• No results found

Zienswijze 26 – Gooyer Wetering 22-24-26, De Hondspol

Bijlage 14: Aanpassingen bouwvlak

4.26 Zienswijze 26 – Gooyer Wetering 22-24-26, De Hondspol

Betreft

Gooyer Wetering 22-24-26, Driebergen-Rijsenburg – Zorgboerderij De Hondspol

Bestemmingswijziging, aantal (woon)zorgeenheden, functieaanduiding kuilvoerplaten, kassen, verlegging agrarisch bouwvlak, open landschap, stikstofdepositie

Zienswijze

Namens opdrachtgever, De Hondspol VOF, Gooyer Wetering 22-24-26 in Driebergen-Rijsenburg wil ik een zienswijze indienen tegen het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Driebergen, zoals dat ter inzage ligt tot en met 24 mei 2018.

Bedrijfssituatie

Op het perceel Gooyer Wetering 22-24-26 in Driebergen-Rijsenburg bevinden zich bedrijfsgebouwen, bedrijfswoningen, zorgwoningen, bijbehorende voorzieningen en zijn agrarische landbouwgronden in gebruik. De Hondspol omvat een agrarisch bedrijf dat geëxploiteerd wordt overeenkomstig biologisch dynamische productiemethoden (SKAL- en

Conclusie

De zienswijze delen wij grotendeels, maar leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

4

7

Demeter gecertificeerd). Naast een veehouderij met diverse diersoorten omvat het tevens een tuinderij, zuivelmakerij en boerderijwinkel. Op de boerderij wonen en werken mensen met een zorgvraag, veelal bestaande uit een verstandelijke beperking gecombineerd met psychische problematiek. Sinds 2016 is De Hondspol geen onderdeel meer van een grote zorginstelling maar een autonome zorgboerderij in eigendom van een viertal ondernemers.

Maatschappelijke bestemming

In het vigerende bestemmingsplan van 2005 en voorontwerpbestemmingsplan van 2015 was een gecombineerde bestemming voor het perceel opgenomen, agrarisch en maatschappelijk. In het ontwerpplan heeft uw gemeente deze gecombineerde bestemming verwijderd en uitsluitend een agrarische bestemming voorgesteld. Het doel van uw gemeente is om meer flexibiliteit te

realiseren, waarbij de zorgwoningen dan expliciet binnen het agrarische bouwvlak worden aangeduid. Hoewel opdrachtgever uw meedenken waardeert, wordt wel geconstateerd dat de flexibiliteit juist onder druk komt te staan. De reden is als volgt.

Op de plankaart heeft u nu de functieaanduiding ‘zorgwoning’ opgenomen waarbij in artikel 3.2.1 onder d is opgenomen dat het aantal plaatsen ten behoeve van wonen in zorgwoningen niet meer mag bedragen dan 9. Hiermee lijkt uw gemeente een limiet te willen stellen aan het aantal zorgwoningen of personen. Dit is opdrachtgever niet geheel duidelijk. Momenteel is het aantal woonachtige zorgbehoevenden 9. Maar dit is een momentopname, afhankelijk naar de vraag naar deze zorg. Het aantal van 9 wordt als zeer beperkend ervaren. Binnen de bestaande gebouwen is namelijk meer geschikte ruimte aanwezig om mensen met een zorgindicatie te kunnen laten wonen. Ruimtelijk is het limiteren van mensen weinig relevant, zeker nu er ook geen

bebouwingsvraag bij komt kijken. Diverse andere wetgeving in Nederland stelt al diverse huisvestingseisen, zodat dit niet ook in het bestemmingsplan behoeft te gebeuren.

Bij de aankoop van De Hondspol door de huidige eigenaren is juist als exploitatiedoelstelling opgenomen zorg te dragen voor de medemens met een bepaalde begeleidingsvraag. Het concept kan alleen standhouden als er voldoende bewoners zijn. Het opvangtype van een zorgboerderij kent een zeer grote waardering gezien de persoonsgerichte benadering, veel sociale contacten en steun, kunnen vervullen van zinvolle werkzaamheden zo dicht mogelijk bij de reguliere

maatschappij en het organiseren van veel activiteiten. Verzocht wordt om de limiet van 9 te laten vervallen.

De voorgestelde bestemming voor de bewoning op het erf komt niet overeen met de feitelijke en reeds lang bestaande situatie. Vanaf 1984 woonden altijd 6 medewerkers (met hun eigen

gezinnen) op het terrein zelf, naast de zorgbehoevenden. Na de transitie tot een autonome zorgboerderij wonen de 3 (tot 4) vof-leden met hun gezinnen op het erf, naast de

zorgbehoevenden. Zij hebben allemaal hun eigen ruimte, zodat er sprake is van een soort gecombineerde woonvormen. Enerzijds bedrijfswoningen, anderzijds zorgwoningen, verspreidt over een drietal gebouwen op het erf. Als nu uitsluitend zorgwoningen worden toegestaan in het voorgestelde plan, dan is er planologisch geen bedrijfswoning bestemd. En hoewel dit niet 4 afzonderlijke, vrijstaande woningen zijn, is het wel een gegeven dat deze bijzondere

woonvormen al sinds 1984 volgens dit principe worden uitgevoerd. Verzocht wordt dan ook om een passende bestemming waarbij zowel zorgwoningen als bedrijfswoningen zijn toegestaan, met hun onderlinge verwevenheid. Hiervoor dienen in elk geval de plankaart, de regels en de begripsomschrijving aanpassing.

1

7

Daarnaast geeft de maatschappelijke bestemming zoals deze oorspronkelijk in het

bestemmingsplan was opgenomen meer recht aan de feitelijke situatie. Naast het wonen van zorgbehoevenden op het terrein wordt ook dagbesteding geboden aan mensen met een zorgindicatie zoals het meewerken op de boerderij zelf, het maken van zuivel en het telen van groenten en fruit. Er worden ook regelmatig activiteiten georganiseerd die niet direct agrarisch zijn, maar wel zeer gewaardeerd als dagbesteding. Te denken valt aan het bewerken van eigen gesnoeid hout tot mooie houtproducten, houtkloven voor haard hout, het samen bloemschikken van eigen veldbloemen, taarten bakken van eigen appels, het maken van een fraai bijenhotel en zo nog veel meer. Dit is geen niet-agrarische nevenfunctie van de boerderij, maar een essentieel onderdeel van het bedrijf. Datzelfde geldt voor de boerderijwinkel op zichzelf. Als de

maatschappelijke bestemming niet meer wordt opgenomen, dan ontstaat juist een spanningsveld op al die activiteiten die niet uitsluitend agrarisch zijn, maar daar wel mee in het verlengde liggen. Want deze activiteiten overschrijden natuurlijk de 350 m2 die als nevenfunctie bij een regulier agrarisch bedrijf zijn toegestaan. Uw gemeente dient zich te realiseren dat De Hondspol een zeer unieke bedrijfsvorm heeft die op vele punten anders is dan een regulier agrarisch bedrijf. Een specifieke maatwerkbestemming van zowel agrarisch en maatschappelijk is dan ook noodzakelijk om deze zeer gewaardeerde biologisch dynamische zorgboerderij in stand te kunnen laten.

De Hondspol VOF hoopt haar activiteiten in de komende jaren nog wat weer te verbreden zodat mensen na aankoop in de boerderijwinkel bijvoorbeeld ook op het erf (zelfgemaakte) biologische vruchtensappen, appelmoes, taart en ijs kunnen nuttigen. Een theeschenkerij staat zeker op het verlanglijstje om tot uitvoering te brengen. Dit zou ook prima passen in de bovengenoemde gecombineerde maatwerkbestemming waarbij de bouwregels toezien specifiek op een zorgboerderij.

Functieaanduiding kuilvoerplaten

Uw gemeente heeft op de zuidpunt van het agrarische bouwvlak een functieaanduiding opgenomen zijnde, ‘specifieke vorm van agrarisch - kuilvoerplaten’. Op zichzelf heeft opdrachtgever niet zozeer bezwaren tegen deze aanduiding, zij het wel dat er ter plaatse momenteel geen sprake is van kuilvoerplaten.

Het betreft een vaste mestopslag. Opdrachtgever wil u vragen om aan de noord(west)zijde de oppervlakte van deze aanduiding te vergroten zoals aangegeven op de bijlage, zodat het wel mogelijk is hiernaast nog een kuilvoerplaat te kunnen realiseren met een wandhoogte van maximaal 1,5 meter. Verzocht wordt om de aanduiding te benoemen als ‘vaste mestopslag / kuilvoerplaten’ zodat beide functies ter plaatse zijn toegestaan.

Kassen

In de inspraakreactie op het voorontwerp heeft opdrachtgever verzocht om meer dan 300 m2 aan kassen binnen een agrarisch bouwvlak toe te laten. De oppervlakte is nu als zodanig gelimiteerd in artikel 3.2.1 onder f. Uw gemeente heeft als antwoord gegeven dat boogkassen buiten het bouwvlak niet zijn toegestaan, maar binnen het bouwvlak wel. De vraag was echter gericht op het mogelijk maken vervangende nieuwbouw van een kas (hoger dan 1 meter) als benoemd in begripsbepaling 1.70 van het ontwerpplan. Het vermoeden is dat uw gemeente de vraagstelling van opdrachtgever niet helemaal goed begrepen heeft.

Gezien de functie in de zorgboerderij, vormen de kassen een belangrijk deel van de bedrijfsvoering zowel in de agrarische- als zorgfunctie. De zorgbehoevenden halen veel 2

voldoening uit het werk in de tuinderij en de vers geoogste producten worden ook veel verkocht in de eigen boerderijwinkel. De oppervlakte is thans 270 m2, maar opdrachtgever willen op korte termijn graag vervangende nieuwbouw realiseren, waarbij de oppervlakte 600 m2 kan worden.

Gezien het feit dat hier sprake is van een bedrijfstype waarbij een maatwerkbestemming absoluut noodzakelijk is, wil opdrachtgever u vragen deze wens planologisch te faciliteren. Hiermee blijft de mogelijkheid behouden voor de zorgboerderij om het voortbestaan te waarborgen. De investeerders die de boerderij sinds 2016 ondersteunen doen dit ook uit het oogpunt om bijzondere projecten voor het landschap en de woon-werkgemeenschap mogelijk te maken.

Daarin is de tuinderij een zeer wezenlijk onderdeel.

Verlegging agrarisch bouwvlak

In de komende paar jaar is opdrachtgever voornemens een nieuwe rundveestal en kas te realiseren. De nieuwe rundveestal is bedoelt om dieren te kunnen huisvesten die nu

ondergebracht zijn op het terrein van De Reehorst in Zeist. Deze huisvesting komt te vervallen omdat aldaar nieuwbouw voor de Triodosbank is (vergund en) beoogd binnen afzienbare tijd. De kas is gewenst in de directe nabijheid van de bestaande kas en de tuinderijgronden. Dit om doelmatig te kunnen werken voor iedereen. De vervangende nieuwbouw van de kas is beoogd op de huidige positie en de ruimte ten (zuid)westen daarvan, alwaar geen agrarisch bouwvlak is gelegen. Ten (noord)oosten van de bestaande kas is namelijk een nieuwe rundveestal beoogd nabij de bestaande rundveestallen, zodat de looplijnen voor mens en dier kort zijn en

bedrijfsmiddelen eenvoudig over en weer hun functies kunnen vervullen.

Opdrachtgever wil uw gemeente dan ook vragen om het voorgestelde bouwvlak te verplaatsen, zodat deze een vorm krijgt welke meer past bij de bedrijfsvoering voor de komende planperiode.

Op de bijgevoegde bijlage (bijlage 15, red.) is aangegeven welke bouwvlakdeel verplaatst kan worden wat opdrachtgever betreft. Dit deel is namelijk gelegen voor de bedrijfs-/zorgwoning(en) en niet nabij de overige bedrijfsfuncties, zodat dit deel niet voor verharding of

vergunningplichtige bebouwing in aanmerking gaat komen.

Intensieve veehouderij

In de inspraakreactie heeft opdrachtgever uw gemeente gevraagd hoe om te gaan met de bestaande, legaal tot stand gekomen kippenstal en varkensstal, als deze (in de komende

planperiode) vervangen moeten worden. De dieren worden gehouden overeenkomstig erkende biologisch-dynamische productiemethoden.

In de begrippenlijst is een definitie gegeven van zowel een grondgebonden bedrijf als intensieve veehouderij. Uw gemeente geeft als reactie op de inspraak aan dat elders in de gemeente een varkensstal niet als intensief werd gezien, omdat deze overeenkomstig biologische

productiemethoden was vergund. Echter, deze argumentatie gaat hier niet op. In dat geval was sprake van het van toepassing zijn van het bestemmingsplan Buitengebied Doorn 2011, waarin expliciet is opgenomen dat een veehouderij die overeenkomstig erkende biologische

productiemethoden werkt, geen intensieve veehouderij is. Deze formulering was overeenkomstig het Streekplan van de provincie Utrecht. Inmiddels is het provinciaal beleid gewijzigd en geeft zowel de PRS als PRV 2013-2028, inclusief herijking 2016 aan dat een biologische veehouderij eveneens intensief kan zijn. De omvang is daarbij niet maatgevend, zoals uw gemeente doet voorkomen in de reactie. Nu hier een algehele herziening van het bestemmingsplan aan de orde is, dient hiermee rekening te worden gehouden.

5

7

6

7

Als de begripsbepalingen 1.56 en 1.63 uit het ontwerpplan worden geraadpleegd, geeft dat opdrachtgever nog niet de benodigde waarborg omtrent vervanging of (geringe) uitbreiding van de bedrijfsgebouwen. Op grond van het vigerende bestemmingsplan Driebergen Buitengebied 2005 was het namelijk toegestaan om zowel een grondgebonden als een intensieve veehouderij te voeren. Het is niet terecht dit nu zo maar weg te bestemmen, nu blijkt dat de argumentatie uit de Nota van Inspraak niet correct is. Verzocht wordt in het bestemmingsplan zelf, hetzij in de planregels, hetzij op de plankaart aan te geven hoe deze specifieke situatie op passende wijze bestemd gaat worden, zodanig dat vervanging en uitbreiding mogelijk blijft.

Open landschap

Op grond van het ontwerpplan geldt ter plaatse van de Gooyer Wetering 22-24-26 de

functieaanduiding ‘open landschap’. In artikel 3.1 van de regels is opgenomen dat ter plaatse geen kwekerijen zijn toegestaan. De definitie als opgenomen in begripsbepaling 1.73 luidt: het bedrijfsmatig telen, kweken en verzorgen van bomen, heesters, planten en bloemen of

tuinbouwzaken, al dan niet met behulp van kassen …’ . Er worden groenten (en soms wat bloemen) verbouwd op de gronden, maar dit zijn planten. Hierdoor rijst de vraag bij opdrachtgever of de tuinderijgronden volgens de definitie onder kwekerij komen te vallen.

Daardoor zou de huidige bedrijfsvoering die al sinds 1984 bestaat onder het overgangsrecht komen te vallen. Vruchtwisseling (wisselbouw op een perceel van verschillende gewassen na elkaar ter bevordering van bodemgesteldheid) van gronden zou dan eveneens niet meer mogelijk zijn. Te denken valt aan het inzaaien van een deel van de tuinderijgronden met gras en een ander perceel inzetten voor de tuinderij. De controlerende instellingen SKAL en Demeter stellen als voorwaarde voor behoud van de certificeringen ook dat vruchtwisseling op

biologisch-dynamische bedrijven dient plaats te vinden. Het ingrijpen in deze wijze van bedrijfsvoeren moet worden beschouwd als een te zware ingreep op bestaande rechten en belangen. Verzocht wordt derhalve om een kwekerij expliciet toe te staan in de planregels voor de locatie, of de

begripsbepaling zodanig aan te passen dat er geen sprake is van een kwekerij.

Stikstofdepositie

In het gewijzigde artikel 3.4.2 geeft uw gemeente aan dat als strijdig gebruik wordt aangemerkt:

‘het houden van een veestapel anders dan datgene dat tijdens de vaststelling van het bestemmingsplan feitelijk en planologisch legaal aanwezig is’. Opdrachtgever bevindt zich momenteel in een procedure voor een vergunning op grond van de PAS, waarbij specifiek ten aanzien van stikstofdepositie in relatie tot Natura 2000-gebieden een veebezetting wordt vergund. Deze kan anders zijn dan het aantal dieren dat aanwezig is op de dag dat dit

bestemmingsplan wordt vastgesteld. Opdrachtgever vraagt zich af wat de consequenties hiervan zijn. Planologische is de gevraagde veebezetting toegestaan, maar op de dag van vaststelling kunnen bijvoorbeeld minder dieren aanwezig zijn dan de vergunning toelaat. Onduidelijk is of dit inbreuk maakt op verkregen rechten. Opdrachtgever meent dat een provinciale PAS-vergunning dient te worden gerespecteerd waarbij een bestemmingsplan hierin geen recht tot beperking heeft.

Verzoek

Tijdens overleg met de heer A. Mulder en mevrouw E. van Bemmel is gevraagd of zij en wellicht bestuurders van het college of u als raad, een bezoek aan De Hondspol VOF zouden willen brengen alvorens vaststelling aan het bestemmingsplan aan de orde is. Doel is om een goed inzicht te verkrijgen van de situatie en de zienswijzen daarmee goed onderbouwd te kunnen weerleggen. Graag nodigt opdrachtgever u hierbij uit en wacht uw reactie af.

7

7

8

7

Opdrachtgever verzoekt u de bovengenoemde zienswijzen te verwerken in het vast te stellen bestemmingsplan Buitengebied Driebergen. Deze zienswijze is op 24 mei 2018 volgens de aangegeven wijze digitaal ingediend bij uw gemeente. Wilt u mij de ontvangst van deze

zienswijze schriftelijk bevestigen? Mochten er nog vragen zijn, dan zijn opdrachtgever en ik altijd bereid tot nader overleg.