• No results found

Werkoriëntaties van havenarbeiders

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Werkoriëntaties van havenarbeiders"

Copied!
49
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

1 'I 1 2 1'7 1

(3)
(4)
(5)
(6)

en

een

reserve van

(7)

5

j

(8)

in

(9)

7

(10)
(11)
(12)

en

(13)
(14)
(15)
(16)
(17)
(18)
(19)
(20)

(21)
(22)
(23)

1

(24)

1 ...

Methode.

(25)
(26)

$7

(27)

c.10

"10

(28)

bl

va:n

1)

voor

a.e

i'no

, :?Jeer

)

voor

de meest

(29)
(30)
(31)
(32)
(33)
(34)

MS

AM

BIC)GRA ISC

VI-< A G N

IJ

S

'T~

de volgende bladzijden vindt U een aantal vragen. Achter elke

vraag staan drie mogelijke antwoorden, namelijk :

Bijvoorbeeld

"Houdt U van wandelen?"

U

een vraag met

JA

beantwoordt, zet dan een kringetje om

. " d

"Ja, us:

Als l1 een vraag met NEEN beantwoordt, zet dan een kringetje

om "neen" dus :

Alleen als

het beslist niet met U zelf eens kunt worden, zet dan een

kringetje om

"?",

dus:

ja

?

neen

ja ? neen

(.0

?

neen

ja

?

(i~

ja

·(j)

neen

Ook met de volgende vragen

~Jaat

het net zo als met dit voorbeeld.

Probeer vooral direct Uw antwoorden te geven en verlies zo weinig mogelijk tijd.

behoeft over geen enkele vraag lang na te denken, want het gaat om Uw eerste

indruk.

Er

zijn geen goede of foute oplossingen. Elk antwoord is goed als het maar

eerste indruk weergeeft. Slaat U s.v.p. geen enkele vraag over en werkt U zo

vlot mogelijk door.

(35)

1. Geeft U er de voorkeur aan om Uw omgang met andere mensen beperkt te houden tot enkele hele goede vrienden en kennissen?

2. Houdt U meer van plannen maken dan van plannen uitvoeren?

3. Heeft U bijna altijd een antwoord klaar als iemand een opmerking tegen

U maakt?

4. Fantaseert U vaak over dingen die nooit werkelijkheid kunnen worden? 5. Deed U als kind altijd onmiddellijk en zonder mopperen wat U gezegd

ja ja

ja ja

werd? ja

6. Bent U meestal snel en zeker in Uw optreden? ja 7. Zweet U gauw, zelfs als het fris is? ja 8. Stelt U wel eens uit tot morgen wat U vandaag zou moeten doen? ja 9. Staat U eigenlijk onverschillig tegenover Uw werk en doet U het alleen

maar omdat het nu eenmaal gebeuren moet? ja

10. Bent U vaak ontevreden en mopperig? ja 11. Piekert U vaak over Uw verleden? ja 12. Houdt U zich altijd aan Uw beloften, ook al komt het U nog zo slecht uit? ja 13. Zoekt U graag gezelschap en houdt U ervan om met andere mensen om

te gaan? ja

14. Bent U nogal eens verlegen in aanwezigheid van leden wm het andere

geslacht? ja

15. Wordt U wel eens boos? ja 16. Voelt U zich vaak eenzaam? ja 17. Zijn Uw handen vaak klam en vochtig? ja

18. Bent U prikkelbaar? ja 19. Gebeurt het vaak dat U te laat tot een besluit komt? ja 20. Heeft U meningen over sommige dingen, waar U eigenlijk niet over kan

oordelen? ja

21. Heeft U de neiging om overdreven precies te zijn? ja 22. Amuseert U zich vaak kostelijk op feestjes en zo? ja 23. Heeft U vaak last van hoofdpijn? ja 24. Vindt U het wel eens leuk om andere mensen voor de grap erin te laten

lopen? ja

25. Lacht U wel eens om een schuine mop? ja

26. Als U probeert U te concentreren en Uw aandacht bij één ding te houden, dwalen Uw gedachten dan dikwijls af? ja 27. Vindt U dat U een zenuwachtig of innerlijk gespannen iemand bent? ja

1 neen neen neen neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen neen ? neen

(36)

28. Bedenkt U pas later wat U op een kritiek en spannend ogenblik eigenlijk had moeten doen (maar niet gedaan hebt)?

29. Stel dat U aan een spel meedoet, wint U dan veel liever dan dat U verliest? 30. Valt het U doorgaans gemakkelijk om nieuwe kennissen te maken?

31. Heeft wel eens het eigenaardige gevoel dat U niet Uw oude vertrouwde

zelf bent?

32. Neemt U Uw werk wel eens zo ernstig op alsof Uw leven ervan afhing? 33. Komt het in een gesprek vaak voor, dat U er met Uw gedachten eigenlijk

helemaal niet bij bent?

34. Wanneer """·'""""' aan wie U echt een hekel hebt, een welverdiend sukses dan altijd oprecht verheugd'?

heeft, bent

35. Heeft U elke daÇJ ontlasting?

36. Wordt vaak uit de slaap gehouden, doordat er zoveel gedachten door Uw hoofd gaan?

37. Schept U soms wel eens een beetje op?

38. Kunt zich op een vrolijk feestje gemakkelijk laten gaan en er uitbundig plezier hebben?

39. ervan om U aan gemijmer (dagdromen) over te geven?

40.

Voelt zich vaak lusteloos en moe, dat U weet waarom? 41. U alleen maar gewoonten?

42. 'vVannecr U in een vallend te gedragen?

bent, hebt U dan de neiging om U onop~

43. Is het zo, dat nu eens overloopt van energie en werklust en dan weer heel traag bent en zonder fut?

44. Beantwoordt U een persoonlijke brief altijd zo vlug als U kunt?

15. Vindt U dat een spraakzaam iemand bent?

.:16~ Hebt Ll af en toe gedachten en ideeënp vvaarvan l1 niet graag zou v1illen

dat andere mensen die wisten?

47. U zich erg ongelukkig voelen als het U onmogelijk was om veel met andere mensen in aanraking te kennen?

48. Fieeft U hartkloppingen?

49.

Voelt worden?

zich het prettigst bij gelegenheden, waarbij snel gehandeld moet

50. Denkt U heel veel aan prettiHe dingen, die U vroeger meegemaakt hebt?

51. Praat U wel eens over dingen waar U ueen verstand van hebt?

52. Hebt U ooit last gehad van een zinloze gedachte, die steeds maar weer

bij U opkwam?

2

ja '? neen ja ? neen ja neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja 1 neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja 1 neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen ja ? neen @

(37)

Vinden andere mensen, dat U een levendig iemand bent? 54, l(oddelt U wel eens?

Bent U gewoonlijk vrij ç;elijkmatig van stemming? 56. Heeft U dikwijls maagklachten?

57. Bent U nogal gauw in Uw gevoelens gekwetst? 58. l{ebt U wel eens gelogen?

59. Als U iets doet samen met een groepje mensen, heeft U dan meestal liever de leiding?

60. Bent U meestal onbezorgd over de dag van morgen? 61. Heeft U wel eens geldzorgen?

62. Bent U wel eens zo rusteloos, dat U niet lang stil kunt blijven zitten?

64. Vindt Uzelf een levendig iemand?

6,~

::i. Bent U ooit wel eens te laat gekomen op Uw werk of voor een afspraak?

66. Voelt zich wel eens "doodongelukkig", terwijl U niet weet waarom? 67. Voelt U zich vaak schuldig over iets?

68. U dikwijls kou? 69. Bent U vaak humeurig?

70. Vindt het prettig om veel afspraken en omgang met andere mensen te hebben?

71. Gebeurt het wel eens een enkele keer dat U Uw kalmte verliest en boos wordt?

72. Voelt U zich nu eens opgewekt en dan weer gedrukt, zonder dat U weet waarom?

'13. Vindt U het moeilijk om los te komen, zelfs op een vrolijk feestje? 74. Staat U's morgens meestal fris en uitgerust op?

Gaat Uw stemming dikwijls op en neer?

76. Zoudt U bij de grens altijd alles aangeven, zelfs wanneer U wist dat U beslist niet gesnapt kon word~~

77. Houdt U van werk waarbij veel nauwkeurigheid vereist is ook bij kleine onderdelen?

78 Zijn er tijden, dat U liefst maar alleen zou willen zijn en dat U niemand

om U heen kunt verdragen?

79. Houdt U zich liever op de achtergrond, wanneer U in een gezelschap bent? 80. Bent U soms kortademig zonder dat U zwaar werk gedaan hebt?

ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja neen ? neen ? neen neen neen 1 neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen 'l neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen 1 neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen

(38)

81. Bent U vaak door zorgen uit de slaap gehouden?

82. Zijn er onder de mensen die U kent enkele waar U beslist een hekel aan heeft?

83. Neemt U teleurstellingen meestal zo zwaar op, dat U ze maar niet van

U af kunt zetten?

8/t Gaat het meestal van U uit, als U nieuwe vrienden en kennissen maakt? 85. Vindt U het fijn om mee te doen als mensen zich uitleven in een hoera~

stemming?

86. Voelt U zich lichamelijk goed gezond?

87. Bent U altijd vriendelijk en beleefd tegen iedereen? 88. Heeft U wel eens last van nachtmerries?

89. Gelooft U dat Uw geheugen wel goed is?

90. Denkt U altijd heel goed na voordat U een oordeel heeft over iets of iemand?

91. Maakt U zich bezorgd over mogelijke tegenslag? 92. Voelt U zich meestal slap?

93. Gunt U altijd aan ieder wat hij bezit of krijgt?

94. Voelt U zich vaak zenuwachtig of gespannen in aanwezigheid van meer~

deren of hoger geplaatsten?

95. Bent U wel eens duizelig?

96. Als U iets geleend heeft, brengt U dat dan altijd uit Uzelf en op tijd terug?

97. Vindt U dat weinig in het leven loopt, zoals het zou moeten? 98. Heeft U dikwijls last van diarree?

99. Heeft U altijd alleen maar goede gedachten over andere mensen? 100. Trekt U zich sommige dingen heel erg aan?

101. Merkt U vaak dat Uw hand beeft als U iets wilt doen? 102. Zwijgt U altijd over dingen, die U geheim moet houden? 103. Heeft U een goede eetlust?

104. Bent U altijd precies op tijd, als iemand op U wacht? 105. Bent U wel eens lange tijd achtereen ziek geweest?

106. Bent U de laatste twee jaar voor een ziekte onder doktersbehandeling geweest?

l 07. Hoeveel dagen ongeveer heeft U in de afgelopen 12 maanden wegens ziekte van Uw werk (school, studie enz.) verzuimd?

ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja

4

? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen neen ? neen ? neen neen ? neen ? neen ? neen ? neen ? neen ... dagen

(39)

Naam: Geboortedatum: N" .. ". NS E

T

Geslacht:

Datum van onderzoek:

perc. perc. perc. perc. perc. perc. perc. perc. perc.

Auteursrechten: G. J. S. Wilde. Deze uitgave mag niet worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur. Uitgave en druk F. VAN ROSSEN, Laurierstraat 246, Amsterdam-C.

(40)

')

Wij vragen U nu enkele mensen te beschrijven en wel: • eerst Uzelf, zoals U gewoonlijk over Uzelf denkt;

. dan de persoon met wie U naar Uw eigen ervaring het best kan samenwerken; . tenslotte de persoon met wie U het moeilijkst kan samenwerken.

Op de volgende bladzijden vindt U lijsten van eigenschappen waarmee U deze mensen moet beschrijven. De mate waarin iemand zo'n eigenschap heeft, loopt van het ene uiterste naar het andere. U heeft steeds

6

mogelijkheden ter keuze, b.v. de eigenschap spraakzaamheid:

zeer

spraak-zaam

D D

U gaat nu als volgt te werk:

D

D

D

D

niet spraak-zaam

Indien U nu Uzelf moet beoordelen en U vindt Uzelf gewoonlijk zeer spraak-zaam, dan zet U een V in het eerste hokje:

Zeer

spraak-zaam

D

D

D

D

D

niet spraak-zaam

Als U van Uzelf vindt dat U nogal spraakzaam bent, geeft U het tweede hokje aan:

Zeer

spraak-zaam

D

D

D

D D

niet spraak-zaam

Als U van Uzelf denkt dat U iets meer spraakzaam dan zwijgzaam bent, zet U een

v

in het derde hokje:

Zeer

spraak-zaam

D D

D

D

D

niet spraak-zaam

Als U van Uzelf denkt dat U iets meer zwiJgzaam dan spraakzaam bent, zet U een

v

in het vierde hokje; dit teken zet U in het vijfde hokje voor nogal zwijgzaam en in het zesde hokje voor zeer zwijgzaam.

(41)

Van sommige punten kunt U denken dat ze wel erg moeilijk te schatten zijn, maar het is noodzakelijk dat U een schatting geeft van elk van de 24 eigen-schappen op iedere bladzijde, ook al zou U het gevoel hebben dat U er alleen maar naar raadt.

Denk eraan dat U een schatting geeft, al naar Uzelf gewoonlijk over die per-soon denkt. Voor ieder van de drie personen die U moet beoordelen is een af-zonderlijke bladzijde.

Als U een persoon beschreven hebt, wilt U daar dan niet meer naar kijken als met een ander verder gaat?

Deze test is niet bedoeld om een indruk van U te geven.

Wilt U zo nauwkeurig en zo snel als U kunt antwoorden? Begint U nu aan de eerste bladzijde en beschrijf Uzelf. Er zijn geen goede of foute antwoorden.

(42)

Begin met Uzelf te beschrijven, zoals U gewoonlijk over Uzelf denkt.

zeer

tevre-D

D D

D D D

niet

tevre-den den

zeer koppig

D

D

D

D D D

niet koppig

niet

onder-D onder-D onder-D

D D D

zeer nemend ondernemend niet helder

D

D

D

D

D

D

zeer helder denkend denkend niet

ge-D

D D

D D D

zeer spannen gespannen

zeer kortaf

D

D

D

D

D D

niet kortaf

niet een

D D

[]

D

D D

zeer harde

harde werker: wet'ker

niet

leer-D

D D

D D D

zeer

erig leergierig

niet

D

D

D

D

D

D

zeer

meevoel end meevoelend

niet

gedul-D

D D

D

D D

zeer

dig geduldig

niet

be-D

D

D

D

D D

zeer

trouw baar betrouwbaar

niet

neer-D

D

D

D

D

D

zeer

slachtig neerslachtig

zeer onnozel:

D

D

D

D

D

D

niet onnozel

niet

enthou-D

D

D

D D D

zeer

siast enthousiast

geen

zelf-D

D

D

D

D

D

zeer veel

zelf-vertrouwen vertrouwen niet aange~

D

r - - i

D

D

I l r - i zeer aange-naam

LJ

LJ

LJ

naam niet

D D D

D

D

D

zeer productief productief zeer gauw

D D D

D

[]

D

niet gauw ontmoedigd ontmoedigd niet

avon-D

D

D

D

D

D

zeer tuurlijk avontuurlijk niet eenzaam:

D

D D

D

D

D

zeer eenzaam zeer op

ge-D

D

D

D

D D

niet op

gezel-zelschap ge- schap gesteld

steld niet

onte-D

D D

D

D D

zeer onte-vreden vreden niet

eer-D

D

D

D

D

D

zeer eer-zuchtig zuchtig

(43)

~) Denk aan degene, met wie U het beste kunt samenwerken. Dat kan iemand zijn, waarmee U nu samenwerkt, het kan ook iemand zijn die U vroeger gekend hebt.

Het hoeft niet noodzakelijk diegene te zijn, waar U het meeste op ge-steld bent, maar het moet diegene zijn, met wie U het beste samen kon werken. Beschrijf deze persoon, zoals U denkt dat hij is.

zeer

tevre-D

D D

[]

B

D

niet

tevre-den den

zeer koppig

D D

[]

D

D

niet koppig niet

onder-D onder-D onder-D

D

D D

zeer nemend ondernemend niet helder

D

D

D

D D D

zeer helder denkend denkend niet

ge-D ge-D

D D D

zeer spannen gespannen

zeer kortaf

[]

D

D D D

niet kortaf niet een

D D

D D D

zeer harde

harde werker: werker

niet

leer-D leer-D

[J

[]

D

D

zeer

leer-gierig gierig

niet

D

D

D

D

D D

zeer

meevoelend meevoe lend

niet

D D

n

D

D D

zeer geduldig geduldig niet

be-D be-D

D

D D

D

zeer trouwbaar betrouwbaar niet

neer-D

D

D

D

D D

zeer neer-slachtig slachtig

zeer onnozel:

D D

D

D D

D

niet onnozel niet

enthou-D enthou-D

D

LJ

D

D

zeer enthou-si ast siast geen

zelf-D zelf-D

D

D D

D

zeer veel vertrouwen zelfvertrouwen

niet aan ge-

n

D

n

D

D

n

zeer naam

L..J

LJ

LJ

aangenaam niet

D

D

D

0

D

D

zeer productief productief zeer gauw

D

D

D

D

D

D

niet gauw ontmoedigd ontmoedigd niet

avon-D

D

D

D D

D

zeer avon-tuurlijk tuurlijk niet

een-[]

D

D

D D

D

zeer zaam eenzaam zeer op

ge-D

D

D

D

D

D

niet op

ge-zelschap ge- zelschap

ge-steld steld niet

onte-D

D

D

D

D

D

zeer onte-vreden vreden niet

eer-D

D

D

D

D

D

zeer eer-zuchtig zuchtig

(44)

3)

Denk nu aan diegene, met wie U het slechtst kunt samenwerken. Dat kan iemand zijn met wie U nu samenwerkt, of het kan iemand

ziJn, die U vroeger hebt gekend.

Het hoeft niet diegene te zijn, op wie U het minste gesteld bent, maar het moet diegene zijn, met wie het samen werk ver-richten de meeste moeilijkheden opleverde. Beschrijf deze persoon zoals U denkt dat hij is.

zeer tevre-

D

D

D

D

Cl

D

niet

tevre-den den

zeer koppig

D

D D

Cl

D D

niet koppig niet

onder-D

D

D

[]

[]

D

zeer onder-nemend nemend niet helder

D

D D

[]

D

[]

zeer helder denkend denkend niet

ge-D ge-D

[]

D

D

D

zeer ge-spannen spannen

zeer kortaf

D

D D

D D D

niet kortaf niet een

D D D

D D

[]

zeer harde

harde werker: werker

niet

leer-D leer-D

D

D

D

[]

zeer gierig leergierig niet

mee-D

·D

D

[]

D

[]

zeer mee-voelend voelend niet

ge-D ge-D ge-D

D

D

D

zeer ge-duldig duldig niet

be-D be-D be-D

[~]

[]

[_]

zeer

be-tr·ouwbaar trouw baar

niet

neer-D neer-D

[_]

[]

D D

zeer

neer-slachtig slachtig

zeer onnozel:

D D

D

D

Cl

D

niet onnozel niet

enthou-D

D D

D D D

zeer ent

hou-siast si ast geen

zelf-D zelf-D

D

D D

D

zeer veel vertrouwen zelfvertrouwen niet

aange-D

D

[]

[]

D D

zeer aange-naam naam niet

D

D

D

[_]

[=]

D

zeer productief productief zeer gauw

D

D

D

D D D

niet gauw ontmoedigd ontmoedigd niet

avon-D

D

D

D

D

D

zeer avon-tuurlijk tuurlijk niet

een-D

D

D

D

[_]

[]

zeer een-zaam zaam

zeer op ge- niet op

ze lschap

ge-D

[]

D

[]

[~]

[_]

zelschap ge-steld steld niet

ante-D

D

D

D D D

zeer ante-vreden vreden niet

eer-D eer-D eer-D

D

D

[]

zeer eer-zuchtig zuchtig niet onzeker

D D D

D D D

zeer onzeker

(45)

Hierna treft U een aantal uitspraken aan over het werken in ploegen en in de reserve.

Wij vragen U nu aan te geven in welke mate U het met deze uitspraken eens bent.

Achter elke zin staan vijf mogelijkheden, die lopen van zeer sterk mee eens tot zeer sterk mee oneens.

Bijvoorbeeld:

Ja, zeer in het kan het in het nee, abeo-sterk algemeen er wel algemeen luut niet mee eens mee eens en niet niet mee mee eens

mee eens eens zijn

Iedereen werkt graag

D

D

D

D

D

in een ploeg

Bent U het hier zeer sterk mee eens, dan plaatst U een V in het eerste hokje:

Iedereen werkt graag

in een ploeg

D

D

D

D

Bent U het hier absoluut niet mee eens, dan plaatst U een teken in het laatste hokje:

Iedereen werkt graag

in een ploeg

D

D

D

D

Bent U het hier in het algemeen mee eens, dan vult U het tweede hokje in:

Iedereen werkt graag

in een ploeg

D

D

D

D

Bent U het hier in het algemeen niet mee eens, dan vult U het op

één na laatste hokje in: Iedereen werkt graag

in een ploeg

D

D

D

D

(46)

Wilt

U

de hokjes op de volgende manier invullen: 1 e Kolom 1 2e Kolom

5

5e

Kolom 2 Kolom

4

Kolom

3

lees alle 30 uitspraken door en kies er drie uit waar U het zeer sterk mee eens bent. Plaats bij die drie een V in de eerste kolom.

kies uit de overblijvende

27

uitspraken drie waar U het absoluut niet mee eens bent en geef ze aan met een teken. kies uit de overblijvende 24 er

7

waarmee U het in het al-gemeen mee eens bent en geef ze aan met een V.

kies uit de overblijvende 17 uitspraken 7 waarmee U het in het algemeen njet m~e eens bent en geef ze aan met een~ Hierin komen nu vanzelf de resterende 10 uitspraken.

Als U de ingevulde hokjes per kolom optelt, krijgt U dus als uitkomsten: 7-10-7-3°

Merkt U dat U zich vergist hebt, plaats dan een X ~oor het hokje en vul het goede hokje in.

Wilt U zo snel mogelijk doorwerken en geen uitspraken overslaan? De eerste indruk is meestal de beste. Er zijn geen goede of foute ant-woorden.

(47)

31. Het prettige van werken in een vaste ploeg is dat je iedereen in de ploeg goed kent.

32. Het prettige van in de reserve werken is dat je overal komt.

33.

Dat de meeste mensen vast in ploegen ZlJn ingedeeld is wel goed, maar sommige mensen zijn nu eenmaal niet geschikt voor een ploeg.

34,

Al werk je in de reserve,daar-om wil je nog wel eens binnen-boord staan.

35.

Het prettige van in de reserve werken is dat je steeds kans hebt op gemakkelijk werk.

36.

Als je in een vaste ploeg zit ben je een deel van je vrUheid kwijt omdat je rekening moet houden met de andere ploegle-den.

37.

Doordat een reserveman weinig binnenboord staat mist hij een stuk gezelligheid van de ploeg. 38. Als je in een vaste ploeg zit

die verdeeld wordt kun je be-ter ingedeeld worden bij een ploeg waarvan je de mensen kent.

39.

Het prettige van in de reserve werken is dat je veel mensen spreekt.

40. Als je eenmaal ploeg zit kom vooruit.

in een je niet

vaste meer 41. Al werk je in de reserve, dan is het toch prettig als je de mensen kent van de ploeg waar

je bij ingedeeld wordt.

42. In een vaste ploeg heb je veel steun aan je ploeggenoten.

43.

Het maakt eigenlijk verschil of je nu in die ploeg zit.

weinig deze of

44.

In de reserve zitten vooral mensen die graag aan het luie eind staan. Kolom 1 Ja, zeer sterk mee eens

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

Kolom 2 In het algemeen mee eens

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

Kolom

3

Kan het er wel en niet Kolom

4

In het algemeen niet mee mee eens eens zijn

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

Kolom

5

Nee, ab saluut niet me eens

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

(48)

Het vervelende van de reserve is dat je van te voren nooit weet waar je terecht komt.

, . In het ruim ender maar waardeerd. werken is het wordt vermoei-meer ge-1. Altijd in één ploeg zitten maakt

het werk eentoniger.

1. Een hele dag in je eentje aan-hoeken is geschikt om iemand doodziek te maken.

• Een goede maat is belangrijker dan een goede ploeg.

) Het voordeel van de reserve bo-ven een vaste ploeg is dat je er veel meer je eigen gang kunt gaan.

). Als je eenmaal in een goede ploeg zit, is het vervelend van ploeg te moeten verwisselen.

~. In de reserve heb je meer vrij-heid dan in een vaste ploeg. ). Het werk aan wal en buitenboord

stelt minder voor dan het werk binnenboord.

>. Je kunt beter met je eigen ploeg in het ruim staan dan aan de wal werken,al is het aan wal ook ge-makkelijker.

Als je eenmaal in de reserve zit kom je niet meer vooruit.

1. Als ook iedere reserveman zijn vaste maat zou hebben, zou er niet veel verschil zijn tussen het werken in de reserve en in een vaste ploeg.

). Verandering is wel prettig,als~

de mensen maar kent.

I, Als je in de reserve zit word je niet helemaal voor vol aangezie~

Kolom 1 Ja, zeer sterk mee eens

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

Kolom 2 In het aJ.gemeen mee eens

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

Kolom

3

Kan het er wel en niet Kolom

4

In het algemeen niet mee mee eens eens zijn

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

[]

D

D

Kolom

5

Nee, ab-soJ.uut niet mee eens

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

D

(49)

Kolom no.

Onderzoek groep code

A.B.V.

kolom no. code AS kolom no. code 2 N

NS

6

7

z/b z/sl 16 1

7

Kolom no.

3

4

5

Volg no. E T 8

9

1 0 z/gem b/sl Z.W. 18 1

9

20

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ik heb hier vorige week nog gepleit voor een Verenigde Nederlanden en ik vind dat je als je a zegt, je de b maar moet laten volgen en je dus niet (altijd) naar Spanje of Italië

Meteen toen hij koning werd, liet Albert II duidelijk voelen dat al dat politieke gedoe voor hem niet echt hoefde, als hij en zijn familie maar konden blijven rekenen op een

Maar o wee, ik was toch wel “ne vuile nationalist” zeker, ook voor de Vlaamse onderofficieren, ge moet u dat eens voorstellen, verraden worden door je eigen volk. R ik D esmet -

Leterme kan zijn wijsheid bijvoorbeeld onderstrepen door niet meer te luisteren naar Herman van Rompuy, die er behagen in schept hem voortdurend te dwarsbomen omdat

Jan Peumans (N-VA) zag in het feit dat de Franstalige Liga voor de Mensenrechten wel betrokken geweest is bij het VN-rap- port en niet de Vlaamse Liga, een aanwijzing dat

Als Bart de Wever nu nog niet door heeft dat hij door de oppertsjeef volledig bij de bok wordt gezet, dan weten we echt niet wat de Niveanen nog meer nodig hebben om uit

gang tot de tempel ontzegd hebben of heeft hij zelf beslist om niet langer het schootsvel voor te binden?) Maar de schutskring rond het VB is geen uitvinding van de loge, maar

den of de Benelux (of voor mijn part de oude verdrongen naam Dietsland) blijf ik mij toch de vraag stellen in welk milieu of in welke kringen van de bevolking (vermoedelijk meer