• No results found

Inspraakreactie voorontwerpbestemmingsplan Bijlage 11: Situering genoemde gebouwen

Gemeentelijke reactie

1. De definitie in het geldende bestemmingsplan beperkt horeca tot het verstrekken van

maaltijden en dranken en het aanbieden van logies (zie artikel 1 ‘Begrippen’ onder 1.62). Het houden van feesten en partijen als vorm van horeca komt in de definitie in het geldende bestemmingsplan niet terug. Met het toestaan van ‘horeca categorie 1’ (lichte horeca), waaronder o.a. een restaurant en een hotel vallen, en ‘horeca categorie 2’ (middelzware horeca), waaronder een café en een bar vallen, is van een beperking van het toegestane horecagebruik geenszins sprake.

Wij zien ook geen reden om ‘horeca categorie 3’ te bestemmen. Dit betreft vormen van horeca die gelet op de aard en omvang ervan zowel vanuit functionele als uit milieuoverwegingen (onder meer vanwege de geluidsproductie) in min of meer ernstige mate storend kunnen werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving van deze

horecabedrijven. Het gaat daarbij onder meer om nachtclubs, dancings en partycentra. Gezien de overwegende woonfunctie die het landgoed heeft en de rust die op het landgoed heerst en welke rust u blijkens uw zienswijze, zowel op het landgoed als in de omgeving van het

landgoed wenst te behouden, achten wij deze vorm van horeca niet passend op het landgoed.

2. Uit onze berekeningen blijkt dat het bestemmingsvlak waarbinnen het koetshuis staat voor 48% is bebouwd en het bestemmingsvlak waarbinnen de boerderij staat voor 59%. Voor het koetshuis nemen we een bebouwingspercentage van 55% op, gelijk aan het

bebouwingspercentage in het vigerende bestemmingsplan. Voor de boerderij passen we het bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak aan naar 60%.

3. Op het koetshuis nemen we de aanduiding ‘opslag’ op. Het stallen van voertuigen scharen wij in ruimtelijke zin onder ‘opslag en berging’ waardoor de aanduiding in dit geval voldoet.

4. In het vigerende bestemmingsplan is ‘dienstgebouw’ als volgt gedefinieerd: ‘een niet voor bewoning bestemd, vrijstaand gebouw dat een gebruikseenheid vormt met, alsmede dienstbaar is aan een landgoed, bevattende bergings- en/of stallingsruimten’. Om, zoals u verzoekt, zoveel mogelijk bij deze definitie aan te sluiten hebben de dienstgebouwen op de verbeelding de aanduiding

‘opslag’ gekregen. In de regels is tot uiting gebracht dat hier opslag en stalling ten behoeve van het landgoed is toegestaan.

5. Wij begrijpen dat het boomgaardgebouw en de orangerie door u gebruikt worden als verblijfsruimte tijdens de wintermaanden. Dit rechtvaardigt op geen enkele wijze de toekenning van een extra woonbestemming. De huidige aanduiding ‘opslag’ staat dergelijk gebruik niet toe.

6. Wanneer wij de luchtfoto (2018) vergelijken met de begrenzing van de aanduiding ‘opslag’

komt dit overeen. Zie onderstaande afbeelding. Het aanpassen van deze begrenzing op de verbeelding is dus overbodig.

7. Het aangebracht bouwvlak ter plaatse van de tuinschuur en kas geeft aan dat hier gebouwen mogen worden gerealiseerd. Op welke wijze deze worden gerealiseerd en of dit twee

verschillende volumes zijn, wordt door de in het bestemmingsplan opgenomen regeling niet geregeld. De gekozen wijze van bestemmen sluit dus aan bij de feitelijke situatie. Die

feitelijke situatie geeft dan ook geen aanleiding tot het splitsen in twee verschillende bouwvlakken.

8. Ter plaatse van de tuinmuur wordt de aanduiding ‘tuinmuur’ opgenomen, zoals verzocht. In de regels is dit al opgenomen.

9. Wij constateren dat per abuis de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - buitenplaatsen' is weggevallen en nemen deze alsnog op.

10. We hebben de locatie, waar de dubbelbestemming ‘Waarde – Ecologie’ ontbreekt, alsnog op de verbeelding opgenomen. Tevens hebben we geconstateerd dat de tuinmanswoning (met woonbestemming en bouwvlak) niet correct op de verbeelding is ingetekend. Dit herstellen wij.

11. Zie Algemene beantwoording 3.1 Ontwikkelingen landgoed Broekbergen.

12. Zie Algemene beantwoording 3.1 Ontwikkelingen landgoed Broekbergen.

13. Zie Algemene beantwoording 3.1 Ontwikkelingen landgoed Broekbergen.

14. Zie Algemene beantwoording 3.1 Ontwikkelingen landgoed Broekbergen.

15. Zie Algemene beantwoording 3.1 Ontwikkelingen landgoed Broekbergen.

16. Zie Algemene beantwoording 3.1 Ontwikkelingen landgoed Broekbergen.

4.19

Zienswijze 19 – Engweg naast nr. 60 (indiener: Engweg 60)

Betreft

Engweg naast nr. 60, Driebergen-Rijsenburg

Volkstuinen Engweg, bestemming resterend deel perceel en gebruik perceel achter volkstuinen

Zienswijze

Het ontwerp-bestemmingsplan Driebergen buitengebied roept voor wat betreft de Nota inspraak bij mij een aantal vragen op

In de Nota inspraak wordt met betrekking tot het perceel Engweg naast nr 60 Driebergen in par.

1.12 en 1.4.9 vermeld dat de volkstuinen tot de feitelijke omvang d.d. voorjaar 2017 wordt beperkt.

Met deze uitspraak kan ik mij graag verenigen.

Mijn onduidelijkheid zit hierin dat nergens staat vermeld wat de bestemming is van het resterend deel van het perceel Engweg naast nr. 60. Althans ik kan het niet terug vinden.

Naar mijn weten is de bestemming van het perceel ‘agrarisch met waarden’ , waarbij nu in het ontwerp-bestemmingsplan Driebergen Buitengebied een strook de functie volkstuin krijgt.

Graag zag ik dit bevestigd door de gemeente.

Zoals bekend is vorig jaar op het gedeelte tussen het door de gemeente aangewezen volkstuingebied en de Engweg een prachtige bloemenzee gerealiseerd op initiatief van de overburen die een gedeelte van het perceel gehuurd hebben van de eigenaar (fa. Ploeg). Bij burgers en passanten heeft dit plezierige reacties opgeroepen.Naar verwachting wordt dat ook dit jaar herhaald. Ik neem aan dat dit ook binnen de nieuwe bestemming kan doorgaan.

Voorts is van belang wat de eigenaar met het gedeelte van het perceel achter de strook volkstuinen gaat doen resp mag doen. Nu liggen er nog diverse grote betonnen U-profielen, leidingbuizen, hekwerk en grote stapels tuinafval dat van elders wordt aangevoerd. (NB: de volkstuinders zelf hebben nauwelijks tuinafval en dat kan nog wel in de klikobak). Deze opslag vloeit voor uit het bedrijf van de fa Ploeg, maar is niet overeenkomstig de bestemming agrarisch gebied.

Conclusie

De zienswijze delen wij deels en wij passen het bestemmingsplan als volgt aan:

 Op de verbeelding nemen wij ter plaatse van het koetshuis en de boerderij een bebouwingspercentage van 55%, respectievelijk 60% op;

 Op de verbeelding nemen wij op het koetshuis de aanduiding ‘opslag ’ op;

 Op de verbeelding nemen we ter plaatse van de tuinmuur de aanduiding ‘tuinmuur’ op;

 Op de verbeelding nemen we op het deel van het landgoed waar de tuinmanswoning staat ook de aanduiding 'specifieke vorm van waarde – buitenplaatsen’ op;

 Op de verbeelding krijgt een klein deel van het landgoed alsnog de dubbelbestemming

‘Waarde – Ecologie’

 Op de verbeelding verschuiven we het bestemmingsvlak ‘Wonen - B1’ ter plaatse van de tuinmanswoning zodat hij geheel over de woning wordt gesitueerd. Tevens passen we het bouwvlak ter plaatse van de tuinmanswoning aan.

2

Graag pleit ik voor handhaving van het agrarisch open landschap en wordt verrommeling van het gebied tegengegaan..

Gemeentelijke reactie

1. Deze opmerking nemen wij voor kennisgeving en met instemming aan.

2. Wanneer u de online module ruimtelijkeplannen.nl of de viewer op de gemeentelijke website raadpleegt en hierbij de specifieke locatie selecteert, zal er een pop-up venster openen waar u meer informatie kunt vinden over de locatie. De bestemming van het gehele perceel is

inderdaad ‘Agrarisch met waarden’, waarbij het deel van het perceel wat de volkstuinen betreffen een aanvullende aanduiding ‘volkstuinen’ heeft. Zie onderstaande afbeelding.

3. De bloemenrand past ons inziens prima in de bestemming ‘Agrarisch met waarden’, zoals blijkt uit artikel 3.1 van de regels: ‘De voor ‘Agrarisch met waarden’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: (…) tuinen en erven, paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen,

waterhuishoudkundige voorzieningen, flora en fauna, zoals faunapassages,voorzieningen ten behoeve van extensieve openluchtrecreatie, zoals picknickplaatsen.

4. Inmiddels is de handhavingszaak die op deze locatie speelde afgerond. U heeft hiervan een afrondingsbrief ontvangen en de ontvangst hiervan per mail (d.d. 31 augustus 2018)

bevestigd.

Conclusie

De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

4.20

Zienswijze 20 – Engweg naast nr. 60 (indiener: Traaij 34a)

Betreft

Engweg naast nr. 60, Driebergen

Volkstuinen Engweg en optie omvormen perceel tot woningen

Zienswijze

Graag wil mijn zienswijze met u delen betreffende ontwerpbestemmingsplan buitengebied Driebergen.

Op uw tekening staat een gedeelte van ons perceel Engweg 60 naast sectie c perceel 1635

aangemerkt als volkstuinen, in werkelijkheid is dit gedeelte groter. De volkstuinen zijn vanaf de erfgrens aan de Engweg tot de haag in het midden en nog 1 tuin achter de haag. Bij een vorig contact werd mij verteld dat de huidige volkstuinen opgenomen zouden worden in het nieuwe bestemmingsplan, dus zie ik dit graag aangepast op de tekening. Ook zou ik graag zien dat het gehele perceel de bestemming volkstuinen zou krijgen, aangezien er verder niets met de grond mag. Daarnaast wil ik de schuur/werkplaats 2 meter naar voren nieuw bouwen aangezien hij nu door de erfgrens heen staat, dit om problemen in de toekomst te voorkomen.

2e optie voor mij is om het gehele perceel om te zetten in bouwgrond zodat er 3 tweeonder1kap woningen gebouwd kunnen worden, dit omdat de vraag naar woningen groot is en het aanbod in onze gemeente relatief laag ,blijkend uit de speerpunten van de Gemeente Utrechtse

Heuvelrug

Onderstaand van de gemeentelijke website gekopieerd.

“De Utrechtse Heuvelrug is een aantrekkelijke, gevarieerde gemeente met veel groen. De ligging is gunstig. Dichtbij de A12 en het spoor en dichtbij steden als Amersfoort, Utrecht en Arnhem.

De speerpunten van het gemeentelijk woonbeleid voor de komende jaren zijn:

1. Doorstroming in de voorraad sociale huurwoningen 2. Meer betaalbare huur- en koopwoningen bouwen 3. Levensloopbestendig bouwen en wonen bevorderen 4. Investeren in energiebesparing en duurzaamheid”

Afwachtend uw reactie verblijf ik.

Gemeentelijke reactie

1. Als het gebied waarop de aanduiding ‘volkstuin’ is aangeduid, over de luchtfoto van 2018 wordt gelegd, kunt u zien dat de grens van de volkstuinen overeenkomt met de begrenzing van de aanduiding (zie gele omranding op onderstaande afbeelding).

1

7

2

7

3

7

4

7

2. Het perceel heeft al een eenduidige bestemming, namelijk ‘Agrarisch met waarden’. De aanduiding ‘volkstuinen’ is toegevoegd omdat er op deze locatie specifieke regels gelden behorende bij deze aanduiding. Voor de rest van het perceel waar de aanduiding

‘volkstuinen’ niet geldt, zijn deze regels niet van toepassing en mag de grond voor agrarische doeleinden worden gebruikt. Wij gaan niet akkoord om het gehele perceel de aanduiding

‘volkstuinen’ te geven, aangezien we de huidige situatie in ruimtelijke zin aanvaardbaar achten. Hierbij zijn andere belangen die in de directe omgeving spelen in afweging genomen.

3. Wij gaan akkoord met het 2 meter in oostelijke richting verplaatsen van de

schuur/werkplaats. De omvang van de schuur/werkplaats dient gelijk te blijven aan de huidige situatie, namelijk ca. 38 m2. Zie onderstaande schets, waarbij in blauw de nieuwe locatie is aangegeven.

4. Aan het omzetten van gronden met de bestemming ‘Agrarisch met waarden’ naar ‘Wonen’

kan om een aantal redenen geen medewerking worden verleend. De locatie ligt buiten de

rode contour zoals die door de provincie Utrecht is vastgesteld. Extra woningbouw buiten de rode contour is alleen mogelijk in bijzondere gevallen zoals de Ruimte voor Ruimte-regeling, waar bij beëindiging van een agrarisch bedrijf en sloop van tenminste 1000 m2 aan

voormalige agrarische gebouwen er een extra woning kan worden gebouwd. Daarvan is hier uiteraard geen sprake.

De gemeente is gebonden aan dit provinciaal beleid. Als gemeente zijn wij ook voorstander van meer woningbouwmogelijkheden, omdat hier grote behoefte aan is. Desalniettemin zijn wij, evenals de provincie Utrecht, niet van oordeel dat dit buiten de rode contour zou moeten plaatsvinden. Wij willen het landelijk gebied en de openheid van het landschap ter plaatse behouden.

4.21

Zienswijze 21 – Gooyer Wetering 8

Betreft

Gooyer Wetering 8, Driebergen-Rijsenburg Veranderen bouwvlak en PAS

Zienswijze

Namens opdrachtgever, …, Gooyer Wetering 8 in Driebergen-Rijsenburg wil ik een zienswijze indienen tegen het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Driebergen, zoals dat ter inzage ligt tot en met 24 mei 2018. Opdrachtgever exploiteert op de Gooyer Wetering 8 in Driebergen een melkveehouderij met bijbehorende bedrijfswoning, bedrijfsgebouwen, voorzieningen en landbouwgronden.

Vormverandering bouwvlak

Zowel in het huidige bestemmingsplan als het ontwerpplan is een agrarisch bouwvlak opgenomen. De vorm van het voorgestelde bouwvlak is echter niet toereikend voor de bedrijfssituatie. Als inspraakreactie heeft opdrachtgever verzocht het bouwvlak te vergroten, echter heeft uw gemeente aangegeven dat een vergroting niet in deze procedure kan zonder ruimtelijke onderbouwing, benodigde milieu-planologische onderzoeken en anterieure

overeenkomst. Dit heeft opdrachtgever doen besluiten om u te vragen om een vormverandering van het bouwvlak.

Het bestaande bouwvlak is 8745 m2. Dit bouwvlak doorkruist echter de nieuw aangebrachte voeropslagen en bestaande rundveestal. Hierdoor komen deze vergunde bedrijfsonderdelen gedeeltelijk buiten het bouwvlak. Overgangsrechtelijke bescherming is een te beperkt recht voor deze situatie. Derhalve wordt u gevraagd het bouwvlak zodanig te verleggen dat deze

voeropslagen en bestaande rundveestal binnen het bouwvlak worden gebracht en de oppervlakte gelijk blijft. Op de bijgevoegde bijlage (bijlage 12, red.) treft u het voorstel voor de vorm aan.

Conclusie

De zienswijze delen wij gedeeltelijk en leidt tot de volgende aanpassingen:

 Op de verbeelding verplaatsen wij de schuur/werkplaats 2 meter in oostelijke richting, met dien verstande dat de omvang gelijk blijft;

 Op de verbeelding nemen we ter plaatse van de nieuwe schuur de functieaanduiding

‘opslag’ op binnen de bestemming ‘Agrarisch met waarden’.

1

7

Stikstofdepositie

In het gewijzigde artikel 3.4.2 geeft uw gemeente aan dat als strijdig gebruik wordt aangemerkt:

‘het houden van een veestapel anders dan datgene dat tijdens de vaststelling van het

bestemmingsplan feitelijk en planologisch legaal aanwezig is’. Opdrachtgever beschikt over een onherroepelijke vergunning op grond van de PAS, waarbij specifiek ten aanzien van

stikstofdepositie in relatie tot Natura 2000-gebieden een veebezetting is vergund. Deze kan anders zijn dan het aantal dieren dat aanwezig is op de dag dat dit bestemmingsplan wordt vastgesteld. Opdrachtgever vraagt zich af wat de consequenties hiervan zijn. Planologisch is de gevraagde veebezetting toegestaan, maar op de dag van vaststelling kunnen bijvoorbeeld minder dieren aanwezig zijn dan de vergunning toelaat. Onduidelijk is of dit inbreuk maakt op

verkregen rechten. Opdrachtgever meent dat een provinciale PAS-vergunning dient te worden gerespecteerd waarbij een bestemmingsplan hierin geen recht tot beperking heeft en vraagt uw gemeente om een nadere toelichting, dan wel aanpassing van de regels.

Verzoek

Opdrachtgever verzoekt u de bovengenoemde zienswijzen te verwerken in het vast te stellen bestemmingsplan Buitengebied Driebergen. Deze zienswijze is op 24 mei 2018 volgens de aangegeven wijze digitaal ingediend bij uw gemeente. Wilt u mij de ontvangst van deze

zienswijze schriftelijk bevestigen? Mochten er nog vragen zijn, dan zijn opdrachtgever en ik altijd bereid tot nader overleg.