• No results found

Zorglandgoed Laagduurswoude

Zorglandgoed Laagduurswoude is gelegen in de gemeente Ooststellingwerf, provincie Friesland. Op het landgoed, dat 18 hectare groot is, kunnen mensen met niet­aangeboren hersenletsel terecht om te worden behandeld. Cliënten staan zoveel mogelijk in de samenleving; het landgoed heeft nadrukkelijk geen zorginstellingskarakter. Naast therapieën zijn er activiteiten in de natuur, landbouw en recreatie. Het landgoed bevat bossages, weides en meren, een theetuin, kinderboerderij, zwembad, sauna en fitnessruimte. Recent is de coalitie uitgebreid met een werkplaats in het nabijgelegen Oosterwolde (www. zorglandgoedlaagduurswoude.nl).

9.7.1 Kenmerken

De Stichting Zorglandgoed Laagduurswoude leidt de coalitie, opgericht en aangestuurd door een echtpaar. De stichting heeft bij het opzetten van de coalitie

samengewerkt met de gemeente en de provincie, waarbij het vooral ging om het wijzigen van de bestemming van het landgoed. Hierbij zijn ook omwonenden betrokken. Verder werkt ze samen met de plaatselijke zwemschool, enkele bedrijven en Staatsbosbeheer. De zwemschool heeft onderdak gevonden op het landgoed,

Staatsbosbeheer en enkele bedrijven gunnen opdrachten aan de sociale werkplaats die is overgenomen door de beheerders van het landgoed.

Hoewel het echtpaar dat aan de basis van de coalitie staat een inkomen overhoudt aan het zorglandgoed, zijn ze ermee begonnen vanuit persoonlijke motieven; de initiatiefnemers wilden de opvangmogelijkheden bij zorginstellingen in de eigen streek op een aantrekkelijke manier uitbreiden. Een zorglandgoed biedt de ruimte patiënten ter plaatse meer zelfredzaamheid en extra vaardigheden bij te brengen. Daarnaast is het

onderhouden van op het landgoed gesitueerde natuur en landschap een belangrijk nevendoel.

De belangrijkste hulpbron in de coalitie is het landgoed met de bijbehorende faciliteiten en activiteiten. De

kosten hiervan worden via investeringen gedragen door Stichting Zorglandgoed Laagduurswoude, die op haar beurt afhankelijk is van de vergoeding die ze van haar cliënten ontvangt. Een groot deel van deze vergoeding wordt betaald uit persoonsgebonden budgetten. Daarnaast wordt een deel van de capaciteit die nodig is om het landgoed draaiende te houden door cliënten en vrijwilligers geleverd.

Belangrijke spelregels waarmee de coalitie te maken heeft, zijn de procedures die moeten worden doorlopen om tot ontwikkeling over te kunnen gaan. Het gaat om bestemmingsplannen, protocollen als de termijn van terinzagelegging en afstemming tussen overheidslagen, zoals de toetsing aan de provinciale verordeningen. Verder heeft ze te maken met de regels waaraan moet worden voldaan bij het leiden van een zorginstelling; hoeveel professionele begeleiding is nodig, wat zijn vereisten op het gebied van hygiëne, enzovoort.

9.7.2 Prestaties en kritische succesfactoren

Naast het feit dat Zorglandgoed Laagduurswoude een maatschappelijke dienst verleent door mensen met een beperking te huisvesten en een zinvolle dagbesteding te geven, genereert het ook werk voor onder anderen verpleegkundigen en fysiotherapeuten. De inbedding in de plaatselijke samenleving uit zich verder in het onderdak verlenen aan de zwemschool en het aangaan van samenwerkingsverbanden met lokale bedrijven. De ontwikkeling van het landgoed is goed aangesloten op de bestaande landschappelijk situatie.

Een eerste kritische succesfactor is de aanwezigheid van een goed doordacht bedrijfsplan. Verder is het van belang dat er gemotiveerde initiatiefnemers zijn die zich niet laten afschrikken door de vaak langdurige procedures die moeten worden doorlopen. Ook is de verhouding met de omgeving, waaronder de gemeente, een factor van belang. Zorglandgoed Laagduurswoude heeft zijn omgeving altijd goed weten te betrekken, waardoor het nauwelijks weerstand van omwonenden heeft

ondervonden en tot een vruchtbare kruisbestuiving met partijen uit de regio is gekomen.

9.7.3 Verbeterpunten en mogelijke rol van de

overheid daarbij

Belangrijkste verbeterpunten liggen bij de procedures die nodig zijn om tot de opzet en eventuele uitbreiding van de coalitie te komen. Met de noodzakelijke

bestemmingswijziging in Ooststellingwerf is veel tijd gemoeid. Dat komt bijvoorbeeld doordat het voor initiatiefnemers lastig is om zicht te hebben op de vraag welke vooronderzoeken nodig zijn en wanneer en op welke manier benodigde informatie bij de gemeente moet worden aangeleverd. De overheid kan hierin een rol spelen, onder andere door een goed contact met en goede informatievoorziening aan de initiatiefnemer.

negen negen

9.8 Praktijkvoorbeeld 3: Linge’s

Zorglandgoed

Linge’s Zorglandgoed is een plan om drie aaneengesloten zorgwoningen en een beheerderswoning te realiseren, bedoeld voor ongeveer 30 dementerende ouderen en hun begeleiders. Daaromheen komen een landgoed van minimaal 12 hectare waar natuur wordt ontwikkeld en een recreatievoorziening van 3,5 hectare. Het plangebied is gelegen in het Gelderse plaatsje Rumpt, vallend onder de gemeente Geldermalsen (www.lingeszorglandgoed.nl).

9.8.1 Kenmerken

Linge’s Zorglandgoed is een initiatief van een echtpaar uit de regio. In het najaar van 2009 overlegden ze met de gemeente over een te koop staand areaal grond en werd besloten het plan door te zetten. De initiatiefnemers schakelden een landschapsarchitect in, spraken met regionale zorgaanbieders en gingen om de tafel met het waterschap, de provincie en het Gelders Genootschap, een adviesorgaan dat zich richt op welstand en ruimtelijke kwaliteit. Eind 2011 werden de plannen voorgelegd aan de inwoners van Rumpt. Een deel van deze inwoners tekende echter bezwaar aan en organiseerde zich in de Vereniging Ons Dorp Rumpt. De initiatiefnemers hebben als doel het aanbieden van kleinschalige en persoonlijke zorg in een groene

omgeving, die deels openbaar is. Ze gaan ervan uit dat ze hiermee een hoogwaardig product kunnen aanbieden aan patiënten en omwonenden. In overleg met de gemeente zijn ze overeengekomen dat ze tegelijkertijd natuur en landschap gaan ontwikkelen en onderhouden en dat ze de bebouwing zo goed mogelijk zullen inpassen. Omwonenden brengen in dat het landgoed in hun ogen niet past in het landschap. Bovendien vinden ze de bebouwing en bedrijfsvoering te grootschalig, twijfelen ze aan de financiële haalbaarheid, zijn ze bang dat het beheer van het groen op het landgoed erbij in zal schieten en betreuren ze het uit productie nemen van

landbouwgrond.

Om het zorglandgoed te ontwikkelen, is grond, vastgoed, kennis en capaciteit nodig. Om daartoe te komen, zetten de initiatiefnemers hun eigen capaciteit en kennis in. De grond is al gekocht, advies over de bebouwing is ingewonnen. Bovendien hebben ze een netwerk opgebouwd met de partijen die belangrijke kennis hebben en met de overheden waaraan ze toestemming moeten vragen. Financiering regelen ze goeddeels via het Nationaal Groenfonds, dat tegen lage rente geld ter beschikking stelt. De omwonenden hebben een inspraakprocedure aangegrepen om bezwaar te maken en gebruiken daarnaast formele beroepsmogelijkheden. Ook gaan ze met de initiatiefnemers in gesprek.

De belangrijkste formele spelregels zijn de bureaucratische procedures die de initiatiefnemers moeten doorlopen om hun plannen gerealiseerd te krijgen. Centraal staat daarbij een

bestemmingsplanwijziging, waarvoor enkele haalbaarheids­ en effectenstudies moeten worden uitgevoerd. Ook de inspraakprocedure is van belang gebleken, omdat omwonenden deze hebben

aangegrepen om hun bezwaren kenbaar te maken. Een belangrijke informele spelregel is om zo vroeg mogelijk met alle betrokkenen in gesprek te treden, iets wat met de omwonenden niet is gelukt; deze werden pas in een relatief laat stadium betrokken. Dit heeft veel kwaad bloed gezet.

9.8.2 Prestaties en kritische succesfactoren

Op het moment van schrijven is het zorglandgoed nog niet gerealiseerd. Het is de bedoeling dat het landgoed in 2013 zijn deuren opent. Als de plannen doorgaan, kan het landgoed de regionale economie een impuls geven; het levert bijvoorbeeld ruim 30 arbeidsplaatsen op. Bovendien wordt er nieuwe natuur ontwikkeld, is er plaats voor waterberging en zal de bebouwing volgens de initiatiefnemers qua karakter goed in het landschap passen, hoewel niet iedereen het daar mee eens is. Ook zal een deel van de grond als recreatiegebied worden ingericht en komen er nieuwe voorzieningen waar plaatselijke ouderen op termijn gebruik van kunnen maken. Hierdoor zal de leefbaarheid toenemen.

Omwonenden beweren echter het tegenovergestelde: de kwaliteit van de leefomgeving zal afnemen door de nieuwe bebouwing, de nachtelijke verlichting in het buitengebied en de extra verkeersstromen. Vertegenwoordigers van de omwonenden vinden bovendien dat het grootschalige complex van groen en bebouwing niet pas in het kleinschalige Lingese landschap ter plekke.

Een eerste belangrijke kritische succesfactor is de ontwikkeling van een goede visie en een daaraan gekoppeld plan van uitvoering. Hier zijn bovendien gedreven initiatiefnemers voor nodig. Daarnaast is het van belang om een goede voorbereiding te treffen door met alle mogelijke relevante partijen om de tafel te gaan zitten en het benodigde kennisniveau op peil te brengen. Ten slotte moet er financiële en wettelijke ruimte zijn om tot handelen over te gaan.

9.8.3 Verbeterpunten en mogelijke rol van de

overheid daarbij

Het belangrijkste verbeterpunt is dat het proces achteraf gezien transparanter had kunnen worden georganiseerd. Omwonenden stellen dat ze pas in een laat stadium van de plannen hoorden, waardoor ze zich overvallen voelden. Verder ervaren ze het als onverklaarbaar dat een nieuwe activiteit van deze schaal in het buitengebied

negen

wordt toegestaan, terwijl veel initiatieven van particulieren in Rumpt – bijvoorbeeld een B&B of een aanleunwoning voor ouderen – in het recente verleden door de gemeente zijn afgekeurd.

De gemeente heeft wellicht te lang de plannen voor zichzelf gehouden. Daarbij heeft ze allerlei lokale gevoeligheden niet opgelost en mogelijk zelfs versterkt. Zo is de beeldvorming ontstaan dat de gemeente met twee maten meet. Dit is lastig recht te zetten.

tien

Coalities in het