• No results found

4. Overzicht van de gebeurtenissen

4.1 De eerste uren

5.1.4 Personificatie

In de artikelen van De Telegraaf worden veel ‘gewone mensen’ opgevoerd. Grofweg kan hierin een scheiding gemaakt worden van drie typen: slachtoffers, betrokkenen en meelevers. Bij ‘betrokkenen’ gaat het om directe en indirecte betrokkenen, zoals eerste- tweede- of derdegraads familie, vrienden en collega’s.

De slachtoffers die opgevoerd worden, worden vrijwel allemaal bij naam genoemd. Van de meeste slachtoffers gaat het om de voor- en achternaam. Soms wordt ook de leeftijd vermeld. Als het om kinderen gaat wordt er soms enkel gesproken van ‘een kind’ of ‘hun zoon/dochter’. In die gevallen wordt meestal wel de leeftijd genoemd. De Telegraaf vermeldt veel beroepen en de reden van vertrek. In de meeste gevallen is dat vakantie.

Het tweede type, betrokkenen, komt veelvuldig in de artikelen aan het woord. Een enkele keer spreekt een zoon van een van de slachtoffers. De rol van de betrokkenen in de artikelen kan het best omschreven worden als emotioneel, betekenisgevend en als informatieverstrekker. De betrokkenen vertellen allemaal over de slachtoffers. Het gaat hier soms om feitelijke informatie, maar meestal wordt de meer persoonlijke en menselijke kant benadrukt. Een aantal dingen komt in vrijwel ieder artikel en bij elke willekeurige bron terug: ze beschrijven hun persoonlijke leed of gevoel, (“We zijn diep geschokt en ongelooflijk verdrietig36.”) noemen de slachtoffers erg geliefd (“[…] een van de centrale figuren in de Indonesische gemeenschap. Iedereen hield van haar.37”), betrokkenen gebruiken positieve woorden om het slachtoffer te omschrijven (lief, mooi, vriendelijk, open, zachtmoedig, etc.), met een korte typering wordt (een aspect van) de persoonlijkheid van het slachtoffer benadrukt (“John was zo gepassioneerd met muziek bezig.”38) en tot slot wordt de onmisbaarheid van diegene kenbaar gemaakt en de manier waarop er met hun dood wordt omgegaan (“We sluiten je voor altijd in onze harten.39”).

32 Meer raadsels rond vliegroute, 31 juli; Eurlings pareert kritiek vliegroute, 26 juli

33 Piloten woest: ‘Dit had nooit mogen gebeuren’, 24 juli

34 Obama blijft golfen, 28 juli

35 Koning Filip keek naar een defilé, 23 juli

36 PvdA geschokt door verlies bezield senator, 19 juli.

37 ‘Ninik was een en al liefde en vrede’, 29 juli.

38 Gitaarleraar treurt om zijn leerlingen, 24 juli

Ook bij het derde type, de meelevers, zijn patronen te herkennen die in elk artikel terug komen. De meelevers praten niet zozeer over de slachtoffers maar meer over zichzelf. Bijvoorbeeld over de betekenis die zij aan de ramp geven en hoe zij zich voelen (“Ik voel me aan de ene kant zo schuldig naar al die andere mensen toe.”40), welk effect de gebeurtenis op hen heeft gehad (“Angela uit Maleisië vliegt met haar zoontje Tristan na een vakantie in Nederland terug naar huis. De tranen staan in haar ogen. ‘Ik wil niet meer, maar ik heb geen keuze.”41), hoe ze er mee om gaan (“Ik moest hier hiernaartoe. Dit houdt me al anderhalve week bezig, ik heb alles gezien op tv.”42) en in hoeverre ze zich er zelf bij betrokken voelen (“Ik heb donderdag nog een meisje uitgezwaaid dat hand in hand met haar ouders vrolijk op vlucht MH17 stapte voor een vakantie in Azië. Ik krijg dat beeld niet meer kwijt.”43).

In onderstaand voorbeeld komen de typen personen en hun inhoudelijke rollen of patronen duidelijk samen. Uit: ‘Ik denk dat ze op een mooie plek is’; zoon en collega’s missen schaterlach van Barbara’.

Het artikel vertelt over Barbara de Bruijn (46) uit Duiven die met haar man en twee van haar drie kinderen in het vliegtuig zat. Aan het woord komen oud-collega’s en haar achtergebleven zoon. Over Barbara wordt geschreven dat ze werkte als laserspecialiste bij een beautysalon.

De overgebleven zoon Nick is geïnterviewd over het verlies van zijn familie en hoe hij dat te horen kreeg. Hij was op vakantie in Tokio en kreeg per sms de vraag van zijn nichtje welk vluchtnummer zijn familie had.

Wat opvalt in Nicks citaten, is dat het geschreven is in tweede persoon enkelvoud: “Op dat moment weet je dat er iets mis is […] Je blijft ook hopen op dingen […] maar eigenlijk weet je wel dat dat niet het geval is”.

In gesproken taal een veel voorkomende manier van communiceren, hoewel de hoofdpersoon hier logischerwijs eigenlijk ‘ik’ zou bedoelen. In geschreven taal wordt dit soort citaten daarom meestal veranderd in ‘ik’. Het effect van deze schrijfwijze is dat Nicks uitspraken iets algemeens krijgen. Zijn ervaring zou kunnen gelden voor iedereen die in dezelfde situatie zat. Hij lijkt te spreken voor die groep. Te meer omdat sommige andere citaten die echt over zijn gevoelens gaan, wel in de eerste persoon zijn geschreven: “Ik was stomverbaasd, verbijsterd”.

Twee van Barbara’s collega’s komen aan het woord over hoe ze haar herinneren en wat ze voor hen betekende. Door de beschrijvingen krijgt de lezer een inkijkje in zowel het leven van Barbara, haar kwaliteiten als haar persoonlijkheid. De nadruk wordt hierbij vooral gelegd op de ‘lieve’ vrouw die ze was. Collega Floor gebruikt louter positieve woorden om haar te

omschrijven: opgewekt, positief, lief, onvervangbaar. Anke beschrijft haar als lief, toegankelijk en moederlijk. De Telegraaf neemt dit over in haar eigen beschrijving van het slachtoffer. Zo

schrijven ze: ‘Lieverd Barbara werkte als laserspecialist’.

De nadruk wordt hierbij gelegd op de bijzondere rol die zij had in de salon, en hoezeer haar collega’s van haar hielden. De reden om met de krant te praten noemen ze eigenlijk zelfs vrij letterlijk in het artikel: “De wereld moet weten wat voor een fantastische vrouw Bar was, hoe

40 ‘Dit was ons lot uit de loterij’; voor Zeeuws gezin was geen plaats, 19 juli

41 Inchecken met tranen en bibbers, 19 juli

gek we op haar waren. We zullen haar lach gaan missen hier. Die schaterde soms door de hele salon”.

De krant legt ook de nadruk op de onherroepelijkheid van de situatie. Ze schrijft: “[Voor haar zoon en collega’s] is het nog altijd onwerkelijk dat ze hen nooit meer zullen zien”.

Zo zijn er meer artikelen die een van de slachtoffers gedenken. Daarnaast heeft de krant op zaterdag 19 juli een spread met fotootjes van tientallen slachtoffers44.

De waarde van de identiteit van de slachtoffers wordt nog op een andere manier aangehaald. Een terugkerend patroon in artikelen over het onderzoek naar de stoffelijke overschotten, is dat professionals die identiteit benadrukken en daar blijkbaar waarde aan hechten. Zo zegt politiechef Patricia Zorko: “De slachtoffers hun naam teruggeven, dat is nu onze belangrijkste opdracht”.