• No results found

In 1863 was er voor het eerst opstand tegen de academische autoriteit van de Kunstacademie:

veertien studenten verlieten de academie om hun eigen groep ‘Artel Khudozhnikov’, te

44 Kean 1983 (zie noot 8), pp. 15-16.

45 Makhrov 2003 (zie noot 41), p. 621.

46 Website Museum Burghalde Lenzbrg < http://www.museumburghalde.ch/russische-ikonen.html > (15 mei).

19

vormen. Zij geloofden in de Russische kunst als een vitale, zelfstandige kracht die geen behoefte had aan buitenlandse invloeden.47

Een tweede verzet volgde in 1870 met de stichting van de ‘Peredvizhniki’, de Zwervers, genaamd naar hun wens om kunst niet alleen in Moskou en St. Petersburg te tonen, maar toegankelijker te maken voor de Russische bevolking in alle dorpen en steden.

Tot deze kunstenaarsgroep behoorden Ilja Repin, Vasili Polenov, Elena Polenova, Viktor en Apollinari Vasnetsov, Mark Antokolsky, Valentin Serov, Konstantin Korovin, Michail

Vroebel, Michail Nesterov en Ilja Ostroöechov. Zij kwamen in verzet tegen de toen heersende filosofie van de Kunstacademie dat enkel de schoonheid van de kunst het bestaan van de kunst en de toewijding ertoe legitimeerde. De Zwervers pleitten juist voor een functionele kunst, één waarvan de maatschappij profijt kon hebben. In hun ogen diende de kunst zich te wijden aan het tonen en becommentariëren van de realiteit. Ter versterking van de Russische waarden kozen zij voor thema’s als de Russische natuur, het traditionele leven en de

geschiedenis van Rusland, inclusief elementen uit de folklore en heldendichten.48

Zo brachten de Zwervers dikwijls het leven van de hardwerkende Russische boer in beeld om medeleven en sympathie te wekken voor de gewone man. Deze aandacht voor en zelfs

verheerlijking van de gewone man in de kunst kent over het algemeen een lange traditie in Rusland. Bij de Zwervers was echter niet alleen de sociale insteek van deze artistieke ideologie van belang, maar vooral hun nadruk op het traditionele Russische leven. Tot dan toe, vanaf de Europees georiënteerde regeerperiode van Tsaar Peter de Grote, werd cultuur gezien als iets Westers en zeker niet als iets Russisch. De Zwervers en veel kunstenaars na hen, wendden zich af van de Westerse leer op de Kunstacademie. Zij gingen op zoek naar een nieuwe nationale cultuur, waar wel plaats was voor de lang genegeerde Russische artistieke tradities en waarden.49

In 1871 debuteerden de Zwervers met hun reizende tentoonstelling in Sint Petersburg. Hoewel deze stad gedomineerd werd door Westerse kunst, boekten de Zwervers groot succes met hun tentoonstelling en creëerden zij een nieuw publiek voor hun kunst. Door zich te baseren op een gevoel van religie en een drang naar sociale verandering brachten de Zwervers met hun

47 Kean 1983 (zie noot 8), p. 17.

48 Alison Hilton,‘The Exhibition of Experiments in St. Petersburg and the Independent Sketch’, The Art Bulletin 70 (1988), no. 4, pp. 678-679.

49 Camilla Gray, The Russian Experiment in Art 1863-1922, London 1986, pp. 9-10.

20

kunst een herwaardering van de Russische waarden en geschiedenis teweeg. Met hun stijl introduceerden zij een nieuwe norm, hoewel de traditionele stijl van de Kunstacademie ook nog steeds veel aanhangers kende. Het contrast tussen de Zwervers en de academische kunstenaars was zeer bepalend voor het kunstklimaat van die tijd.

De artistieke irrelevantie waar de Zwervers de Kunstacademie van betichtten, vond uiteindelijk ook plaats in hun eigen artistieke creaties. Door het gebruik van dezelfde

terugkerende thema’s en verwerping van experiment, oogt later werk van de Zwervers statisch en voor de hand liggend. Realisme vormde hun ideaal; elke afwijking van dit realisme werd dan ook gezien als oplichterij. De Zwervers beschouwden het werk van bijvoorbeeld de impressionisten als inhoudsloos: lege leugens omdat deze niet de waarheid, de realiteit lieten zien.50 De Zwervers stoorden zich aan de onafgemaakte weergave van de werkelijkheid door de impressionisten. Ook de ongewone kleuren waar in de impressionisten bijvoorbeeld

schaduwen uitvoerden, lagen volgens de Zwervers ver van de werkelijke kleurenschema’s van de realiteit.

Door middel van hun reizen naar het buitenland, mogelijk gemaakt door kunstmecenas Mamontov (zie 3.3), waren in ieder geval de Zwervers Polenov, Repin, de Vasnetsovs, Surikov en Antokolsky op de hoogte van gelijksoortige ontwikkelingen richting het realisme in Europa. 51 In Frankrijk bijvoorbeeld toonden de realistische werken van Gustave Courbet veel opzien. De werken toonden het alledaagse leven van de werkende klasse in een

onverbloemde stijl inclusief harde details. Ondanks hun kennis van de Westerse

kunstontwikkelingen, adopteerden de Zwervers geen nieuwe technieken in hun werk. Dit leidde tot het einde van kunstenaarsgroep en in 1923 werd de groep officieel opgeheven. 52

Later volgde nog een opleving van de Zwervers. Na de revolutie van 1917 gold tot 1921 het constructivisme als de officiële kunst van de Russische Revolutie. De avant garde stromingen zoals het kubisme en het futurisme experimenteerden wel volop en werden getolereerd. Veel moderne kunstenaars, waaronder Tatlin en Kandinsky, namen officiële posities in, zoals docenten aan de kunstacademie van Moskou. Eind jaren twintig kwam echter de ommekeer en in 1927 begon de acceptatie van deze stromingen door de staat af te nemen. Naar

aanleiding van wetenschappelijk onderzoek gebaseerd op de Marxistische en Leninistische leer, vond er in Moskou in 1930 een conferentie van museummedewerkers plaats. Hier werd

50 Kean 1983 (zie noot 8), p. 28.

51 Stuart R. Grover, ‘The World of Art Movement in Russia’, Russian Review 32 (1973) nr. 1 (januari), p.30.

52 Kean 1983 (zie noot 8), p. 28.

21

besloten dat de musea belangrijkste bron van politieke massavoorlichting en culturele

educatie moesten zijn. Door dit besluit intensiveerde de tendens naar het sociaalrealisme met als resultaat een opleving van de Russische schilderkunst die eerder zo typerend voor de Zwervers was.53