1 'I 1 2 1'7 1
en
een
reserve van
5
j
in
7
en
1
1 ...
Methode.
$7
c.10
"10
bl
va:n1)
voor
a.e
i'no, :?Jeer
)
voor
de meest
MS
AM
BIC)GRA ISC
VI-< A G N
IJ
S
'T~
de volgende bladzijden vindt U een aantal vragen. Achter elke
vraag staan drie mogelijke antwoorden, namelijk :
Bijvoorbeeld
"Houdt U van wandelen?"
U
een vraag met
JA
beantwoordt, zet dan een kringetje om
. " d
"Ja, us:
Als l1 een vraag met NEEN beantwoordt, zet dan een kringetje
om "neen" dus :
Alleen als
het beslist niet met U zelf eens kunt worden, zet dan een
kringetje om
"?",
dus:
ja?
neen
ja ? neen(.0
?
neen
ja
?
(i~
ja
·(j)
neen
Ook met de volgende vragen
~Jaathet net zo als met dit voorbeeld.
Probeer vooral direct Uw antwoorden te geven en verlies zo weinig mogelijk tijd.
behoeft over geen enkele vraag lang na te denken, want het gaat om Uw eerste
indruk.
Er
zijn geen goede of foute oplossingen. Elk antwoord is goed als het maar
eerste indruk weergeeft. Slaat U s.v.p. geen enkele vraag over en werkt U zo
vlot mogelijk door.
1. Geeft U er de voorkeur aan om Uw omgang met andere mensen beperkt te houden tot enkele hele goede vrienden en kennissen?
2. Houdt U meer van plannen maken dan van plannen uitvoeren?
3. Heeft U bijna altijd een antwoord klaar als iemand een opmerking tegen
U maakt?
4. Fantaseert U vaak over dingen die nooit werkelijkheid kunnen worden? 5. Deed U als kind altijd onmiddellijk en zonder mopperen wat U gezegd
ja ja
ja ja
werd? ja
6. Bent U meestal snel en zeker in Uw optreden? ja 7. Zweet U gauw, zelfs als het fris is? ja 8. Stelt U wel eens uit tot morgen wat U vandaag zou moeten doen? ja 9. Staat U eigenlijk onverschillig tegenover Uw werk en doet U het alleen
maar omdat het nu eenmaal gebeuren moet? ja
10. Bent U vaak ontevreden en mopperig? ja 11. Piekert U vaak over Uw verleden? ja 12. Houdt U zich altijd aan Uw beloften, ook al komt het U nog zo slecht uit? ja 13. Zoekt U graag gezelschap en houdt U ervan om met andere mensen om
te gaan? ja
14. Bent U nogal eens verlegen in aanwezigheid van leden wm het andere
geslacht? ja
15. Wordt U wel eens boos? ja 16. Voelt U zich vaak eenzaam? ja 17. Zijn Uw handen vaak klam en vochtig? ja
18. Bent U prikkelbaar? ja 19. Gebeurt het vaak dat U te laat tot een besluit komt? ja 20. Heeft U meningen over sommige dingen, waar U eigenlijk niet over kan
oordelen? ja
21. Heeft U de neiging om overdreven precies te zijn? ja 22. Amuseert U zich vaak kostelijk op feestjes en zo? ja 23. Heeft U vaak last van hoofdpijn? ja 24. Vindt U het wel eens leuk om andere mensen voor de grap erin te laten
lopen? ja
25. Lacht U wel eens om een schuine mop? ja
26. Als U probeert U te concentreren en Uw aandacht bij één ding te houden, dwalen Uw gedachten dan dikwijls af? ja 27. Vindt U dat U een zenuwachtig of innerlijk gespannen iemand bent? ja
1 neen neen neen neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen neen ? neen
28. Bedenkt U pas later wat U op een kritiek en spannend ogenblik eigenlijk had moeten doen (maar niet gedaan hebt)?
29. Stel dat U aan een spel meedoet, wint U dan veel liever dan dat U verliest? 30. Valt het U doorgaans gemakkelijk om nieuwe kennissen te maken?
31. Heeft wel eens het eigenaardige gevoel dat U niet Uw oude vertrouwde
zelf bent?
32. Neemt U Uw werk wel eens zo ernstig op alsof Uw leven ervan afhing? 33. Komt het in een gesprek vaak voor, dat U er met Uw gedachten eigenlijk
helemaal niet bij bent?
34. Wanneer """·'""""' aan wie U echt een hekel hebt, een welverdiend sukses dan altijd oprecht verheugd'?
heeft, bent
35. Heeft U elke daÇJ ontlasting?
36. Wordt vaak uit de slaap gehouden, doordat er zoveel gedachten door Uw hoofd gaan?
37. Schept U soms wel eens een beetje op?
38. Kunt zich op een vrolijk feestje gemakkelijk laten gaan en er uitbundig plezier hebben?
39. ervan om U aan gemijmer (dagdromen) over te geven?
40.
Voelt zich vaak lusteloos en moe, dat U weet waarom? 41. U alleen maar gewoonten?42. 'vVannecr U in een vallend te gedragen?
bent, hebt U dan de neiging om U onop~
43. Is het zo, dat nu eens overloopt van energie en werklust en dan weer heel traag bent en zonder fut?
44. Beantwoordt U een persoonlijke brief altijd zo vlug als U kunt?
15. Vindt U dat een spraakzaam iemand bent?
.:16~ Hebt Ll af en toe gedachten en ideeënp vvaarvan l1 niet graag zou v1illen
dat andere mensen die wisten?
47. U zich erg ongelukkig voelen als het U onmogelijk was om veel met andere mensen in aanraking te kennen?
48. Fieeft U hartkloppingen?
49.
Voelt worden?zich het prettigst bij gelegenheden, waarbij snel gehandeld moet
50. Denkt U heel veel aan prettiHe dingen, die U vroeger meegemaakt hebt?
51. Praat U wel eens over dingen waar U ueen verstand van hebt?
52. Hebt U ooit last gehad van een zinloze gedachte, die steeds maar weer
bij U opkwam?
2
ja '? neen ja ? neen ja neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja 1 neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja 1 neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen @Vinden andere mensen, dat U een levendig iemand bent? 54, l(oddelt U wel eens?
Bent U gewoonlijk vrij ç;elijkmatig van stemming? 56. Heeft U dikwijls maagklachten?
57. Bent U nogal gauw in Uw gevoelens gekwetst? 58. l{ebt U wel eens gelogen?
59. Als U iets doet samen met een groepje mensen, heeft U dan meestal liever de leiding?
60. Bent U meestal onbezorgd over de dag van morgen? 61. Heeft U wel eens geldzorgen?
62. Bent U wel eens zo rusteloos, dat U niet lang stil kunt blijven zitten?
64. Vindt Uzelf een levendig iemand?
6,~
::i. Bent U ooit wel eens te laat gekomen op Uw werk of voor een afspraak?
66. Voelt zich wel eens "doodongelukkig", terwijl U niet weet waarom? 67. Voelt U zich vaak schuldig over iets?
68. U dikwijls kou? 69. Bent U vaak humeurig?
70. Vindt het prettig om veel afspraken en omgang met andere mensen te hebben?
71. Gebeurt het wel eens een enkele keer dat U Uw kalmte verliest en boos wordt?
72. Voelt U zich nu eens opgewekt en dan weer gedrukt, zonder dat U weet waarom?
'13. Vindt U het moeilijk om los te komen, zelfs op een vrolijk feestje? 74. Staat U's morgens meestal fris en uitgerust op?
Gaat Uw stemming dikwijls op en neer?
76. Zoudt U bij de grens altijd alles aangeven, zelfs wanneer U wist dat U beslist niet gesnapt kon word~~
77. Houdt U van werk waarbij veel nauwkeurigheid vereist is ook bij kleine onderdelen?
78 Zijn er tijden, dat U liefst maar alleen zou willen zijn en dat U niemand
om U heen kunt verdragen?
79. Houdt U zich liever op de achtergrond, wanneer U in een gezelschap bent? 80. Bent U soms kortademig zonder dat U zwaar werk gedaan hebt?
ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja neen ? neen ? neen neen neen 1 neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen 'l neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen 1 neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen
81. Bent U vaak door zorgen uit de slaap gehouden?
82. Zijn er onder de mensen die U kent enkele waar U beslist een hekel aan heeft?
83. Neemt U teleurstellingen meestal zo zwaar op, dat U ze maar niet van
U af kunt zetten?
8/t Gaat het meestal van U uit, als U nieuwe vrienden en kennissen maakt? 85. Vindt U het fijn om mee te doen als mensen zich uitleven in een hoera~
stemming?
86. Voelt U zich lichamelijk goed gezond?
87. Bent U altijd vriendelijk en beleefd tegen iedereen? 88. Heeft U wel eens last van nachtmerries?
89. Gelooft U dat Uw geheugen wel goed is?
90. Denkt U altijd heel goed na voordat U een oordeel heeft over iets of iemand?
91. Maakt U zich bezorgd over mogelijke tegenslag? 92. Voelt U zich meestal slap?
93. Gunt U altijd aan ieder wat hij bezit of krijgt?
94. Voelt U zich vaak zenuwachtig of gespannen in aanwezigheid van meer~
deren of hoger geplaatsten?
95. Bent U wel eens duizelig?
96. Als U iets geleend heeft, brengt U dat dan altijd uit Uzelf en op tijd terug?
97. Vindt U dat weinig in het leven loopt, zoals het zou moeten? 98. Heeft U dikwijls last van diarree?
99. Heeft U altijd alleen maar goede gedachten over andere mensen? 100. Trekt U zich sommige dingen heel erg aan?
101. Merkt U vaak dat Uw hand beeft als U iets wilt doen? 102. Zwijgt U altijd over dingen, die U geheim moet houden? 103. Heeft U een goede eetlust?
104. Bent U altijd precies op tijd, als iemand op U wacht? 105. Bent U wel eens lange tijd achtereen ziek geweest?
106. Bent U de laatste twee jaar voor een ziekte onder doktersbehandeling geweest?
l 07. Hoeveel dagen ongeveer heeft U in de afgelopen 12 maanden wegens ziekte van Uw werk (school, studie enz.) verzuimd?
ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
4
? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen neen ? neen ? neen neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ... dagenNaam: Geboortedatum: N" .. ". NS E
T
Geslacht:Datum van onderzoek:
perc. perc. perc. perc. perc. perc. perc. perc. perc.
Auteursrechten: G. J. S. Wilde. Deze uitgave mag niet worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur. Uitgave en druk F. VAN ROSSEN, Laurierstraat 246, Amsterdam-C.
')
Wij vragen U nu enkele mensen te beschrijven en wel: • eerst Uzelf, zoals U gewoonlijk over Uzelf denkt;
. dan de persoon met wie U naar Uw eigen ervaring het best kan samenwerken; . tenslotte de persoon met wie U het moeilijkst kan samenwerken.
Op de volgende bladzijden vindt U lijsten van eigenschappen waarmee U deze mensen moet beschrijven. De mate waarin iemand zo'n eigenschap heeft, loopt van het ene uiterste naar het andere. U heeft steeds
6
mogelijkheden ter keuze, b.v. de eigenschap spraakzaamheid:zeer
spraak-zaam
D D
U gaat nu als volgt te werk:D
D
D
D
niet spraak-zaamIndien U nu Uzelf moet beoordelen en U vindt Uzelf gewoonlijk zeer spraak-zaam, dan zet U een V in het eerste hokje:
Zeer
spraak-zaam
D
D
D
D
D
niet spraak-zaam
Als U van Uzelf vindt dat U nogal spraakzaam bent, geeft U het tweede hokje aan:
Zeer
spraak-zaam
D
D
D
D D
niet spraak-zaam
Als U van Uzelf denkt dat U iets meer spraakzaam dan zwijgzaam bent, zet U een
v
in het derde hokje:Zeer
spraak-zaam
D D
D
D
D
niet spraak-zaam
Als U van Uzelf denkt dat U iets meer zwiJgzaam dan spraakzaam bent, zet U een
v
in het vierde hokje; dit teken zet U in het vijfde hokje voor nogal zwijgzaam en in het zesde hokje voor zeer zwijgzaam.Van sommige punten kunt U denken dat ze wel erg moeilijk te schatten zijn, maar het is noodzakelijk dat U een schatting geeft van elk van de 24 eigen-schappen op iedere bladzijde, ook al zou U het gevoel hebben dat U er alleen maar naar raadt.
Denk eraan dat U een schatting geeft, al naar Uzelf gewoonlijk over die per-soon denkt. Voor ieder van de drie personen die U moet beoordelen is een af-zonderlijke bladzijde.
Als U een persoon beschreven hebt, wilt U daar dan niet meer naar kijken als met een ander verder gaat?
Deze test is niet bedoeld om een indruk van U te geven.
Wilt U zo nauwkeurig en zo snel als U kunt antwoorden? Begint U nu aan de eerste bladzijde en beschrijf Uzelf. Er zijn geen goede of foute antwoorden.
Begin met Uzelf te beschrijven, zoals U gewoonlijk over Uzelf denkt.
zeer
tevre-D
D D
D D D
niettevre-den den
zeer koppig
D
D
D
D D D
niet koppigniet
onder-D onder-D onder-D
D D D
zeer nemend ondernemend niet helderD
D
D
D
D
D
zeer helder denkend denkend nietge-D
D D
D D D
zeer spannen gespannenzeer kortaf
D
D
D
D
D D
niet kortafniet een
D D
[]
D
D D
zeer hardeharde werker: wet'ker
niet
leer-D
D D
D D D
zeererig leergierig
niet
D
D
D
D
D
D
zeermeevoel end meevoelend
niet
gedul-D
D D
D
D D
zeerdig geduldig
niet
be-D
D
D
D
D D
zeertrouw baar betrouwbaar
niet
neer-D
D
D
D
D
D
zeerslachtig neerslachtig
zeer onnozel:
D
D
D
D
D
D
niet onnozelniet
enthou-D
D
D
D D D
zeersiast enthousiast
geen
zelf-D
D
D
D
D
D
zeer veelzelf-vertrouwen vertrouwen niet aange~
D
r - - iD
D
I l r - i zeer aange-naamLJ
LJ
LJ
naam nietD D D
D
D
D
zeer productief productief zeer gauwD D D
D
[]
D
niet gauw ontmoedigd ontmoedigd nietavon-D
D
D
D
D
D
zeer tuurlijk avontuurlijk niet eenzaam:D
D D
D
D
D
zeer eenzaam zeer opge-D
D
D
D
D D
niet opgezel-zelschap ge- schap gesteld
steld niet
onte-D
D D
D
D D
zeer onte-vreden vreden nieteer-D
D
D
D
D
D
zeer eer-zuchtig zuchtig~) Denk aan degene, met wie U het beste kunt samenwerken. Dat kan iemand zijn, waarmee U nu samenwerkt, het kan ook iemand zijn die U vroeger gekend hebt.
Het hoeft niet noodzakelijk diegene te zijn, waar U het meeste op ge-steld bent, maar het moet diegene zijn, met wie U het beste samen kon werken. Beschrijf deze persoon, zoals U denkt dat hij is.
zeer
tevre-D
D D
[]
B
D
niettevre-den den
zeer koppig
D D
[]
D
D
niet koppig nietonder-D onder-D onder-D
D
D D
zeer nemend ondernemend niet helderD
D
D
D D D
zeer helder denkend denkend nietge-D ge-D
D D D
zeer spannen gespannenzeer kortaf
[]
D
D D D
niet kortaf niet eenD D
D D D
zeer hardeharde werker: werker
niet
leer-D leer-D
[J
[]
D
D
zeerleer-gierig gierig
niet
D
D
D
D
D D
zeermeevoelend meevoe lend
niet
D D
n
D
D D
zeer geduldig geduldig nietbe-D be-D
D
D D
D
zeer trouwbaar betrouwbaar nietneer-D
D
D
D
D D
zeer neer-slachtig slachtigzeer onnozel:
D D
D
D D
D
niet onnozel nietenthou-D enthou-D
D
LJ
D
D
zeer enthou-si ast siast geenzelf-D zelf-D
D
D D
D
zeer veel vertrouwen zelfvertrouwenniet aan ge-
n
D
n
D
D
n
zeer naamL..J
LJ
LJ
aangenaam nietD
D
D
0
D
D
zeer productief productief zeer gauwD
D
D
D
D
D
niet gauw ontmoedigd ontmoedigd nietavon-D
D
D
D D
D
zeer avon-tuurlijk tuurlijk nieteen-[]
D
D
D D
D
zeer zaam eenzaam zeer opge-D
D
D
D
D
D
niet opge-zelschap ge- zelschap
ge-steld steld niet
onte-D
D
D
D
D
D
zeer onte-vreden vreden nieteer-D
D
D
D
D
D
zeer eer-zuchtig zuchtig3)
Denk nu aan diegene, met wie U het slechtst kunt samenwerken. Dat kan iemand zijn met wie U nu samenwerkt, of het kan iemandziJn, die U vroeger hebt gekend.
Het hoeft niet diegene te zijn, op wie U het minste gesteld bent, maar het moet diegene zijn, met wie het samen werk ver-richten de meeste moeilijkheden opleverde. Beschrijf deze persoon zoals U denkt dat hij is.
zeer tevre-
D
D
D
D
Cl
D
niettevre-den den
zeer koppig
D
D D
Cl
D D
niet koppig nietonder-D
D
D
[]
[]
D
zeer onder-nemend nemend niet helderD
D D
[]
D
[]
zeer helder denkend denkend nietge-D ge-D
[]
D
D
D
zeer ge-spannen spannenzeer kortaf
D
D D
D D D
niet kortaf niet eenD D D
D D
[]
zeer hardeharde werker: werker
niet
leer-D leer-D
D
D
D
[]
zeer gierig leergierig nietmee-D
·D
D
[]
D
[]
zeer mee-voelend voelend nietge-D ge-D ge-D
D
D
D
zeer ge-duldig duldig nietbe-D be-D be-D
[~]
[]
[_]
zeerbe-tr·ouwbaar trouw baar
niet
neer-D neer-D
[_]
[]
D D
zeerneer-slachtig slachtig
zeer onnozel:
D D
D
D
Cl
D
niet onnozel nietenthou-D
D D
D D D
zeer enthou-siast si ast geen
zelf-D zelf-D
D
D D
D
zeer veel vertrouwen zelfvertrouwen nietaange-D
D
[]
[]
D D
zeer aange-naam naam nietD
D
D
[_]
[=]
D
zeer productief productief zeer gauwD
D
D
D D D
niet gauw ontmoedigd ontmoedigd nietavon-D
D
D
D
D
D
zeer avon-tuurlijk tuurlijk nieteen-D
D
D
D
[_]
[]
zeer een-zaam zaamzeer op ge- niet op
ze lschap
ge-D
[]
D
[]
[~][_]
zelschap ge-steld steld nietante-D
D
D
D D D
zeer ante-vreden vreden nieteer-D eer-D eer-D
D
D
[]
zeer eer-zuchtig zuchtig niet onzekerD D D
D D D
zeer onzekerHierna treft U een aantal uitspraken aan over het werken in ploegen en in de reserve.
Wij vragen U nu aan te geven in welke mate U het met deze uitspraken eens bent.
Achter elke zin staan vijf mogelijkheden, die lopen van zeer sterk mee eens tot zeer sterk mee oneens.
Bijvoorbeeld:
Ja, zeer in het kan het in het nee, abeo-sterk algemeen er wel algemeen luut niet mee eens mee eens en niet niet mee mee eens
mee eens eens zijn
Iedereen werkt graag
D
D
D
D
D
in een ploeg
Bent U het hier zeer sterk mee eens, dan plaatst U een V in het eerste hokje:
Iedereen werkt graag
in een ploeg
D
D
D
D
Bent U het hier absoluut niet mee eens, dan plaatst U een teken in het laatste hokje:
Iedereen werkt graag
in een ploeg
D
D
D
D
Bent U het hier in het algemeen mee eens, dan vult U het tweede hokje in:
Iedereen werkt graag
in een ploeg
D
D
D
D
Bent U het hier in het algemeen niet mee eens, dan vult U het op
één na laatste hokje in: Iedereen werkt graag
in een ploeg
D
D
D
D
Wilt
U
de hokjes op de volgende manier invullen: 1 e Kolom 1 2e Kolom5
5e
Kolom 2 Kolom4
Kolom3
lees alle 30 uitspraken door en kies er drie uit waar U het zeer sterk mee eens bent. Plaats bij die drie een V in de eerste kolom.
kies uit de overblijvende
27
uitspraken drie waar U het absoluut niet mee eens bent en geef ze aan met een teken. kies uit de overblijvende 24 er7
waarmee U het in het al-gemeen mee eens bent en geef ze aan met een V.kies uit de overblijvende 17 uitspraken 7 waarmee U het in het algemeen njet m~e eens bent en geef ze aan met een~ Hierin komen nu vanzelf de resterende 10 uitspraken.
Als U de ingevulde hokjes per kolom optelt, krijgt U dus als uitkomsten: 7-10-7-3°
Merkt U dat U zich vergist hebt, plaats dan een X ~oor het hokje en vul het goede hokje in.
Wilt U zo snel mogelijk doorwerken en geen uitspraken overslaan? De eerste indruk is meestal de beste. Er zijn geen goede of foute ant-woorden.
31. Het prettige van werken in een vaste ploeg is dat je iedereen in de ploeg goed kent.
32. Het prettige van in de reserve werken is dat je overal komt.
33.
Dat de meeste mensen vast in ploegen ZlJn ingedeeld is wel goed, maar sommige mensen zijn nu eenmaal niet geschikt voor een ploeg.34,
Al werk je in de reserve,daar-om wil je nog wel eens binnen-boord staan.35.
Het prettige van in de reserve werken is dat je steeds kans hebt op gemakkelijk werk.36.
Als je in een vaste ploeg zit ben je een deel van je vrUheid kwijt omdat je rekening moet houden met de andere ploegle-den.37.
Doordat een reserveman weinig binnenboord staat mist hij een stuk gezelligheid van de ploeg. 38. Als je in een vaste ploeg zitdie verdeeld wordt kun je be-ter ingedeeld worden bij een ploeg waarvan je de mensen kent.
39.
Het prettige van in de reserve werken is dat je veel mensen spreekt.40. Als je eenmaal ploeg zit kom vooruit.
in een je niet
vaste meer 41. Al werk je in de reserve, dan is het toch prettig als je de mensen kent van de ploeg waar
je bij ingedeeld wordt.
42. In een vaste ploeg heb je veel steun aan je ploeggenoten.
43.
Het maakt eigenlijk verschil of je nu in die ploeg zit.weinig deze of
44.
In de reserve zitten vooral mensen die graag aan het luie eind staan. Kolom 1 Ja, zeer sterk mee eensD
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
Kolom 2 In het algemeen mee eensD
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
Kolom3
Kan het er wel en niet Kolom4
In het algemeen niet mee mee eens eens zijnD
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
Kolom5
Nee, ab saluut niet me eensD
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
Het vervelende van de reserve is dat je van te voren nooit weet waar je terecht komt.
, . In het ruim ender maar waardeerd. werken is het wordt vermoei-meer ge-1. Altijd in één ploeg zitten maakt
het werk eentoniger.
1. Een hele dag in je eentje aan-hoeken is geschikt om iemand doodziek te maken.
• Een goede maat is belangrijker dan een goede ploeg.
) Het voordeel van de reserve bo-ven een vaste ploeg is dat je er veel meer je eigen gang kunt gaan.
). Als je eenmaal in een goede ploeg zit, is het vervelend van ploeg te moeten verwisselen.
~. In de reserve heb je meer vrij-heid dan in een vaste ploeg. ). Het werk aan wal en buitenboord
stelt minder voor dan het werk binnenboord.
>. Je kunt beter met je eigen ploeg in het ruim staan dan aan de wal werken,al is het aan wal ook ge-makkelijker.
Als je eenmaal in de reserve zit kom je niet meer vooruit.
1. Als ook iedere reserveman zijn vaste maat zou hebben, zou er niet veel verschil zijn tussen het werken in de reserve en in een vaste ploeg.
). Verandering is wel prettig,als~
de mensen maar kent.
I, Als je in de reserve zit word je niet helemaal voor vol aangezie~
Kolom 1 Ja, zeer sterk mee eens
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
Kolom 2 In het aJ.gemeen mee eensD
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
Kolom3
Kan het er wel en niet Kolom4
In het algemeen niet mee mee eens eens zijnD
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
[]
D
D
Kolom5
Nee, ab-soJ.uut niet mee eensD
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
Kolom no.
Onderzoek groep code