• No results found

De vriendinnen van Livia

Door haar connectie met Keizer Augustus kon Livia genieten van een uitzonderlijke positie en die relatie zorgde ervoor dat er in het geval van Livia eigenlijk geen sprake kon zijn van symmetrische vriendschappen. Toch kon ook Livia als femina princeps naar mijn mening spreken van persoonlijke vriendschappen binnen haar sociale netwerken, ondanks dat de keizerin, los van andere leden van de keizerlijke familie, geen gelijke had in status. De reden waarom in het geval van Livia sprake is van een persoonlijke (enigszins) symmetrische vriendschappen is omdat er naar mijn mening sprake is van genegenheid voor de ander. Tijdens de Keizertijd waren er verschillende manieren waarop mensen elkaar konden helpen. Uit de onderstaande case studies zal duidelijk worden dat sommige relaties zowel kenmerken van patronage als kenmerken van persoonlijke vriendschap kunnen vertonen, waardoor het

220 Afkomstig uit een ongepubliceerd hoofdstuk van Hemelrijk, Hidden Lives, Public Personae, 3. 221

moeilijk is om onderscheid te maken. Echter, in de onderstaande gevallen is er naar mijn mening sprake van persoonlijke vriendschap en kan het onderscheid toch gemaakt worden.

Livia en Salomé

In de inleiding heb ik laten zien dat bij persoonlijke vriendschappen de één de ander om raad zou kunnen vragen. Dit kwam bijvoorbeeld naar voren bij de vriendschap tussen Cicero en Atticus. Zoals mannen elkaar om advies vroegen over verschillende kwesties, deden vrouwen in Rome dit ook. Zo laat de vriendschap tussen Livia en Salomé goed zien dat vriendschap niet alleen grensgebonden was en mogelijk was tussen vrouwen van verschillende machthebbers. De vriendschap tussen beide vrouwen blijkt uit het feit dat Salomé Livia tot haar erfgenaam maakte voor een groot gedeelte van haar gebieden.222

Livia was bevriend met Salomé (± 57 v. Chr. – 10 n. Chr.), de zus van de joodse koning Herodes I de Grote.223 Salomé was verliefd geworden op een Nabateïsche man genaamd Syllaios. Helaas was laatstgenoemde niet van plan zich te bekeren tot het Joodse geloof, waardoor het huwelijk niet de zegen van Herodes kreeg.224 Als dierbare vriendin voorzag Livia Salomé van strategisch advies door voor te stellen niet met de Nabateïsche man te trouwen, maar de wens van haar broer te volgen door met een diens goede vriend Alexas te trouwen. Hierdoor zou onrust binnen de familie voorkomen kunnen worden. Salomé volgde Livia’s advies op en liet na haar dood een groot deel van haar erfenis na aan de vrouw van de Romeinse keizer.225

222 Joseph. AJ. 18.158, BJ. 2.9.1, Plin. HN. 13.4.44 en D.W. Roller, The Building Program of Herod the Great

(Los Angeles 1998) 29-31.

223

"Salome." Brill’s New Pauly. Antiquity volumes edited by: Hubert Cancik and , Helmuth Schneider. Brill Online, 2013. Reference. Universiteit Amsterdam. 03 December 2013

http://referenceworks.brillonline.com/entries/brill-s-new-pauly/salome-e1028520. Zoals Tacitus Livia beschreef als een vrouw die er niet voor terugdeinsde om over lijken te gaan om macht te vergaren gold dit ook voor Salomé. Zo zette zij haar eigen broer op tegen diens echtgenote Mariamne zodat hij zowel haar kinderen, als haar broer, haar grootvader en haar moeder liet executeren. In Barrett, Livia, 197.

224 Josephus over het gearrangeerde huwelijk tussen Salomé en Alexas door Herodes: ‘For, although she was

Herod´s sister and had recourse to the intercession of the Empress Livia to pleas with hum for permission to marry the Arab Syllacus. Herod swore that he would regard her as his bitterest enemy if she did not renounce this passion; and, in the end, he married her, against her will, to one of his friends, named Alexas, and one of her daughters to the son of Alexas, the other to Antipater's maternal uncle.’ In Joseph. BJ 1.566. De Loeb editie

vermeldt dat er wordt gesteld dat Livia niet de kant van Salomé, maar Herodes koos. In Joseph. BJ. Books I-III (vertaling van H. St. J. Thackeray) 269.

225 Barrett, Livia, 197. ´[…], for when Salome died, she bequeathed to Julia, the wife of Augustus, both her

toparchy, and Jamriga, as also her plantation of palm trees that were in Phasaelis.’ In Joseph. BJ 2.167. Een

toparchie is een kleine staat en Phasaelis was een stad gesticht door Herodes dat Salomé na de dood van Herodes geërfd had.

Livia en Plancina

Als echtgenote van de eerste keizer van Rome had Livia indirect veel macht en dit blijkt uit het feit dat zij enkele vriendinnen heeft kunnen helpen uit penibele situaties zoals geen andere Romeinse vrouw dat had kunnen doen. De vriendschap tussen de vrouw van de keizer en Munatia Plancina is hier een goed voorbeeld van. Na Germanicus’ (15 v.Chr.-19 na Chr.) grote successen in Germania werd hij door keizer Tiberius verzocht om in Syria orde te brengen, waarschijnlijk vanwege zijn grote populariteit die de positie en opvolging van de keizer in gevaar bracht.226 In de wandelgangen ging dan ook het verhaal rond dat dit orders waren van Tiberius en Livia. Germanicus werd in het oosten vergezeld door Gnaeus Calpurnius Piso, een Romeinse senator en gouverneur van Syria en zijn vrouw Munatia Plancina.227 De vriendschapsrelatie tussen Livia en Plancina vertoonde op dit moment reeds patronagekenmerken, gezien de aanstelling van Plancina’s echtgenoot als gevolg van de vriendschap tussen beide vrouwen. Zowel Piso als Plancina deden in Syria hun best om Germanicus en zijn echtgenote Agrippina op verschillende manieren te irriteren en hun macht te ondermijnen.228

De onvrede tussen beide koppels eindigde in het jaar 19 waarin Germanicus ziek werd

en Piso en Plancina ervan beschuldigde hem te vergiftigen.229 Germanicus stierf, met als laatste wens gerechtigheid in de zaak tussen hem en Piso. De rouwende Agrippina werd in Rome, waar tevens het volk treurde om de dood van Germanicus, met veel respect ontvangen, maar zowel Livia als Tiberius schitterden door afwezigheid bij de plechtigheden.230 Bij de terugkeer van Piso in Rome in 20 n. Chr. werd hij samen met zijn vrouw beschuldigd van moord, afpersing en verraad.231 Zoals een goede echtgenote betaamt gaf Plancina aan dat zij

226 Tac. Ann. 1.7 en 2.5.

227 Voor meer over de beweegredenen van Tiberius inzake de aanstelling van Piso zie T.T. Rapke, ´Tiberius,

Piso and Germanicus´ in AC (1982) 61-69.

228

Tac. Ann. 2.55

229 Piso decree 28 en Tac. Ann. 3.13-4. Aangezien niet aangetoond kon worden dat Piso daadwerkelijk

Germanicus vergiftigd had, werd hij voor die aanklacht vrijgesproken. Barrett, Livia, 84.

230 Tacitus beschrijft waarom Tiberius en Livia niet aanwezig waren bij de begrafenis van Germanicus en laat

duidelijk zien dat hij van mening is dat Tiberius en Livia ‘het brein’ achter de dood van Germanicus waren:

‘Tiberius and Augusta refrained from showing themselves, thinking it below their dignity to shed tears in public, or else fearing that, if all eyes scrutinised their faces, their hypocrisy would be revealed. I do not find in any historian or in the daily register that Antonia, Germanicus's mother, rendered any conspicuous honour to the deceased, though besides Agrippina, Drusus, and Claudius, all his other kinsfolk are mentioned by name. She may either have been hindered by illness, or with a spirit overpowered by grief she may not have had the heart to endure the sight of so great an affliction. But I can more easily believe that Tiberius and Augusta, who did not leave the palace, kept her within, that their sorrow might seem equal to hers, and that the grandmother and uncle might be thought to follow the mother's example in staying at home.’ In Tac. Ann. 3.3 en Barrett, Livia, 85.

231 Piso werd niet schuldig bevonden aan de dood van Germanicus, maar werd desondanks veroordeeld. ‘On all

points but one the defence broke down. That he had tampered with the soldiers, that his province had been at the mercy of the vilest of them, that he had even insulted his chief, he could not deny. It was only the charge of poisoning from which he seemed to have cleared himself. This indeed the prosecutors did not adequately sustain

het lot van Piso zou delen. Echter, toen bleek dat de goden hem niet gunstig gezind waren bij zijn proces, scheidde zij haar verdediging van die van Piso. Om haar toekomst te verzekeren zocht haar toevlucht bij Livia.232 De vijandigheid van de Senaat tegenover Piso was inmiddels duidelijk en zeer waarschijnlijk zag Piso geen andere uitweg dan zelfmoord. Rond 8 december 20 n. Chr. werd Piso met een doorgesneden keel in zijn huis gevonden.233 Plancina verzekerde zichzelf van een beter lot, aangezien haar vriendin Livia ervoor pleitte dat Plancina gespaard werd.234 Het was duidelijk dat door tussenkomst van de keizerin Plancina’s leven gespaard werd, aangezien Tacitus hier melding van maakt: […],Plancina's life being

spared in consideration of Augusta’s intercession’.235

Naast een vermelding in een literaire bron laat ook het decreet dat werd uitgevaardigd door de senaat zien dat Livia’s wens verhoord werd. Er wordt melding gemaakt dat zij van grote waarde was voor het Romeinse Rijk. Niet alleen was zij de moeder van de keizer, maar daarnaast konden mensen van alle standen gunsten van haar verwachten.236

‘[...], the senate believes that to Julia Aug., who had served the commonwealth superlatively not only in giving birth to our Princeps but also through her many great favours towards men of every rank, and who rightly and deservedly could have supreme influence in what she asked from the senate, but who used that influence sparingly, and to the supreme piety of our Princeps towards his mother, support and indulgence should be accorded and has decided that the punishment of Plancina should be waived.´237

by merely alleging that at a banquet given by Germanicus, his food had been tainted with poison by the hands of Piso who sat next above him. It seemed absurd to suppose that he would have dared such an attempt among strange servants, in the sight of so many bystanders, and under Germanicus's own eyes. And, besides, the defendant offered his slaves to the torture, and insisted on its application to the attendants on that occasion. But the judges for different reasons were merciless, the emperor, because war had been made on a province, the Senate because they could not be sufficiently convinced that there had been no treachery about the death of Germanicus.’ In Tac. Ann. 3.14.

232

Tac. Ann. 3.15.

233 ´He was conveyed back to his house, where, seemingly by way of preparing his defence for the next day, he

wrote a few words, sealed the paper and handed it to a freedman. Then he bestowed the usual attention on his person; after a while, late at night, his wife having left his chamber, he ordered the doors to be closed, and at daybreak was found with his throat cut and a sword lying on the ground.´ In Tac. Ann. 3.15

234 Tac. Ann. 3.17. 235 Ibid. 3.17 236

Piso decree 109-119. Het feit dat Livia ervoor kon zorgen dat Plancina werd vrijgesproken zegt veel over haar positie en haar invloed op de senaat. ‘The decree gives the most striking confirmation of the powerful

position occupied by Livia, as described by Purcell in PCPS 32 (I986), 78-105. Not only is it clear from 11. 113- 15 that Tacitus was right to attribute the acquittal of Plancina to Livia and to indicate that her influence in this matter was openly acknowledged by the emperor and others (Ann. 3.I5; 17), but the senate itself acknowledges that her power in the state generally was based on the beneficia (presumably both of money and influence) which she conferred on people of all strata of society and that this gave her a deserved claim on favours from the senate (11. I 5-I8).’ In M. Griffin, ´The Senate´s Story´, JRS 87 (1997) pp. 249-263, 256.

237 Piso decree 110-124. Vertaling van het ´senatus consultum de Cn. Pisone patre´ In Griffin, The Senate´s

Livia´s rol als patrones zorgde ervoor dat zij een zekere vorm van macht kreeg, waarmee zij haar vriendinnen kon helpen. Het laat zien dat de keizerin indirect grote invloed uit kon oefenen en zij in tijden van ‘nood’ een beroep kon doen op haar sociale netwerk (in dit geval haar connecties binnen de senaat). Plancina werd vrijgesproken omdat Livia haar leven redde, maar de reputatie van de keizerin liep daarbij lichte schade op, aangezien het volk zeker niet aan de kant van Plancina stond.238

Livia en Urgulania

Naast Plancina was ook Plautia Urgulania bevriend met de vrouw van de eerste keizer van Rome. Als lid van een vooraanstaande senatoriale familie maakte zij deel uit van de elite in

Rome. Urgulania kreeg een geschil met Lucius Calpurnius Piso omdat zij hemgeld schuldig

was. Op het moment dat zij gevraagd werd om zich te verantwoorden tegenover het hof deed zij een beroep op haar vriendschap met Livia.239 De vrouw van de keizer betaalde de schuld van Urgulania en zo ondervond ook zij de voordelen van een vriendschap met de femina

princeps, namelijk dat haar vriendschap met de keizerin haar onaantastbaar maakte voor de

wet.

´Soon afterwards this same Piso gave an equal proof of a fearless sense of wrong by suing Urgulania, whom Augusta's friendship had raised above the law. Neither did Urgulania obey the summons, for in defiance of Piso she went in her litter to the emperor's house; nor did Piso give way, though Augusta complained that she was insulted and her majesty slighted.’240

Zoals bovenstaande passage uit Tacitus laat zien was het voor de keizerin mogelijk om haar vriendinnen onaantastbaar te maken voor de wet en op die manier werd voor Urgulania duidelijk wat de voordelen waren van vriendschap met een keizerin.

De vriendschap tussen Livia en Salomé laat duidelijk kenmerken zien van een persoonlijke vriendschap, aangezien Livia hier geen rekening houdt met de gevoelens van Salomé, maar oprecht is bij het geven van advies. Dit is ook wat Seneca van belang acht

238 Tac. Ann. 3.17. Voor een uitgebreider verslag over de gang van zaken omtrent Germanicus verblijf en dood in

Syria zie Barrett, Livia, 90. Het werd Livia niet in dank afgenomen dat zij de kant koos van de ‘moordenaar’ van haar kleinzoon (‘Livia’s conduct, Tacitus claims, was the object of savage but secret criticism, because she had

consorted with the murderess of her grandson and had then rescued her from the Senate. […] That said, given the mood of the time, Livia’s reputation must have suffered, at least in short term, through her support of Plancina.’ In Barrett, Livia, 90.). In het proces waar Tiberius moest spreken, werd de zoon van Piso

vrijgesproken, maar sprak hij met zeer negatieve toon over Plancina. Het was uiteraard voor Tiberius niet duidelijk in hoeverre Plancina schuldig was. In D. C. A Shotter, ´Tacitus, Tiberius and Germanicus´, Hist. Bd. 17, H. 2 (Apr., 1968), pp. 194-214, 213). De tussenkomst van Livia zorgde ervoor dat Plancina werd

vrijgesproken. In Tac. Ann. 3.17.

239 Tac. Ann. 2.34 240

binnen een vriendschapsrelatie.241 Livia zet de gevoelens van Salomé opzij en kijkt naar het groter geheel, in dit geval het behoud van rust in het Romeinse Rijk.242

In hoeverre is er bij de vriendschap tussen de keizerin en Plancina en Urgulania sprake van een persoonlijke vriendschap en waarom zou de vriendschap niet gekarakteriseerd kunnen worden als asymmetrische vriendschap? Naar mijn mening zijn deze twee relaties vergelijkbaar met de vriendschap tussen Cicero en Atticus. Zoals eerder vermeld was de scheidslijn tussen persoonlijke vriendschappen en patronagerelaties niet altijd duidelijk te trekken en de vriendschappen tussen Livia met Plancina en Urgulania laten dit zien. In beide gevallen is niet enkel sprake van persoonlijke vriendschap, maar zeker ook niet alleen van een patronagerelatie. De één wordt hier geholpen door de ander vanwege de invloed die de andere persoon kan uitoefenen. Dit is een verschijnsel dat voorkomt bij patronage. Er is sprake van wederkerigheid, maar deze bestaat uit uitwisseling van ongelijke diensten. Livia krijgt in ruil voor haar hulp gratia terug. Daarnaast kan ervan uit worden gegaan dat het hier om persoonlijke relaties voor langere tijd gaat, gezien de moeite die Livia voor deze vrouwen doet. Tevens is sprake van vriendschap tussen vrouwen van enigszins gelijke status (dat wil zeggen, de vrouwen maken deel uit van de elite. Er kan met zekerheid gesteld worden dat Livia onder de vrouwen eenzaam aan de top stond met betrekking tot haar status in de Romeinse samenleving) en dat is precies wat een symmetrische vriendschap karakteriseert. Bovendien bestond er een mogelijkheid dat vriendschap status oversteeg.243 De ´altruistic

generosity that transcended differences of status´ is van belang voor de case studies die

hierboven behandeld zijn. Het is juist de onbaatzuchtigheid van een persoon die de relatie als vriendschap zou kunnen karakteriseren. Zoals Seneca al nadrukkelijk aangaf is het mogelijk vrienden binnen een symmetrische vriendschap op verschillende manier te helpen en dit is wat zowel Livia als Atticus doet. Zoals Verboven al stelde: […], it is possible to distinguish

different categories of reciprocal services that friends expected from each other.244 Waar de

familie niet kon helpen in een penibele situatie en een vriend dit wel kon, was het de taak als vriend om dienovereenkomstig te handelen.

241 Sen. Ben. 6.33.1f., Ira 3.13.3-4; Ep. ad Luc. 25.1; 112.1f. 242

Naast dat Livia Salomé voorzag van advies, was dit advies uiteraard ook in Livia’s voordeel.

243 ‘For Horace, then, as for Juvenal and, indeed, for writers on friendship generally in the Greek and Roman

tradition, to be a friend meant to engage in an elective and mutual relationship based on altruistic generosity that transcended differences of status. Where earlier conceptions of friendship, during the period of the Athenian democracy, emphasized the social equality of the partners, later thinkers put the stress on integrity and

frankness, which was incumbent upon friends without regard for rank and station. Such a relationship was compatible with the hierarchical structure of clientship, provided that the partners took care to preserve the honesty and mutuality that friendship entails. But the idea of friend was never reduced to that of patron or client.’ In D. Konstan, ‘Patrons and Friends’, CPhil 90 (1995) pp. 328-42, 340,1.

244

Een andere reden waarom naar mijn mening de vriendschap tussen Livia en Plancina een persoonlijke vriendschap is, is omdat Livia´s reputatie geschaad werd door haar tussenkomst in het proces van Plancina. Livia’s tussenkomst laat zien hoe ver zij, gedreven door haar vriendschap met Plancina, wilde gaan. Uit Cicero’s ‘De Amicitia’ kan opgemaakt worden dat binnen een amicitiarelatie het belangrijk is dat men geen onbehoorlijk beroep zou doen op de vriendschap.245 Het was evident aan wiens kant het volk stond en op het moment dat de ´femina princeps´ de andere kant koos, liep zij hier mijns inziens een risico. Toch nam Livia dit risico en laat daardoor zien dat er sprake is van een persoonlijke vriendschap. Zoals reeds vermeld in de inleiding was de grens tussen persoonlijke vriendschap en patronage soms onduidelijk, maar in dit geval is het evident dat de ene vriend soms optrad als patroon van de ander vanwege de benarde situatie waar de ander zich in bevond. Voor Urgulania en Plancina was het behulpzaam dat zij vriendinnen waren met de keizerin. Zo