cf. Vorige les. . . Toepassing: mechanische en elektrische trillingen
DIFFERENTIAALVERGELIJKINGEN
Stefaan Poedts
cf. Vorige les. . . Toepassing: mechanische en elektrische trillingen
Vorige les. . .
• inhomogenevergelijking (2de orde)
L[y ](t) = y00(t) + p(t)y0(t) + q(t)y (t) =g (t) (∗) met p, q en g gegeven (continue) functies op een open interval I • wat is de algemene oplossing?
y (t) = Φ(t) = c1y1(t) + c2y2(t) + Y (t),
• hoe bepaal je de particuliere oplossing? - methode onbepaalde co¨effici¨enten - variatie van parameters
cf. Vorige les. . . Toepassing: mechanische en elektrische trillingen
Opgave
Bepaal voor λ > 0, λ 6= 1, de oplossing van
y00+ y = sin(λt), y (0) = 0, y0(0) = 1,
Overeenkomstige homogene vergelijking:
• kar. vgl.: r2+ 1 = 0 ⇒ r1,2 = ±i
⇒ yc =c1cost + c2sint
Inhomogene vergelijking:
• part. opl. via onbepaalde co¨eff. stel Y =Asin(λt) ⇒ A(1 − λ2) = 1 ⇒ A = 1/(1 − λ2)
Algemene oplossing:
• y =c1cost + c2sint + 1
cf. Vorige les. . . Toepassing: mechanische en elektrische trillingen
Opgave (vervolg)
Beginvoorwaarden gebruiken: • y (0) = c1cos0+ c2sin0+ 1 1 − λ2sin(λ0) = c1 = 0 • y0(0) = −c1sin0+ c2cos0+ λ 1 − λ2cos(λ0) = c2+ λ 1 − λ2 = 1 ⇒ c2= 1 − λ 1 − λ2 = 1 − λ − λ2 1 − λ2Unieke particuliere oplossing: ⇒ y = (1 − λ − λ
2)sint + sin(λt)
Hoofdstuk 4
• Algemene theorie van lineaire vergelijkingen van orde n - De homogene vergelijking
- De inhomogene vergelijking
• Homogene vergelijkingen met constante co¨effici¨enten - Re¨ele en verschillende wortels
- Complexe wortels - Samenvallende wortels
• De methode van onbepaalde co¨effici¨enten • De methode van variatie van parameters
Hoofdstuk 4
• veralgemening theoretische structuuren oplossingsmethoden uit het vorige hoofdstuk voor lineaire differentiaalvergelijkingen van orde 3 en hoger
• orde ‘n’ ⇒ hoger abstractieniveau
• resultaten gelden voor een veel groter toepassingsgebied
Definitie
Def.: Een differentiaalvergelijking wordt eenalgemene lineaire differen-tiaalvergelijking van orden genoemd als ze in de volgende vorm kan geschreven worden:
y(n)+ p1(t)y(n−1)+ . . . + pn−1(t)y0+ pn(t)y = g (t), (∗)
waarbij p1(t), . . . , pn(t), g (t) gegeven functies zijn van de
veran-derlijke t. Opmerkingen: • 6= notaties: y(n)= d ny dtn = D ny
Aannames en notatie
• we laten toe dat p1(t), . . . , pn(t), g (t) en ook de y (t) complexe functies
van ´e ´en re ¨ele veranderlijkezijn (cf. hfdst 2)
• we nemen aan dat p1(t), . . . , pn(t), g (t)continu zijn op een open interval
I = ]α, β[ ⊂ R
• notatie: F = {f : I ⊂ R → C}
Lineaire differentiaaloperator
• definieer de afbeelding L : F → F : y 7→ L[y ] = y(n)+ p1y(n−1)+ · · · + pn−1y 0 + pny = Dny + p1Dn−1y + · · · + pn−1Dy + pny • verkorte notatie: L = Dn+ p1Dn−1+ · · · + pn−1D + pn•OPM: L[y ] enkel gedefinieerd als y n keer afleidbaar is
(wordt stilzwijgend verondersteld)
• L wordtlineaire differentiaaloperator genoemd (cf. hfdst 3) ⇒ we tonen aan dat dit zo is :
Lineaire differentiaaloperator
Eigenschap 4.1 :
L : F → F is een lineaire afbeelding. Bewijs:
• Zij a, b ∈ C en y1, y2 ∈ F
⇒ Te Bewijzen: L(ay1+ by2) = aL[y1] + bL[y2]
L[ay1+ by2] = (ay1+ by2)(n)+ p1(ay1+ by2)(n−1)+ . . . + pn(ay1+ by2) = ay1(n)+by2(n)+ap1y (n−1) 1 +bp1y (n−1) 2 + . . . +apny1+bpny2 = a(y1(n)+ p1y (n−1) 1 + . . . + pny1)+b(y (n) 2 + p1y (n−1) 2 + . . . + pny2) = aL[y1] + bL[y2]
• wiskundige theorie verbonden aan
y(n)+ p1(t)y(n−1)+ . . . + pn−1(t)y0+ pn(t)y = g (t) (∗)
is volledig analoogaan die voor de lin. vgl. van 2de orde (cf. hfdst 3) • vb. veralgemening Stelling 3.3 :
Stelling 4.1 :
Bestaans- en ´e ´enduidigheidsstelling
Zij p1, . . . , pn, g : I ⊂ R → C continue functies en t0 ∈ I. Zij
y0, . . . , y0(n−1)∈ C, dan bestaat er ´e ´en en juist ´e ´en oplossingyvan vgl.(∗)
die voldoet aan de (n) beginvoorwaarden
De homogene vergelijking
• we bespreken opnieuw eerst de homogene vergelijking
L[y ](t) = y(n)+ p1(t)y(n−1)+ · · · + pn−1(t)y0+ pn(t)y = 0 (∗)
• we tonen nu aan dat de verzameling van alle oplossingen van een homogene lineaire Dvgl een n-dimensionale lineaire deelruimteis vanF • Gevolg Eig. 4.1 : als y1, y2, . . . , yn oplossingen zijn van vgl. (∗), dan ook
de lineaire combinatie
y (t) = c1y1(t) + c2y2(t) + · · · + cnyn(t)
met willekeurige c1, c2, . . . , cn
⇒ kan elkeoplossing van vgl. (∗) als lineaire combinatie van y1, y2, . . . , yn
De homogene vergelijking (vervolg)
• is zo als, onafhankelijk van de opgelegde BVWn, c1, c2, . . . , cn zo
gekozen kunnen worden dat de BVWn voldaan zijn door y (t) = c1y1(t) + c2y2(t) + · · · + cnyn(t)
• m.a.w.voor elke keuze van t0 ∈ I en y0, y00, . . . , y (n−1)
0 , moet het mogelijk zijn c1, c2, . . . , cnzo te bepalen dat voldaan is aan
c1y1(t0) + c2y2(t0) + · · · + cnyn(t0) = y0,
c1y10(t0) + c2y20(t0) + · · · + cnyn0(t0) = y00,
..
. (∗∗)
De homogene vergelijking (vervolg)
• stelsel (∗∗) heeft unieke oplossing als de determinant van de co¨effici¨entenmatrix niet gelijk is aan nul(en vice versa)
⇒ nodige en voldoende voorwaarde voor het bestaan van een oplossing van vgln. (∗∗) voor willekeurige y0, y00, . . . , y
(n−1)
0 is dus dat deWronskiaan
W (y1, . . . , yn)(t) = y1(t) y2(t) · · · yn(t) y10(t) y20(t) · · · yn0(t) .. . ... ... y1(n−1)(t) y2(n−1)(t) · · · yn(n−1)(t) , (∗ ∗ ∗) niet nul is in t = t0
• maar t0 kanelk punt kan zijn in I
De homogene vergelijking (vervolg)
• cf. 2de orde vgln: men kan aantonen dat als y1, y2, . . . , yn oplossingen
zijn van vgl. (∗), W (y1, . . . , yn) ofwel gelijk is aan nul voor elke t ∈ I of
anders nergens gelijk aan nul is in I • de volgende stelling geldt dus:
Stelling 4.2 :
Alsp1, p2, . . . , pn continu zijn op het open intervalI, als y1, y2, . . . , yn
op-lossingen zijn van vgl. (∗), en als W (y1, . . . , yn)(t) 6= 0 voor tenminste
´e ´en punt inI, dan kan elke oplossing van vgl.(∗)uitgedrukt worden als een lineaire combinatie vany1, y2, . . . , yn.
De homogene vergelijking: algemene oplossing
• een set opln y1, y2, . . . , yn van vgl. (∗) waarvan de Wronskiaan niet nul
is wordt eenfundamentele set van oplossingengenoemd
• bestaan van zo’n set kan op precies dezelfde manier aangetoond worden als voor lineaire vgln van de 2de orde (zie Stelling 3.7).
⇒ ´alleoplossingen van vgl. (∗) zijn van de vorm
y (t) = c1y1(t) + c2y2(t) + · · · + cnyn(t)
Lineaire (on-)afhankelijkheid
• ook lineaire (on-)afhankelijkheid (cf. sectie 3.2.3) is te veralgemenen • functies f1, f2, . . . , fn worden lineair afhankelijkgenoemd op I als er een
set van constanten k1, k2, . . . , kn, die niet alle nul zijn, bestaat zodat
k1f1+ k2f2+ . . . + knfn= 0 voor alle t ∈ I
zoniet zijn f1, f2, . . . , fn lineair onafhankelijk
• men kan aantonen dat W (y1, . . . , yn)(t0) 6= 0 voor een t0∈ I een nodige
en voldoende voorwaarde is voor lineaire onafhankelijkheid
- fundamentele set van oplossingen is dus lineair onafhankelijk
De inhomogene vergelijking
• beschouw nu de inhomogene vergelijking
y(n)+ p1(t)y(n−1)+ . . . + pn−1(t)y0+ pn(t)y = g (t) (∗)
• als Y1 en Y2 willekeurigeoplossingen zijn van deze vgl, dan volgt
onmiddellijk uit Eig. 4.1 dat
L[Y1− Y2](t) = L[Y1](t) − L[Y2](t) = g (t) − g (t) = 0
⇒ Y1− Y2 is dus een oplossing van de overeenkomstige hom. vgl.
(cf. hfdst 3)
⇒ Y1− Y2 kan dus uitgedrukt worden alslin. combinatie van een
De inhomogene vergelijking: algemene oplossing
⇒ cf. hfdst 3: elke oplossing van vgl. (∗) is dus van de vormy (t) = c1y1(t) + c2y2(t) + . . . + cnyn(t) + Y (t) (∗∗)
waarbij Y (t) een particuliere oplossing is van de inhom. vgl. ⇒ (∗∗) is de algemene oplossingvan de inhom. vergelijking (∗)
⇒ fundamentele probleem is dus opnieuw hetbepalen van een
fundamentele set van opln van de overeenkomstige hom. vergelijking • vrij eenvoudig als de co¨effici¨enten constanten zijn
• zoniet zijn meestal numerieke oplossingsmethoden of reeksmethoden
De inhomogene vergelijking: opmerking
• methode van de ordereductie (cf. sectie 3.2.5) ook toegepasbaar op lineaire Dvgln van orde n:
- stel dat y1 oplossing is van overeenkomstige hom. vgl.
⇒ subst. y =v (t)y1(t) levert lin. Dvgl op van orde n − 1 voor v0
• voor n ≥ 3 is deze gereduceerde vergelijking dus zelf van de orde 2 of hoger, meestal niet eenvoudiger dan oorspronkelijke vergelijking
Homogene vergelijkingen met constante co¨
effici¨
enten
• beschouw de n-de orde lineaire homogene differentiaalvergelijkingL[y ] = a0y(n)+ a1y(n−1)+ · · · + an−1y0+ any = 0 (∗)
waarbij a0, a1, . . . , an re¨ele constanten zijn
• OPM: cf. ‘Calculus en analyse’ (1ste bach): gewone differentiaaloperator
• inderdaad, afbeelding L te zien als veelterm P(D):
L = a0Dn+ a1Dn−1+ · · · + an−1D + an= P(D)
⇒ Dvgl (*) kan dan genoteerd worden als P(D)y = 0 • P is dekarakteristieke veeltermvan vgl. (∗)
Homogene vergelijkingen met constante co¨
effici¨
enten
• beschouw de n-de orde lineaire homogene differentiaalvergelijkingP(D)y = a0y(n)+ a1y(n−1)+ · · · + an−1y0+ any = 0 (∗)
waarbij a0, a1, . . . , an re¨ele constanten zijn
• cf. hfdst 3: opl van vorm y (t) = ert te verwachten voor geschikte r • inderdaad :
P(D)ert = ert(a0rn+ a1rn−1+ · · · + an−1r + an) = ertP(r )
voor alle r met
Homogene vergelijkingen met constante co¨
effici¨
enten
• voor die r waarvoor P(r ) = 0, is dus ook P(D)ert = 0 ⇒ ert is een oplossing van vgl. (∗)
• P(r ) = 0 is dekarakteristieke vergelijking van vgl. (∗)
• cf. hfdst 2 : veelterm van graad n heeft n nulpunten en kan dus in de vorm
P(r ) = a0(r − r1)(r − r2) · · · (r − rn)
Re¨
ele en verschillende wortels
• stel: wortels van de karakteristieke vergelijking zijn re¨eel en allemaal verschillend
⇒ n verschillende oplossingen er1t, er2t, . . . , ernt van vgl. (∗)
• als deze n functies lineair onafh. zijn, dan is de alg. opl. y = c1er1t+ c2er2t+ · · · + cnernt (∗∗)
• lineaire onafhankelijkheid van er1t, er2t, . . . , ernt kan aangetoond worden
Voorbeeld
• bepaal de algemene oplossing van
y(4)+ y000− 7y00− y0+ 6y = 0 (∗)
en zoeken de oplossing die bovendien voldoet aan de beginvoorwaarden y (0) = 1, y0(0) = 0, y00(0) = −2, y000(0) = −1 (∗∗)
• stel y = ert ⇒ karakteristieke vergelijking: r4+ r3− 7r2− r + 6 = 0 ⇒ wortels zijn: r1 = 1, r2= −1, r3 = 2 en r4 = −3
⇒ algemene oplossing van vgl. (∗) is dus
Voorbeeld (vervolg)
• opleggen BVWn (∗∗) levert stelsel op voor c1, c2, c3, c4 :
c1+ c2+ c3+ c4= 1 c1− c2+ 2c3− 3c4= 0 c1+ c2+ 4c3+ 9c4= −2 c1− c2+ 8c3− 27c4= −1
• oplossing van dit systeem : c1 = 11 8 , c2 = 5 12, c3= − 2 3, c4= − 1 8 ⇒ oplossing van het beginvoorwaardenprobleem is:
y = 11 8 e t+ 5 12e −t− 2 3e 2t−1 8e −3t
Voorbeeld (vervolg)
–0.8 –0.6 –0.4 –0.2 0 0.2 0.4 0.6 0.8 1y
0.2 0.4 0.6 0.8 1t
Opmerking
• de oplossingsprocedure van een n-de orde lineaire
differentiaalvergelijking hangt dus af vanhet vinden van de wortels van de overeenkomstige karakteristieke vergelijking
• dit is een veeltermvergelijking van graad n ⇒ niet altijd even eenvoudig!
- cf. methodes aangeleerd in het secundair onderwijs
Complexe wortels
• beschouw opnieuw de n-de orde lineaire homogene Dvgl
L[y ] = a0y(n)+ a1y(n−1)+ · · · + an−1y0+ any = 0 (∗)
waarbij a0, a1, . . . , an re ¨ele constanten zijn
• als de karakteristieke vergelijking
P(r ) = a0(r − r1)(r − r2) · · · (r − rn) = 0
complexe wortelsheeft, moeten ze in toegevoegde paren, λ ± i µ, voorkomen aangezien de co¨effici¨enten a0, . . . , an re¨ele getallen zijn
Complexe wortels: opmerking
• als geen enkele wortel een multipliciteit hoger dan 1 heeft, is de algemene oplossing van vgl. (∗) nog steeds van de vorm
y = c1er1t+ c2er2t+ · · · + cnernt (∗∗)
• cf. sectie 3.2.4: de complexe oplossingen e(λ+i µ)t en e(λ−i µ)t kunnen vervangen worden door de re ¨ele oplossingen
eλtcosµt en eλtsinµt
⇒ stemmen overeen met re¨ele en imaginaire deel van e(λ+i µ)t
⇒ het is dus nog steeds mogelijk om de algemene oplossing van vgl.(∗)te
Complexe wortels: voorbeeld
• we bepalen de algemene oplossing vany(4)− y = 0 (∗)
en zoeken de oplossing die bovendien voldoet aan de beginvoorwaarden y (0) = 7 2, y 0(0) = −4, y00(0) = 5 2, y 000(0) = −2 (∗∗) • karakteristieke vergelijking: r4− 1 = (r2− 1)(r2+ 1) = 0 ⇒ wortels : r = 1, −1, i , −i ⇒ algemene oplossing is dus
Complexe wortels: voorbeeld
• als we de beginvoorwaarden y (0) = 7 2, y 0(0) = −4, y00(0) = 5 2, y 000(0) = −2 opleggen, vinden we c1 = 0, c2 = 3, c3 = 1 2, c4 = −1 ⇒ de oplossing van het beginvoorwaardenprobleem is dusy = 3e−t +1
Complexe wortels: voorbeeld
–1 0 1 2 3y
2 4 6 8 10 12 14t
Complexe wortels: opmerking
• het vorige voorbeeld maakt duidelijk dat de beginvoorwaarden een enorm belangrijke rol spelen
⇒ door de keuze y (0) = 7 2, y 0(0) = −4, y00(0) = 5 2, y 000(0) = −2
was de co¨effici¨ent c1 = 0
⇒ de snel groeiende exp. term in de alg. opl. werd uitgeschakeld
• voor een lichtjes andere keuze van BVWn zal c1 6= 0 en zal de
PAUZE
Whoever despises the high wisdom of mathematics nourishes himself on delusion.
Samenvallende wortels
• beschouw opnieuw de n-de orde lineaire homogene Dvgl
L[y ] = a0y(n)+ a1y(n−1)+ · · · + an−1y0+ any = 0 (∗)
waarbij a0, a1, . . . , an re¨ele constanten zijn
• als de karakteristieke vergelijking
P(r ) = a0(r − r1)(r − r2) · · · (r − rn) = 0
samenvallende wortels heeft, dan is
y = c1er1t+ c2er2t+ · · · + cnernt
Samenvallende wortels (vervolg)
• cf. overeenkomstige geval hfdst 3 :
⇒ twee lin. onafh. opln. er1t enter1t gevonden
⇒ analoog voor vergelijkingen van orde n :
als P(r ) = 0 bv. een wortel r1 heeft met multipliciteit m1 ≤ n, heeft
vgl. (∗) als oplossingen
er1t, ter1t, t2er1t, . . . , tm1−1er1t,
Samenvallende wortels (vervolg)
Hulpstelling 4.1 :
Voor elke functiew ∈ F, elker ∈ Cenk ∈ Ngeldt dat (D − r )k(wert) = (Dkw )ert.
Bewijs: volledige inductie
• Basis: voor k = 1 vinden we(D − r )(wert) = (Dw )ert+ wrert− rwert = (Dw )ert • Inductiestap: stel dat de stelling waar is voor k, we moeten dan
bewijzen dat ze ook geldt voor k + 1. We vinden (D − r )k+1(wert) = (D − r ) (D − r )k(wert) = (D − r )(Dkw )ert (cf. inductiehypothese) = (Dk+1w )ert−r (Dkw )ert+ r (Dkw )ert = (Dk+1w )ert
Direct gevolg Hulpstelling 4.1
• als een functie w voldoet aan Dkw = 0, dan is automatisch
(D − r )k(wert) = 0 ⇒ de functies
er1t, ter1t, t2er1t, . . . , tm1−1er1t (∗∗)
zijn dus inderdaad allemaal oplossingen van de vergelijking (D − r1)m1y = 0
Hulpstelling 4.2 :
De functies(∗∗)zijn lineair onafhankelijk. Bewijs:
• stel dat
c1er1t+ c2ter1t+ . . . + cm1t
m1−1er1t = 0
• aangezien er1t 6= 0, moet dus
c1+ c2t + . . . + cm1t
m1−1= 0
• veelterm is enkel identiek nul is als alle co¨effici¨enten nul zijn
Opmerkingen
• Stelling 3.7 is makkelijk te veralgemenen: een fundamentele set van oplossingen van vergelijking (*) bevat n functies
⇒ de m1 functies
er1t, ter1t, t2er1t, . . . , tm1−1er1t (∗∗)
vormen dus een basis voor de oplossingsruimte van (D − r1)m1y = 0
⇒ dealgemene oplossing van (D − r1)m1y = 0 wordt gegeven door
y (t) = c1er1t+ c2ter1t+ . . . + cm1t
m1−1er1t
= (c1+ c2t + . . . + cm1t
m1−1) er1t
= Z (t) er1t
Besluit
Stelling 4.3 :
Zijr1, . . . , rk ∈ Ronderling verschillende re ¨ele getallen en zijm1, . . . , mk ∈
N0. Dan wordt de algemene oplossing van de vergelijking
(D − r1)m1(D − r2)m2. . . (D − rk)mky = 0,
gegeven door
y (t) = Z1(t)er1t+ Z2(t)er2t+ . . . + Zk(t)erkt,
waarbij deZl willekeurige veeltermen zijn van graadml − 1voor elkel =
Samenvallende complexe wortels
• stel complexewortel λ + i µ heeft multipliciteit m, dan heeft λ−i µ ook
multipliciteitm
⇒ 2m complexe oplossingen, maar makkelijk 2mre ¨ele oplossingente
vinden aangezien de re¨ele en imaginaire delen van
e(λ+i µ)t, te(λ+i µ)t, . . . , tm−1e(λ+i µ)t ook lineair onafhankelijke oplossingen zijn:
eλtcosµt, eλtsinµt,teλtcosµt,teλtsinµt, . . . ,tm−1eλtcosµt,tm−1eλtsinµt, ⇒ algemene oplossing van vgl. (∗) kan nog steeds geschreven worden als
Samenvallende wortels : voorbeeld
• bepaal de algemene oplossing van y(4)+ 2y00+ y = 0 • de karakteristieke vergelijking is
r4+ 2r2+ 1 = (r2+ 1)(r2+ 1) = 0 ⇒ λ = 0, µ = 1 ⇒ wortels : r = i , −i , i , −i
⇒ dealgemene oplossing is dus
y = c1cost + c2sint + c3tcost + c4tsint
• OPM : het kan nodig zijn wortels te trekken uit een complex getal ⇒ cf. hfdtst 2: via de formule van Euler, eit = cost + i sint
Samenvallende wortels : opmerkingen
• zelfde probleem : alle wortels nodig van een veeltermvergelijking ⇒ niet altijd even gemakkelijk, zelfs niet met een computer :
onderscheidsamenvallend - dicht bij elkaar liggendsoms moeilijk ⇒ belangrijk : vorm alg. oplossing verschillendin deze twee gevallen
• als de co¨effici¨enten a0, a1, . . . , an in vgl. (∗) complexe getallenzijn
⇒ oplossing nog steeds van de vorm (HStelling 4.1 is algemeen!) y = c1er1t+ c2er2t+ · · · + cnernt
maar de r1, . . . , rn zijn dan in het algemeen complex
+complex toegevoegde van een wortel is niet altijd ook een wortel
Inhomogene lineaire vergelijkingen
• beschouwinhomogene lineaire vgl van orde n met const. co¨effici¨enten L[y ] = a0y(n)+ a1y(n−1)+ · · · + an−1y0+ any =g (t) (∗)
⇒ een particuliere oplossing Y (t) is te bepalen via demethode van onbepaalde co ¨effici ¨enten,ALSg (t)een geschikte vorm heeft
• niet zo algemeen als demethode van variatie van parameters, MAAR : meestalveel eenvoudiger te gebruiken (indien toepasbaar) • cf. hfdst 3: toepassing van de lineaire differentiaaloperator L (met
constante co¨effici¨enten) op een veelterm, een exp, een sin of cos, resulteert in, respectievelijk, een veelterm, exp, sin en cos
De methode van onbepaalde co¨
effici¨
enten
⇒ als g (t) een som is van veeltermen, exp, sin en cos of producten ervan, kunnen we Y (t) te vinden door een geschikte combinatie voorop te stellen van die functies, vermenigvuldigd met een aantalonbepaalde constanten
• constanten bepalen door die combinatie te substitueren in vgl.(∗)
• enige verschil : karakteristieke vgl kan wortels hebben metmultipliciteit hoger dan 2
⇒ vooropgestelde termen voor inhomogene deel oplossing moeten dan met hogere machten van t vermenigvuldigd worden om ze te doen
De methode van onbepaalde co¨
effici¨
enten: verklaring
• VW voor toepasbaarheid: g moet zelf een oplossing zijn van eenhomogene lineaire differentiaalvergelijking met constante co ¨effici ¨enten
⇒ ∃Q : Q(D)g = 0
• want, alternatieve notatie vgl. (∗): P(D)y = g
• als P(D)Y = g ⇒ Q(D)P(D)Y = Q(D)g = 0 (= hom. vgl.!) ⇒ alg. opl. altijd te vinden, nl. als kar. vgl. Q(r )P(r ) = 0 wortels r1, . . . , rk
heeft met multipliciteiten m1, . . . , mk, dan is dealgemene oplossingvan
Q(D)P(D)y = 0 gegeven door y (t) = c11er1t + c1 2ter1t + · · · + cm11t m1−1er1t + · · · + c1kerkt + ck 2terkt + · · · + cmkkt mk−1erkt
De methode van onbepaalde co¨
effici¨
enten: verklaring
• Opm.: elke wortel van P(r ) = 0 is ook wortel van Q(r )P(r ) = 0⇒ algemene opl. bevat dus ook de basisoplossingen van P(D)y = 0
• MAAR: niet elke functie van de vorm y (t) = c11er1t + c1 2ter1t + · · · + cm11t m1−1er1t + · · · + c1kerkt + ck 2terkt + · · · + cmkkt mk−1erkt (∗∗)
is oplossing van de oorspronkelijke differentiaalvergelijking P(D)y = g ⇒ EIS dus nu dat (∗∗) een oplossing is van P(D)y = g
⇒ basisoplossingen van P(D)y = 0 vallen weg
⇒ co¨eff. opln. bepalen door in P(D)y = g LL en RL te vergelijken ⇒ zo vinden we de particuliere oplossing Y
Voorbeeld
• bepaal de algemene oplossing van y000− 3y00+ 3y0− y = 4et (∗)
• karakteristieke veelterm van de overeenkomstige homogene vergelijking : r3− 3r2+ 3r − 1 = (r − 1)3
⇒ algemene oplossing van de overeenkomstige hom. vgl. is
yc(t) = c1et+ c2tet+ c3t2et (∗∗)
• voor particuliere oplossing : veronderstellen datY (t) = Aet ? • MAAR : et, tet en t2et zijn oplossingen v/d hom. vgl.
⇒ beginkeuze vermenigvuldigen met t3 : stel dus dat Y (t) = At3et metAeen onbepaalde co ¨effici ¨ent
Voorbeeld (vervolg)
• NB: we weten nu ook waarom dit zo is!
• rechterlid van y000− 3y00+ 3y0− y = 4et is immers oplossing van de
homogene vergelijking (D − 1)y = 0
⇒ hier is P(D) = (D − 1)3 en Q(D) = (D − 1)
• voor Q(D)P(D)y = 0 vinden we dus (D − 1)4y = 0 , met de algemene oplossing gegeven door
y (t) = c1et+ c2tet+ c3t2et
| {z }
=yc(t)
+c4t3et
Voorbeeld (vervolg)
• Om A te vinden, leiden we Y (t) drie keer af en substitueren we y en de afgeleiden ervan in vgl. (∗)
⇒ na vereenvoudiging bekomen we 6Aet = 4et ⇒ A = 2 3 ⇒ de particuliere oplossing is dus
Y (t) = 2 3t
3et (∗ ∗ ∗)
• algemene oplossing van vgl. (∗) is dan
y (t) = c1et+ c2tet+ c3t2et | {z } yc(t) +2 3t 3et | {z } Y (t)
Nog een voorbeeld
• bepaal een particuliere opl. van y(4)+ 2y00+ y =3sint − 5cost (∗) • algemene opl. hom. vgl. al gevonden in vb. 4.3 :
yc(t) = c1cost+ c2sint+ c3t cost + c4t sint (∗∗)
in overeenstemming met de wortels r = i , −i , i , −i van de kar. vgl. ⇒ hier is P(D) = (D2+ 1)2 en Q(D) = D2+ 1
• dus is Q(D)P(D)y = (D2+ 1)3y = (D − i )3(D + i )3y = 0 ⇒ neem dus de volgende vorm aan voor Y (t):
Nog een voorbeeld (vervolg)
• Y (t) vier keer afleiden en alles substitueren in vgl. (∗) levert: −8Asint−8Bcost =3sint−5cost
⇒A = −3
8 en B =
5 8
⇒ een particuliere oplossing van vgl. (∗) is dus Y (t) =−3
8t
2sint + 5
8t
Opmerking
alsg (t)een som is van verschillende termen ⇒ cf. vgl. van de tweede orde:
- het kan eenvoudiger zijn de particuliere oplossingen horende bij elk van deze termen afzonderlijk te bepalen
- particuliere oplossing van het volledige probleem is dan gewoon de som van deze particuliere oplossingen van de afzonderlijke deelproblemen
De methode van variatie van parameters
• alternatieve methode voor bepalen van een particuliere oplossing van de inhomogene lineaire differentiaalvergelijking van de n-de orde
L[y ](t) = y(n)+ p1(t)y(n−1)+ . . . + pn−1(t)y0+ pn(t)y = g (t) (∗)
• directe uitbreiding van de gelijknamige methode voor
differentiaalvergelijkingen van de tweede orde (cf. hfdst 3)
⇒ eerst de overeenkomstige hom. vgl. oplossen (kan in het algemeen problemen opleveren tenzij de co¨effici¨enten constanten zijn) • algemener dan de methode van onbepaalde co ¨effici ¨enten :
De methode van variatie van parameters (vervolg)
• stel : y1, y2, . . . , yn is set van fund. opln. v/d hom. vgl.⇒ alg. opl. hom. vgl. is dan
yc(t) =c1y1(t) +c2y2(t) + · · · +cnyn(t) (∗∗)
• variatie van parameters : steunt op de mogelijkheid om n functies u1, u2, . . . , un te bepalen zodat y (t) van de volgende vorm is
Y (t) =u1(t)y1(t) +u2(t)y2(t) + · · · +un(t)yn(t) (∗ ∗ ∗)
⇒ n functieste bepalen ⇒ n voorwaarden specifi¨eren! • ´e´en voorwaarde is dat Y (t) aan de vgl. (∗) moet voldoen
De methode van variatie van parameters (vervolg)
• overige n − 1 voorwaardenkiezen we zo dat de berekeningen zoeenvoudig mogelijk worden
⇒ oplossen hoge-orde differentiaalvergelijkingen voor u1, u2, . . . , un
vermijden
⇒ VWn opleggen die hogere afgeleiden van u1, u2, . . . , un onderdrukken
• uit vgl. (∗ ∗ ∗) vinden we
Y0(t) = (u1y10 + u2y20 + · · · + unyn0) +(u10y1+ u20y2+ · · · + un0yn) ⇒ eerste voorwaarde : u10y1+ u20y2+ · · · + un0yn= 0
De methode van variatie van parameters (vervolg)
• analoog verder werken tot aan de (n − 1)-de afgeleide van Y ;Y(m)(t) = u1y1(m)+ u2y2(m)+ · · · + unyn(m), m = 0, 1, 2, . . . , n − 1, (6)
waarbij we de volgenden − 1 VWn oplegden aan u1, u2, . . . , un:
u01y1(m−1)+ u02y2(m−1)+ · · · + u0nyn(m−1)= 0, m = 1, 2, . . . , n − 1 (7) ⇒ de n-de afgeleide van Y is dan
Y(n)(t) = (u1y1(n)+ u2y2(n)+ · · · + unyn(n))
De methode van variatie van parameters (vervolg)
• eis tenslotte dat Y een oplossing moet zijn van vgl. (∗)⇒ afgeleiden van Y uit vgln. (6) en (8), termen herschikken, + gebruik maken van L[yi] = 0, i = 1, 2, . . . , n
⇒ dan bekomen we uiteindelijk:
u10y1(n−1)+ u20y2(n−1)+ · · · + un0yn(n−1)= g (9)
• vgl. (9) + de n − 1 vgln. (7) = stelsel van n lineaire inhom. algebra¨ısche vgln. voor u01, u02, . . . , u0n : y1u01+ y2u20+ · · · + ynu0n = 0 y10u01+ y20u20+ · · · + yn0u0n = 0 .. . y1(n−1)u01+ y2(n−1)u20+ · · · + yn(n−1)u0n = g
De methode van variatie van parameters (vervolg)
⇒ oplossen en de resulterende uitdrukking integreren ⇒ u1, u2, . . . , un• VW: determinant van de co¨effici¨entenmatrix 6= 0 voor elke t • determinant = Wronskiaan W (y1, y2, . . . , yn)
⇒ nergens nul aangezien y1, y2, . . . , yn lineair onafh. zijn
• regel van Cramer toepassen : u0m(t) = g (t)Wm(t)
W (t) , m = 1, 2, . . . , n
met W (t) = W (y1, y2, . . . , yn)(t) en Wm = determinant bekomen uit
De methode van variatie van parameters (vervolg)
⇒ de particuliere oplossing van vgl. (∗) is te schrijven als
Y (t) = n X m=1 ym(t) Z t t0 g (s)Wm(s) W (s) ds waarbij t0 willekeurig is
• OPM : procedure is duidelijk maar berekeningen omslachtiger naarmate n groter is
Een voorbeeld
• gegeven dat y1(t) = et, y2(t) = tet, en y3(t) = e−t de opln zijn van de
homogene vergelijking die hoort bij
y000− y00− y0+ y = g (t) (∗) bepaal een particuliere oplossing
• formule van daarnet gebruiken ⇒ eerst Wronskiaan uitrekenen:
W (t) = W (et, tet, e−t)(t) = et tet e−t et (t + 1)et −e−t et (t + 2)et e−t
Een voorbeeld
• et factorizeren uit eerste 2 kolommen en e−t uit 3de kolom, en vervolgens 1ste rij aftrekken van de 2de en 3de:
W (t) = et 1 t 1 1 (t + 1) −1 1 (t + 2) 1 R2−R1,R3−R1 = et 1 t 1 0 1 −2 0 2 0
• kolomontwikkelen volgens de eerste kolom : W (t) = 4et • vervolgens : W1(t) = 0 tet e−t 0 (t + 1)et −e−t 1 (t + 2)et e−t = tet e−t (t + 1)et −e−t = −2t − 1
Een voorbeeld
• analoog : W2(t) = et 0 e−t et 0 −e−t et 1 e−t = − et e−t et −e−t = 2 en W3(t) = et tet 0 et (t + 1)et 0 et (t + 2)et 1 = et tet et (t + 1)et = e2tEen voorbeeld
• dit alles in vgl. (∗) substitueren, levert tenslotte
Y (t) = et Z t t0 g (s)(−1 − 2s) 4es ds + te t Z t t0 g (s)(2) 4es ds + e −tZ t t0 g (s)e2s 4es ds = 1 4 Z t t0 n et−s[−1 + 2(t − s)] + e−(t−s)og (s) ds