• No results found

4. Contrasten in het Johannesevangelie

4.2. Waarheid versus leugen

Het Griekse woord voor ‘waarheid’ is ἀλήθεια. Dit woord komt 25 keer voor in het Johannesevangelie. Het tegenstelde van waarheid is leugen, ψεῦδος. Dit woord komen we alleen tegen in Johannes 8:44. Daarnaast lezen we twee keer over ‘ψεύστης’ (leugenaar) (8:44,55).185

4.2.1. Antropologisch dualisme

Dualisme in positie

Wie in Jezus gelooft en zijn geboden volgt, is in waarheid een discipel van Jezus. Deze discipelen zullen de waarheid verstaan en door de waarheid worden vrijgemaakt. Het verstaan van de waarheid is een proces van aanvaarden van de openbaring van God in Jezus. Deze aanvaarding maakt vrij. Net zoals de Israëlieten in de vrijheid kwamen na de verlossing uit Egypte, komen ze door

183 9:4 ἡμᾶς δεῖ ἐργάζεσθαι τὰ ἔργα τοῦ πέμψαντός με 1ἕως ἡμέρα ἐστίν· ἔρχεται νὺξ ὅτε οὐδεὶς

δύναται ἐργάζεσθαι. ὅταν ἐν τῷ κόσμῳ ὦ, φῶς εἰμι τοῦ κόσμου.

184 Beasley-Murray (1999), p. 155.

49

Jezus in een geestelijke vrijheid.186 Wie Jezus niet begrijpt is niet in het domein

van de waarheid en verkeert nog in de slavernij. Het blijven in zijn woorden is de markering van het echte discipelschap.187

Jezus dan zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken (8:31,32).188

Als Jezus voor Pilatus staat dan stelt hij dat een ieder die uit de waarheid is, zijn stem verstaat. Wie zijn stem niet verstaat is niet in het domein van de waarheid. Jezus is geboren en in de wereld gekomen om getuigenis te geven van de waarheid, degene die uit de waarheid zijn begrijpen dat, de anderen niet.189

Pilatus dan zeide tot Hem: Zijt Gij dus toch een koning? Jezus antwoordde: Gij zegt, dat Ik koning ben. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik voor de waarheid zou getuigen; een ieder, die uit de waarheid is, hoort naar mijn stem (18: 37).190

We kunnen indirect uit deze tekst afleiden dat er mensen ‘uit’ de waarheid zijn en mensen ‘uit’ de leugen. Jezus getuigt van het koninkrijk van de Waarheid.191

Jezus spreekt niet over waarheid in abstracte zin, maar gerelateerd aan zijn bediening. Dit blijkt ook uit Johannes 8, waar Jezus de ‘Joden’ toe spreekt:

Gij zijt uit den vader den duivel, en wilt de begeerten uws vaders doen; die was een mensenmoorder van den beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven; want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij uit zijn eigen; want hij is een leugenaar, en de vader derzelve leugen. (8:44, SVV).192

Het contrast waarheid versus leugen wordt duidelijk gebruikt om een antropologisch dualisme in positie te schetsen; of je bent uit de waarheid of je bent uit de leugen.

186 Beasley-Murray (1999), p. 133. 187 Beasley-Murray (1999), p. 133. 188 8:31 ἔλεγεν οὖν ὁ Ἰησοῦς πρὸς τοὺς πεπιστευκότας αὐτῷ Ἰουδαίους· ἐὰν ὑμεῖς μείνητε ἐν τῷ λόγῳ τῷ ἐμῷ, ἀληθῶς μαθηταί μού ἐστε 32 καὶ γνώσεσθε τὴν ἀλήθειαν, καὶ ἡ ἀλήθεια ἐλευθερώσει ὑμᾶς.

189 Zie ook Joh. 10 :26,27. Lincoln (2005), p. 463.

190 18:37 εἶπεν οὖν αὐτῷ ὁ Πιλᾶτος· οὐκοῦν βασιλεὺς εἶ σύ; ἀπεκρίθη ὁ Ἰησοῦς· σὺ λέγεις ὅτι βασιλεύς εἰμι˸. ἐγὼ εἰς τοῦτο γεγέννημαι καὶ εἰς τοῦτο ἐλήλυθα εἰς τὸν κόσμον, ἵνα μαρτυρήσω τῇ ἀληθείᾳ· πᾶς ὁ ὢν ἐκ τῆς ἀληθείας ἀκούει μου τῆς φωνῆς. 191 Beasley-Murray (1999), p. 331. 192 8:44 ὑμεῖς ἐκ τοῦ πατρὸς τοῦ διαβόλου ἐστὲ καὶ τὰς ἐπιθυμίας τοῦ πατρὸς ὑμῶν θέλετε ποιεῖν. ἐκεῖνος ἀνθρωποκτόνος ἦν ἀπʼ ἀρχῆς καὶ ἐν τῇ ἀληθείᾳ οὐκ ἔστηκεν, ὅτι οὐκ ἔστιν ἀλήθεια ἐν αὐτῷ. ὅταν λαλῇ τὸ ψεῦδος, ἐκ τῶν ἰδίων λαλεῖ, ὅτι ψεύστης ἐστὶν καὶ ὁ πατὴρ αὐτοῦ.

50 Dualisme in proces

Degene die in Jezus geloven en zo in de waarheid zijn, moet desondanks in de waarheid geheiligd worden. Jezus bidt voor hen: ‘Heilig ze in Uw waarheid’ (17:17). Wie in de waarheid is, moet tegelijk in die waarheid geheiligd worden. Die waarheid moet meer en meer beslag krijgen in het leven van de gelovigen. De waarheid doen is ingangseis om in het domein van het licht te komen. ‘De waarheid doen’ is een Hebreeuwse uitdrukking die betekent ‘gelovig handelen’ (zie Gen. 32:10; 47:29; Neh. 9:33). Deze uitdrukking komt ook voor in Qumran in verband met het binnengaan van het verbond (1QS 1.5; 5:3; 8.2).193

We lezen in Johannes 3:

(…) maar wie de waarheid doet, gaat tot het licht, opdat van zijn werken blijke, dat zij in God verricht zijn (3:21).194

Waarheid is hier een ethisch begrip en geen filosofische abstractie.195 Het woord

‘waarheid’, ἀληθείας, moeten we niet opvatten in Hellenistische zin, maar in Hebreeuwse zin als vertaling van ת ֶמ ֶא. Wie de waarheid doet zoekt het licht op zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.196

4.2.2. Christologisch dualisme

Ook de persoon en het werk van Christus worden in Johannes beschreven door middel van het woord ‘waarheid’ in contrast met het woord ‘leugen’. We lezen in Johannes regelmatig dat Jezus de waarheid heeft gesproken (8:40, 45, 46; 16:7; 19:35).

Maar omdat Ik u de waarheid zeg – Mij gelooft gij niet. Wie van u overtuigt Mij van zonde? Als Ik waarheid spreek, waarom gelooft gij Mij niet (8:45,46)?197

Christus heeft niet alleen de waarheid gesproken, maar Johannes schrijft dat hij ook vol van waarheid is. Zoals we lezen in Johannes 1:14:

193 Michaels (2010), p. 207. 194 3:21 ὁ δὲ ποιῶν τὴν ἀλήθειαν ἔρχεται πρὸς τὸ φῶς, ἵνα φανερωθῇ αὐτοῦ τὰ ἔργα ὅτι ἐν θεῷ ἐστιν εἰργασμένα. 195 Michaels (2010), p. 208. Keener (2003), p. 417-9.

Waarheid is een sleutelbegrip in de johanneïsche gemeenschap, zie Strecker (1986), p. 39.

196 Bogart (1973), p. 76-7.

Bernard (1942), p. 123.

197 8:45, 46 ἐγὼ δὲ ὅτι τὴν ἀλήθειαν λέγω, οὐ πιστεύετέ μοι. τίς ἐξ ὑμῶν ἐλέγχει με περὶ ἁμαρτίας;

51

Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid (1:14).198

Het is mogelijk om πλήρης niet allereest te betrekken op ὁ λόγος maar op δόξαν.199 Dan betekent het dat de heerlijkheid vol is van de genade en waarheid.

De Logos is dan indirect vol van waarheid. Hoe dan ook blijkt uit Johannes dat ‘waarheid’ verbonden is aan Jezus. Jezus getuigt van de waarheid en openbaart de waarheid (5:33; 8:45; 16:7; 18:37).200

In Johannes 14 lezen wij dat Jezus zichzelf de Waarheid noemt: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven (14:6). Wie naar hem luistert en in hem gelooft die is zelf uit de waarheid, maar wie niet naar hem luistert die is uit de vader van de leugen. Deze vader van de leugen, de Verderver is zelf niet in de waarheid staande gebleven. Jezus blijft wel staande in de waarheid. Zo plaatst hij zichzelf in contrast met de satan. Hij zelf is de Waarheid. Zijn tegenstander is de Leugen (8:40ev).201

4.2.3. Theologisch dualisme

Jezus verdedigt zich tegenover de ‘Joden’ in Johannes 8 dat hij de woorden van God spreekt en daarmee de waarheid. God spreekt de waarheid en daarom spreekt Jezus ook de waarheid.

Zij antwoordden en zeiden tot Hem: Onze vader is Abraham. Jezus zeide tot hen: Indien gij kinderen van Abraham zijt, doet dan de werken van Abraham; maar nu tracht gij Mij te doden, een mens, die u de waarheid gezegd heeft, welke Ik van God gehoord heb; dit deed Abraham niet (8:39,40).202

Hoewel de ‘Joden’ menen dat zij uit de Vader zijn, zijn ze volgens Jezus uit de vader van de leugen, de Satan. Jezus staat in contrast met de Satan, maar ook God, de Vader, staat in contrast met de Satan.203 De Satan spreekt leugens en

evenzo spreken zijn volgelingen leugens. God spreekt de waarheid en daarom spreekt Jezus en zijn volgelingen de waarheid. Zo zien we op de achtergrond van 198 1:14 Καὶ ὁ λόγος σὰρξ ἐγένετο καὶ ἐσκήνωσεν ἐν ἡμῖν, καὶ ἐθεασάμεθα τὴν δόξαν αὐτοῦ, δόξαν ὡς μονογενοῦς παρὰ πατρός, πλήρης χάριτος καὶ ἀληθείας. 199 Bernard (1942), p. 24. 200 Bernard (1942), p. 25. 201 Beasley-Murray (1999), p. 135. 202 8:39 ἀπεκρίθησαν καὶ εἶπαν αὐτῷ· ὁ πατὴρ ἡμῶν Ἀβραάμ ἐστιν. λέγει αὐτοῖς ὁ Ἰησοῦς· εἰ τέκνα τοῦ Ἀβραάμ ⌜ἐστε, τὰ ἔργα τοῦ Ἀβραὰμ ἐποιεῖτε· 40 νῦν δὲ ζητεῖτέ με ἀποκτεῖναι ἄνθρωπον ὃς τὴν ἀλήθειαν ὑμῖν λελάληκα ἣν ἤκουσα παρὰ τοῦ θεοῦ· τοῦτο Ἀβραὰμ οὐκ ἐποίησεν. 203 Beasley-Murray (1999), p. 135-6.

52

Jezus’ gesprek met de ‘Joden’ in Johannes 8 een theologisch dualisme tussen de vader van waarheid en de vader van leugen.

Naast het feit dat Jezus en de Vader door middel van het woord ‘waarheid’ worden beschreven, noemt Johannes ook de Geest, de Geest der waarheid. Drie keer wordt de Geest de Geest der waarheid genoemd (14:17; 15:26; 16:7). De Geest der waarheid leidt ook de gelovigen in al de waarheid (16:7). De Geest der waarheid gaat ook van de Vader uit (15:26). Het is mogelijk om van een contrastuele pneumatologie te spreken. De Geest der waarheid staat dan tegenover de Geest van de leugen of dwaling.204