4. Overzicht van de gebeurtenissen
5.2 NRC Handelsblad
5.2.8 Woede – We willen onze mensen terug
De woede die ook uit meerdere berichten van NRC spreekt is vooral gericht op de respectloze omgang met de lijken. Dat blijkt onder andere uit citaten van premier Rutte. “Hij zegt ‘geschokt’ te zijn door het ‘volstrekt respectloos gedrag op de tragische plek’.171
NRC duidt die woede in meerdere artikelen: “Er is in de dagen na de ramp woede omdat de lichamen nog niet terug zijn. Omdat de onbevoegden tussen spullen neuzen. En omdat Nederland daar niets tegen onderneemt.”172; “Geleidelijk werd de emotie heftiger en collectiever, geprikkeld vooral doordat de lichamen van de slachtoffers in Oekraïne dagenlang op de rampplek bleven liggen.”173 ; Maar er is ook steeds meer woede. Woede om de foto’s van mannen in legeruniformen die knuffels vasthouden van overleden kinderen. Woede om de berichten dat de lichamen en de spullen van de slachtoffers niet veilig zijn.”174; “Vervolgens kwamen er nog dagenlang beelden van rebellen die - met on-
Europese ongevoeligheid voor procedures - rondstampen op de rampplek en de baas spelen over de dode lichamen.”175
Naast woede over de separatisten, is er ook woede over respectloos gedrag door journalisten. NRC schrijft bijvoorbeeld over beelden van een Britste en Nederlandse verslaggever die in de koffers van de slachtoffers rommelen. “Een keur aan Nederlandse journalisten en tv-zenders betuigde deze week spijt voor te haastig gestuurde tweets of uitzendingen waarin niet respectvol met bezittingen van slachtoffers werd omgegaan.”176
Net als de berichtgeving van De Telegraaf benadrukt ook NRC de tijd die het kostte voordat onderzoekers de rampplek konden bereiken. Dit gebeurt door tijdsaanduidingen en veelvuldig gebruik van het woord ‘eindelijk’. Daarbij bracht NRC elke dag dat het niet lukte, het nieuws dat het (weer) niet lukte. Er wordt veel gebruikt gemaakt van herhaling.
168 ‘We willen onze mensen terug, 21 juli
169 De rouw vindt zijn weg naar dorpen en steden, 21 juli
170 Gay Pride eert dode aidsbestrijders, 2 augustus
171 Crisiscentrum Den Haag, 26 juli
172 RIP lieve meid; digitale rouw, 26 juli
173 Hoe MH17 de zomer veranderde, 26 juli
174 De rouw vindt zijn weg naar dorpen en steden, 21 juli
175 Heel het land staat in Eindhoven, 23 juli
“De forensische onderzoekers […] zijn vanochtend nog niet vanuit hun standplaats Donetsk naar het rampgebied afgereisd. […] De afgelopen twee dagen lukte dat ook niet omdat er zwaar gevochten werd.”177; “Het wachten is ‘frustrerend’.”178; “Eindelijk bereikte het team van Nederlandse forensisch specialisten (LFTO) vanmorgen de koeltrein.”179; “Na een frustrerende week waarin de door
Nederland geleide teams het rampgebied niet konden bereiken wegens de gevechten, lijken ze eindelijk aan hun bergingswerk te kunnen beginnen.”180; “Na de vergeefse pogingen van de laatste dagen in het onderzoek op de rampplek deze vrijdag eindelijk echt begonnen.”181
Wat opvalt is dat in de stukken meerdere keren geclaimd wordt, dat de samenleving of maatschappij de woede voelt. NRC benoemt hierin ook de rol van politiek en media, die oproepen tot hardere actie in het rampgebied. De krant vindt dat dit een uiting is van het maatschappelijke gevoel. “Zij
verwoorden een maatschappelijk gevoel. Gevoed door frustratie en toenemende woede over de tegenwerking van Pro-Russische separatisten in Oost-Oekraïne en hun respectloze gedrag op de plek van het ongeluk.”182
Ook in de eerder gegeven voorbeelden komt dit naar voren. NRC schrijft veel duidende of
analyserende stukken, en duidt daarin ook de woede die speelt in de samenleving. Het is echter lastig de onderlinge causaliteit te duiden: voelt de maatschappij iets en uit de media dat, of voelt de maatschappij iets, omdat de media zeggen dat ze iets voelt.
5.2.9 Oproepen tot morele actie
Op verschillende momenten in de onderzochte periode zijn er oproepen tot morele actie. Deze zijn zeer afhankelijk van wat er op dat specifieke moment gaande is. Kort nadat het vliegtuig is
neergestort wordt vooral het belang van onafhankelijk onderzoek gevraagd. Vervolgens gaat het vooral om militair ingrijpen (“Na de tragedie met MH17 wordt geroepen om stevig ingrijpen.”183) het veilig terughalen van de slachtoffers en daarna volgt de roep om een moment van rouw (“Al snel gaan er stemmen op voor een dag van nationale rouw, bekend uit andere landen.” […] Nationale rouw past niet binnen onze traditie, zegt Rutte eerst. […] Maar de Tweede Kamer dringt aan.”184)
Een enkele keer is de oproep heel specifiek: “In de menigte houdt een activist een bord omhoog met de tekst: ‘Breng Poetin voor met tribunaal in Den Haag’.”185 Dit soort oproepen komen echter meer vanuit een individu, terwijl het bij een social tragedy gaat om oproepen vanuit de samenleving. Er zijn ook oproepen tot actie die zich wat meer richten op de lange termijn. Net als bij De Telegraaf heeft de oproep tot morele actie in NRC ook alles te maken met het voorkomen van soortgelijke situaties in de toekomst. Het idee van: dit nooit weer. Zoals ook beschreven in de theorie over social tragedy. De oproepen tot morele actie hangen in het geval van NRC vooral samen met de kritische vragen die de krant stelt. Zoals hierboven al besproken richten die vragen zich op Defensie en de 177 Plaats van de ramp blijft voor onderzoekers niet bereikbaar door gevechten, 30 juli
178 Bewondering voor Kiev? Nu zijn we teleurgesteld, 29 juli
179 ‘We willen onze mensen terug, 21 juli
180 Onderzoekers bereiken rampgebied, 1 augustus
181 Speuren onder luid artillerievuur, 2 augustus
182 Hoe lang kun je nog praten, en wat dan? 21 juli
183 Meer defensie of blijft het bij PR, 31 juli
verantwoordelijkheid van de vliegroute. De ramp lijkt een reden aanleiding om andere zaken voor elkaar te krijgen.
Zo schrijft de krant: “Voor het neerschieten van MH17 werd gesproken over zo’n 100 miljoen euro meer voor de krijgsmacht. Mogelijk wordt dat bedrag nog iets hoger. […] ‘Iedereen die nu niet inziet dat we meer in defensie moeten investeren leeft in een andere wereld en moet zich laten
nakijken’.”186 En: “De wereld kent veel onveilige gebieden die voor de luchtvaart en zijn passagiers riskant kunnen zijn. Goede en tijdige informatie daarover is wel het minste wat van de overheid mag worden verwacht.”187 ; “Luchtvaartinstanties pleiten inmiddels voor betere informatie over veilige routes.”188
Waar De Telegraaf zelf oproept tot actie, lijkt NRC dat niet te doen. Wel melden ze dat er vanuit de samenleving een roep om actie is. Bijvoorbeeld door te verwijzen naar De Telegraaf: “De Telegraaf eiste het gisteren al: ‘Ingrijpen! De maat is vol’.”189
De woede zoals in het vorige thema werd aangehaald, kan ook gezien worden als een (indirecte) oproep tot morele actie: de lichamen verdienen het met respect behandeld te worden. De meldingen van oproep tot morele actie komen vooral voor in de meer politieke artikelen.
5.2.10 Betekenisgeving en betrokkenheid
Ten slotte het belangrijkste overkoepelende thema waarin betekenis en betrokkenheid van de krant centraal staat. Wat opvalt is dat in drie stukken die geanalyseerd zijn in dit onderzoek, veel van de verschillende thema’s voorkomen. Dit komt omdat deze artikelen gaan over de betekenis van de ramp voor Nederland. NRC is een krant die graag duiding geeft bij het nieuws, dus ook bij het nieuws over de ramp.
In deze stukken wordt veel herhaald. De situatie in Oekraïne, de woede die Nederlanders volgens de krant voelden en de indruk die de speech van Timmermans maakte.
Wat vooral belangrijk is binnen het thema betekenisgeving, is de rouw. NRC laat in deze drie stukken - maar ook in andere artikelen - de manieren van rouw in Nederland zien. Hierbij wordt meerdere keren benadrukt dat het land als collectief in rouw is. Een collectief verdriet dat iedereen voelt, en dat nota bene zo anders is dan hoe Nederlanders normaal omgaan met tragedie. Doordat NRC het duidend opschrijft, lijkt het daarmee meteen werkelijkheid te zijn.
Een van de drie stukken waarin dat gebeurd is: ‘Hoe MH17 de zomer veranderde’. Uit enkel de titel blijkt al de betekenis die deze ramp krijgt.
“Toch bleek al snel dat dit geen ‘gewone’ vliegramp was. Na twee dagen bepleitte de Brusselse onderzoeker van de internationale politiek Jonathan Holslag al dat ‘MH17’ het Europese 9/11 moet worden. […] De emoclimax kwam woensdag, de dag van nationale rouw. Nederlanders cultiveren wel vaker collectieve emotie, nu werd dat een bron van troost en trots.”
186 Meer defensie of blijft het bij PR, 31 juli
187 KLM wist van niets- maar waarom wist KLM van niets? 28 juli
188 KLM wist van niets, 26 juli
De andere betekenisgevende stukken zijn “RIP lieve meid; digitale rouw” en “Heel het land staat in Eindhoven”. Voorbeelden uit deze stukken zijn al veelvuldige aan de orde geweest in bespreking van de vorige thema’s.
Belangrijk binnen dit thema zijn ook de ceremoniële rouwbijeenkomsten. Met name de ceremonie in Eindhoven als de lichamen ‘thuis’ komen. Meerdere keren wordt een parallel getrokken met de situatie in Oekraïne. Zoals al eerder beschreven, alsof de ceremonie extra betekenis krijgt en een tegenhanger moet zijn voor de gebeurtenissen op de rampplek.
“IJzingwekkend was het geluid van de vliegtuigmotor die uitgezet werd –een geluid dat
opluchting bracht, omdat daarmee de nationale minuut stilte zou beginnen, maar ook een geluid met een bijklank: zó klinkt het dus, als zo’n motor stilvalt. Troostend was het ceremonieel: de militaire precisie was het ultieme tegenwicht voor de chaos van de crashsite. De orde van de wereld werd hier en nu hersteld, dát sprak uit de beelden.”190
Enige betrokkenheid van de krant blijkt een aantal keer, uit hele kleine zinnetjes. De redacteur die het stuk van het voorbeeld hierboven schreef, meldt bijvoorbeeld dat hij zelf vrienden is kwijtgeraakt. Ook in de korte beschrijvingen van de slachtoffers blijkt de betrokkenheid van de krant: een van de slachtoffers had net haar “debuut in nrc.next gemaakt” staat er.
Ook het dagboek van fotograaf Piere Crom is een uiting van betrokkenheid. Crom schrijft op
persoonlijke titel over zijn belevenissen daar en de gevoelens die hij heeft. Er wordt vaker geschreven over journalisten in het gebied. Uit sommige passages blijkt dat journalisten zich persoonlijk
betrokken voelden bij de ramp, en zo ethische grenzen overgingen, zoals ook beschreven in de literatuur. Journalisten zijn zo niet langer een objectieve spreekbuis maar mensen die de ramp ook beleven.
“Colin Brazier verklaarde in The Guardian dat de roze waterfles die hij uit de koffer zag steken, hem deed denken aan zijn zesjarige dochter. Ze had precies zo’n fles. Die herkenning maakte dat hij de fles oppakte. ‘Wat mijn Twittercritici niet konden horen, was dat ik brak op dat moment’.”191