• No results found

Ondanks dat de Vindolanda tabletten niet afkomstig zijn uit Rome, zijn ze wel een goede indicatie voor het bestaan van een sociaal netwerk onder vrouwen in de militaire gemeenschappen in het Latijn sprekende westen van het rijk. 120 Sinds 1973 zijn er meer dan duizend tabletten opgegraven in Vindolanda (afbeelding 1), dat een Romeins fort en burgernederzetting was nabij de Muur van Hadrianus. De tabletten zijn houten plankjes van enkele millimeters dik en beschreven met inkt die

onder andere gebruikt werden voor privé

briefwisselingen.121

Voor het bestaan van een sociaal netwerk

onder vrouwen in militaire gemeenschappen worden voor dit onderzoek de Vindolanda tabletten gebruikt die onder andere bekend staan als het bewijs van schrijfwerk door vrouwen in de Romeinse Oudheid.122 Tevens kan aan de hand van de Vindolanda tabletten geconcludeerd worden dat er sprake is van een kring vrouwen die vergelijkbaar, doch anders en kleiner in aantal was met de mannengemeenschap in deze militaire gemeenschap.123 Het gaat hier om brieven van en aan Claudia Severa. Zij was de vrouw van Aelius Brocchus, een officier, en vriendin van Sulpicia Lepidina. De correspondentie tussen beide vrouwen dateert ongeveer van 100 n. Chr. Vindolanda tablet 291 (dat tevens besproken wordt in het hoofdstuk over symmetrische vriendschappen) is een brief van Claudia Severa aan Sulpicia Lepidina waarin zij wordt uitgenodigd voor haar verjaardag.124 De affectie die Severa voor Lepidina voelt wordt duidelijk uit het taalgebruik dat gebezigd wordt. Lepidina wordt aangesproken met soror hetgeen een symmetrische relatie impliceert. Dat er hier sprake is van een sociaal

120

Voor de afbeelding, tekst en vertaling van Vindolanda tabletten 291, 292 en 294 zie Bijlage I.

121 Galsterer, Hartmut (Bonn). "Vindolanda Writing Tablets." Brill’s New Pauly. Antiquity volumes edited by:

Hubert Cancik and , Helmuth Schneider. Brill Online, 2013. Reference. Universiteit Amsterdam. 25 November 2013 <http://referenceworks.brillonline.com/entries/brill-s-new-pauly/vindolanda-writing-tablets-e12205060> Voor drie voorbeelden met tekst en vertaling van Vindolanda tabletten nummer 291, 292 en 294 zie Bijlage I.

122 "Women authors." Brill’s New Pauly. Antiquity volumes edited by: Hubert Cancik and Helmuth Schneider.

Brill Online, 2013. Reference. Universiteit Amsterdam. 26 November 2013

<http://referenceworks.brillonline.com/entries/brill-s-new-pauly/women-authors-e707470>

123

E.M. Greene, 'Female networks in military communities in the Roman west: A view from the Vindolanda Tablets', in Hemelrijk, E. en Woolf, G., Women and the Roman City in the Latin West (Leiden 2013) 369-390, 371 en 376.

124 Tab. Vindol. 291. A.K. Bowman, en J.D. Thomas, The Vindolanda Writing-Tablets: Tabulae Vindolandenses

Volume III (Londen 1994) 256-265.

Afbeelding 1. Hadrian’s Wall en Vindolanda, huidig Chesterholm.

netwerk onder vrouwen in militaire gemeentes is duidelijk omdat vrouwen uit verschillende gemeentes elkaar uitnodigen voor verjaardagen. Severa en Lepidina laten zien dat zij strong

ties zijn van elkaar. De vrouwen kenden elkaar niet alleen, het was tevens gebruikelijk om

elkaar te bezoeken tijdens een verjaardag. Vindolanda tablet 292 laat zien dat de vrouwen regelmatig contact met elkaar hadden via brieven en, zoals in de inleiding duidelijk geworden is, was dit één van de verplichtingen die persoonlijke vriendschap met zich meebracht.125 In dit tablet schrijft Severa dat zij haar echtgenoot om toestemming heeft gevraagd voor een bezoek aan Lepidina. Het tablet laat tevens persoonlijk en intiem taalgebruik zien.126 In de inleiding is de vraag gesteld wat de ´terms of endearment´ zeggen over de aard van een relatie. Zowel soror, als karissima (geliefde), anima (beste ziel) en desideratissima (de meest geliefde) zijn bewijs dat er sprake was van genegenheid en een symmetrische vriendschap.127 Uit beide tabletten kan geconcludeerd worden dat binnen sociale netwerken relaties met vrouwen van gelijke status mogelijk was. Dat er sprake is van een persoonlijke vriendschap wordt duidelijk uit het taalgebruik, maar ook de gelegenheid waar de vrouwen voor samenkomen.

Tablet 294 is zeer interessant omdat dit een correspondentie tussen twee vrouwen van

ongelijke status betreft, hetgeen met name duidelijk wordt door het gebruik van het woord

domina in de brief. De intieme toon zoals wij deze zagen bij tabletten 291 en 292 is hier

duidelijk niet aanwezig en de terms of endearment ontbreken dan ook. Qua taalgebruik is er een duidelijk verschil en de brief van Paterna aan Lepidina laat naar mijn mening niet de affectie zien zoals bij Lepidina en Severa. E.M. Greene verwerpt het idee dat Paterna een slaaf binnen het huishouden van Lepidina was, ondanks haar lagere status. In dat geval zou naar haar mening het bericht onnodig zijn. Het is bijzonder dat deze brief dus niet afkomstig is van iemand die deel uitmaakt van de elite, ondanks dat degene die de brief ontvangt dat wel is. Dit betekent dat er binnen een sociaal netwerk van Lepidina en Paterna sprake was van asymmetrische contacten en Paterna. Niet alleen blijkt uit dit tablet dat er sprake is van een sociaal netwerk, maar ook dat binnen het sociale netwerk vrouwen niet van gelijke afkomst

125

Tab. Vindol. 292 Vertaling uit Bowman, en Thomas, The Vindolanda Writing-Tablets, 259-62.

http://vindolanda.csad.ox.ac.uk/4DLink2/4DACTION/WebRequestTablet?thisLeafNum=1&searchTerm=118- 573&searchType=number&searchField=TVII&thisListPosition=175&displayImage=1&displayLatin=1&display English=1. Geraadpleegd op 26-11-2013. 126 http://vindolanda.csad.ox.ac.uk/4DLink2/4DACTION/WebRequestTablet?thisLeafNum=1&searchTerm=118- 573&searchType=number&searchField=TVII&thisListPosition=175&displayImage=1&displayLatin=1&display English=1. Geraadpleegd op 26-11-2013.

127 Soror als term van liefkozing: Greene, 'Female networks in military communities in the Roman west´, 6.

hoefden te zijn. De theorie van Granovetter is in dit geval houdbaar, aangezien er sprake is van hulp. In hoeverre deze hulp wederkerig was, is helaas niet bekend. Er kan met zekerheid worden gesteld dat vrouwen in het dagelijks leven gebruik maakten van hun ties, aangezien zij hen konden voorzien van goederen waar zij zelf niet over beschikten. Dit bevestigt de theorie van Granovetter, omdat deze stelt dat weak ties je kunnen voorzien van nieuwe mogelijkheden en kansen die men niet kan verkrijgen met behulp van strong ties. In het geval van de Vindolanda tabletten laat Paterna duidelijk zien wat de ‘strength of a weak tie’ is. Ondanks dat deze tabletten afkomstig zijn uit Vindolanda en buiten het onderzoeksgebied vallen, kunnen we met enige zekerheid stellen dat het mogelijk was dat vrouwen in het Romeinse Rijk met gelijke en ongelijke status contact hadden met elkaar, elkander konden bezoeken en voorzien van goederen. Echter, deze drie voorbeelden zijn te mager om vast te kunnen stellen dat dit ook gold voor vrouwen in Rome.