• No results found

Wat er op zitting gebeurt en hoe het wordt ervaren

Het gezag van de civiele rechter

5. Wat er op zitting gebeurt en hoe het wordt ervaren

De laatste jaren is er onderzoek gedaan naar wat er op de zitting van civiele zaken ge-beurt en hoe partijen dit ervaren. Veel van deze onderzoeken zien indirect op gezags-aspecten, in die zin dat niet expliciet is onderzocht hoe partijen het gezag van de civiele rechter beoordeelden. Wel is onderzoek gedaan naar de tevredenheid van partijen over een bepaalde aanpak door de rechter van het geschil en de uitkomst van de procedure.

Deze onderzoeken geven soms een indicatie van hoe procespartijen aankijken tegen het gezag van de rechter. Op de uitkomsten van deze onderzoeken gaan we hierna in. Eerst bespreken we het al eerder aangehaalde wodc-onderzoek van Ter Voert en Kuppens uit 2002, waarin het gezag van de rechter, of meer precies: de schijn van partijdigheid van de rechter, centraal stond.73

Dit onderzoek geeft onder meer inzicht in de redenen om een rechter te wraken.74 Bij civiele zaken is, anders dan bij strafzaken, de meest genoemde reden voor wraking de bejegening of behandeling van de zaak ter zitting. Het gaat hier vooral om uitlatingen of handelingen van de rechter tijdens de zitting, zoals het niet accepteren van bewijsstuk-ken, het niet willen horen van een getuige, de wijze van ondervragen, een geïrriteerde houding, grievende of misplaatste uitspraken of het innemen van bepaalde standpun-ten. Ook worden genoemd de ongelijke behandeling tijdens de zitting (de ene partij is meer aan het woord tijdens de zitting dan de andere, de rechter besteedt vooral aandacht aan de stukken van één partij), schending van het beginsel van hoor- en wederhoor,

pro-het gezag van de civiele rechter 81

cedurefouten en vooringenomenheid. Daarnaast werd de behandeling van een eerdere, soortgelijke of aanverwante zaak als reden voor wraking genoemd.74 De variatie in rede-nen om een rechter te wraken is dus groot, wat aansluit bij onze eerdere constatering dat de rechtspraak een toenemende druk ervaart.

Een andere opvallende uitkomst van het wodc-onderzoek is dat er in handelszaken beduidend meer wrakingsverzoeken worden ingediend dan bij familierechtelijke zaken (33 % ten opzichte van 9 %). In de vorige paragraaf bespraken we de verschillende op-vattingen over of een actieve civiele rechter nu wel of niet gezagsondermijnend handelt.

Deze laatste uitkomst wijst in de richting van het laatste. Familiezaken zijn immers bij uitstek zaken waarin de rechter een actieve rol aanneemt, niet alleen ten aanzien van de regie van de procedure, maar ook ten aanzien van het zo veel mogelijk oplossen van het conflict naar beider tevredenheid van partijen. En juist in familiezaken is het aantal wra-kingsverzoeken relatief laag.

De gedachte dat een actieve rechter door partijen gewaardeerd wordt, wordt deels ondersteund door het onderzoek dat Van der Linden in 2008 heeft gedaan naar zittingen in handelszaken.75 Uit dit onderzoek blijkt onder meer dat procespartijen en advocaten relatief veel kritiek hebben op de wijze van het beproeven van een schikking. Deze kritiek heeft zowel betrekking op civiele rechters die te veel aandringen op een schikking als op rechters die te weinig bijdragen aan het tot stand komen van een schikking. Dat ‘te veel aandringen’ komt onder meer neer op het ten onrechte toeschrijven van belangen aan partijen, zonder te controleren of die belangen bij partijen ook daadwerkelijk een rol spelen.76

Ook ten aanzien van het voorlopig oordeel is winst te behalen. Een te vergaand voor-lopig oordeel (bijvoorbeeld een concreet schikkingsbedrag noemen) wordt al snel als een dwangschikking ervaren, maar het noemen van een bandbreedte aan bedragen, of aangeven hoe soortgelijke zaken werden behandeld, wordt wel gewaardeerd.77 Het on-derzoek van Van der Linden leert ook dat de grens tussen tevredenheid en ontevreden-heid als gevolg van het gedrag van rechters erg subtiel is. Dit maakt de beantwoording van de vraag of een actieve rechter gezagsondermijnend gedrag vertoont niet eenvoudig.

Het lijkt vooral te gaan om de wijze waarop de rechter actief is. Als hij actief vraagt naar wat het voor partijen zou betekenen als ze zouden schikken leidt dat tot een hoge tevre-denheid van partijen, terwijl het tot ontevretevre-denheid leidt als hij vooral ‘actief ’ is in de zin van dat hij te veel voor partijen invult.78

Recent (2010) is ook onderzoek gedaan naar procesverstorende en procesbevorderende gedragingen van partijen en de wijze waarop civiele rechters daarop reageren. Uit dit onderzoek komt naar voren dat de rechter doorgaans de zitting actief leidt (in 75 % van de zittingen), in die zin dat de rechter regelmatig intervenieert bij procesverstorende ge-dragingen.

Een gedraging is procesverstorend als zij de voortvarendheid en kostenefficiëntie van de procedure belemmert en bovendien niet bijdraagt aan de kwaliteit van de uitkomst

82 het gezag van professionals: state of the art

van de procedure. Uit het onderzoek kwam naar voren dat de gedragingen ‘zich recht-streeks tot de wederpartij/advocaat richten’, ‘non-verbale, als negatief uit te leggen, ge-dragingen uiten’, ‘een ander constant in de rede vallen’ en ‘herhaaldelijk de vraag niet duidelijk beantwoorden’ het meest voorkwamen tijdens de geobserveerde zittingen.

Hoewel rechters dit verstorend gedrag ook (bewust) negeren, spreken zij de partij of advocaat relatief vaak aan op diens gedrag of laten zij verbaal hun ongenoegen blijken.79

Rechters blijken dus vooral sturend en gedragscorrigerend op te treden met relatief lichte, communicatiegerichte interventies.80 Procedurele instrumenten zoals het wei-geren van bewijsstukken of een proceskostenveroordeling werden door rechters zelden toegepast.81 De meeste partijen die werden ondervraagd over het optreden van de rechter gaven aan tevreden te zijn over zijn aanpak. Partijen waardeerden het als de rechter door-vroeg, problemen ordende, een positieve sfeer voor schikking kweekte en procesversto-ringen af en toe bewust negeerde. Wanneer de procesdeelnemers kritisch waren over het gedrag van de rechter ging dit meestal om het door hen ervaren gebrek aan regie van de rechter tijdens de zitting.82

Een andere opvallende uitkomst van dit onderzoek is dat rechters meer reageren op negatieve dan op positieve gedragingen. Ook is hun reactie eerder corrigerend dan dat ze gebruikmaken van andere gesprekstechnieken die het proces in een positievere rich-ting kunnen brengen. Het zou volgens de onderzoekers kunnen betekenen dat er een negatievere atmosfeer op de zitting ontstaat dan nodig is. Enkele rechters uit dit onder-zoek gebruikten wel een breder repertoire aan (positievere) interventies.83 Grotere aan-dacht hiervoor zou, volgens de onderzoekers, een verbeterpunt kunnen zijn, met name omdat procespartijen aangeven interventies en kordaat optreden van de rechter prettig te vinden.

Dat een actieve civiele rechter door partijen wordt gewaardeerd is de rode draad in bo-venstaande onderzoeken. Maar rechters kunnen op vele verschillende manieren actief zijn. Waarderen partijen het ook als de rechter nog een stap verder gaat, en uitdrukkelijk op onderzoek uitgaat naar de problemen, behoeften en wensen die vaak verscholen lig-gen achter een juridisch conflict? De pilot ‘Conflictoplossing op Maat’ was hierop ge-richt.84 In verschillende zaken en rechtbanken zijn zittingen geleid door rechters (soms samen met een mediator) die getraind waren om met een open en onderzoekende hou-ding samen met partijen te verkennen of er sprake is van een conflict achter het juridi-sche geschil, en zo ja, wat de juiste conflictafdoening zou zijn (schikken, eindbeslissing, een deskundige inschakelen, doorverwijzen naar een mediator). De ervaringen van par-tijen waren wisselend. In handelszaken (waar de zitting werd geleid door een rechter en een mediator) zagen de meeste partijen de meerwaarde van de mediator niet, dit in tegenstelling tot de rechters zelf.85

Aanmerkelijk positiever waren de ervaringen in echtscheidingszaken.86 Deze zaken hadden als kenmerk dat er kinderen bij betrokken waren jonger dan 15 jaar. De rechter besteedde uitdrukkelijk aandacht aan het menselijke aspect van scheiden. Met een open

het gezag van de civiele rechter 83

en onderzoekende houding ging de rechter met behulp van speciale gesprekstechnieken na of er emoties waren die een belemmering vormden voor het maken van zakelijke af-spraken rondom onder meer de zorg van de kinderen. Als dit zo was, besprak de rechter met partijen de juiste vervolgstappen. Niet alleen partijen waren erg tevreden over deze zittingsaanpak, ook de advocaten zagen de meerwaarde van deze aanpak en gaven aan zich milder, rustiger en meer oplossingsgericht op te stellen vergeleken met normale zittingen. Het lijkt er dus op dat het type zaak van belang is voor de vraag of een verder-gaande rol van de rechter gewaardeerd wordt. In de volgende paragraaf gaan we in op de vraag wat de verschillende onderzoeken naar de tevredenheid van partijen betekent voor het gezag van de civiele rechter anno 2012.