• No results found

129 Henk Wolzak, ‘Fors debuut van de Herzen Stichting’, De Tijd, 1 december 1969, p. 21.

130 Correspondentie met Irina Grivnina, 20 juli 2014; Interview met Irina Grivnina, Antwerpen, 19 mei 2014; Interview met Robert van Voren, Hollandsche Rading, 24 mei 2014; Interview met Robert van Voren, Hollandsche Rading, 19 juli 2014.

131 Nico Scheepmaker, ‘Veel onderwerpen kunnen meer uitgediept worden’, Leeuwarder Courant 29 augustus 1973 p. 2; Henk Wolzak, ‘Fors debuut van de Herzen Stichting’, De Tijd, 1 december 1969, p. 21; ‘Uitgever ondergrondse Sovjet literatuur K. van het Reve: “Nog niet alle post kunnen ze in Rusland controleren”’,

Limburgsch Dagblad, 25 maart 1970, p. 2; ‘Russische partijorgaan: Herzen-stichting werkt samen met CIA’, De Telegraaf 30 mei 1970, p. 4; Interview Robert van Voren, Hollandsche Rading 24 mei 2014..

Kort nadat Henk Wolzak via Nina Ivanovna van het lot van Vladimir Boekovski vernam, verslechterde zijn gezondheidstoestand in het kamp te Perm. Zijn eerdere straffen hadden Boekovski niet ongeschonden gelaten. In de kampen en inrichtingen had hij volgens verschillende artikelen in Nederlandse kranten een hart- en leverkwaal ontwikkeld. Ook zou hij lijden aan reuma en hevige maagzweren. Of Boekovski werkelijk aan deze kwalen leed is twijfelachtig. In zijn memoires spreekt hij van maagzweren, maar van andere kuren wordt geen melding gemaakt. Het lijkt erop dat zijn leed in de westerse campagne aangedikt werd. Wat zeker is, is dat Boekovski begin 1972 fysiek zwak het kamp inging. Hij was eind 1971 namelijk in hongerstaking gegaan toen de autoriteiten hem zijn gewenste advocaat hadden geweigerd. In de ogen van de kampleiding stond hongerstaking gelijk aan een poging tot zelfmoord. Voor twaalf dagen werd Boekovski onder dwang gevoed. Via slangen die door zijn neusgaten getrokken werden, werd hem vloeibaar voedsel toegediend. Zo werd hij in leven gehouden totdat hij alsnog één van zijn gewenste advocaten toegewezen kreeg. Eind 1973 werd zijn gezondheidstoestand in het kamp zorgwekkend, des te meer omdat er geruchten de ronde gingen dat Boekovski overgeplaatst zou worden naar de Vladimir gevangenis. Van deze gevangenis was algemeen bekend dat de leefomstandigheden er uitermate slecht waren.132

Boekovski’s moeder, Nina Ivanovna, deed er alles aan om de situatie waarin haar zoon zich bevond, onder de aandacht te brengen in de westerse media. Zij vreesde dat de Vladimir gevangenis voor haar zoon de dood zou betekenen. Ze schreef een brief naar president Podgorny waarin ze aanbood om met haar zoon van plaats te ruilen “wanneer een menselijk offer noodzakelijk is.”133

Activisten maakten gretig gebruik van deze open brief in de westerse campagne voor Boekovski’s vrijlating. Nina Ivanovna werd verder bijgestaan door Andrej Sacharov. Ook Solzjenitsyn sprak zich ten gunste van Boekovski uit. In een interview met het Franse tijdschrift Le Monde in 1974 - Solzjenitsyn was inmiddels verbannen - omschreef hij Boekovski als een hedendaagse martelaar en held.134

Buiten de grenzen van de Sovjet Unie kon Vladimir Boekovski al snel eveneens op aandacht rekenen. Amnesty International raakte bij zijn zaak betrokken. De organisatie voegde Boekovski in 132 Boekovksi, Kasteel, pp. 363-364; Ton Crijnen en Henk Wolzak, ‘Professor Sacharov uit Moskou: Arrestatie ex-secretaris overleden patriarch Alexes’, De Tijd 8 april 1974, p. 7; Crijnen en Wolzak, ‘Wie is er eigenlijk gek?’, p. 17; Wolzak en Crijnen,‘Geïnterneerde Sovjetdissident in acuut levensgevaar‘, p. 9; Henk Wolzak, ‘Nieuwe oproep tot steun aan Boekovski’, De Tijd 4 mei (1974) p. 4; ‘A.I.: zieke Boekowski moet vrij’, p. 6; Fisher, ‘Het droeve leven van Nina Ivanovna’, p. 16; ‘Boekovski’, De Tijd 13 juni 1973, p. 9; ‘Boekovsky: twaalf jaar voor ‘anti- Sowjet-actie’, Het Vrije Volk 19 januari 1977 p. 5; ‘Boekovski weigert vrijheid’, Nieuwsblad van het Noorden 17 oktober 1973; p. 18; ‘Dissident Boekowski zou stervende zijn in gevangenis’, Leeuwarder Courant 5 november 1975 p. 15; ‘Geschenk uit Smalle Ee voor opstandige Russische schrijver’, Leeuwarder Courant 16 april (1974) p. 7; ‘Help Boekowski en Martsjenko’, Het Vrije Volk 2 mei 1975 p. 7.

133 Wolzak en Crijnen,‘Geïnterneerde Sovjetdissident in acuut levensgevaar‘, p. 9.

134 Nico Scheepmaker, ‘Een held’, Leeuwarder Courant 20 december 1976 p. 5; Wolzak en Ton

Crijnen,‘Geïnterneerde Sovjetdissident in acuut levensgevaar‘, De Tijd 29 maart 1974, p. 9; Wolzak, ‘Nieuwe oproep tot steun aan Boekovski’, p. 4; ‘A.I.: zieke Boekowski moet vrij’, p. 6; ‘Dissident Boekowski zou stervende zijn in gevangenis’, Leeuwarder Courant 5 november 1975, p. 15; ‘Opnieuw: laat Boekowski naar Leiden komen’,

1974 toe aan haar lijst van gewetensgevangenen. Verder verzocht Amnesty Brezjnev en Podgorny per brief om Boekovski gezien zijn fysieke gesteldheid zo snel mogelijk vrij te laten. Diverse internationaal bekende kunstenaars, waaronder de West-Duitse schrijver en Nobelprijswinnaar Heinrich Böll en Engelse acteur David Markham, tekenden verder publiekelijk protest aan tegen de manier waarop Boekovski in de Sovjet Unie behandeld werd.135

Ook in Nederland maakte men zich hard voor Boekovski’s vrijlating. Direct nadat het vonnis tegen Boekovski uitgesproken was, werd er een landelijke handtekeningenactie op poten gezet op Nederlandse middelbare scholen. Initiatiefnemer was de 16-jarige Herman Groen. In een pamflet die hij naar verschillende middelbare scholen stuurde, verzocht hij scholieren om zijn petitie te ondertekenen. Met het ondertekenen van de petitie verklaarden scholieren bereid te zijn om één van de 4830 dagen straf van Vladimir Boekovski op zich te nemen. Toen Amnesty International van dit initiatief vernam, zocht de organisatie contact met Herman Groen. Amnesty hielp hem bij de coördinatie van de actie. Uiteindelijk deden 450 Nederlandse middelbare scholen mee. De ondertekende petities werden bij de Sovjet ambassade in Den Haag afgeleverd.136

De Universiteit van Leiden zette zich eind 1972 ook in voor de vrijlating van Vladimir Boekovski. Op 19 december nodigde het universiteitsbestuur Boekovski officieel uit om zijn opleiding biologie in Nederland aan de Universiteit van Leiden voort te zetten. Dit gebeurde op aandringen van twee studenten die tijdens een bezoek aan Moskou eerder dat jaar van Boekovski’s lot hadden vernomen. Waarschijnlijk vervulden zowel Henk Wolzak als Karel van het Reve ook een belangrijke rol bij het tot stand komen van de uitnodiging. Het Academisch Ziekenhuis van Leiden gaf te kennen dat het bereid was Boekovski te verplegen. Podgorny en Brezjnev werden per brief van dit alles op de hoogte gesteld. Reactie van de kant van de Sovjetautoriteiten bleef echter uit. Ook toen de Universiteit van Leiden op 21 maart 1972 en 29 december 1973 opnieuw over de kwestie contact opnam met de Sovjetautoriteiten, kwam er geen antwoord.137

Omdat de uitnodiging van de Universiteit van Leiden door de Sovjetautoriteiten genegeerd leek te worden, zocht de universiteit steun bij de Nederlandse politiek. De kwestie werd in 1974 aan het ministerie van Buitenlandse Zaken voorgelegd. In reactie hierop verklaarde de Nederlandse regering op 27 maart bereid te zijn medewerking te leveren aan de campagne voor vrijlating van 135 Wolzak en Crijnen,‘Geïnterneerde Sovjetdissident in acuut levensgevaar‘, p. 9; Wolzak, ‘Nieuwe oproep tot steun aan Boekovski’, p. 4; ‘A.I.: zieke Boekowski moet vrij’, p. 6.

‘Dissident Boekowski zou stervende zijn in gevangenis’, Leeuwarder Courant 5 november (1975) p. 15.

136 ‘Scholieren willen een dag zetten voor Boekowski’, Het Vrije Volk 25 januari 1972, p. 5; Nico Scheepmaker, ‘Vreemd zwijgen?’, Leeuwarder Courant 7 maart 1972, p. 5.

137 Nico Scheepmaker, ‘Russische dissidenten in de jaren zeventig’, Kerstbijlage Leeuwarder Courant 24 december 1979 p. 2; Henk Wolzak, ‘Nieuwe oproep tot steun aan Boekovski’, p. 4; Wolzak en

Crijnen,‘Geïnterneerde Sovjetdissident in acuut levensgevaar‘, p. 9; ‘Opnieuw: laat Boekowski naar Leiden komen’, De Tijd 29 december 1973, p. 6; ‘Steun regering voor vrijlating van Boekovski’, De Tijd 27 maart 1974, p. 6; ‘Universiteit Leiden komt op voor Boekovski’, Nederlands Dagblad 28 maart 1974 p. 4; ‘Universiteit Leiden nodigt Boekovski uit’, Het Vrije Volk 21 december 1972, p. 7.

Vladimir Boekovski. Minister van Buitenlandse Zaken, Max van der Stoel, nam vervolgens namens de Nederlandse regering contact op met de Sovjet autoriteiten. Hij verzocht hen uitdrukkelijk om Vladimir Boekovski vrij te laten, zodat deze zijn studie biologie in Nederland voort kon zetten. Reactie vanuit de Sovjet Unie bleef echter wederom uit. Een Nederlandse delegatie van politici en veiligheidsdeskundigen die in mei 1974 op uitnodiging van het Russische comité voor Europese Veiligheid en Samenwerking naar Moskou afreisde, liet zich ook met de kwestie in. De delegatie was door de Sovjet Unie uitgenodigd om over de aankomende Europese veiligheidsconferentie te spreken. De politici maakten echter van de gelegenheid gebruik om Boekovski’s zaak aan te kaarten. Vanuit Nederland hadden zij kopieën van de brieven die de Universiteit van Leiden in 1972 en 1973 naar Brezjnev en Podgorny had gestuurd meegenomen. Deze werden aan de leden van het Russische comité voor Europese Veiligheid en Samenwerking getoond met de vraag waarom er tot nog toe niet op de brieven was gereageerd. De waarnemend voorzitter van het comité, Pankov, stemde daarop in bij het ministerie van binnenlandse zaken na te vragen of de brieven al in behandeling waren genomen. Van deze Pankov werd vervolgens niets meer vernomen. In 1976 bezocht een politieke delegatie de Sovjet Unie. Tijdens dit bezoek verblijdden de politici, waaronder de Boer (AR), Vondeling (VVD) en Andriessen (KVP), Vladimir Boekovski’s moeder met een onofficieel bezoek. Vondeling zei achteraf dat het gesprek met Nina Ivanovna de indrukwekkendste gebeurtenis van de reis was geweest. Tenslotte deed de Universiteit van Leiden ook nog een beroep op de Amerikaanse senator Edward Kennedy. Hij zou tijdens een recent bezoek aan de Sovjet Unie contacten hebben opgedaan die de bevrijding van Boekovski zou kunnen bewerkstelligen. Zo voerde Nederland begin jaren 1970 de druk op de Sovjet autoriteiten om Vladimir Boekovski vrij te laten steeds verder op.138