• No results found

Het bewijs: Vladimir Boekovski’s openbaringen

Met de opname van Zjores Medvedev in 1970 kwam het misbruik van de psychiatrie in de Sovjet Unie uit. Concrete bewijzen waren er echter nog niet, maar deze lieten niet lang op zich wachten. Een maand na de commotie rondom Medvedev verscheen er een jongeman op de Amerikaanse televisie die uitgebreid verslag deed van zijn persoonlijke ervaringen in psychiatrische inrichtingen. Tevens beloofde hij documenten die het misbruik van de psychiatrie zouden bewijzen binnenkort richting het westen te sturen. Deze jongeman was Vladimir Boekovski.86

Vladimir Boekovski werd in 1942 geboren in Moskou. Hij groeide op binnen een typisch Sovjet gezin. Na de middelbare school ging Boekovski biologie studeren aan de Universiteit van Moskou. In diezelfde tijd werd hij ook actief binnen de dissidentenbeweging. Deze hield zich indertijd nog hoofdzakelijk met literatuur bezig. In 1960 begon hij met een aantal studiegenoten literatuurlezingen te organiseren op het Majakovskiplein. Volgens Robert van Voren was Boekovski de groep vooral van nut, omdat hij Moskou als zijn binnenzak kende. Hij wist precies door welke steegjes en zijpaadjes je de politie kon ontvluchten. In de jaren 1960 droeg Boekovksi regelmatig poëzie en korte verhalen van zijn hand voor op het Majakovksiplein. Zijn werk publiceerde hij in een onafhankelijk tijdschrif, Phoenix, dat hij samen met een aantal vrienden op de universiteit uitgaf. Al snel bleek het studentenleven moeilijk met het dissidentenbestaan te combineren. In 1961 werd Boekovski vanwege zijn buitenschoolse activiteiten van de universiteit van Moskou getrapt. Met zijn dissidentenactiviteiten ging Boekovski daarna onverminderd door.87

Op het Majakovskiplein leerde Boekovski de wiskundige Alexander Volpin kennen. Volpin was een dissident van het eerste uur. Een befaamde uitspraak van hem was: “…voor mij is het begrip “niet-aanpassing” heilig.”88 Dit principe zorgde ervoor dat Volpin maarliefst vijf keer onder dwang

psychiatrisch opgenomen werd in een tijdspanne van minder dan twintig jaar. De jonge dissidenten van het Majakovskiplein vonden Volpin, die veel ouder was, aanvankelijk een vreemde vogel. Volpin 85Medvedev en Medvedev, Question of Madness, pp. 41, 50, 53-54, 57, 61-62; Reddaway en Bloch, Psychiatrie

in de Sowjetunie, pp. 196-199 ;Sikkens, ‘Per boekwijzer’, p. 39; ‘Dr. Medvedev vrijgelaten’, p. 7; ‘Medvedev in

ballingschap’, 9 augustus 1973, p. 5; ‘Medvedev in vrijheid gesteld’, p. 1; ‘Medveder mag naar Londen’, p. 6; ‘Medvedev naar Londen’, Nederlands Dagblad 16 januari 1973, p. 3; ‘Medvedev verbannen’ Limburgsch

Dagblad 9 augustus 1973, p. 3; ’Rusische bioloog Medvedev in vrijheid’, p. 4; ‘Sovjet-geleerde valt Moskou in

boek aan’, De Telegraaf 29 juli 1971 p. 7; ‘Rus Medvedev naar Engeland’, De Telegraaf 5 december 1972 p. 7; ‘Russen stoten Medvedev uit’, De Telegraaf 9 augustus 1973, p. 9; ‘Zhores Medvedev mag naar het westen’, De

Tijd 16 januari 1973 p. 8.

86 Bloch en Reddaway, Soviet Psychiatric Abuse, p. 21; Soviet Dissent, p. 128. 87 Abuse of Psychiatry, pp. 30-31; Boobyyer, ‘Vladimir Bukovskii’, pp. 452-454; Interview met Robert van Voren, Hollandsche Rading, 24 mei 2014.

sprak altijd over de rechtspositie van de Sovjetburger. Hij beredeneerde dat de wetsartikelen die door de Sovjet autoriteiten tegen dissidenten ingezet werden geen grondwettelijke basis hadden en daarmee illegaal waren. In het begin werd hij niet serieus genomen. Boekovski herinnert zich in Kasteel tussen vier muren: “Alik was de eerste in ons leven die in alle ernst over sovjetwetten praatte. Maar wij lachten hem altijd uit.”89 Toen de jonge dissidenten echter inzagen dat zij de discrepantie

tussen wetboek en grondwet tegen het regime konden inzetten, namen zij Volpin’s ideeën gretig over. Hoewel het algemeen bekend was dat de Sovjet autoriteiten de wet aan hun laars lapten, begon de dissidentenbeweging zich vanaf de vroege jaren 1960 op hun rechtspositie te beroepen. Deze werd ook in de jaren 1960 constant met voeten getreden, maar het verschil was dat de autoriteiten voortaan openbaar geconfronteerd werden met hun overtredingen. Om Boekovski’s eigen woorden aan te halen: “… let us defend our laws from being encroached upon by the authorities. We are on the side of the law. They are against it.”90 De dissidentenbeweging zou de wereld laten zien dat

wetteloosheid in de Sovjet Unie heerste.91

Boekovski volgde niet alleen ideologisch het pad van zijn leermeester Volpin. In 1963 kwam ook hij in een psychiatrische inrichting terecht. De reden van zijn opname was het in bezit hebben van een verboden literair werk. Hij beschreef zijn vijftien maanden in een SPK in Leningrad later als pure hel. Toen hij in 1965 vrijkwam, raakte bij betrokken bij het smokkelen van documenten naar het westen. Dit leidde opnieuw tot een arrestatie. Ook dit keer kwam hij in een psychiatrische inrichting terecht. In 1966 werd hij uit de inrichting ontslagen om nog geen jaar later opnieuw gearresteerd te worden. Ditmaal was de oorzaak het organiseren van een demonstratie. De psychiatrie bleef hem deze keer bespaard. Hij werd drie jaar naar een kamp in Voronezj gestuurd. Begin 1970 was hij weer op vrije voet. Rond deze tijd werd het binnen de dissidentenbeweging duidelijk dat de KGB de psychiatrie systematisch als wapen tegen dissidenten inzette. Hierop besloot Boekovski informatie over het misbruik van de psychiatrie te verzamelen en dit naar het westen te smokkelen. Dankzij zijn eerdere activiteiten had hij de connecties om documenten de Sovjet Unie uit te krijgen.92

In mei 1970 werd Boekovski door twee verschillende buitenlandse journalisten geïnterviewd: Holger Jensen en William Cole. Cole was indertijd correspondent voor CBS in de hoofdstad van de Sovjet Unie. Jensen schreef voor Associated Press. Boekovski maakte bewust het misbruik van de 89 Boekovski, Kasteel, pp. 156-157.

90 Boobyyer, ’Vladimir Bukovskii’, p. 455. 91 Boekovski, Kasteel, pp. 172, 189, 288. Boobyyer, ‘Vladimir Bukovskii’, pp. 455-457.

Bloch en Reddaway, Soviet Psychiatric Abuse, pp. 20-21. Boekovski, Kasteel, pp. 155-157, 226-232, 268, 288.

Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 70-74. Van Voren, Politieke psychatrie, pp. 21-23

Van Voren, Political Psychiatry, pp. 7-8.

92 Abuse of Psychiatry, p. 30; Bloch en Reddaway, Soviet Psychiatric Abuse, p. 21; Philip Boobbyer, ‘Vladimir Bukovski and Soviet Communism’, The Slavonic and East European Review 87 (2009) p. 458.

psychiatrie het speerpunt van beide interviews. Hij wijdde uit over zijn persoonlijke ervaringen en het verschrikkelijke lot van zijn ‘medepatiënten’. In juli 1970 werd het interview in heel de Verenigde Staten uitgezonden. Nog datzelfde jaar werd het interview in zes andere landen uitgezonden. Een transcriptie werd in het Engelse tijdschrift Survey gepubliceerd. Dat deze intelligente welbespraakte jongeman, die vloeiend Engels sprak, in verschillende psychiatrische ziekenhuizen was opgenomen, wekte wereldwijd verbazing.93

Boekovski besefte dat zijn persoonlijke verslag over de psychiatrische inrichtingen in de Sovjet Unie niet zou voldoen om een veroordeling van de Sovjet psychiatrie op grote schaal mogelijk te maken. Wat Medvedev was overkomen, had ook niet dat effect gehad. Om een veroordeling te bewerkstelligen moest er bewijs op tafel komen. In het interview met Cole beloofde hij daarom spoedig documenten naar het Westen te sturen, die zijn verhaal over de wanstaltige situatie van de psychiatrie in de Sovjet Unie zouden onderschrijven. Het bewijs volgde binnen een jaar. De Boekovski documenten, zoals de gesmokkelde teksten al gauw bekend kwamen te staan, werden in maart 1971 door het Internationaal Comité voor de Bescherming van Mensenrechten94 in Parijs aan de pers

overhandigd. De documenten bevatten medische informatie over enkele voormalige psychiatrische patiënten, waarvoor volgens de patiënten en Boekovski geen enkele medische reden tot opname was geweest. Onder hen bevonden zich Grigorenko, Fainberg, Gorbanevskaja en Boekovski zelf. In de brief die Boekovski bij de documenten voegde deed hij twee oproepen. In de eerste plaats riep hij psychiaters op te beoordelen of zij op basis van de bijgesloten medische gegevens tot een ziektebeeld van de patiënten konden komen. Zijn tweede oproep was om het misbruik van de psychiatrie in de Sovjet Unie in het aankomende congres van de World Psychiatry Association (WPA) in Mexico Stad te bespreken. Kort daarna volgde een appèl van het Moskouse Comité voor de Rechten van de Mens, waar onder andere Andrej Sacharov zitting in had, met een soortgelijke oproep.95

Boekovski zette in op een algehele veroordeling van de Sovjet psychiatrie door westerse specialisten. Aanvankelijk leek hij hierin te slagen. Op 16 september 1971 publiceerde de Engelse 93 Boekovski, Kasteel, pp. 337, 346; Boobbyer, ‘Vladimir Bukovski’; p. 458; Irina Grivnina, Vladimir

Neplechovitsj en Robert van Voren, De zaak Grivnina, Schaakmat tegen de KGB (Amsterdam 1986) p. 79. Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 78-80; Van Voren, Politieke psychiatrie, pp. 24-26; Nico Scheepmaker, ‘Een held’, Leeuwarder Courant 20 december 1976, p. 5; ‘Boekovski weigert vrijheid’,

Nieuwsblad van het Noorden 17 oktober 1973, p. 18.

94 Het Internationaal Comité voor de Bescherming van Mensenrechten was een belangenorganisatie die in 1969 opgericht was in Parijs door naar Europa gevluchte dissidenten

95 Abuse of Psychiatry, pp. 29-30; Bloch en Reddaway, Soviet Psychiatric Abuse, pp. 42-43. Boekovski, Kasteel, p. 339-340; Boobbyer, ‘Vladimir Bukovski’, p. 458; Grivnina, Schaakmat, p. 79.

Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 81-86; Crijnen en Wolzak, ‘Wie is er eigenlijk gek’, p. 17. Fisher, ‘Het droeve leven van Nina Ivanovna’, p. 16; F. Suasse, ‘Pavel Litvinov: Door de klassenstrijd zijn altijd de besten in Rusland vervolgd’, De Tijd 30 maart

1974, p. 4 ; Henk Wolzak en Ton Crijnen,‘Geïnterneerde Sovjetdissident in acuut levensgevaar‘, De Tijd 28 maart 1974, p. 9; ‘A.I.: zieke Boekovski moet vrij!‘, Nederlands Dagblad 29 maart 1974, p. 8 ‘Nederlander voor Amnesty naar Moskou’, Het Vrije Volk 1 februari 1972, p. 7.

krant The Times een rapport van 44 Engelse psychiaters dat zij na het bestuderen van de Boekovski documenten hadden opgesteld. Zij sloten het rapport af met de volgende conclusie: “Op basis van het bewijs dat deze rapporten bevat, voelen de ondergetekende psychiaters zich gedwongen uitdrukking te geven aan hun ernstige twijfels over de legitimiteit van de gedwongen behandeling voor de zes betreffende personen en van de detentie voor onbepaalde duur in psychiatrische gevangenissen… Het komt ons voor dat de diagnoses van deze zes mensen slechts gemaakt zijn als gevolg van hun acties, waarbij zij fundamentele vrijheden in praktijk brachten.”96

Een paar dagen voor het congres van de WPA in Mexico Stad kwam de World Federation for Mental Health (WFMH) bijeen in Hong Kong. Tijdens deze conferentie stelden de deelnemers een resolutie op waarin het misbruik van de psychiatrie in de Sovjet Unie openlijk verworpen werd. Het was voor het eerst dat een psychiatrische organisatie dergelijke aantijgingen maakten. Opvallend was dat de Sovjet Unie met naam en toedracht genoemd werd. Dat de WFMH hier niet voor terugdeinsde, geeft aan hoe zeker men in psychiatrische kringen inmiddels was van het misbruik van de psychiatrie in de Sovjet Unie. De organisatie durfde echter nog steeds niet van officiële bewijzen te spreken.97

Het zag er naar uit dat de kwestie bepaald zou worden op het WPA congres in Mexico Stad. Hoewel het WFMH nog niet van bewijzen durfde te spreken, wees alles erop dat de psychiatrie in de Sovjet Unie ingezet werd als onderdrukkingsmiddel. Het zag er niet goed uit voor de Sovjet psychiatrie. De psychiatrische top van de Sovjet Unie was zich hier van bewust en zou er op het congres alles aan doen om een algemene veroordeling te voorkomen. Nog voordat het congres begon, zette de Sovjet psychiatrie de tegenaanval in. Tijdens een interview met de Sovjet krant Izvestia sprak Snezjnevski laagdunkend over “… absurde berichtgeving dat gezonde personen in de [Sovjet Unie] zouden worden geplaatst in psychiatrische inrichtingen.”98 Hij sloot het interview af met

de mededeling dat: “… gevallen van opsluiting van gezonde mensen in psychiatrische inrichtingen in ons land absoluut onmogelijk [is].”99

Op 28 november 1971 kwamen duizenden psychiaters van overal ter wereld richting Mexico Stad voor het daar georganiseerde WPA Congres om over hun vakgebied te spreken. Op het congres gonsde het van de gesprekken over de Boekovski documenten. Nooit eerder was er een ethisch beroep op de WPA gedaan. Activisten uit Engeland waren naar Mexico Stad gereisd om voor veroordeling van het misbruik van de psychiatrie in de Sovjet Unie te lobbyen. Zij overhandigden exemplaren van A Question of Madness van de gebroeders Medvedev aan geïnteresseerde psychiaters. De voorzitter van het congres, Dr. Ramon de la Fuente, sprak tijdens zijn openingswoord 96 Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 84-85.

97Boekovski, Kasteel, p. 353; Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 84-88 98 Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, p. 87.

over bestaande vermoedens van misbruik van de psychiatrie voor politieke doeleinden. De Sovjet Unie noemde hij niet met naam, maar iedereen wist op welk land hij doelde. Hij liet zijn collega’s weten dat “zwijgen over zo’n ongehoorde situatie zeer zwaar op het geweten zou drukken.”100

Toch was dit wat uiteindelijk gebeurde. Het misbruik van de psychiatrie in de Sovjet Unie bleef na de openingsrede van de la Fuente een onbesproken onderwerp op het WPA congres in Mexico Stad. De Sovjet delegatie wist op slinkse wijze te voorkomen dat het misbruik van de psychiatrie tijdens het congres ter discussie zou komen te staan. Een sleutelrol was hierin weggelegd voor Sovjet psychiater professor Marat Vartanjan, die achteraf helemaal geen psychiater maar een KGB-agent geweest lijkt te zijn. Vartanjan was lid van het uitvoerend comité van de WPA en wist vanuit die positie een veroordeling van de Sovjet psychiatrie te voorkomen. Hij liet zijn collega’s weten dat de Sovjet delegatiehuiswaarts zou keren als het vermeende misbruik ter sprake gebracht zou worden. Vartanjan ontpopte zich verder tot een fervent verdediger van de Sovjet psychiatrie. Net als Snezjnevski ontkende hij dat misbruik van de psychiatrie in de Sovjet Unie voorkwam tijdens het congres in Mexico Stad. “De aard van ons systeem is zo dat dit niet kan gebeuren.”101, liet hij de pers

weten. Ook ontkende hij dat het onderwerp überhaupt speelde op het congres. Zij zouden een kleine minderheid zijn. Snezjnevski, die ook op het congres aanwezig was, liet in een interview ter plaatse weten dat de beschuldigingen aan de Sovjet psychiatre die circuleerden “een koude oorlogs- manoeuvre waren.” Zo werd het onderwerp alsnog politiek gemaakt. De psychiaters die het misbruik van de psychiatrie ter discussie wilden stellen, konden nu weggezet worden als stemmingmakers. Hun argumenten zouden er louter op gericht zijn om de Sovjet Unie te besmeuren. Daarom moesten zij zwijgen. Door de kwestie aan een wetenschappelijke instantie voor te leggen had Boekovski gehoopt het politieke aspect buiten beschouwing te kunnen laten, maar zijn poging werd gesaboteerd door de Sovjet psychiaters in Mexico Stad. Het misbruik van de psychiatrie in de Sovjet Unie bleef in 1971 onbesproken. Het had voor een wetenschappelijke organisatie geen pas zich in te laten met politieke kwesties. Daar stond zij boven. De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en Neurologie zou zich om dezelfde redenen ook altijd afzijdig houden van het misbruik van de psychiatrie.102

De teleurstellende uitkomst van het WPA congres in Mexico Stad drukte een stempel op het lot van Vladimir Boekovski. Hij werd vrijwel direct na het smokkelen van de Boekovski documenten opnieuw door de sovjet autoriteiten gearresteerd. Aanvankelijk werd hij in de Lefortovo gevangenis opgesloten. In Kasteel tussen vier muren vertelt Boekovski dat zijn arrestatie een last van zijn 100 Bloch en Reddaway, Soviet Psychiatric Abuse, p. 43; Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 86-89.

101 Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, p. 94.

102 Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, p. 94; Ton Crijnen en Henk Wolzak, ‘Wie is er eigenlijk gek?’, De Tijd 23 november 1973, p. 17; Nico Scheepmaker, ‘Wie is van hout?’, Leeuwarder Courant 30 december 1973, p. 5; Bloch en Reddaway, Psychiatrie in de Sowjetunie, p. 94; Interview met Irina Grivnina, Antwerpen, 19 mei 2014; Interview met Robert van Voren, Hollandsche Rading, 24 mei 2014.

schouders was. Hij leefde al weken in afwachting van het moment dat hij in de boeien geslagen zou worden. De Lefortovo gevangenis was een tweede thuis voor hem. In zijn memoires zegt hij op een gegeven moment: “Het lijkt wel of ik mijn hele leven in de Lefortovo heb doorgebracht.”103 In de

gevangenis kwam hij tot rust. Enthousiast beschrijft hij hoe hij in 1971 de gevangenisbibliotheek bezocht, waar honderden werken die overal in de Sovjet Unie verboden waren, gewoon op de plank stonden. Blijkbaar was de bibliotheek van de KGB gevangenis nooit doelwit geworden van literaire zuiveringen. Tijdens zijn gevangenschap in de Lefortovo werd Boekovski een aantal keer opgeroepen voor verhoren, maar tot frustratie van zijn ondervragers weigerde hij mee te werken. Hij zweeg als het graf.104

Zijn rust werd al snel doorbroken. Omdat het gerechtelijke pad een doodlopende weg leek, werd Boekovski in augustus 1971 opnieuw naar het Sersbki Instituut doorverwezen. Hij bevond zich al snel weer op de vierde afdeling van het Serbski Instituut onder het toezicht van de hem inmiddels welbekende Dr. Loents. Boekovski vreesde opnieuw in een SPK terecht te komen. Vanaf oktober 1971 deed zich echter een vreemde episode voor. De psychiaters van het Serbski Instituut deden er ineens alles aan om Boekovski toerekeningsvatbaar te verklaren. Wat hier de oorzaak van was, was voor Boekovski een raadsel. Waarschijnlijk was er van bovenaf ingegrepen toen de Sovjet top vernam dat Boekovski in het Serbski Instituut onderzocht werd. De affaire rondom Zjores Medvedev stond nog fris in het geheugen van de communistische top en zij wilde herhaling van een dergelijk schandaal ten alle koste vermijden. Het lijkt achteraf haast alsof het een macht der gewoonte was geworden om Vladimir Boekovski na zijn arrestatie naar het Serbski Instituut te verwijzen. Uiteindelijk werd Boekovski toerekeningsvatbaar verklaard door de artsen, die eerder tot een tegenovergestelde diagnose waren gekomen. Hij werd uit het Serbski ontslagen.105

Op 5 januari 1972 werd Vladimir Boekovski berecht. Omdat hij door het Serbski Instituut toerekeningsvatbaar was verklaard, mocht hij bij zijn proces aanwezig zijn. Veel verschil maakte dat niet. Het vonnis stond van te voren vast. Hij kreeg de zwaarste straf mogelijk; twaalf jaar onderverdeeld in kamp, gevangenis en verbanning.106

2.5 Conclusie

Aan de hand van deze vijf case studies wordt duidelijk hoe het misbruik van de psychiatrie langzaam doordrong tot de westerse wereld. Toen Tarsis en Belov verdwenen, was daar weinig aandacht voor 103 Boekovski, Kasteel tussen vier muren, p. 168.

104 Boekovski, Kasteel tussen vier muren, pp. 350-351. 105 Boekovski, Kasteel, pp. 353-356, 358-361.

106 Boekovski, Kasteel, pp. 366-370;Reddaway en Bloch, Psychiatrie in de Sowjetunie, pp. 314-317; Jacques Gans, ‘Boekovsky in Brezjnev’s Zwijnenstal’, De Telegraaf 11 januari 1972, p. 5; Jacques Gans, ‘Heeft Xerox het gedaan’, De Telegraaf 20 januari 1972, p. 5; Jacques Gans, ‘Het proces Boekovski’, De Telegraaf 18 mei (1972) p. 11.

in zowel de Sovjet Unie als het buitenland. Hun bekendheid was niet groot genoeg om een schandaal te veroorzaken. Hetzelfde gold voor generaal-majoor Grigorenko. Hij was weliswaar in eigen land erg bekend, maar in het westen wisten weinigen wie hij was. Het feit dat hij Sacharov tot zijn vrienden rekende, zorgde er uiteindelijk wel voor dat zijn verhaal enige aandacht kreeg maar een schandaal bleef uit. Toen Medvedev onder dwang opgenomen werd, waren er in het westen al signalen binnen gekomen dat de psychiatrie in de Sovjet Unie gebruikt werd om andersdenkenden te onderdrukken. Door de campagne die Roj Medvedev voor de vrijlating van zijn broer voerde, kreeg Medvedev’s zaak internationaal veel aandacht. De betrokkenheid van de academische wereld speelde hierbij een doorslaggevende rol. In het westen besefte men zich nu dat de psychiatrie in de Sovjet Unie als wapen ingezet werd tegen de dissidentenbeweging. Bewijs ontbrak echter nog. Dat leverde Vladimir Boekovski uiteindelijk. Hoewel zijn oproep aan het congres van de WPA in 1971 aan dovemans oren gericht bleek, konden de Sovjet autoriteiten het misbruik van de psychiatrie daarna niet meer in de