• No results found

zes respondenten beperkt is, of doordat deze gebieden

weinig worden gewaardeerd. Er is wel meer ruimte voor buitenactiviteiten gecreëerd, waardoor de natuur door grotere aantallen bezoekers op meer manieren kan worden beleefd. Een voorbeeld is de duinkust, die al tot de hoogst gewaardeerde en meest bezochte

recreatiegebieden van Nederland behoort. In Beleefbare natuur worden deze gebieden door nog meer mensen uit binnen- en buitenland nog vaker bezocht. Door de brede stranden, enkele megaduinen en nieuwe recreatieparken kunnen er veel mensen recreëren, terwijl zij toch een gevoel van rust en ruimte ervaren. Dit wordt versterkt doordat het uitzicht op de open zee behouden blijft. De natuur op het land is met circa 120.000 hectare nieuwe natuur toegenomen. Hierbij gaat het vooral om

belevingsnatuur in de directe nabijheid van de steden (zie figuur 6.3). Deze natuur heeft niet alleen een hoge belevingswaarde, maar is ook goed bereikbaar via openbaarvervoerhaltes en netwerken van wandel- en fietspaden en vaarwegen. De natuur biedt mogelijkheden voor struinen, (fiets)crossen, surfen, deltavliegen en dergelijke. De huidige tekorten voor wandelen en fietsen, de populairste buitenactiviteiten onder Nederlanders (CVO 2007), zijn door de aanleg van de nieuwe natuur opgelost. Deze natuur ligt als een groene hoepel rond de steden en heeft een gevarieerde inrichting. De afwisseling van bos, grasland en water komt tegemoet aan de wensen van diverse groepen mensen en biedt ruimte voor wandelen, skaten, varen, picknicken, vruchten verzamelen en tal van andere activiteiten (Aalbers & Veer 2009). De grotere graslanden kunnen voor allerlei evenementen worden gebruikt, zoals parades, manifestaties en muziekfestivals. Voorzieningen als horeca en stadsboerderijen stimuleren het gebruik. Door zonering biedt de nieuwe belevingsnatuur voldoende ruimte voor beleving van rust, maar ook voor publieke ruimten (Gadet & Smeets 2008) waar mensen komen voor uiteenlopende activiteiten en diverse ontmoetingen. De nieuwe natuur is niet alleen groen, maar ook blauw. Waterrijke plekken hebben namelijk een hoge

belevingswaarde. Het water wordt gebruikt om te zwemmen, te varen, te vissen, te (kite)surfen en dergelijke.

De nieuwe natuur sluit maximaal aan bij het groen in de stad en de bestaande natuurgebieden. Om bestaande en nieuwe natuur te verbinden en een gevoel van rust en ruimte te scheppen, zijn landbouwgebieden aangepast. In de minder verstedelijkte regio’s bieden het recht op overpad en het verfraaien van landbouwpercelen met bloeiende randen, houtwallen en andere

landschapselementen uitkomst. Paden langs deze elementen maken het landbouwgebied toegankelijk en de weg naar grotere natuurgebieden aantrekkelijk. Waar dat wenselijk is, is het landschap aantrekkelijk gemaakt

met natuurlijke elementen. Hierbij is aandacht

geschonken aan zowel behoud van bestaande natuur- en landschapswaarden als de ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardige nieuwe natuur die een hoge recreatiedruk aan kan. De landbouwbedrijven in deze gebieden spelen met hun activiteiten in op de aanwezigheid van veel mensen, bijvoorbeeld via boerderijwinkels, boerencampings en zorgboerderijen.

Ook op zee zijn verschillende vormen van natuurbeleving mogelijk. De natuur in zee is weliswaar vrij onbekend, maar de rivierendelta en de kust liggen in de nabijheid van de Randstad en zijn goed bereikbaar, wat kansen biedt om de zeenatuur ook van dichterbij te beleven. De delta, de kust, de Noordzee en het Waddengebied hebben met hun grote verscheidenheid veel kwaliteiten: ruimte, vrij uitzicht, cultuurhistorie, natuurlijkheid en dynamiek. Juist het contrast van de zee en de kust met het land kan aantrekkelijk zijn: open en bebouwd, natuur en cultuurhistorie (vissersdorpjes,

waterverdedigingswerken, bedrijvigheid gericht op zee) en dergelijke. De rivierdelta en de Hollandse kust bieden in Beleefbare natuur veel ruimte aan actieve

openluchtrecreatie (zwemmen, duiken, varen, (kite) surfen), terwijl de Wadden en de zee vooral ruimte geven aan natuurbeleving en ervaring van rust. De Noordzee biedt kansen op spectaculaire natuurervaringen; ook overnachten op zee behoort tot de mogelijkheden. Het areaal natuurbelevingsgebied op zee is ongeveer

vergelijkbaar met het areaal beschermd gebied in 2010 en omvat bijna 1,5 miljoen hectare (25 procent van het Nederlands Continentaal Plat). De toegankelijkheid van de mariene natuur en vooral de zichtbaarheid van de natuur in zee zijn in 2040 sterk verbeterd. Verspreid in de natuurgebieden liggen hotspots voor natuurbeleving, zoals scheepswrakken voor duikers en vogelhutten voor vogelliefhebbers.

6.2.1 Situatie van landnatuur

Beleefbare en toegankelijke natuur voor iedereen, met de bestaande natuur als basis

Zoals gezegd staat binnen Beleefbare natuur de belevingswaarde van natuur voor mensen centraal. Bestaande natuurgebieden worden toegankelijk gemaakt en huidige en verwachte tekorten aan groen worden opgelost. Uit onderzoek met de Hotspotmonitor (Sijtsma et al. in voorbereiding), een online GIS-tool waarin respondenten hun meest gewaardeerde plek in Nederland kunnen aangeven, blijkt dat het Nederlandse publiek de bestaande natuur hoog waardeert (zie figuur 6.1). 3.300 respondenten uit zes regio’s benoemden een groot aantal natuurgebieden als mooiste plek in

Nederland . Voor deze kijkrichting is verondersteld dat bij meer regio’s en meer mensen ook de ontbrekende natuurgebieden zouden worden genoemd. Daarom is de

zes zes

bestaande natuur helemaal in de kijkrichting opgenomen en blijven de huidige typen natuur behouden. Wel worden er voorzieningen als wandelpaden,

boomkruinpaden, observatieposten en parkeerterreinen toegevoegd.

Met meer natuur rond steden zijn de tekorten voor wandelen en fietsen opgelost

Uit modelonderzoek blijkt dat momenteel 40 procent van de Nederlanders een tekort heeft aan ruimte voor wandelen en fietsen, de belangrijkste buitenactiviteiten (Bode et al. 2009). Hiervan leeft het grootste deel in de Randstad en andere stedelijke agglomeraties, zoals de Brabantse steden en de regio Arnhem-Nijmegen. In Beleefbare natuur zijn de tekorten aan groen opgelost (zie Sijtsma et al. 2012 voor veranderd vakantiegedrag in gebieden met tekorten). Er is zoveel nieuw

belevingsgroen aangelegd als nodig is om de voorziene toekomstige tekorten op te lossen. Er is uitgegaan van de demografische, economische en andere ontwikkelingen zoals geschetst in de omgevingsscenario’s Hoog en Laag (zie hoofdstuk 10). Hiervoor is het model Afstemming Vraag & Aanbod Natuur Als Recreatieruimte (AVANAR; De Vries & Goossen 2002) ingezet (Van der Bilt et al. 2012). Er is uitgegaan van de veronderstelling dat fietsen en wandelen in het groen ook in 2040 de meest populaire vormen van buitenrecreatie zijn. Op basis van de beleidsopgave voor deze kijkrichting is de nieuwe natuur dicht bij steden met tekorten aan groen aangelegd (zie figuur 6.4). Hierbij is zoveel groen aangelegd dat mensen

zelfs op drukke dagen (berekend op basis van de op vijf na drukste dag van het jaar) de hoeveelheid bezoekers niet als hinderlijk ervaren. Om verder tegemoet te komen aan de wensen is het nieuwe belevingsgroen als mix van bos, plas en weide aangelegd. In de berekeningen is uitgegaan van een gelijke verdeling tussen deze typen. Veel hooggewaardeerde parken hebben momenteel een vergelijkbare mix. Met deze variatie is de nieuwe belevingsnatuur in de kijkrichting geschikt voor allerlei vormen van natuurbeleving en recreatie. Bij het hoge scenario is in de kijkrichting circa 120.000 hectare nieuwe belevingsnatuur nodig (Van der Bilt et al. 2012).1 Bij het lage scenario, waarin de toekomstige bevolkingsgroei minder is, zijn maar iets minder hectaren nodig om iedereen voldoende ruimte te bieden voor buiten- activiteiten in het groen. Dat komt omdat een groot deel van de benodigde ruimte nodig is voor al bestaande tekorten. Daarnaast neemt zowel in het hoge als lage scenario de bevolkingsdruk in de grote steden toe en willen mensen in het lage scenario vanwege de geringe economische groei en de sterke vergrijzing meer in de eigen regio recreëren.

Kansen voor recreatie

De bestaande natuurgebieden en de nieuwe belevings- natuur zijn voornamelijk via landbouwgebieden met de steden verbonden. Landbouwgebieden zijn waar mogelijk verfraaid met landschapselementen langs wandel- en fietspaden en langs vaarwegen. De verfraaiing is verondersteld waar het landschap Figuur 6.4

Kijkrichting Beleefbare natuur (land)

Bestaande natuur

Bestaande natuur met recreatie Nieuwe natuur rond stad Water

Beleefbare natuur ten opzichte van bestaande natuur

pbl.nl

Bron: Van der Bilt et al. (2012)

zes