• No results found

Sergej Sjtsjoekin kwam uit een oud koopmansgeslacht. Zijn vader, Ivan Sjtsjoekin (1815-1890) was één van de eerste grote zakenmannen in Moskou.77 Hij stond bekend om zijn assertieve en individualistische karakter en werd gezien als een gelovige man met politiek conservatieve opvattingen. Ivan had weinig formele educatie genoten, vanwege de

beperkingen die de toenmalige Tsaar Nicolaas Ie de bourgeoisie oplegde wat betreft academische mogelijkheden. Toch wist de vader van Sjtsjoekin het familiebedrijf in textiel succesvol en met winst te exploiteren. Naast zijn rijkdom nam Ivan vooral een gerespecteerde plaats in bij de koopmansklasse omdat hij zich actief inzette voor de belangen ervan. Hij was trots op zijn afkomst en was ervan overtuigd dat hij en zijn collega’s meer bijdroegen aan het land dan de leden van de tsarenfamilie en andere adellijke personen in St. Petersburg. Die waren volgens hem corrupt en inefficiënt.78

In 1849 trouwde Ivan met Yekaterina Botkin, de dochter van een grote theehandelaar. De Botkins behoorden tot een van de meest belangrijke families in Rusland vanwege hun

rijkdom, maar ook vanwege hun intellectuele en culturele prestaties. Deze familie bestond uit doctoren, diplomaten, wetenschappers, kunstenaars en zakenmannen. Dankzij het huwelijk van Ivan en Yekaterina kwamen de Sjtsjoekins in contact met grote namen uit zowel de culturele als de wetenschappelijke wereld. 79

Het aanzienlijk fortuin of, in termen van Bourdieu, het economisch kapitaal waarmee Sergej Sjtsjoekin werd geboren, maakte dat Sjtsjoekin tot de hogere laag van de Russische

koopmansklasse behoorde.

Naast het economisch kapitaal, was er ook het cultureel kapitaal waarmee Sjtsjoekin

opgroeide. Zijn oom Afanassi Fet was een vooraanstaand dichter. Diens neef Sergej, professor aan de militaire hogeschool voor geneeskunde, huwde de dochter van Pavel Tretyakov, de oprichter van de Tretyakov Galerie.80

Er wordt gesuggereerd dat de Botkins de Sjtsjoekins artistieke gevoeligheid hebben bijgebracht, want voor het huwelijk van Ivan en Yekaterina, heeft geen enkel lid van de Sjtsjoekins interesse op artistiek gebied getoond. Ivan Sjtsjoekin zelf stond bijvoorbeeld bekend als iemand die van zijn leven nog nooit een schilderij had gekocht.81 Hoewel hij bijvoorbeeld in het bezit was van een abonnement op een loge in het Bolshoi theater, heeft hij zelden een voorstelling uitgezeten. Omdat Ivan graag als eerste ’s ochtends opstond, ging hij doorgaans vroeg naar bed.82

In tegenstelling tot hun zwager Ivan, deelden de broers van Yekaterina een voorliefde voor kunst en cultuur. Vasily, Dmitry en Mikhail waren samen in het bezit van een behoorlijke kunstcollectie bestaande uit zowel Russische als Westerse kunst. Naast zijn politieke betrokkenheid bij de liberale beweging van de veertiger jaren van de 19e eeuw, stond de oudste broer van Yekaterina, Vasily bekend om zijn collectie van artefacten van oude beschavingen.83 Hoewel haar tweede broer Dmitry enkel Europese schilderijen verzamelde, assisteerde hij Pavel Tretyakov tijdens zijn onderzoek naar de geschiedenis van Russische kunst en schonk zelfs meerdere westerse doeken aan de Tretyakov Galerie. De jongste broer, Mikhail, toonde een meer gevarieerde smaak dan zijn broers. Hij vulde zijn huis met

schilderijen van de Russische Zwervers in combinatie met kunstwerken uit de Italiaanse renaissance.84

Naast de kunstcollecties van de Botkins, hadden de Sjtsjoekins ook toegang tot de verzameling van Tretyakov.85 Hoewel de precieze, eerste kunstindrukken van Sergej Sjtsjoekin niet bekend zijn, is het goed voor te stellen dat hij en zijn broers waarschijnlijk kennis maakten met de beelden van de Russische romantiek en de grondleggers van het Russische realisme. In ieder geval zullen zij in een land doordrongen van het

Russisch-80 Költzsch 1993 (zie noot 1), p. 37.

orthodoxe geloof, de Russische ikonen als eerste kunstindrukken hebben meegekregen.

Ongetwijfeld beïnvloed door hun culturele omgeving, begon de artistieke betrokkenheid van de Sjtsjoekins vorm te krijgen met de verzamelactiviteiten van drie broers van Sergej

Sjtsjoekin; Pyotr, Dmitry en Ivan. Zijn twee andere broers, Nikolaj en Wladimir, hadden geen artistieke interesse.

Pyotr had een voorkeur voor antieke Russische artefacten. Zijn collectie bevatte ook Oosterse en Westerse objecten, om naar eigen zeggen de invloed van het Oosten en Westen op de Russische cultuur te tonen. Als waardevolste stukken van zijn zeer diverse verzameling worden de archiefstukken van verschillende Russische staatshoofden en talrijke andere historische documenten beschouwd. Pyotr verzamelde niet alleen deze stukken, hij maakte ze zelfs openbaar in een tiendelig boekwerk.86 Hij koesterde een kortstondige liefde voor het impressionisme en bezat werken van onder andere Monet, Pissarro, Renoir en Degas.

Deze liefde bekoelde toen hij kennis maakte met de Russische, symbolistische schilderkunst.87

De verzamelspecialiteit van broer Dmitry lag bij de Nederlandse, Duitse en Italiaanse oude meesters. In zijn zoektocht naar nieuwe aanwinsten, reisde hij elk jaar naar deze landen af.88 De jongste broer Ivan was gevestigd in Parijs en maakte daar deel uit van de kunstwereld. Hij concentreerde zich op een Franse schilderijencollectie bestaande uit bovenal landschappen en satirische en humoristische grafiek. Ook bezat Ivan, net als zijn broer Dmitry, stukken van de oude meesters. Naast verzamelen, hield Ivan zich bezig met literatuur en onderzoek. Hij schreef artikelen voor Russische kunsttijdschriften en gaf lezingen aan de Parijse School voor Oosterse talen. Vanwege zijn linkse overtuigingen gold Ivan in de ogen van de

Tsarenregering als een verdacht persoon. Ivan omringde zich met mensen die eveneens gewantrouwd werden door de Russische staat. De Russische kolonie gevormd in Parijs door Ivan, stond bekend als waar kunstcentrum.89

Sergej Sjtsjoekin zelf begon relatief laat met het verzamelen van kunst. Hoewel het

verzamelen van kunst als een vanzelfsprekende eigenschap voor een zichzelf respecterende

86 Költzsch 1993 (zie noot 1), pp. 39-42.

zakenman in Moskou werd gezien, manifesteerde Sjtsjoekin zich pas na zijn 40e, na 1894, als collectioneur.90

Volgens de traditie werden de zonen van koopmannen geacht het familiebedrijf over te nemen. Zo ook de zonen van Ivan Sjtsjoekin. Om te kunnen slagen in het zakenleven was Ivan ervan overtuigd dat zijn zonen de beste scholing ter wereld moesten hebben, iets wat voor hem in zijn jeugd niet was weggelegd. Hij stuurde hen naar de Duitse Bemsky school, geleid door een Lutherse pastoor in Vyborg, Finland. Daar maakten zij kennis met een opvoeding gestoeld op discipline, karaktervorming en lichamelijke training. Vervolgens gingen enkele zonen naar de Duitse school genaamd Girst, in St. Petersburg. Tot slot dienden zij stage te lopen in één van de vooraanstaande textielfabrieken in Frankrijk en Duitsland.

Indien zij naar behoren presteerden, mochten zij op reis naar het buitenland.91

Sergej werd echter in zijn jeugd lichamelijk te zwak gevonden om naar school te gaan en werd daarom thuis geschoold door privéleraren. Ook zijn lichtelijk spraakgebrek - hij stotterde - maakte het onmogelijk om te functioneren op een reguliere school. Toch groeide hij op als een man met een sterke wil die, zo nodig, tegen de publieke mening inging.

Geheel tegen de verwachting van vader Ivan in, bleek Sergej van de zes broers het meest geschikt om het familiebedrijf over te nemen.92

Sergej Sjtsjoekin bleek succesvol als hoofd van de textielketen. Zijn geheel eigen wijze van productie en verkoop management dwong respect af. Er was vooral ontzag voor het feit dat hij niet alleen op de Russische maar ook op de internationale markt succesvol was. Zijn goede reputatie in de financiële wereld leverde hem de bijnaam ‘minister van handel’ op.93 In 1912 werd deze bijnaam officieel erkend met zijn benoeming tot voorzitter van de Ondernemers Associatie van Moskou. Nog voor hij deze titel kreeg, had hij de naam als zakenman grote risico’s aan te durven. Hij kocht tijdens de nationale staking in 1905 alle textiel voorraden op om deze na de staking weer met hoge winst te verkopen. Dit leverde hem een vermogen op.94

90 Kean 1983 (zie noot 8), p. 145.

91 Kean 1983 (zie noot 8), pp. 128-129.

92 Kostenevich 2006 (zie noot 4), p. 238.

93 Albert Kostenevich, Matisse tot Malevich. Pioniers van de Moderne Kunst uit de Hermitage, tent. cat.

Amsterdam (Hermitage Amsterdam) 2010, p. 21.

94 Kostenevich 2006 (zie noot 4), p. 238.

33