• No results found

4. Contrasten in het Johannesevangelie

4.1. Licht versus Duisternis

De volgende Griekse woorden in Johannes zijn van belang voor mijn onderzoek naar de tegenstelling licht versus duisternis: τὸ φῶς (16x, het licht), φωτίζω (1x, verlichten of vullen met licht).160 Het Griekse woord voor duisternis, σκοτία, komt

8 keer voor in het Johannesevangelie, waarvan 6 keer in directe tegenstelling tot φῶς. De genoemde woorden liggen aan de vertalingen in de tekst ten grondslag. De lezer vindt de Griekse tekst in de voetnoten terug.

4.1.1. Antropologisch dualisme

Dualisme in positie

Ook in het Johannesevangelie lezen wij over twee domeinen waarin de mensheid is verdeeld. De gelovigen verkeren in het licht en de ongelovigen blijven in de duisternis.

Ik ben als een licht in de wereld gekomen, opdat een ieder, die in Mij gelooft, niet in de duisternis blijve (12:46).161

Door het geloof in Jezus als de Christus kom je in het licht en word je een kind van het licht. Geloven in het Licht, πιστεύετε εἰς τὸ φῶς, betekent zoveel als het licht vertrouwen en leven zoals het Licht wenst.162 We vinden de uitdrukking,

πιστεύετε εἰς, 35 keer in het Johannesevangelie en het object van dit ‘geloven in’ is altijd God of Jezus. ‘Geloven in Jezus’ betekent voor Johannes Jezus belijden als de Christus en de Zoon van God.163

160 Voor een zeer uitgebreide bespreking van het woordveld ‘licht’, zie Conzelmann, ‘φῶς, etc.’,

vol. IX (1973), p. 302-349. Zie specifiek, p. 340-45.

161 Alle Griekse citaten uit het Nieuwe Testament zijn afkomstig uit de Neste-Aland teksteditie 27

van het Nieuwe Testament; Nestle (1993).

12:46: ἐγὼ φῶς εἰς τὸν κόσμον ἐλήλυθα, ἵνα πᾶς ὁ πιστεύων εἰς ἐμὲ ἐν τῇ σκοτίᾳ μὴ μείνῃ

162 Bernard (1942), vol. II, p. 445.

46

Gelooft in het licht zolang gij het licht hebt, opdat gij kinderen des lichts moogt zijn (12:36).164

Zonder geloof leven we in het domein van de duisternis. We zijn dan reeds veroordeeld omdat we niet geloven in de naam van de eniggeboren Zoon van God (3:18,19). De houding ten opzichte van Jezus bepaalt in het Johannesevangelie de positie van een mens.165

Dualisme in proces

In het Johannesevangelie speelt niet zozeer het zeggen in Jezus te geloven een grote rol als wel het leven conform deze belijdenis. Als het leven volgens de auteur niet conform de geclaimde positie is, dan deelt de betreffende niet in de positie van het licht. Niet een ieder die zegt in Jezus te geloven en in het licht te verkeren, verkeert werkelijk in het licht. Het proces maakt de positie van een mens duidelijk.166

Want een ieder, die kwaad bedrijft, haat het licht, en gaat niet tot het licht, opdat zijn werken niet aan de dag komen; maar wie de waarheid doet, gaat tot het licht, opdat van zijn werken blijke, dat zij in God verricht zijn (3:20,21).167

Wie het kwaad doet, kan zeggen in het licht te verkeren, maar dit is duidelijk niet het geval. Wie Jezus volgt zal namelijk in de duisternis niet wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben, zo lezen we in Johannes 8.168

Wederom dan sprak Jezus tot hen en zeide: Ik ben het licht der wereld; wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben (8:12).169

Jezus is de openbaring van God. Hij is het licht van de wereld. Jezus doet deze uitspraak op het Loofhuttenfeest.170 Zoals licht in de nacht de Joden verlicht, zo

schijnt God op Israël. Het schijnen van God op Israël brengt hoop op een toekomstige verlossing met zich mee.171 Jezus stelt dat hij het schijnen van God

164 12:36 ὡς τὸ φῶς ἔχετε, πιστεύετε εἰς τὸ φῶς, ἵνα υἱοὶ φωτὸς γένησθε. ταῦτα ἐλάλησεν Ἰησοῦς, καὶ ἀπελθὼν ἐκρύβη ἀπʼ αὐτῶν. 165 Murray-Beasley (1999), p. 215. 166 Murray-Beasley (1999), p. 51. 167 3:20,21 πᾶς γὰρ ὁ φαῦλα πράσσων μισεῖ τὸ φῶς καὶ οὐκ ἔρχεται πρὸς τὸ φῶς, ἵνα μὴ ἐλεγχθῇ τὰ ἔργα αὐτοῦ· ὁ δὲ ποιῶν τὴν ἀλήθειαν ἔρχεται πρὸς τὸ φῶς, ἵνα φανερωθῇ αὐτοῦ τὰ ἔργα ὅτι ἐν θεῷ ἐστιν εἰργασμένα. 168 Bogart (1973), p. 77. 169 8:12 Πάλιν οὖν αὐτοῖς ἐλάλησεν ὁ Ἰησοῦς λέγων· ἐγώ εἰμι τὸ φῶς τοῦ κόσμου· ὁ ἀκολουθῶν ἐμοὶ οὐ μὴ περιπατήσῃ ἐν τῇ σκοτίᾳ, ἀλλʼ ἕξει τὸ φῶς τῆς ζωῆς.

Voor een uitgebreide bespreking van deze tekst zie Schwankl (1995), p. 186-222.

170 Bernard (1942), vol. II, p. 291.

47

is. Conzelmann zegt: ‘Light is Yahweh in action’.172 Kortom, Jezus stelt dat hij de

openbaring van God is en dat hij de verlossing brengt. Het is daarom onmogelijk om te stellen in de verlossing van God te delen zonder in Jezus te geloven. Zoals Israël de wolkkolom en de vuurkolom, het licht van God, volgde in de woestijn, zo dienen de gelovigen te wandelen in het licht om in het koninkrijk van God te verkeren.173 Wandelen in de duisternis is daartegenover een leven in ongeloof en

ontkenning dat Jezus door de Vader in de wereld gezonden is.174

4.1.2. Christologisch dualisme

De beschrijving van de persoon en het werk van Jezus hangen in Johannes met elkaar samen. Johannes begint zijn evangelie met te stellen dat het Woord het Licht der mensen is (1:4,7).175 Dit Licht der mensen verlicht een ieder mens, die

in de wereld komt.

Het waarachtige licht, dat ieder mens verlicht, was komende in de wereld (1:9).176

Johannes de Doper was niet het Licht, maar getuigde van het Licht, van Jezus. Jezus is het waarachtige Licht (1:8,9; 8:12; 9:5; 12:36).177 Hij is niet een licht,

maar hij is het ware Licht.178 Hier en verderop in Johannes zien we dat Jezus zich

identificeert met het Licht (Joh. 12:46).179

Jezus verlicht ieder mens.180 Wie deze verlichting aanvaardt in geloof die is

verlost, wie Jezus verwerpt die is veroordeeld (zie Joh. 3:19-21).181 Verlichting

betekent hier niet het onthullen van een filosofische waarheid en evenmin wordt de onthulling van de Thora bedoeld, maar het ontvangen en aanvaarden van het evangelie.182 Lincoln (2005), p. 264-5. 172 Conzelmann (1973), p. 320. 173 Beasley-Murray (1999), p. 128. 174 Keener (2003), p. 740.

175 Voor een bespreking van de licht-metafoor in Joh. 1:1-18, zie Schwankl (1995), p. 80-113.

176 1:9 ῏Ην τὸ φῶς τὸ ἀληθινόν, ὃ φωτίζει πάντα ἄνθρωπον, ἐρχόμενον εἰς τὸν κόσμον.

177 Bernard (1942), vol. II, p. 292.

178 Conzelmann (1973), p. 342.

Michaels (2010), vertaalt Johannes 1 vers 9 anders. Hij leest het eerste gedeelte als een nominale zin : Het licht is waar, in plaats van het ‘ware licht’. Hij doet dit omdat het anders ingevulde subject, ὁ λόγος, ver bij vers 9 vandaan staat (p. 61).

Bij Qumran komt niet het idee van het ‘ware licht’ vandaan. Conzelmann (1964), p. 444.

179 Michaels (2010), p. 715.

180 Michaels (2010), p. 64.

181 Beasley-Murray (1999), p. 12.

48

Jezus is niet alleen het licht, omdat hij God vertegenwoordigt op aarde, maar ook omdat hij in zijn werken laat zien dat hij God vertegenwoordigt.

Wij moeten werken de werken desgenen, die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; er komt een nacht, waarin niemand werken kan. Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het licht der wereld (9:4,5).183

Jezus’ optreden in de genezing van de blindgeborene toont het licht. Dit bovenstaande citaat uit Johannes 9 is een herhaling van Johannes 8 vers 12, maar nu is het toegepast op het concrete wonder van de genezing van de blindgeborene. Met deze genezing toont Jezus dat hij het Licht van gehele mensheid is.184

Jezus is het Licht, hij verlicht en wie Hem volgt, leeft net als hij in het licht. Wie Jezus niet volgt, verkeert in de duisternis, is niet verlicht en kent het Licht niet. Zo zien we dat het contrast licht versus duisternis in het Johannesevangelie wordt gebruikt om de persoon en het werk van Jezus te tekenen.

4.1.3. Theologisch dualisme

In het Johannesevangelie worden licht en duisternis niet gebruikt om God te karakteriseren. Het contrast wordt alleen gebruikt om het antropologisch dualisme en de christologie te beschrijven.