• No results found

Praktijkvoorbeeld 3: Oostvaarderswold

Coalities in het natuurbeheer

10.8 Praktijkvoorbeeld 3: Oostvaarderswold

Het natuur- en recreatiegebied in ontwikkeling Oostvaarderswold is onderdeel van een robuuste ecologische verbinding tussen de Oostvaardersplassen en Horsterwold, een gebied grenzend aan de Veluwe. Het oorspronkelijke plan, dat 1.800 hectare aan nieuwe natuur in de provincie Flevoland omvat, is echter stopgezet en vervangen door een zogeheten

openplanproces, om te kijken of er alsnog draagvlak is om een deel van de ambities te realiseren.

10.8.1 Kenmerken

Het oorspronkelijke doel van de coalitie was om een omvangrijke verbindingszone te realiseren tussen de Veluwe en de Oostvaardersplassen. De belangrijkste strategie om dit te realiseren was het opkopen en herinrichten van landbouwgrond, vanuit een ecologische blauwdruk. Al snel na de start van de realisatiefase in 2009 veranderde de situatie; het Rijk stond niet langer achter het realiseren van robuuste verbindingszones. Hierdoor was het oorspronkelijke doel financieel en bestuurlijk niet langer haalbaar. Op het moment van schrijven is een zoektocht aan de gang naar een nieuwe, meer realistische ambitie. De nadruk is meer komen te liggen op het inpassen van economische ontwikkelingen en een grotere betrokkenheid van de samenleving. In de beginfase – rond 2004 – waren de provincie Flevoland, gemeenten, het ministerie van LNV en Staatsbosbeheer de belangrijkste initiatiefnemers.

tien tien

Flevolandschap en het Wereldnatuurfonds zijn daar al snel bij gekomen. Ook is een link gelegd met de boeren in het gebied via LTO en via een apart aangestelde

landbouwadviseur. Toen de coalitie in een moeilijke fase kwam, is het Wereldnatuurfonds weer afgehaakt. De betrokkenheid van het ministerie van EL&I – dat

inmiddels LNV vervangen had – en Staatsbosbeheer werd een stuk minder prominent. In plaats daarvan raakten andere actoren betrokken: recreatieondernemers, de gemeente Almere en de ANWB.

De politieke wil en het benodigde geld zijn de belangrijkste hulpbronnen. In eerste instantie waren beide aanwezig; de coalitie werd vooral gedragen door Rijk en provincie. De geraamde kosten voor het gehele project waren 400 miljoen euro, waarvan het Rijk 240 miljoen voor zijn rekening nam (Provincie Flevoland 2012). Het Rijk trok zijn politieke steun, en daarmee zijn

financiële bijdragen, eind 2010 in, waardoor een gat in de begroting ontstond. De provincie probeerde eerst het beloofde rijksgeld alsnog te verkrijgen en onderzocht daarna of ze zelf de kosten kon dragen, maar beide pogingen leverden niets op. Bovendien bleek een andere belangrijke hulpbron, draagvlak bij een belangrijke groep betrokkenen – de boeren in het gebied – te ontbreken. De spelregels veranderden tijdens het proces. In eerste instantie was de belangrijkste spelregel het plan om het Oostvaarderswold te realiseren. Rijk, provincie, gemeenten en natuurorganisaties deelden deze regel. Er was wel veel verzet vanuit de groep boeren wiens land opgekocht moest worden. Eind 2010 trok het Rijk de steun echter in. Het verzet van boeren zwol verder aan. Uiteindelijk is een nieuwe spelregel ontstaan, het zogeheten openplanproces, waarin boeren en omwonenden een belangrijkere rol krijgen en de provincie noodgedwongen op zoek gaat naar een aanpassing van de ambities. In het nieuwe regeerakkoord (tweede kabinet-Rutte) is aangegeven dat de EHS wordt uitgevoerd inclusief de verbindingen, maar dat er wel meer tijd voor wordt uitgetrokken. Volgens de voorzitter van het openplanproces, Roel Bekker, is daarmee niet gezegd dat financiering van een verbinding nu wel in de rede ligt (www.opnatuurinflevoland.nl).

10.8.2 Prestaties en kritische succesfactoren

Uiteindelijk blijkt de coalitie de beoogde prestaties, die vooral zijn gericht op het verbeteren van de regionale en nationale natuurkwaliteit, niet waar te kunnen maken. Dit komt vooral door de huidige tijdsgeest waarin beperkte middelen beschikbaar zijn en er bovendien grote tegenstellingen zijn ontstaan tussen een door de provincie op ecologie gebaseerd en verdedigd

natuurbeleid enerzijds en wensen van de Rijksoverheid, ondernemers en maatschappij anderzijds. Het

openplanproces dat recent in gang is gezet, lijkt meer ruimte voor afstemming tussen ecologie, economie en

betrokkenheid van burgers te bieden. Het moet nog blijken of dit proces wel succesvol zal zijn.

Het ecologische blauwdrukmodel waarop het

Oostvaarderswold is gebaseerd en een verdienmodel dat door de overheid wordt gedragen, leken lange tijd belangrijke succesfactoren te zijn. Uiteindelijk is gebleken dat vooral bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak de belangrijkste succesfactoren zijn. Als dit draagvlak aanwezig is, lijkt het vinden van financiering in ieder geval een stuk makkelijker. Het beoogde openplanproces heeft als doel dergelijk draagvlak te vergaren.

10.8.3 Verbeterpunten en mogelijke rol voor de

overheid daarbij

Een van de belangrijkste verbeterpunten is het integreren van de ecologische doelstellingen in een breed

maatschappelijk kader waarbij burgers, overheden en bedrijven een rol spelen (people). Belangrijk is om te werken aan het delen van kennis, waardoor betrokkenen elkaars standpunt leren begrijpen en waardoor

polarisatie kan worden voorkomen. Ook een goed financieel plan waarin dekking voor de kosten van het toekomstig beheer is geregeld (profit), is van belang. Geen blauwdruk, maar een plan dat langzaam groeit en stap voor stap vorm krijgt.

Ook na het herzien van de ambities is het vooral de overheid die de coalitie richting uitvoering kan brengen, juist omdat de benodigde financiële middelen vooral bij de overheden vandaan moeten komen, al wordt ook gekeken naar private partijen. Het is daarbij wel van belang dat de overheid de interactie met en tussen natuurorganisaties, burgers en bedrijven faciliteert. Het opgestarte openplanproces lijkt tegemoet te komen aan een aantal van de genoemde verbeterpunten.

eL

f

Coalities in het regionale