gezondheid werd gelegd. Volgens de communistische ideologie moest een gezond mens werken. Op die manier kon hij een bijdrage leveren aan het welzijn van de Sovjet samenleving. Hieruit volgde dat er met individuen die weigerden om zich voor de Sovjet maatschappij in te zetten, iets mis was.12

De Russische Revolutie had ook ingrijpende gevolgen voor de organisatorische structuur van de psychiatrie. De revolutie ging gepaard met de creatie van een nieuw staatsapparaat, waarin de medische sector een andere positie kreeg dan voorheen. Met de geboorte van de Sovjet Unie in 1922 ontstond er een getrapt systeem van volkscommissarissen van volksgezondheid. Iedere deelrepubliek had een eigen volkscommissaris. Deze volkscommissarissen vielen onder de verantwoordelijkheid van de federale minister van volksgezondheid. Deze minister bepaalde het volksgezondheidsbeleid voor de hele Sovjet Unie. Hierbij liet hij zich adviseren door medische specialisten waaronder één psychiater. Daarnaast kon het Psychiatrisch Instituut van de Academie van Medische Wetenschappen een adviserende rol voor het ministerie vervullen. De minister van volksgezondheid werd benoemd door de Opperste Sovjet en was louter verantwoordelijkheid verschuldigd aan dit orgaan. In de jaren na de revolutie ontstond zo een getrapt systeem van verantwoordelijkheid met de federale minister van volksgezondheid aan de top. Dit centralisme was kenmerkend voor het Sovjet systeem en plaatste veel macht en verantwoordelijkheid in de handen van één minister zonder dat daar een sterke controlerende macht tegenover stond.13

Deze hiërarchische structuur en het belang van de communistische ideologie binnen de wetenschap maakte in de jaren 1950 catastrofale ingrepen in de academische wereld van de Sovjet Unie mogelijk. Onder druk van partijideologen werd beslist welke wetenschappelijke theorieën voortaan bepalend waren voor diverse vakgebieden. Dit proces liet zich leiden door de mate waarin een wetenschappelijke theorie met de communistische ideologie viel te verenigen. Nadat de ‘enige juiste’ theorie was bepaald, werden concurrerende theorieën volledig in de ban gedaan. De psychiatrie diende zo vanaf de jaren 1950 geheel gestoeld te zijn op de ideeën van Pavlov. Andere denkers zoals bijvoorbeeld Sigmund Freud werden bourgeois verklaard en waren voortaan taboe. Hun werken werden in de Sovjet Unie verboden. Sovjet psychiaters waren hierom vaak geheel niet bekend met de psychoanalyse van Freud en Carl Jung, terwijl hun theorieën in de westerse psychiatrie juist hoogtijdagen vierden in de jaren 1960 en 1970. Freud legde veel nadruk op het

12 Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 33-34, 38-41; Podrabinek, Punitive Medicine, pp. 75-77; Van Voren, Politieke Psychiatrie, p. 74.

(13)

individu en dat liet zich niet combineren communistische ideologie. Daarin lag de nadruk juist op het collectief. Pavlov’s ideeën waren volgens partijideologen daarom geschikter. Waar zijn theorie niet in overeenstemming was met de communistische ideologie was, werd deze aangepast. Dat de communistische ideologie de grondslag van de medische wetenschap diende te vormen, kwam ook tot uiting in de artseneed van de Sovjet Unie waarin de arts zweerde zich in zijn werk te laten leiden door de beginselen van de communistische moraal. Psychiaters die zich in de jaren 1950 niet in dit nieuwe paradigma schikten werden uit hun ambt verwijderd. Zo werd de pluriformiteit van de wetenschap in de Sovjet Unie in de jaren 1950 de nek omgedraaid. Voortaan waren er geen verschillende interpretaties van de werkelijkheid meer mogelijk. Tevens werd conformisme een voorwaarde om wetenschapper te kunnen zijn.14

Nadat de partijideologen in de jaren 1950 hadden bepaald dat de Sovjet psychiatrie in Pavlov voortaan haar enige vader diende te erkennen, brak er een strijd los tussen de Moskouse en Leningradse psychiatrische school, waarin de laatste uiteindelijk het onderspit delfde. Vanaf de jaren 1960 beheerste de Moskouse School onder leiding van de psychiater Andrej V. Sneznjevski de hele Sovjet psychiatrie. Psychiaters die het niet met Sneznjevski’s ideeën eens waren, hadden twee keuzes. Ofwel zwijgen ofwel opstappen. Het merendeel koos voor optie één. In 1962 wist Sneznjevski zijn positie verder te versterken door directeur te worden van het Psychiatrisch Instituut van de Academie van Medische Wetenschappen. Dit maakte hem de machtigste psychiater van de Sovjet Unie. Dankzij zijn positie had hij ten alle tijden het oor van de federale minister van volksgezondheid en kon hij diens beleid direct beïnvloeden.15

Reden dat Snezjnevski en de Moskouse school in de jaren 1950 als winnaars uit de strijd met de Leningradse school kwamen was dat Snezjnevski’s theorieën beter bij de communistische ideologie aansloten dan die van zijn concurrenten. De Amerikaanse psychiater Walter Reich, die Snezjnevski een aantal keren interviewde, voegde hier nog als tweede reden aan toe dat Snezjnevski’s succes ook te danken was aan diens organisatorische kwaliteiten. Tijdens de zuiveringen van de academische wereld van de jaren 1950 en 1960 wist hij het hoofd boven water te houden waar anderen het onderspit delfden. Volgens Reich was Snezjnevski’s weg naar de psychiatrische vergelijkbaar zijn met die van Stalin naar de top van Communistische Partij in de jaren 1920. Dat 14 Bloch en Reddaway, Soviet Psychiatric Abuse; the shadow over world psychiatry (Londen 1984) pp. 15, 41; Podrabinek, Punitive Medicine, p. 75; Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 35-36, 38-40, 246-247; Roy en Zhores Medvedev, A Question of Madness (Londen 1971) pp. 68; Greta Riersma, ‘Puinzooi in de psychiatrie’, Volkskrant 9 augustus 1997, p. 3; Hanna Trehub, ‘Political Madness’, The Ukrainian Week 22 februari 2013 pp. 3-4; Robert van Voren, ‘Psychiatry as a Tool of Repression against Dissidents in the USSR‘,

Deeds and Days 55 (2011) pp. 37-41.

15 Sidney Bloch, ‘Psychiatry as ideology in the USSR, J Med Ethics 4 (1978) p.129, Reddaway en Bloch,

Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 12, 32-33; Medvedev en Medvedev, Question of Madness, Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 12, 32-33, pp. 66-69; Riersma, ‘Puinzooi’, pp. 2-3; Walter Reich, ‘Diagnosing

Soviet Dissidents‘ Harper’s 1 augustus 1978 pp. 33, 35;

(14)

Snezjnevski uiteindelijk de belangrijkste psychiater van de Sovjet Unie werd kwam dus ook doordat hij slinkser en berekender was dan zijn tegenstanders.16

Dr. Andrej V. Sneznjevski stond aan de basis van twee belangrijke ontwikkelingen in de Sovjet psychiatrie, die uiteindelijk het misbruik van de psychiatrie mogelijk maakten. In de eerste plaats legde hij meer nadruk op de genetische oorsprong van geestesziekten. Genetisch stond een ziekte vast. Een psychiater kon louter de symptomen van een ziekte bestrijden en in sommige gevallen geheel onderdrukken, maar daarmee was de patiënt niet genezen. De ziekte zat immers nog steeds in de genen van de patiënt. Daar kon geen arts wat aan doen. Uit deze benadering volgde dat iemand die ooit symptomen van een geestesziekte heeft vertoond altijd ziek blijft en altijd terug kan vallen. 17

Snezjnevski’s tweede toevoeging aan de Sovjet psychiatrie was een nieuwe vorm van schizofrenie. Deze wordt in de literatuur op verschillende manieren benoemd: sluimerende, traag voortschrijdende of latente schizofrenie. Wat deze vorm van schizofrenie bijzonder maakte was dat hij de geestelijke capaciteiten van de patiënt niet aantastte. Oftewel patiënten met latente schizofrenie hoefden geen symptomen van hun ziekte te vertonen. Op de leek konden zij een volkomen gezonde indruk maken. Toch waren zij geestesziek. Het principe van latente schizofrenie droeg een hoog potentieel voor misbruik in zich mee. Het maakte de autoriteit van een psychiater absoluut. Alleen hij kon bepalen of iemand wel of niet aan deze kwaal leed. Uit psychiatrische rapporten uit de jaren 1970 blijkt dat Sovjet psychiaters soms de vreemdste symptomen van latente schizofrenen aandragen. Enkele voorbeelden: een compulsieve drang naar het vaststellen van de waarheid, hardnekkige reformistische ideeën en tenslotte het dragen van een baard. De combinatie van deze twee wetenschappelijke ontwikkelingen, de genetische oorsprong van geestesziekten en latente schizofrenie, maakte het eind jaren 1960 mogelijk om de psychiatrie als repressiemiddel tegen de dissidentenbeweging in te zetten.18

1.3 Van wetenschap tot repressiemiddel

De Sovjet Unie kampte na het proces tegen Sinjavski en Daniël in 1966 met een probleem. Er was sprake van een groeiende dissidentenbeweging die zich steeds openlijker tegen het regime keerde, maar vooralsnog was er geen effectieve methode om deze gevaarlijke groep te pacificeren. Vanaf 16 Boekovski, Kasteel, p. 209; Reich, ‘Soviet Dissidents’, pp. 34-35; Bloch, ‘Psychiatry as ideology in the USSR, p.129; Interview met Robert van Voren, Hollandsche Rading, 24 mei 2014.

17 Boekovski, Kasteel; pp. 206, 260, 334; Yeo Clayton e.a., Psychiatrie en de wet in de USSR (Amsterdam 1975) pp. 18-19; Fireside, Psychoprisons, pp. 10-11; Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 246-247; Reich, ‘Soviet Dissidents‘, pp. 33-34.

18 Bloch en Reddaway, Soviet Psychiatric Abuse, pp. 40-41; Boekovski, Kasteel, pp. 206, 260, 334; Clayton e.a.,

Psychiatrie en de wet in de USSR, pp. 18-19; Stephen Faraone, American Psychologist 37 (1982) p. 1106; Harvey

Fireside, Soviet Psychoprisons; pp. xvi-xvii; Anthony De Meeus, White Book on the Internment of Dissenters in

Soviet Hospitals (Brussel 1974) pp. 30-31; Reich, ‘Soviet Dissidents‘, pp. 33-34; Interview met Irina Grivnina,

(15)

medio jaren 1960 ging de communistische top zich steeds meer zorgen maken om ‘ideologische diversiteit’. De opkomst van de dissidentenbeweging was hier één oorzaak van, maar nog veel belangrijker was de de Praagse Lente van 1968. Onder Alexander Dubček kwam er in Tsjecho-Slowakije een alternatieve vorm van communisme tot stand die bekend kwam te staan als ‘socialisme met een menselijk gezicht’. Dit socialisme vormde een bedreiging voor het gezag van de Communistische Partij van de Sovjet Unie. Binnen de Sovjet Unie kon slechts één vorm van communisme bestaan en deze werd bepaald in Moskou. De Praagse Lente werd in augustus 1968 met geweld de kop ingedrukt. Dubčekwerd afgezet en vervangen door een Sovjet marionet.19

Yoeri Andropov vervulde een hoofdrol in de strijd tegen de ideologische diversiteit. Hij maakte de gevolgen van ideologische diversiteit al in 1956 van dichtbij mee toen hij Sovjet ambassadeur was in Hongarije. In Hongarije speelde zich in 1956 een scenario af dat zich in grote lijnen met de Praagse Lente liet vergelijken. Er vond een volksopstand plaats, die uiteindelijk werd onderdrukt door Sovjet troepen. De opstand in Boedapest maakte veel indruk op Andropov. Hij speelde een sleutelrol in het overtuigen van Nikita Chroesjtsjov dat militaire interventie noodzakelijk was. In 1968 was hij wederom één van de meest uitgesproken voorstanders van militaire onderdrukking van de Praagse Lente. Ideologische diversiteit was in de ogen van Yoeri Andropov één van de grootste gevaren voor de Sovjet Unie. Hij beschouwde het uitroeien ervan als een voorwaarde voor het voortbestaan van de Sovjet Unie. Toen hij in 1967 Voorzitter van het Comité van Staatsveiligheid werd, werd de strijd tegen ideologische diversiteit zijn persoonlijke missie. Onder het Comité van Staatsveiligheid viel onder meer de geheime dienst van de Sovjet Unie, de KGB. Andropov maakte het één van de kerntaken van de KGB om de dissidentenbeweging te pacificeren. Begin jaren 1980 werd er zelfs een poging gedaan om de beweging in zijn geheel uit te roeien. Gezien de dreiging die van ideologische diversiteit uitging, was nagenoeg alles in de strijd tegen haar geoorloofd. Belangrijk was alleen dat de strijd in stilte zou worden gestreden. De Sovjet autoriteiten hadden lering getrokken uit het proces tegen Sinjavski en Daniël.20

Twee van de bekendste slachtoffers van het misbruik van de psychiatrie waren Natalja Gobernevskaja en Viktor Fainberg. Reden van hun arrestatie was een demonstratie op het Rode Plein naar aanleiding van de Sovjet invasie van Tsjecho-Slowakije in 1968. Tijdens een psychiatrisch onderzoek werd bij hun beiden latente schizofrenie vastgesteld. In de psychiatrische rapporten valt te lezen dat hun overtuiging dat het inzetten van Sovjet troepen in Tsjecho-Slowakije een vorm van agressie was, als een symptoom van latente schizofrenie werd aangedragen. Het lijkt erop dat 19 Brown, Rise & Fall, pp. 368-369, 391-397; Thompson, A Vision Unfulfilled pp. 426-428; They chose freedom;

the awakening.

20 Brown, Rise & Fall, pp. 280, 285, 405-407, 410; De Meeus, White Book, pp. 43-44; Podrabinek, Punitive

Medicine, p. 39; Interview met Robert van Voren, Hollandsche Rading, 24 mei 2014.

Nico Scheepmaker, ‘Russische dissidenten in de jaren zeventig’, Kerstbijlage Leeuwarder Courant 24 december (1979) p. 2.

(16)

Fainberg en Gobernevskaja een testcase voor het gebruik van de psychiatrie als wapen tegen dissidenten waren.21

In de Sovjet psychiatrie werd zo einde jaren 1960 door de KGB onder leiding van Yoeri Andropov een perfect middel gevonden om de dissidentenbeweging discreet te kunnen bestrijden. Snezjnevski’s nadruk op de genetische basis van geestesziekten en zijn principe van latente schizofrenie, bleken een perfect wapen in de strijd tegen ideologische diversiteit. Niet alleen konden in iedere dissident symptomen van latente schizofrenie gevonden worden door welwillende psychiaters, ook konden dissidenten na het vaststellen van latente schizofrenie nooit meer genezen. De ziekte was immers genetisch van aard. Patiënten die onder latente schizofrenie leden konden voor onbepaalde tijd in een inrichting worden geplaatst. Hoewel zij een gezonde indruk op hun omgeving konden maken, konden zij toch ziek zijn. De enige die hier uitspraken over kon doen was een psychiater. Zijn vakkennis maakte zijn macht absoluut. Hij maakte het onderscheid tussen ziek en gezond. De genetische aard van latente schizofrenie maakte verder dat patiënten die uit een inrichting ontslagen werden, altijd moeiteloos opnieuw opgenomen konden worden indien de autoriteiten dat nodig achtten. Hiervoor werd dan het voorwendsel gehanteerd dat de symptomen van de ziekte weer opspeelden en opname opnieuw nodig was. In de praktijk betekende dit dat wanneer een dissident na uit een kliniek ontslagen te zijn, weer met zijn politiek activisme doorging, hij of zij binnen korte tijd opnieuw gedwongen werd tot opname. 22

1.4 Toepassing van de psychiatrie

De Sovjet autoriteiten hadden twee methodes om dissidenten naar een psychiatrisch ziekenhuis te sturen: de strafrechtelijke methode en de civiele dwangopname. De strafrechtelijke methode werd veruit het meest tegen dissidenten ingezet. In de praktijk ging dit als volgt. Een dissident werd om hem op dat moment onbekende redenen in de boeien geslagen. Vervolgens werd hij enige tijd in voorarrest gehouden in een gevangenis. In de regel was dit in de Lefortovo, de KGB gevangenis in Moskou. Pas na enkele dagen kreeg de gevangene te horen op grond waarvan hij gearresteerd was. Dit betrof eigenlijk altijd een overtreding van artikel 70 of artikel 190:1 van het Wetboek van Strafrecht van de Russische Sovjet Federatieve Socialistische Republiek (RFSFR).23

21 They Chose Freedom: Society Against the State. 22 Bloch, ‘Psychiatry as ideology in the USSR’, p. 129.

Interview met Robert van Voren, Hollandsche Rading, 24 mei 2014.

They Chose Freedom: Society Against the State.

23 Bloch en Reddaway, Soviet Psychiatric Abuse, p. 22; Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 107-108.

De RFSFSR was de grootste deelstaat van de Sovjet Unie. Deze kwam min of meer overeen met de huidige Russische Federatie, wat de opvolgersstaat van de Sovjet Unie was toen deze in 1990 ten val kwam. Volgens Reddaway en Bloch hadden de overige deelstaten van de Sovjet Unie soortgelijke wetsartikelen in hun wetboeken.

(17)

Artikel 70 stelde het volgende strafbaar: “[o]pruiing of propaganda met het doel het sowjetgezag omver te werpen of te verzwakken of om speciale, bijzonder gevaarlijke misdaden tegen de staat te begaan, of mondelinge verspreiding met hetzelfde doel van notoir leugenachtige verzinsels die de politieke en maatschappelijke orde van de Sowjetunie belasteren, of het verspreiden of samenstellen of in het bezit hebben met hetzelfde doel van literatuur met dergelijke inhoud…”24 en

artikel 190:1 omschreef strafbare feiten als volgt: “[d]e systematische verspreiding in mondelinge vorm van notoir leugenachtige verzinsels die de politieke en maatschappelijk orde in van de Sowjetunie in diskrediet brengen, alsook het samenstellen of verspreiden in geschreven, gedrukte of andere vorm van werken van dezelfde inhoud.”25 Tekenend voor beide wetsartikelen is dat zij

betrekkelijk vaag en daarom zeer breed te interpreteren zijn. Tevens erkenden zij de maatschappelijke orde van de Sovjet Unie als een rechtspersoon. Tenslotte is opvallend dat beide wetsartikelen spreken van ‘leugenachtige verzinsels’. Deze zinsnede illustreert de Sovjet geest buitengewoon scherp. Want wie bepaalde in de Sovjet Unie wat waar en niet waar was? De Partij. Kortom als iemand het niet eens was met de Partij kon hij op grond van zowel artikel 70 als artikel 190:1 gearresteerd worden. Het schijnt een wijdverbreide grap onder Sovjet juristen geweest te zijn om te zeggen: “Geef me een man, en ik geef u een zaak.” Er was dus altijd een reden te vinden om iemand te arresteren. Een in dronkenschap vertelde mop over Lennin kon al voldoende zijn.26

Nadat de verdenking uitgesproken was, begon het juridisch onderzoek. Gezien de aard van de vermeende misdaad van de verdachte werd de dissident aan een psychiatrisch onderzoek onderworpen. Alleen een geestesziek individu zou zich immers tot het overtreden van artikel 70 of artikel 190:1 verlagen. Officieel hoorde er ongeveer een maand voor een dergelijk psychiatrisch onderzoek uitgetrokken te worden, maar er zijn gevallen bekend waarin de diagnose al na een gesprek van enkele minuten gesteld werd. Uiteindelijk werd de verdachte ontoerekeningsvatbaar verklaard. Dit sloot hem uit van deelname aan het proces dat tegen hem gevoerd werd. De rechtszaak vond vervolgens achter gesloten deuren plaats. Journalisten en bevriende dissidenten werden niet tot de zitting toegelaten en werden buiten de rechtbank gehouden door politie. Bij uitzondering mochten familieleden de zitting wel bijwonen. Soms vonden rechtszaken in het geheim plaats om demonstraties en aandacht van de westerse pers te voorkomen. Op deze manier werd een internationaal schandaal op voorhand uitgesloten. Rechtszaken tegen dissidenten liepen altijd uit op een veroordeling. Volgens Reddaway en Bloch is er in de geschiedenis van de Sovjet Unie geen

24 Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 107-108. 25 Ibidem, p. 108.

(18)

rechtszaak bekend die uitliep op vrijspraak. De rechtszaak was louter een formaliteit om de façade dat de Sovjet Unie een rechtstaat was in stand te houden.27

De tweede methode was die van acute opname. Op basis van de Handleiding voor acute opname van de sociaal gevaarlijke geesteszieken kon iemand die een gevaar voor zichzelf of zijn omgeving vormt, zonder toezegging psychiatrisch opgenomen worden. Deze instructie werd begin jaren 1960 uitgegeven door het Ministerie van Volksgezondheid. In 1971 werd de handleiding herzien. Er werden toen aanpassingen in het document gemaakt die acute opname een eenvoudiger inzetbaar wapen maakte in de strijd tegen dissidenten. Reddaway en Bloch probeerden begin jaren 1970 een kopie van de handleiding in handen te krijgen, maar dit bleek onmogelijk. Zij werd voor het westen zoveel mogelijk geheim gehouden.28

Op zichzelf is de voorwaarde dat iemand een gevaar vormt voor zichzelf of zijn omgeving een gegrond motief om iemand onmiddellijk psychiatrisch op te nemen. Deze reden wordt heden ten dage nog steeds in de psychiatrie gehanteerd. Er schuilde echter een gevaar voor misbruik van de psychiatrie in de Handleiding voor acute opname van sociaal gevaarlijke geesteszieken uit 1971. Want wie bepaalt of iemand een gevaar voor zichzelf en zijn omgeving vormt? En wanneer vormt iemand eigenlijk een gevaar? Concrete antwoorden op deze vragen vallen moeilijk te formuleren. De handleiding verschafte ook weinig duidelijkheid op dit vlak. Over de voorwaarden waaronder acute opname gerechtvaardigd is lijkt zij bewust vaag. Zij bevat een korte opsomming van symptomen die acute opname rechtvaardigen. Eén daarvan is “[e]en hypochondrische toestand van delirium die onaangepast, agressief gedrag veroorzaakt ten opzichte van particuliere personen, organisaties of officiële instanties.”29 Hier werd opnieuw impliciet een speciale positie toegekend aan de staat.

Iemand die agressief gedrag tegenover het Sovjet bestel vertoonde, kon op grond van de handleiding acuut worden opgenomen. Reddaway en Bloch stellen verder dat ‘hypochondrisch delirium’ een term is die de westerse psychiatrie niet kent. Een opsomming van symptomen die acute opname rechtvaardigen werd in de handleiding opgevolgd door de volgende zin: “De indicaties voor een onmiddellijk opname, zoals hierboven genoemd, zijn niet uitputtend, maar slechts een lijst van de meer frequent voorkomende ziektes die een maatschappelijk gevaar opleveren.”30 Oftewel er waren

naast de in de handleiding genoemde indicaties ook andere indicaties die een civiele dwangopname rechtvaardigden. Om welke indicaties het hier gaat, wordt nergens in de handleiding duidelijk. Dit

27 Podrabinek, Punitive Medicine, pp. 9-15; Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 205-206; Van Voren, Politieke psychiatrie, pp. 19-20.

28 Bloch en Reddaway, Soviet Psychiatric Abuse, pp. 23-24; Podrabinek, Punitive Medicine, pp. 17-18; Reddaway en Bloch, Pscyhiatrie in de Sowjetunie, pp. 165-170.

29 Reddaway en Bloch, Pscyhiatrie in de Sowjetunie, p. 172. 30 Reddaway en Bloch, Pscyhiatrie in de Sowjetunie, pp. 166-167.

(19)

maakte dat psychiaters in de praktijk altijd een gegronde reden voor civiele dwangopname konden aandragen.31

De strafrechtelijke procedure werd het meest gebruikt tegen dissidenten. Zij werd hoofdzakelijk ingezet tegen dissidenten wiens ideeën de Sovjet autoriteiten gevaarlijk achtten. Fainberg en Gobernevskaja waren hier goede voorbeelden van. Het initiatief voor een strafrechtelijke procedure was waarschijnlijk direct afkomstig van de communistische top in Moskou. Doel was om gevaarlijke dissidenten voor onbepaalde tijd in een psychiatrische inrichting te laten verdwijnen. Het kwam ook voor dat civiele dwangopname ingezet werd tegen dissidenten, maar zij lijkt meer de functie van afschrikmiddel gehad te hebben. Civiele dwangopname werd vooral ingezet tegen de zogeheten petitieschrijvers. Binnen de Sovjet Unie bestond een grote groep ontevreden burgers, die de autoriteiten constant bedolf onder klachten en verzoeken. Sommige van hen waren buitengewoon hardnekkig en ontwikkelden zich tot een doorn in het vlees van de lokale autoriteiten. Het waren in de regel deze lokale autoriteiten die aanzetten tot civiele dwangopname. Het voordeel van deze methode was dat zij veel eenvoudiger bewerkstelligd kon worden dan een strafrechtelijke procedure. Er hoefde geen arrestatie verricht te worden en er was geen commissie van psychiaters nodig om tot een diagnose te komen. Het oordeel van slechts één psychiater of in sommige gevallen slechts één huisarts volstond. Wanneer de lokale autoriteiten een petitieschrijver het zwijgen wilden opleggen, namen zij contact op met een psychiater in het district. De psychiater droeg vervolgens op tot acute opname van de petitieschrijver op grond dat hij een bedreiging voor zichzelf of zijn omgeving vormde. Dit diende door de petitieschrijver geïnterpreteerd te worden als een signaal dat hij zijn activiteiten stop moest zetten.32

Via Artikel 70 en 190:1 van het Wetboek van Strafrecht van de RFSFR en de Handleiding voor acute opname van sociaal gevaarlijke geesteszieken konden de Sovjet autoriteiten dissidenten tot psychiatrisch onderzoek dwingen. Tenslotte was het zaak dat er psychiaters werden gevonden die bereid waren om gezonde mensen geestesziek te verklaren. Zij werden gevonden aan het Centrale Wetenschappelijke Onderzoek Instituut voor Forensische Psychiatrie in Moskou, ook wel het Serbski Instituut. De behoefte om dissidenten in psychiatrische inrichtingen te laten verdwijnen vormde de grondslag van een lang huwelijk tussen de Sovjet autoriteiten en het Serbski Instituut. Volgens sommige dissidenten waren de psychiaters van het Serbski Instituut in dienst van de KGB, maar dit is omstreden. Het Serbski was één van de belangrijkste en meest vooraanstaande psychiatrische instellingen van de Sovjet Unie. Sneznjevski was nauw bij het instituut betrokken. In 1950 en 1951 gaf hij kort leiding aan het instituut. Vanaf 1951 stond het Serbski onder leiding van één van zijn directe 31 Medvedev en Medvedev, Question of Madness, pp. 71-76; Reddaway en Bloch, Pscyhiatrie in de Sowjetunie, pp. 165-172; Podrabinek, Punitive Medicine, pp. 17-18.

(20)

leerlingen dr. Georgi Morozov. Binnen het instituut was een speciale afdeling voor schizofrenen, afdeling vier. Deze afdeling werd geleid door dr. Daniël Loents. Dissidenten kwamen vrijwel altijd op afdeling vier van dr. Loents terecht. Loents stelde hun diagnoses. Dissidenten werden na hun arrestatie vaak direct voor onderzoek naar het Serbski Instituut gestuurd. Het kwam echter ook voor dat een delegatie psychiaters van het Serbski Instituut afreisde naar een instituut elders in de Sovjet Unie om een psychiatrisch onderzoek ter plaatse te verrichten.33

Snezjnevski, Morozov en Loents maakten deel uit van de kerngroep psychiaters die het misbruik van de psychiatrie in de Sovjet Unie mogelijk maakten. Volgens Reddaway en Bloch bestond deze groep uit hooguit 50 individuen. Eén van de drijfveren van de kerngroep was waarschijnlijk macht en aanzien. In ruil voor hun bijdrage aan de strijd tegen de dissidentenbeweging werden zij beloond met hoge academische posities, wetenschappelijke vrijheid en een materieel beter leven dan dat van het gros van de Sovjet burgers. Hoewel het twijfelachtig is of deze psychiaters in hun eigen diagnoses geloofden, valt dit niet uit te sluiten. Om de academische top van de Sovjet Unie te bereiken was politieke loyaliteit voor een wetenschapper een vereiste. Hierom is het zeer aannemelijk dat alle leden van de kerngroep lid waren van de Communistische Partij van de Sovjet Unie. Dit is echter nooit bewezen. Binnen de communistische ideologie was er geen ruimte voor dissidenten. En wellicht dat iemand die bereid is zijn leven op te offeren voor een hoger doel ergens ook wel enigszins ‘gek’ was. Zelfs als de psychiaters in de kerngroep echter in hun diagnoses geloofden, is het markant dat zij patiënten die aan een lichte vorm van schizofrenie leden, consequent naar het zwaarste soort psychiatrische inrichtingen stuurden.34

1.5 De praktijk in de kliniek

Degenen die naar aanleiding van arrestatie naar een psychiatrisch ziekenhuis werden doorverwezen kwamen in de regel terecht in een Speciale Psychiatrische Kliniek (SPK). Dit soort ziekenhuizen viel in tegenstelling tot Gewone Psychiatrische Klinieken (GPK) onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De GPK’s vielen onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Volksgezondheid. Deze onderverdeling geeft aan dat de SPK’s een speciale rol binnen het Sovjet systeem vervulden. Enerzijds waren het psychiatrische ziekenhuizen voor uitermate zware gevallen zoals moordenaars, verkrachters en andersoortige criminelen. Dat zij geen gevangenisstraf opgelegd

33 Bloch en Reddaway, Soviet Psychiatric Absuse, pp. 19, 35-36; Podrabinek, Punitive Medicine, pp. 11, 39-41; Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 51-52, 58-69, 109, 245-246,249- 250, 253, 256-257; Van Voren, Politieke psychiatrie, pp. 15-20, 36-38; Elizabeth Fisher, ‘Het droeve leven van Nina Ivanovna’,

Leeuwarder Courant 10 april 1976, p. 16; Ton Crijnen en Henk Wolzak, ‘Wie is er eigenlijk gek?’, De Tijd 23

november 1973, pp. 16-17.

34 Bloch en Reddaway, Soviet Psychiatric Abuse, pp. 35-38; Podrabinek, Punitive Medicine, pp. 37, 77-78; Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 253-256; Van Voren, Politieke psychiatrie, pp. 15-20, 36-38; Crijnen en Wolzak, ‘Wie is er eigenlijk gek?’, pp. 16-17.

(21)

hadden kregen, was omdat zij door een psychiatrische commissie ontoerekeningsvatbaar waren verklaard. Anderzijds werden de SPK’s gebruikt als gevangenissen voor dissidenten, die eveneens ontoerekeningsvatbaar waren verklaard, maar dit in werkelijkheid niet waren. In tegenstelling tot het merendeel van hun medepatiënten hadden dissidenten geen gewelddadige misdaden gepleegd. Veel van hun getuigden achteraf dat het zeer intimiderend was om als gezond mens tussen gewelddadige psychiatrische patiënten te moeten leven. Op den duur deden zulke omstandigheden wat met je. Eén dissident die reeds zeven jaar in een SPK verbleef zei hierover: “Je denkt toch niet dat je hier zeven jaar kunt zitten en normaal kunt blijven?”35

Ook de diagnose van een psychiater kon ingrijpende gevolgen op een dissident hebben. Zo maakt Vladimir Boekovski in zijn memoires, Kasteel tussen vier muren, melding van een medepatiënt met de naam Arkadi Sing. Sing was vanwege een demonstratie in dezelfde inrichting als Boekovski terechtgekomen en vroeg andere dissidenten constant of hen iets vreemds aan hem opviel. Hij zei zelf niet te merken dat hij krankzinnig was, maar het feit dat psychiaters deze diagnose hadden gedaan leidde hem tot de conclusie dat hij daadwerkelijk krankzinnig moest zijn. Specialisten hadden hier toch zeker meer verstand van dan hijzelf? Een andere medepatiënt van Boekovski was opgenomen, omdat hij zijn collega’s in een schoenenfabriek in Moldavië had aangezet tot staken voor een beter salaris. Hij kon niet begrijpen wat hij misdaan had en wat daar ‘gek’ aan geweest was. Uiteindelijk draaide hij door. Het werd zijn persoonlijke missie om zijn medepatiënten ervan te overtuigen dat de Sovjet Unie daadwerkelijk bestuurd werd vanuit Rome door het Vaticaan. Opsluiting van gezonde mensen in een SPK was een extreme vorm van psychologische manipulatie. Het kwam regelmatig voor dat dissidenten gezond een SPK in gingen en er geestesziek uit kwamen.36

Een SPK vertoonde weinig gelijkenis met hetgeen men onder de term ziekenhuis placht te verstaan. Volgens diverse verslagen van voormalige ‘patiënten’ van deze instellingen hadden zij meer weg van een gevangenis. Verscheidene SPK’s waren ook gevestigd in gebouwen die eerder als gevangenis hadden gediend. In tegenstelling tot een gevangenisstraf was de duur van een psychiatrische opname echter onbepaald. Dit maakte de situatie voor dissidenten uitzichtloos. Over het exacte aantal SPK’s in de Sovjet Unie heeft nooit duidelijkheid bestaan. Er lijkt door de Sovjet autoriteiten bewust veel geheimzinnigheid rondom de instellingen gecreëerd te zijn. Zeker is dat er zich sinds de jaren 1930 één SPK in Kazan bevond en dat er in de jaren 1950 ook één in Leningrad opgericht werd. Na 1965 nam het aantal SPK’s in de Sovjet Unie toe. Dit kan als bewijs worden aangedragen voor de hypothese dat de Sovjet autoriteiten vanaf einde jaren 1960 de psychiatrie 35 Bloch en Reddaway, Soviet Psychiatric Abuse, p. 26; Boekovski, Kasteel, pp. 193-194, 203; Podrabinek,

Punitive Medicine, pp. 9, 11-13, 16-17, 25-28, 50; Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 212-217,

235-237, 241-243; Soviet Dissent: Interviews; Documents: Soviet Mental Prisons (Londen 1970) pp. 140-142;

They chose freedom; society against the state.

(22)

bewust als wapen tegen de opkomende dissidentenbeweging gingen gebruiken. Andere verklaringen zijn echter ook mogelijk. De bouw van extra psychiatrische ziekenhuizen was al decennia lang noodzakelijk. Dat de Sovjet Unie daar na 1965 plots mee begon, zou een toevalligheid kunnen zijn.37

Wat waren concreet de verschillen tussen SPK’s en GPK’s? Zonder al te veel op organisatorische details in te gaan, valt te stellen dat de SPK’s een andere doelstelling hadden dan de GPK’s. De GPK’s waren erop ingericht om patiënten zo snel mogelijk in de samenleving terug te plaatsen. De behandeling was gericht op re-integratie en werd zo kort mogelijk gehouden. GPK’s waren dus medische instellingen, die gericht waren op psychiatrische zorg. SPK’s hadden dit doel duidelijk niet. Patiënten konden er voor onbepaalde tijd vastgehouden worden. Vanaf het moment dat zij er terecht kwamen waren patiënten in een SPK volstrekt rechteloos. Omdat de patiënten in de SPK’s zware gevallen betroffen, was men terughoudend met de re-integratie van deze patiënten. Het doel van de SPK was om de samenleving voor deze gevaarlijke figuren te hoeden. SPK’s laten zich wat dat betreft enigszins vergelijken met hedendaagse TBS-klinieken. Het regime van de SPK’s was verder strenger en harder dan dat van de GPK’s. De staf was hiërarchisch georganiseerd. In de literatuur wordt er regelmatig op gezinspeeld dat leidinggevenden van SPK’s ook functies bekleedden binnen de KGB, maar concrete bewijzen hiervoor ontbreken. De overige staf van de SPK’s hadden veelal geen medische opleiding genoten. Het waren criminelen, waarvan het laatste deel van hun gevangenisstraf was omgezet in een taakstraf. Binnen de SPK fungeerden zij officieel als hulpverplegers, maar in de praktijk waren zij slechts toezichthouders. Patiënten en hun bewakers zaten hun straf binnen de muren van dezelfde SPK uit. Het feit dat de levensomstandigheden van de toezichthouders in de kliniek nagenoeg even erbarmelijk was als die van de patiënten, werkte corruptie in de hand. Zo moesten patiënten bijvoorbeeld voor toiletbezoek betalen. Zij waren dagelijks overgeleverd aan de willekeur van criminelen. Het moge duidelijk zijn dat het inzetten van misdadigers als bewakers van psychiatrische patiënten de kans op misstanden binnen een inrichting groot maakte. Voormalige ‘patiënten’ deden inderdaad veelvuldig verslag van het gebruik van geweld en andere wreedheden van toezichthouders. Voorbeelden zijn talloos. Afranselingen kwamen veelvuldig voor en er wordt ook melding gemaakt van verkrachting. Sommige hulpverplegers ontwikkelden zich in de SPK tot ware sadisten. Er zijn patiënten geweest die hun wangedrag met de dood hebben moeten bekopen.38

Patiënten konden weinig tegen dergelijke misstanden doen. Omdat zij ontoerekeningsvatbaar waren verklaard, was het eenvoudig om hun klachten van de hand te doen. Hun perceptie was op voorhand ongeloofwaardig. Hoewel de eerste indruk wellicht is dat het inzetten van criminelen in 37 Bloch en Reddaway, Soviet Psychiatric Abuse, p. 29; Boekovski, Kasteel, pp. 193-194, 203; Fireside, Soviet

Psychoprisons, p. 55; Podrabinek, Punitive Medicine, pp. 9, 11-13, 16-17, 25-28, 50; Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 212-217, 235-237, 241-243; Soviet Dissent, pp. 140-142.

38 Boekovski, Kasteel, pp. 197-200; Bloch en Reddaway, Soviet Psychiatric Abuse, pp. 26-27; Podrabinek,

Punitive Medicine, pp. 9, 11-13, 16-17, 25, 29-32, 50, 214-215; Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie,

(23)

SPK’s onderdeel was van het onderdrukkingsbeleid van de Sovjet Unie, is een andere verklaring waarschijnlijker. Het was buitengewoon lastig om geschikt personeel voor SPK’s te vinden. Niet alleen was het zwaar werk dat hoge kwalificaties vereiste, ook was het buitengewoon gevaarlijk. De patiënten van SPK’s hadden allemaal zware delicten op hun naam. Bij gebrek aan geschikt en welwillend personeel, viel de Sovjet Unie terug op een enorm reservoir geïnterneerden. Het past in de geest van de communistische ideologie om deze mensen zinnig werk te laten doen ten behoeve van de maatschappij. Hoe goed de bedoelingen van de Sovjet autoriteiten ook geweest moge zijn, het resultaat was dat de taak van toezichthouder uiteindelijk vervuld werd door mensen die daar in het geheel niet geschikt voor waren. Binnen de SPK’s was het bekend dat toezichthouders wreedheden tegenover patiënten begingen, maar het medisch personeel kon hier weinig tegen doen wegens een gebrek aan geschikte werkkrachten. In veel gevallen zal misbruik van patiënten daarom oogluikend toegestaan zijn. Er bestaan ook indicaties dat geweldspleging van bovenaf aangemoedigd werden.39

Naast afranselingen en verkrachting, werden ook verouderde psychiatrische methodes toegepast om patiënten te kwellen en te vernederen. Een voorbeeld hiervan was ‘de natte rol’, ook wel bekend als ‘het vastdraaien’. Dit kwam op het volgende neer. Een patiënt werd strak in natte doeken gewikkeld tot op het punt dat hij nog nauwelijks kon ademhalen. Zodra de doeken opdroogden, trokken zij strakker. Het resultaat was dat de patiënt nagenoeg stikte. Het vastdraaien vond altijd plaats onder toezicht van een arts. Enerzijds was dit een zegen, want de arts stelde zeker dat de patiënt niet kwam te overlijden. Anderzijds was het schrijnend dat een arts getuige was van een behandeling die zich louter doet omschrijven als marteling. Dat dergelijke wreedheden onder het oog van medisch personeel plaatsvond, dreef dissidenten tot wanhoop. Een ander veel voorkomend fenomeen was het vastbinden van patiënten op hun bed. Gebruik van sanitaire voorzieningen werd de patiënt soms dagenlang geweigerd met alle gevolgen van dien. Volgens voormalige patiënten van SPK’s werden zowel ‘het vastdraaien’ als de vastbind-methode als straf toegepast. Ook kon een patiënt voor straf voor lange periodes opgesloten worden in een isoleercel, wat opnieuw het gevangeniskarakter van de SPK onderstreept. Straffen was niet het enige doel van deze methodes. Intimidatie van de overige patiënten was minstens zo belangrijk. De stank en het geschreeuw van één patiënt diende gehoorzaamheid bij de rest af te dwingen.40

Ook het toedienen van medicatie werd gehanteerd als strafmaatregel. Zo werd sulfazine, een preparaat van gezuiverde zwavel, bij patiënten geïnjecteerd om hun lichaamstemperatuur op te drijven tot koortsniveau. Sulfazine werd tot in de jaren 1930 op grote schaal gebruikt in de 39 Boekovski, Kasteel, p. 199; Podrabinek, Punitive Medicine, pp. 9, 11-13, 16-17, 25, 29-32, 50, 214-215; Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 214-218, 232-234.

40 Bloch en Reddaway, Soviet Psychiatric Abuse, p. 27; Boekovski, Kasteel, pp. 198-201.

Podrabinek, Punitive Medicine, p. 94-95; Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 222-223; Soviet

(24)

psychiatrie, maar raakte daarna in het westen in onbruik. Het middel bleek geen genezende werking te hebben. In de Sovjet psychiatrie was dit in de jaren 1960 bekend. Sulfazine werd echter nog steeds in psychiatrische inrichtingen gebruikt, maar dan om patiënten te pijnigen. Verder kregen dissidenten verschillende neuroleptica voorgeschreven zoals aminazine en haloperidol. Deze neuroleptica werden in de jaren 1960 ook in de westerse psychiatrie toegepast op aan schizofrenie lijdende patiënten. Aminazine en haloperidol waren kalmeringsmiddelen die hallucinaties en psychoses onderdrukten. Deze medicijnen hadden heftige bijverschijnselen, waaronder verslechtering van de motoriek. Op de lange termijn kon intensief gebruik van neuroleptica de ziekte van Parkinson veroorzaken. Neuroleptica hadden verder een afstompend effect. Het kon een patiënt volstrekt lethargisch maken. Dit maakte aminazine en haloperidol geschikte middelen om tegen dissidenten te gebruiken. Omdat dissidenten überhaupt niet aan schizofrenie leden, ondervonden zij louter de negatieve bijverschijnselen van deze medicijnen. Het overmatig toedienen van neuroleptica was erop gericht om hun persoon te breken. Natalja Gobernevskaja kreeg tijdens haar verblijf in een SPK lange tijd haloperidol toegediend. Elke ochtend stond ze op met de vraag: “Ben ik nog gezond of ben ik gek geworden?” In de documentaire They chose freedom zei ze hierover dat het moeten stellen van deze vraag je mentale toestand steeds verder verslechtert.41

1.6 Drie uitwegen: eerlijke psychiaters, hongerstakingen en geveinsd berouw

In de SPK’s werd een manipulatief spel gespeeld met dissidenten. Psychiatrische methoden en medicijnen werden ingezet om hen geestelijk te vernietigen. Er waren vier manieren waarop dissidenten dit lot konden ontkomen. In deze paragraaf zullen drie manieren worden besproken. De vierde komt aan bod in het volgende hoofdstuk. De eerste manier lag geheel buiten de capaciteiten van de dissident zelf. Deze was het treffen van een eerlijke psychiater, dat wil zeggen een psychiater die het geestelijk welzijn van zijn patiënten prioriteit gaf boven instructies van de KGB. Hoe groot hun aantal was is onmogelijk te zeggen. Reddaway en Bloch onderscheidden drie categorieën psychiaters. Aan de ene kant bevond zich de reeds besproken selecte kerngroep psychiaters die een actieve bijdrage leverden aan het misbruik van de psychiatrie zoals Snezjnevski, Morozov en Loents. Tegenover hen stond een eveneens kleine groep psychiaters die het misbruik publiekelijk aanvocht. Aan deze psychiaters hadden dissidenten in psychiatrische inrichtingen op de korte termijn weinig; zij werden stuk voor stuk gearresteerd en verdwenen in kampen of werden gedwongen tot emigratie. Het merendeel van de Sovjet psychiaters bevond zich ergens tussen deze twee uitersten in. Welke positie deze groep innam ten opzichte van het misbruik van de psychiatrie is moeilijk te bepalen. 41 Bloch en Reddaway, Soviet Psychiatric Abuse, pp. 27-28; Boekovski, Kasteel, pp. 200-201.

Fireside, Soviet Psychoprisons, p. 55-56; De Meeus, White Book, pp. 45-50; Podrabinek, Punitive Medicine, pp. 20, 33, 85-96; Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 36, 223-232, Soviet Dissent, p. 142; Crijnen en Wolzak, ‘Wie is er eigenlijk gek’, p. 16; They chose freedom; society against the state.

(25)

Hoewel een deel van deze groep zich waarschijnlijk niet kon vinden in diagnoses van het Serbski Instituut, hielden zij hun mening voor zich. Zij belijden hun verzet soms voorzichtig in stilte. Tegen een diagnose van het Serbski ingaan was gevaarlijk. Een psychiater kon ervoor ontslagen worden of naar de kampen gestuurd worden. Podrabinek maakt in Punitive Medicine bijvoorbeeld melding van een dokter Barabanov. Barabanov werd ontslagen, omdat hij tegen collega’s sympathie had geuit voor de dissidenten op de afdeling van het SPK waar hij werkzaam was. Om dergelijke scenario’s te voorkomen leverden psychiaters vaak passief verzet. 42

Vladimir Boekovksi geeft in Kasteel tussen vier muren twee mooie voorbeelden van psychiaters die passief verzet leverde tegen het misbruik van de psychiatrie. Beiden weigerden hem te behandelen. In de jaren 1960 kwam Boekovski na een diagnose van Dr. Loents in het Sersbki Instituut als schizofreen in een SPK te Leningrad terecht. Daar viel hij als patiënt onder de verantwoordelijkheid van ene luitenant-kolonel Kalinin. Deze psychatier verwierp de Moskouse school van Snezjnevski. Dat zal te maken hebben gehad met zijn leeftijd. Kalinin was over de tachtig en was dus opgeleid voordat Snezjnevski de Sovjet psychiatrie domineerde. Volgens Boekovski onderzocht Kalinin alle schizofrenen die vanuit het Serbski Instituut zijn kant op kwamen om te bepalen of het dissidenten waren. Als hij tot de conclusie kwam dat de diagnose louter op basis van politieke of religieuze overtuigingen gegrond was, paste hij de diagnose aan. Meestal maakte hij van deze gevallen alcoholisten of malarialijders. Alcoholisten en malarialijders hoorden niet thuis in een SPK. Door de diagnose aan te passen probeerde Kalinin hen naar GPK’s over te plaatsen. Aan de patiënten die hiervoor in aanmerking kwamen, vroeg hij: “Bent u weleens door muggetjes gebeten?” en “Drinkt u weleens wodka? Veel? Bent u weleens dronken geweest?” Wie was nooit door een mug geprikt? Welke Rus was nooit dronken geweest? Zodra een patiënt Kalinin’s vragen bevestigend beantwoordde, verklaarde hij de patiënt in kwestie malarialijder of alcoholist. Boekovski bleek overigens een lastig geval. Hij dronk niet en beweerde tegenover Kalinin, dwars als hij was, in zijn hele leven geen muggetje in Moskou gezien te hebben. Dit dreef Kalinin tot wanhoop. Hij drong aan: “Misschien bent u eens de stad uit geweest? Met vrienden op een rondreisje? Weet u, soms merk je ze niets eens op, die muggetjes…” Boekovski hield echter voet bij stuk. Hij was nooit door muggetjes gebeten. Uiteindelijk trok Kalinin de conclusie dat Boekovski geestelijk gezond was en raadde de leiding van de SPK aan om Boekovski uit de kliniek te ontslaan. De leiding deed hier echter niets mee. Het resultaat was dat Boekovski in het SPK in Leningrad bleef, maar door Kalinin niet behandeld werd. Boekovski maakt in zijn boek ook melding van een dokter Arkoes in een GPK in Moskou. Ook hij stelde vast dat Boekovski geestelijk gezond was. Daarom behandelde hij Boekovski niet. Een derde voorbeeld van een eerlijke psychiater was Maria Vojkanskaja, die net als Kalinin werkzaam was in de SPK te Leningrad. Vojkanskaja was overtuigd van de geestelijke gezondheid van één van haar 42 Fireside, Soviet Psychoprisons, pp. 31, 52-53; Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, p. 233.

(26)

patiënten. Dit was Viktor Fainberg. Vojkanskaja werd verliefd op hem en deed er alles aan om hem uit de inrichting te krijgen. Toen Fainberg uiteindelijk vrijkwam, emigreerde Vojkanskaja met hem naar Frankrijk waar het stel trouwde.43

Een manier waarop dissidenten zelf een poging konden doen om hun lot te verbeteren was door middel van dreigementen aan de staf. Viktor Fainberg was hier een goed voorbeeld van. Hij liet zijn psychiaters weten zelfmoord te plegen als zij hem zouden dwingen tot medicijngebruik. Blijkbaar maakte dit zoveel indruk dat Fainberg’s psychiaters bijna in het geheel van medicatie afzagen. Wellicht speelde zijn schildklierafwijking hier ook een rol. Dissidenten in psychiatrische inrichtingen gingen ook regelmatig in hongerstakingen om een betere behandeling voor hunzelf en hun medepatiënten te bewerkstelligen. Dit was echter een riskante onderneming. Om in hongerstaking te gaan moest een dissident bereid zijn tot het uiterste te gaan. Hij moest bereid zijn te sterven. Alleen dan kon de leiding van een inrichting tot concessies worden gedwongen. Men wilde uiteraard niet dat er patiënten in de inrichting overleden. Uiteindelijk was het echter de vraag wie de langste adem had; de dissident of de leiding. De hongerstaking die de schrijver Valeri Martsjenko in 1983 afriep eindigde met zijn dood.44

Tenslotte konden dissidenten proberen om uit een SPK ontslagen te worden door middel van herroeping. Dit hield in dat zij afstand namen van de daad of overtuiging waarvoor zij gearresteerd waren. De dissident diende verder te erkennen dat zijn overtuigingen een product waren van zijn geestesziekte. Tenslotte moest hij toezeggen dat hij, zodra hij weer op vrije voet was, niet in oude gewoontes zou vervallen. Kortom de dissident moest zijn psychiaters ervan overtuigen dat hij in de SPK tot inkeer was gekomen. Zo ontstond een Catch 22-achtige situatie. Alleen door zijn waanzin te erkennen, kon een dissident uit een psychiatrische inrichting worden ontslagen. Men moest erkennen gek te zijn om gezond verklaard te worden. Juist voor dissidenten was het afzweren van hun overtuigingen vaak een brug te ver. De meeste dissidenten waren idealistische figuren. Zij waren voor hun overtuigingen in de SPK terecht gekomen. In de inrichting waren de overtuigingen het enige wat de dissident restte. Zij waren zijn steun en trots. Om deze overtuigingen af te zweren was zelfontkenning. Viktor Fainberg noemde het morele zelfmoord. Naast de morele bezwaren tegen herroeping waren er ook bezwaren van een meer praktische aard. Door toe te geven dat hij terecht in een psychiatrische inrichting was terecht gekomen, wist de dissident dat hij zichzelf veroordeelde tot nieuwe opnames indien hij zijn politieke activiteiten voortzette. Er kon altijd gezegd worden dat de latente schizofrenie weer opspeelde en had hij zelf niet erkend dat hij aan die aandoening leed? Tenslotte was herroeping een aanslag op de integriteit van de dissident. Figuren als Natalja

43 Boekovski, Kasteel, pp.207-209, 245-246; Bloch, ´Psychiatry as ideology in the USSR´, pp. 130-131; Podrabinek, Punitive Medicine, pp. 44-45; Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 266-267. 44 Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 226-227, 231.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor verschillende producten concurreerden de bedrijven met de consumenten op de informele markt, hetgeen een sterk prijsopdrijvend effect had, omdat bedrijven in feite niet

Alle hervormingspogingen waren stuk gelopen. De Sovjet-Unie bleek niet in staat de prestaties uit de eerste twintig jaar vol te houden. Het grote probleem was om

“Maar waarom gebruikt hij zijn talent niet ergens anders voor?”.. “Omdat zijn familie al tot de geestelijkheid behoorde en hij kreeg zijn opleiding

Nadat zijn vader naar Siberië is verbannen, krijgt Podlubnyi in Moskou een baantje bij de partijkrant Pravda.. Daar wil hij een nieuw

• één argument waarmee je duidelijk maakt dat deze prent een onjuist beeld geeft en • twee argumenten waarmee je duidelijk maakt dat deze prent wél een juist beeld geeft..

de boerschoeika’s naar een bal gaan en de rode Assepoester thuis blijft om de boel af

Beantwoord deze vraag door met twee voorbeelden aan te tonen of dit ideaal geheel, gedeeltelijk of helemaal niet gerealiseerd was?. • in de Brezjnevperiode (1964-1982) sprake

Klose, die de operaties voor de Britten uitvoerde, kwam al doende op een nieuw idee: agenten droppen in Polen of de Baltische staten met behulp van met waterstof gevulde