• No results found

Werken de eigenschappen van de werkzoekenden een snelle en duurzame arbeidsmarktintegratie in de hand?

Hoge Raad voor de Werkgelegenheid

2. D E UITDAGINGEN VOOR DE TOEKOMST VAN DE ARBEIDSMARKT

2.4. Werken de eigenschappen van de werkzoekenden een snelle en duurzame arbeidsmarktintegratie in de hand?

Vrij verrassend moet worden geconstateerd dar er, ondanks die vacatures en die knelpuntberoepen, toch een groot aantal niet-werkende werkzoekenden zijn, hoewel er hiervan de laatste jaren toch een sterke daling werd opgetekend. Gemiddeld op jaarbasis kwam het aantal niet-werkende werkzoekenden in 2017 immers nog altijd uit boven het aantal van vóór de crisis. De beduidende afname ervan vermindert evenwel het aantal beschikbare werkzoekenden om in te gaan op de stijgende vraag van de ondernemingen, tegen de achtergrond van de vergrijzing van de werkende bevolking. Uit de analyse van de eigenschappen van die werkzoekenden kan worden afgeleid of hun vaardigheden beantwoorden aan de vereisten van de arbeidsmarkt. Andere kenmerken, zoals leeftijd en duur van de inactiviteit mogen geen deel uitmaken van de vereisten van de werkgevers, maar beïnvloeden toch de kansen inzake inschakeling op de arbeidsmarkt en zullen dus eveneens aan de orde komen.

Grafiek 14 - Verloop van het aantal niet-werkende werkzoekenden naar gewest

(in duizenden personen)

Bron: RVA.

In 2008, dat is vóór de grote recessie de arbeidsmarkt beïnvloedde, waren er gemiddeld op jaarbasis 500 000 niet-werkende werkzoekenden. Het aantal steeg vervolgens gestaag tot 2014 (behalve in 2011), toen er 600 000 NWWZ waren, waarna er zich een daling aftekende. In 2017 bedroeg het aantal NWWZ 505 300, aan het eind van het jaar 505 300 en in mei 2018 464 400. Ten opzichte van de situatie vóór de grote recessie, met andere woorden gedurende de laatste tien jaar, is het aantal NWWZ in het Vlaams Gewest toegenomen met 26 % en in Brussel met 1 %, terwijl in het Waals gewest een daling met 10 % werd opgetekend. Hoewel Wallonië tien jaar

geleden beduidend meer NWWZ telde dan Vlaanderen, lijken de aantallen derhalve thans bij elkaar in de buurt te liggen. Voor België als geheel vertoonde het aantal NWWZ van 2008 tot 2017 een toename met 4 %.

Dat verloop moet worden gerelateerd aan dat van de bevolking op arbeidsleeftijd naar gewest, die voor België met 3 % is toegenomen, in Vlaanderen en Wallonië met 2 % en in Brussel met 13 %.

Grafiek 15 - Verloop van het aantal werkzoekenden naar scholingsniveau1

(in duizenden personen en groeipercentage tussen 2008 en 2017)

Bron: RVA (reeksbreuk als gevolg van de wijziging van de nomenclatuur per scholingsniveau tussen 2009 en 2010).

1 Het scholingsniveau wordt als volgt bepaald: laaggeschoold (L) stemt overeen met ten hoogste secundair onderwijs

van de tweede graad, middengeschoold (M) met ten hoogste hoger secundair onderwijs en hooggeschoold (H) met hoger onderwijs.

Wat het scholingsniveau van de NWWZ betreft, wordt geconstateerd dat het aantal hooggeschoolde NWWZ in de drie gewesten geleidelijk gestegen is. De groepen laag- en middengeschoolden zijn verkleind in Brussel en Wallonië, terwijl ze groter werden in Vlaanderen. In de drie gewesten zijn de meeste NWWZ laaggeschoold (58 % in Brussel, 52 % in Wallonië en 50 % in Vlaanderen). Het aantal hooggeschoolde NWWZ is het hoogst in Brussel (22 %, 19 % in

Vlaanderen en 15 % in Wallonië). In totaal zijn 48 % van de NWWZ middengeschoold of hooggeschoold, tegen 45 % tien jaar eerder.

In vergelijking met de periode vóór de crisis, vertoont het aantal NWWZ dus een groter vermogen tot inschakeling op de arbeidsmarkt. Hoewel de werkzoekenden een steeds hoger scholingsniveau laten optekenen, is echter ook de vraag van de ondernemingen veranderd. De vereisten inzake vaardigheden en scholingsniveau zijn toegenomen, met name als gevolg van de digitalisering. Wat betreft de duur van de werkloosheid, tekent er zich tussen 2008 en 2017 geen opmerkelijke ontwikkeling af in Brussel. In Wallonië heeft de zeer langdurige werkloosheid aanzienlijk bijgedragen aan de daling van het aantal NWWZ. In Vlaanderen is de werkloosheid van middellange (3 maanden tot minder dan een jaar), lange (1 jaar tot minder dan 2 jaar) en zeer lange (twee jaar en meer) duur daarentegen toegenomen. In absolute cijfers blijft de lange en zeer lange werkloosheid in Wallonië echter omvangrijker dan in Vlaanderen.

Met betrekking tot de invloed van de leeftijd, vertoont het aantal NWWZ jonger dan 25 jaar een conjunctuurgevoeliger profiel dan de twee andere groepen (nl. de groep van 25 tot 49 jaar en de 50-plussers). In 2017 is het aantal jonge NWWZ in Wallonië en Vlaanderen vrij vergelijkbaar. In Walloniê zijn er daarentegen iets meer NWWZ in de middelste leeftijdsgroep (25-49 jaar), terwijl Vlaanderen meer NWWZ van 50 jaar en ouder laat optekenen (28 %, tegen 26 % in Wallonië en 25 % in Brussel). In Brussel is het aantal NWWZ in de middelste leeftijdgroep groter dan in de twee andere gewesten (65 %, tegen 55 % in Wallonië en 52 % in Vlaanderen) en is de categorie van de NWWZ van minder dan 25 jaar beduidend kleiner (10 % in Brussel, tegen 20 % in de twee andere gewesten).

Grafiek 16 - Verloop van het aantal werkzoekenden van 50 jaar en ouder

(in duizenden personen en groeipercentage tussen 2008 en 2017)

Bron: RVA.

De stijging van het aantal NWWZ van 50 jaar en ouder tekent zich in de drie gewesten af. In werkelijkheid is de toename voornamelijk toe te schrijven aan de subgroep van de 60-plussers. Terwijl de 60-plussers voordien vroeger uit de groep van de NWWZ verdwenen (vervroegd pensioen, brugpensioen, vrijstelling van inschrijving als werkzoekende), zijn ze thans, als gevolg van de hervormingen van de eindeloopbaan sinds het begin van de jaren 2000, verplicht ingeschreven te blijven als niet-werkende werkzoekende. Dat verschijnsel is zichtbaar in de analyse van het verloop van het aantal werklozen naargelang ze al dan niet werkzoekend zijn (zie grafiek 18). Het moet worden aangestipt dat de categorie van de NWWZ van 50 jaar en ouder in 2015 een piek bereikt heeft. Sindsdien wordt enkel nog voor de 60-plussers een jaarlijkse toename opgetekend, terwijl de 50-55-jarigen en de 55-60-jarigen een daling te zien geven (sinds 2009 voor de eerstgenoemden en sinds 2015 voor de laatstgenoemden).

In Brussel werd de toename van de groep van de NWWZ van 50 jaar en ouder gecompenseerd door de gestage daling van de NWWZ jonger dan 25 jaar. In Wallonië woog de vermindering van het aantal NWWZ bij de jongeren en in de middelste leeftijdsgroep er ruimschoots tegen op. In Vlaanderen ging zulks gepaard met een toename in de andere leeftijdsgroepen. Die bevindingen houden verband met het verloop van de bevolking van 50 tot 64 jaar, die toegenomen is met 16 % in Brussel, met 14 % in Vlaanderen en met 10 % in Wallonië.

Ter aanvulling van de analyse betreffende de werkzoekenden, dient te worden vermeld dat sommigen uit de groep van de NWWZ geen uitkering van de RVA ontvangen. Het betreft jongeren tijdens hun beroepsinschakelingstijd (vroeger wachttijd), verplicht ingeschreven werkzoekenden (waartoe de gesanctioneerde personen, mensen die een sociale uitkering ontvangen van een OCMW of gehandicapten behoren) of vrijwillig ingeschreven werkzoekenden (waartoe een groot aantal – 46 % – personen van buitenlandse nationaliteit behoren die ingeschreven zijn bij een overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling om toegang te krijgen tot de arbeidsmarkt, maar nog geen recht hebben op werkloosheidsuitkeringen).

Grafiek 17 - Niet-uitkeringsgerechtigde werkzoekenden per gewest

(in duizenden personen)

Bron: RVA

De laatste tien jaar is de groep niet-uitkeringsgerechtigde werkzoekenden sterk toegenomen. Dat is met name toe te schrijven aan de hervorming van de inschakelingsuitkeringen (om een leefloon te genieten, moeten werklozen van wie het recht verstreken is, zich verplicht inschrijven als werkzoekende, terwijl anderen besloten hebben vrijwillig ingeschreven te blijven). De groep van de niet-uitkeringsgerechtigde werkzoekenden, die sinds 2008 ononderbroken gestegen was, begon daarentegen vanaf het derde kwartaal van 2017 af te nemen. In het eerste kwartaal van 2018 werden er nog 159 000 geteld. In Vlaanderen en Brussel betreft het vooral vrij ingeschreven werkzoekenden en in Wallonië jongeren in hun beroepsinschakelingstijd.

Grafiek 18 - Al dan niet werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen

(in duizenden personen)

Bron: RVA.

Een ander verschijnsel met betrekking tot de werkloosheid dient ook te worden vermeld: het betreft de overheveling van een groot aantal niet-werkzoekende werklozen (vrijgesteld van het zoeken naar werk) naar de groep van de werkzoekende werklozen. Zo was nog 23 % niet- werkzoekend in 2017 , tegen 36 % in 2008. Dat is in het bijzonder zo voor de 55-64-jarigen waaruit die groep nagenoeg volledig bestaat. De situatie van die personen werd immers beïnvloed door de opeenvolgende hervormingen die sinds het begin van de jaren 2000 werden opgezet om de voorwaarden inzake toegang tot het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vrijgesteld van het zoeken naar werk te verstrengen en het afschaffen van het statuut van oudere vrijgestelde werkloze. Terwijl in 2008 maar 15 % van de uitkeringsgerechtigde volledig werklozen van 55-64 jaar werkzoekend waren, steeg dat aantal derhalve tot 44 % in 2017.

Vlaanderen vertoont een groter aantal niet-werkzoekende uitkeringsgerechtigde werklozen. Voor de 55-64-jarigen was de tijdens de laatste vier jaar in Vlaanderen opgetekende afname minder uitgesproken dan in de andere gewesten.

Tabel 8 - Niet-werkende werkzoekenden naar inactiviteitsduur, leeftijd en scholingsniveau voor België en de drie gewesten

(2017, gemiddeld op jaarbasis, in duizenden personen, tussen haakjes in % van het totaal)

België Brussel Vlaanderen Wallonië Totaal 525 (100) 93 (100) 213 (100) 219 (100) Inactiviteitsduur

Minder dan 3 maanden 98 (19) 14 (15) 46 (22) 38 (17) 3 maanden tot 1 jaar 144 (27) 20 (22) 64 (30) 60 (27) 1 tot 2 jaar 90 (17) 14 (15) 37 (17) 39 (18) Langer dan 2 jaar 193 (37) 45 (48) 66 (31) 83 (38) Leeftijd

Jonger dan 25 jaar 95 (18) 10 (10) 42 (20) 43 (20) 25 tot 49 jaar 291 (55) 61 (65) 111 (52) 120 (55) 50 jaar of ouder 139 (27) 23 (25) 60 (28) 56 (26) Scholingsniveau Laaggeschoold 275 (52) 54 (58) 107 (50) 113 (52) Middengeschoold 158 (30) 19 (20) 66 (31) 73 (33) Hooggeschoold 93 (18) 20 (22) 40 (19) 33 (15) Bron: RVA.

Kortom, ook al komen spanningen tot uiting, toch is er, zoals eerder aangestipt, een groot aantal niet-werkende werkzoekenden waarvan sommigen eigenschappen vertonen die een terugkeer naar werk in de hand werken. Zo vertonen voor België als geheel 48 % van de werkzoekenden een gemiddeld of hoog scholingsniveau (42 % in Brussel, 50 % in Vlaanderen en 48 % in Wallonië), 55 % maken deel uit van de leeftijdsgroep van de 25-49-jarigen (65 % in Brussel, 52 % in Vlaanderen en 55 % in Wallonië,) en 46 % van de in 2017 ingeschreven NWWZ waren minder dan een jaar werkloos (37 % in Brussel, 52 % in Vlaanderen en 44 % in Wallonië). Die aantallen, zij het licht verschillend van gewest tot gewest, wijzen erop dat de afstemming van het arbeidsaanbod op de arbeidsvraag nog kan worden verbeterd via een doeltreffend activeringsbeleid en een grotere mobiliteit van de werkzoekenden tussen de gewesten. Dat beleid moet niet enkel gericht zijn op de werkzoekenden, maar ook op een deel van de inactieve bevolking.