• No results found

Bijlage 3: Bouwvlak binnen de belemmeringenstrook

4.10 Zienswijze 10 – Akkerweg 11

Betreft

Akkerweg 11, Driebergen-Rijsenburg

Bedrijfswoning, bestemmingsgrenzen, locatie bouwvlak en adressering

Zienswijze

Namens opdrachtgever, …, wil ik een zienswijze indienen tegen het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Driebergen, zoals dat ter inzage ligt tot en met 24 mei 2018.

Bedrijfssituatie

In 2008 is tussen uw gemeente en opdrachtgever een overeenkomst tot stand gekomen waarbij verplaatsing van het bedrijf naar Akkerweg 11 in Driebergen plaatsvinden, om de

woningbouwontwikkeling Lange Dreef (De Groene Tuinen) te kunnen realiseren. In 2013 werd het daartoe specifieke opgestelde bestemmingsplan ‘boomkwekerij nabij Akkerweg 9’

onherroepelijk. Inmiddels is opdrachtgever al diverse jaren gevestigd op deze nieuwe locatie, inmiddels bestaande uit een kwekerij met bedrijfsgebouwen en bijbehorende voorzieningen en teeltgronden.

Bedrijfswoning

Bij de opstart op deze nieuwe locatie was geen teeltmateriaal beschikbaar, vanwege de periode tussen het vertrek op de oorspronkelijke situatie en het kunnen starten op de nieuwe locatie. Dit werd veroorzaakt door tijdrovende gerechtelijke procedures buiten toedoen van opdrachtgever om. Dit betekende dat het teeltplan volledig vanaf de grond af opnieuw opgebouwd moest worden. Eerst werd dus geïnvesteerd in plantmateriaal, het geschikt maken van de gronden, het bouwen van bedrijfsgebouwen, bestaande uit kasruimte, een werkruimte en

opslag-/stallingsruimte.

Uw gemeente was van mening dat de ruimtelijke procedure voor bedrijfsverplaatsing eenvoudiger kon worden voltooid als dat de bedrijfswoning pas kon worden gerealiseerd na verlening van een binnenplanse ontheffing waarin de noodzaak zou worden aangetoond.

Conclusie

De zienswijze delen wij niet en leidt niet tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

Opdrachtgever heeft op uw verzoek hiermee ingestemd. Deze procedure is gestart in augustus 2014. Op 14 oktober 2016 heeft een agrarische beoordelingscommissie geoordeeld dat er een noodzaak is. Uw college heeft in december 2016 een positief besluit genomen op het

principeverzoek.

Ondertussen kwam het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied ter inzage in oktober 2015.

Daarbij werd een bedrijfswoning zonder beperking toegestaan op het bouwvlak. Voor

opdrachtgever was er dus geen reden een inspraak te doen op dit punt. Tot grote verbazing en teleurstelling ontdekt opdrachtgever nu dat uw gemeente in het ontwerpplan de aanduiding

‘bedrijfswoning uitgesloten’ opneemt.

Hiermee wordt de binnenplanse mogelijkheid, die inmiddels was aangetoond van tafel geveegd en zelfs uit het gehele bestemmingsplan, zodat opdrachtgever geconfronteerd zou worden met een kostbare en tijdrovende buitenplanse procedure om alsnog de bedrijfswoning te mogen realiseren. Dit bevreemde te meer omdat opdrachtgever juist in januari 2018 formeel de procedure was gestart voor de aanvraag om omgevingsvergunning bouwen.

Omdat opdrachtgever dit besluit niet kan begrijpen heeft hij ondertussen contact gezocht met uw gemeente. Eerst in een telefonisch overleg en later in een mondeling overleg is aan opdrachtgever door uw gemeente te kennen gegeven dat het wegbestemmen van een mogelijkheid voor een bedrijfswoning uit het gehele bestemmingsplan niet de bedoeling is, nu er juist een positief collegebesluit ligt voor realisatie. Opdrachtgever gaat er dan ook van uit dat het positieve collegebesluit wordt gerespecteerd en (bij recht) een bedrijfswoning wordt toegekend zoals ook opgenomen in het voorontwerpplan. In deze vraagt hij de uitdrukkelijke medewerking van uw gemeenteraad om het college te houden aan eerdere afspraken.

Bestemmingsgrenzen

In de overeenkomst tussen uw gemeente en opdrachtgever is destijds bepaald dat opdrachtgever de beschikking zou krijgen over 2 hectare grond. Na uitmeting bleek dat de oppervlakte 1.99.44 hectare bedroeg, zodat nog 56 ca zou worden geleverd. Dit is ook gebeurd. Op dat moment was de kwekerij al gedeeltelijk opgestart en ingericht, op basis van een door uw gemeente uitgezette situatie.

In de akte van levering van 2008 is bepaald dat het verschil in geconstateerde oppervlakte uiterlijk binnen drie maanden geleverd zou worden. Dit deel van de akte voeg ik bij deze zienswijze. Echter, de inmeting en uitgifte vond pas plaats in 2011, waardoor nu zichtbaar is dat de bestemmingsgrens als opgenomen in het vigerende bestemmingsplan ‘boomkwekerij nabij Akkerweg 9’ afwijkt van de daadwerkelijke situatie. Een smalle strook grond aan de

noordwestelijke zijde waar verharding door opdrachtgever is aangebracht ten behoeve van de laad- en losvoorziening van bedrijfsmiddelen alsmede ten behoeve van parkeren, valt nu buiten de bestemmingsgrens, terwijl dit wel eigendom is. Dit bewijs voeg ik ook bij de zienswijze.

Opdrachtgever verzoekt u dan ook om de daadwerkelijke grenzen te hanteren als bestemmingsgrenzen, waardoor deze een aantal meters dienen te verschuiven. Op de

bijgevoegde luchtfoto (bijlage 5, red.) is dit nader voor u inzichtelijk gemaakt. Dit om een eerder afgesproken situatie, die door uw gemeente pas enkele jaren in plaats van maanden later werd uitgemeten alsnog planologisch-juridisch correct met elkaar geregeld te hebben.

Bouwvlakgrenzen 1

7

2

7

Het agrarische bouwvlak is op circa 10 meter van de bestemmingsgrens aan de noordwestzijde gelegen. Ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan ‘boomkwekerij nabij Akkerweg 9’

is opdrachtgever uitgegaan van de situatie als hierboven omschreven en uitgemeten door uw gemeente. Daardoor staan de bedrijfsgebouwen nu op enkele meters van de bouwvlakgrens, in plaats van de correct gemeten afstand tot de eigendomsgrens.

Juist door deze ontstane situatie, buiten toedoen van opdrachtgever om, werd hij enkele maanden geleden hierdoor hard geconfronteerd toen een aanvraag om omgevingsvergunning bouwen voor de bedrijfswoning bij uw gemeente was ingediend. Welstand was reeds akkoord toen uw gemeente opmerkte dat de woning niet in het bouwvlak paste met de aanvraag zoals deze nu was ingediend.

Een andere positie was echter niet mogelijk, omdat het vigerende bestemmingsplan expliciet bepaald dat de bedrijfswoning vóór de bedrijfsgebouwen moet komen. Deze regel maakt het dus dat opdrachtgever niet eenvoudig zijn bouwplan kon aanpassen. Dit omdat anders een woning met een diepte van amper 4,5 meter zou ontstaan, hetgeen uit stedenbouwkundig oogpunt niet wenselijk is, maar ook niet voor opdrachtgever zelf. Dit omdat hij dat vanuit een deel van de woning direct tegen de aangrenzende kas zou uitkijken, nauwelijks daglicht zou ervaren en geen bezoekers of transporteurs op eigen bedrijfserf ziet aankomen. Het feit dat de woning voor de bedrijfsgebouwen moet komen onderschrijft opdrachtgever ook wel, net als het gemeentelijk welstandsbeleid welke stuurt op een woning als entree van een bouwvlak.

In overleg met uw gemeente is deze officiële aanvraag nu aangehouden tot een afgesproken moment na vaststelling van dit bestemmingsplan Buitengebied. Nog afgezien van de opnieuw zeer onwenselijke ontstane vertraging voor opdrachtgever, betekent dit ook dat deze correctie nu alsnog gemaakt moet worden. Concreet verzoekt opdrachtgever dan ook de bouwvlakgrens tenminste 8 meter naar voren te leggen. Daarmee is het mogelijk om de bedrijfswoning alsnog voor het bedrijfsgebouw te plaatsen.

Gezien de afstand tot omliggende woningen leidt deze verschuiving niet tot een grotere inbreuk op privacy of andere beperkingen. Ten aanzien van de tegenoverliggende woningen aan de Akkerweg wordt de afstand verkleind van circa 100 meter naar 92 meter, zodat dit geen effect heeft op de belevingswaarde qua volume. De bedrijfswoning is in de aanvraag beoogd op een plaats in de directe nabijheid van het bedrijfsgebouw, zodat van een compacte bouwstijl sprake blijft en groene doorzichten voor deze omwonenden zo veel mogelijk onaangetast blijven. De reeds aanwezige fustruimte met opslag van leeg fust zal ook niet langer zichtbaar zijn, maar juist een passende woning. Opdrachtgever bereikt met deze positie ook dat de afstand tussen woning en werkruimte tot een minimum beperkt blijft.

Verzocht wordt om de bouwvlakgrens op te schuiven in noordwestelijke richting over ten minste 8 meter. Ter compensatie kan het agrarische bouwvlak aan de noordoostzijde over een

gelijkwaardige oppervlakte verkleind worden. Ter verduidelijking is deze situatie indicatief (niet op schaal) aangegeven in de bijgevoegde bijlage (bijlage 5, red.).

Adressering

Hoewel opdrachtgever noodgedwongen tot heden nog het correspondentieadres aan de Meenkselaan 5 voert, zou het prettig zijn als uw gemeente de naamstelling ‘nabij Akkerweg 9’

vanaf heden zou benoemen als Akkerweg 11. De huisnummertoekenning is al jaren een feit en het bedrijf is dus hier gevestigd.

3

7

4 3

7

Tot slot

Opdrachtgever verzoekt u de bovengenoemde zienswijzen te verwerken in het vast te stellen bestemmingsplan Buitengebied Driebergen. Deze zienswijze is op 24 mei 2018 volgens de aangegeven wijze digitaal ingediend bij uw gemeente. Wilt u mij de ontvangst van deze

zienswijze schriftelijk bevestigen? Mochten er nog vragen zijn, dan zijn opdrachtgever en ik altijd bereid tot nader overleg.

Bijlage 5: uitsnede plankaart Akkerweg 11 (niet op schaal) incl. gewenste wijziging, akte van