• No results found

Karel van het Reve en de Alexander Herzen Stichting

De volgende vraag die zich aandient is hoe Henk Wolzak in aanraking kwam met de dissidentenbeweging. Begin jaren 1970 was er nog maar weinig aandacht voor dit onderwerp in de Nederlandse media. Eén Nederlandse stichting probeerde de dissidentenbeweging echter op de Nederlandse agenda te plaatsen. Dit was de Alexander Herzen Stichting. Zij speelde een buitengewoon belangrijke rol bij de Nederlandse bewustwording van vervolging van dissidenten in de Sovjet Unie.

De Alexander Herzen Stichting werd in 1969 opgericht door Karel van het Reve, hoogleraar in de Slavische letterkunde aan de Universiteit van Leiden, Jan Bezemer, hoogleraar Slavische talen aan de Universiteit van Amsterdam en de eerder besproken Peter Reddaway. In 1967 en 1968 werkte van het Reve als correspondent in Moskou voor het Parool. Daar kwam hij in aanraking met de samizdat. Via de samizdat ontmoette hij een grote hoeveelheid dissidenten, Russische auteurs die in eigen land niet gepubliceerd werden. Van het Reve achtte de samizdat publicaties van grote historische en literaire waarde. In 1962 had de uitgave van Een dag uit het leven van Ivan Denisovitsj van Solzjenitsyn, waarin hij een dag in het bestaan van een kampgevangene omschrijft, wereldwijd veel teweeg gebracht. In Moskou ontdekte van het Reve dat Solzjenitsyn geen eenling was. Er waren veel

121 Interview Robert van Voren, Hollandsche Rading, 24 mei 2014.

122 Henk Wolzak, ‘Alle informative wijst uit ‘Sovjetpolitie kreeg Jakir op de knieën’, De Tijd 28 augustus 1973; p. 4; ‘Henk Wolzak, ‘neo fascist’…’, p. 43.

meer sovjet auteurs die vanwege de censuur in de sovjet Unie buiten de samizdat ongepubliceerd bleven.123

Eenmaal terug in Nederland maakte van het Reve er werk van om deze auteurs in Europa uit te laten geven. Hiertoe werd de Alexander Herzen Stichting opgericht. De stichting maakte de publicatie van werken van sovjet schrijvers, zoals Andrej Sacharov, Andrej Almarik, Anatoli Martsjenko en Pavel Litvinov mogelijk in binnen- en buitenland. Behalve diverse vertalingen werden de teksten ook in hun originele taal uitgegeven. De Russische uitgaves waren niet voor de Europese markt. Doel was om de boeken hier te drukken om ze vervolgens de Sovjet Unie in te smokkelen, zodat de schrijvers niet langer veroordeeld waren tot kopietjes van handgeschreven manuscripten. Tevens werden de werken in het Russisch voorgelezen op Europese en Amerikaanse radiostations, die louter voor de Sovjet Unie uitzonden, zoals Radio Free Europe en Radio Liberty. Vaak waren gevluchte Sovjet dissidenten werkzaam bij deze radiostations. Zij lazen de in de Sovjet Unie verboden boeken uiteraard met groot genoegen voor aan hun landgenoten. Zo bereikten deze literaire werken uiteindelijk toch een groot deel van de Sovjet bevolking. 124

Publicaties van de Alexander Herzen Stichting confronteerden lezers met de repressieve kant van het sovjet systeem. Zo publiceerde de stichting de gevangenisdagboeken van Anatoli Martsjenko. Ook gaf zij het werk van Pjotr Grigorenko over het lot van de Krimtataren in 1969 uit, wat aandacht creëerde voor zijn persoon en zijn zaak. Omdat literatuur en politiek in de Sovjet Unie met elkaar verweven waren, waren zij dat voor de Alexander Herzen Stichting vanzelfsprekend ook. De stichting was daarom van meet af aan meer dan alleen een literair initiatief. Het was ook een politiek platform. De stichting bekende echter geen kleur. Het streven was om verboden sovjet literatuur uit te geven ongeacht politieke, filosofische of godsdienstige kleur. De stichting benadrukte dat de selectie van te publiceren literatuur louter plaats vond op basis van literaire en historische normen. Via deze redenering probeerde de Alexander Herzen Stichting zich te onttrekken aan classificatie als links of rechts, wat ten tijde van de Koude Oorlog al gauw gebeurde. De stichting benadrukte volstrekt afhankelijk te zijn van donaties. Al het geld dat zij ontving ging regelrecht naar het fonds. Dit was

123 D.F. Schaling, ‘Vluchtoord voor manuscripten’; Verboden Russische boeken komen toch bij hun lezers’, De

Tijd 30 oktober (1969) p. 9; Nico Scheepmaker, ‘Russische dissidenten in de jaren zeventig’, Kerstbijlage Leeuwarder Courant 24 december 1979, p. 2; Henk Wolzak, ‘Fors debuut van de Herzen Stichting’, De Tijd, 1

december 1969, p. 21; ‘Prof. K. van het Reve: man achter de Alexander Herzen Stichting’, Leeuwarder Courant 7 februari (1970) p. 5;‘Russische partijorgaan: Herzen-stichting werkt samen met CIA’, De Telegraaf 30 mei 1970, p. 4; ‘Stichting gaat verboden Russische manuscripten uitgeven’, Het Vrije Volk 20 mei 1969, p. 5; ‘Uitgever ondergrondse Sovjet literatuur K. van het Reve: “Nog niet alle post kunnen ze in Rusland controleren”’,

Limburgsch Dagblad, 25 maart 1970, p. 2; Interview met Irina Grivnina, Antwerpen, 19 mei 2014; They Chose Freedom: The Awakening.

mogelijk omdat van het Reve, Bezemer en Reddaway alle drie universitaire functies bekleedden. Hun universitaire werk voorzag hen van een inkomen. De stichting deden zij ernaast. 125

Alles wat in de Sovjet Unie niet hardop gezegd kon worden, wilde de Alexander Herzen Stichting openbaar maken. Zo zouden dissidenten ondanks de onderdrukking in de Sovjet Unie toch een stem krijgen. Het speerpunt van de stichting was dus vrijheid van meningsuiting, het motief waar de dissidentenbeweging zich eveneens om verenigd had. Het publiceren van verboden literatuur diende echter een hoger doel. Het moest bewustwording over de vervolging van dissidenten in de Sovjet Unie in het westen bewerkstelligen. De Alexander Herzen Stichting was daarmee een soort buitenlandse belangenorganisatie voor de dissidentenbeweging. Zij probeerde aandacht voor de dissidentenbeweging te creëren. Ook kwam de stichting op voor dissidenten die achter slot en grendel waren gezet voor het uiten van hun mening. Zo werd er tijdens een internationale boekenbeurs in Frankfurt am Main eind 1969 een oproep aan alle bezoekers van het evenement gedaan om een petitie te ondertekenen waarin de sovjet autoriteiten werden verzocht om Grigorenko en Almarik in vrijheid te stellen. Beiden zaten op dat moment achter de tralies; Grigorenko in een speciaal psychiatrisch ziekenhuis en Almarik in de gevangenis.126

Een opvallende zinsnede in de petitie is de volgende: “ [Gelooft u d]at schrijvers het best opgesloten zijn in werkkamp, gekkenhuis of gevangenis, zodra zij de moed vinden om te denken wat dringend nodig is en te zeggen wat zij denken?” 127 Hier werd al melding gemaakt van het misbruik

van de psychiatrie in de Sovjet Unie, zij het slechts zijdelings. In een interview van het Limburgsch Dagblad uit maart 1970 laat van het Reve de naam Loents zelfs vallen. Over hem zegt hij het volgende: “In Moskou hebben ze een speciale psychiater, ene professor Loents, die op bevel iemand krankzinnig verklaart. Als de overheid een proces wil dan levert [h]ij een briefje dat de vervolgde toerekeningsvatbaar is en in het omgekeerde geval verklaart hij de man krankzinnig. Een afschuwelijke manier van iemand wegwerken.” Dergelijke informatie zal van het Reve ongetwijfeld van Peter Reddaway hebben vernomen. Via Reddaway waren Bezemer en van het Reve wellicht de eerste Nederlanders die zich bewust waren van het systematisch misbruik van de psychiatrie dat einde jaren 1960 in de Sovjet Unie plaatsvond. Het misbruik van de psychiatrie was daarmee van begin af aan een onderwerp waar de Alexander Herzen Stichting zich bij betrokken voelde. Het was echter slechts één van de vele onderwerpen waarmee de stichting zich bezighield. Haar belangrijkste thema was en bleef de literatuur. 128

125 Schaling, ‘Vluchtoord voor manuscripten’, p. 9; Wolzak, ‘Fors debuut van de Herzen Stichting’, p. 21; ‘Stichting gaat verboden Russische manuscripten uitgeven’, Het Vrije Volk 20 mei 1969, p. 5.

126 Wolzak, ‘Fors debuut van de Herzen Stichting’, p. 21. 127 Ibidem.

128 Wolzak, ‘Fors debuut van de Herzen Stichting’, p. 21; 'Uitgever ondergrondse Sovjet literatuur K. van het Reve: “Nog niet alle post kunnen ze in Rusland controleren”’, Limburgsch Dagblad, 25 maart (1970) p. 2;Interview met Robert van Voren, Hollandsche Rading, 19 juli 2014.

In 1969 en 1970 stond de Alexander Herzen Stichting in het centrum van de aandacht van de Nederlandse media. Dit was vooral te danken aan Karel van het Reve, die niet wars was van provocatie. Ook speelde het een rol dat de sovjetkrant Pravda de stichting in 1969 omschreven had als “een gifzwam die tot leven is gewekt om de ideologische ondermijning van het socialisme te bewerkstelligen”. Deze uitspraak wekte uiteraard belangstelling voor de stichting in eigen land. Onder de geïnteresseerden bevond zich Henk Wolzak. In december 1969 schreef hij een uitgebreid artikel over de Alexander Herzen Stichting. Wellicht kwam hij zo voor het eerst in contact met Karel van het Reve.129

Volgens van Voren dankte Wolzak zijn adressen in Moskou aan van het Reve. Waarschijnlijk gaf hij Wolzak deze adressen om als koerier naar Moskou te reizen. Van Voren zou vanaf de jaren 1980 deze werkzaamheden ook verrichten. Koeriers reisden naar de Sovjet Unie met hulpgoederen voor de dissidentenbeweging. Aldaar wonnen zij informatie in over nieuwe ontwikkelingen binnen de beweging. Op hun terugreis smokkelden ze samizdat de Sovjet Unie uit om deze later in het westen te laten publiceren.130

Eind 1973 werd ook Henk Wolzak tot zijn genoegen in de Sovjetpers zwart gemaakt. Het Russische persbureau Tass noemde hem “een neo-fascist, een vijand van het Sovjetvolk, een jongeman, die zich schuldig [had] gemaakt aan subversieve activiteiten met als doel de ondermijning van het Russische communistische bolwerk.” Zelfs het Engelse tijdschrift The Times schonk aandacht aan deze Nederlandse anticommunist. Trots stond Wolzak het NvhN in september 1973 over dit alles te woord. Hij werd nu internationaal erkend als tegenstander van de Sovjet Unie. In een uitzending van het actualiteitenprogramma Hier en Nu kwam Wolzak samen met van het Reve aan het woord. Zij spraken over het proces tegen Jakir en Krassin dat net in de Sovjet Unie van start was gegaan. Van het Reve zal zich toen al aan Wolzak gestoord hebben. Volgens van Voren had Karel van het Reve al snel door dat Henk Wolzak een charlatan was. Hij wilde zo min mogelijk met hem te maken hebben. Van Voren vertelt dat de slavistenkring rondom van het Reve zeer gesloten was. Deze groep nam Wolzak nooit serieus. Een uitzondering op de regel vormde Nico Scheepmaker. Hij wist dat waar Wolzak ging, daar stond iets te gebeuren.131