• No results found

Vraag naar rechtsbijstandverzekeringen

In document Rechtspleging Civiel en Bestuur 2008 (pagina 78-82)

Staat 2.2 In- en uitstroom beroepsopleiding, 2000-2008 (aantallen)

3.2 Gesubsidieerde rechtsbijstand

3.3.3 Vraag naar rechtsbijstandverzekeringen

Het aantal rechtsbijstandverzekeringen voor gezinnen is de afgelopen jaren gestegen van 1,7 miljoen in 2004 naar 2,2 miljoen in 2008. Het aantal verzekeringen op het terrein van motorrijtuigen en verkeer is tussen 2007 en 2008 iets afgenomen: in 2008 zijn er in totaal 1,4 miljoen. In 2008 hebben 192.000 bedrijven een rechtsbijstandverzekering. Dat is meer dan in de voorafgaande jaren (zie figuur 3.13).

De polissen worden ook regelmatig gebruikt: op iedere honderd ‘gezins-polissen’ komen jaarlijks 12 tot 13 verzoeken om rechtshulp binnen, terwijl dat voor bedrijven op 29 verzoeken per 100 polissen ligt (zie bijlage 3 tabel 3.12).

Figuur 3.13 Aantal rechtsbijstandpolissen naar type 0 250 500 750 1.000 1.250 1.500 1.750 2.000 2.250 2.500 2004 2005 2006 2007 2008* x 1.000

Gezin Motorrijtuigen en verkeer Bedrijven

* Voorlopige cijfers.

Voor corresponderende cijfers zie tabel 3.14 in bijlage 3. Bron: Verzekerd van cijfers 2009

Uit onderzoek van het Centrum voor verzekeringsstatistiek (2008) komt naar voren dat verandering in de persoonlijke levenssituatie – de gezinssituatie of de aankoop van een huis – de meest genoemde aanlei-ding is om een rechtsbijstandverzekering af te sluiten. Het bieden van zekerheid op goede en goedkope juridische hulp, is de belangrijkste reden. Eenmaal in het bezit van een polis zegt 90% van de verzekerden het (zeer) waarschijnlijk te vinden de verzekering te verlengen. Ook raadt een meer-derheid een rechtsbijstandverzekering aan bij familie of vrienden. Eén op de drie mensen zónder rechtsbijstandverzekering heeft een dergelijk product niet in huis omdat men de premie te hoog vindt (zie Centrum voor verzekeringsstatistiek, 2008).

De juridische geschilbeslechting door een rechtsbijstandverzekeraar – of het geschil nu wordt geschikt dan wel aan de rechter wordt voor-gelegd – wordt door een meerderheid van de polishouders positief gewaardeerd. Consumenten schatten de deskundigheid van juristen van rechtsbijstandverzekeraars even hoog in als die van andere juridische dienstverleners en noemen vooral de lagere kosten als onderscheidend

kenmerk. Consumenten zijn ook tevreden over de door een verzekeraar geschetste verwachting van de tijdsduur en de uitkomst van een claim. In 28% van de claims leidde een geschil bij een rechtsbijstandverzeke-raar tot een schikking. Bij 40% van de kwesties was begeleiding van een rechts bijstandverzekeraar bij de gang naar de rechter nodig. In 14% van de claims was de zaak nog lopend en in de overige 17% zaken is het geschil op een andere wijze geëindigd. In de meeste van die gevallen zijn consumen-ten er zelf uitgekomen of nam de rechtsbijstandverzekeraar het verzoek niet in behandeling omdat het claimbedrag te laag was (zie Centrum voor verzekeringsstatistiek, 2008).

3.4 Resumé

Over de periode 2004-2008 heeft 61% van de burgers met een of meer serieuze problemen te maken gehad. Dat is minder dan de vijf jaar daar-voor; toen had 67% van de burgers met serieuze problemen te maken. Het meest ervaren burgers problemen met de aanschaf van producten en diensten en problemen op het werk. Een verklaring voor de afname van het aantal ervaren problemen kan de gunstige economische conjunc-tuur in de periode 2004-2008 zijn. Arbeidsproblemen en problemen rond sociale voorzieningen zijn bijvoorbeeld afgenomen. Dit is ook te zien aan het dalende aantal afgegeven toevoegingen op deze terreinen.

Gezien het begin van de economische crisis eind 2008 is te verwachten dat vanaf 2009 het aantal problemen weer zal stijgen.

Bij de aanpak van problemen is er meer gebruikgemaakt van rechtshulp-verlenende instanties. Vooral het beroep dat wordt gedaan op een rechts-bijstandverzekering is gestegen. Dit hangt samen met het feit dat steeds meer mensen een rechtsbijstandverzekering afsluiten.

Het toegenomen beroep op rechtshulpverlenende instanties zien we ook terugkomen in het gestegen gebruik van het Juridisch Loket en toegevoegde advocaten. Een van de verklaringen voor het gestegen rechtshulpgebruik zou het ruimere aanbod van rechtshulpverlenende instanties kunnen zijn. Ook kan de beschikbaarheid van voorzieningen via internet het gebruik hebben bevorderd.

Wanneer partijen een verschil van mening hebben over feiten en omstan-digheden, of over rechten en plichten, is er sprake van een geschil. De meest formele manier om een geschil op te lossen is via een rechtszaak. Dit is echter niet altijd de meest geëigende oplossing. Een gerechtelijke procedure is soms te kostbaar, te ingewikkeld, of te formeel. In Nederland bestaat naast de rechtspraak een breed en gevarieerd scala van voor-zieningen voor geschilbeslechting met een meer of minder formeel karakter. Voorbeelden zijn de bezwaarprocedure in het bestuursrecht, (bindend)adviescommissies, arbitrage en mediation. Deze voorzie ningen worden in dit hoofdstuk aangeduid als ‘buitengerechtelijke geschil-procedures’: procedures waarin personen of instanties met advies- of beslissingsbevoegdheid of met een faciliterende rol in een geschil, al dan niet vrijwillig door de rechtzoekende worden ingeschakeld, voorafgaand aan of in plaats van een beroep op de rechter.2

Buitengerechtelijke geschilprocedures kunnen ertoe bijdragen dat geschillen op een laagdrempelige manier worden beslecht en geen onnodig beroep op de rechter wordt gedaan. Dit past ook in het streven naar een meer slagvaardige rechtspraak, waarbij de optimale benut-ting van de rechterlijke capaciteit centraal staat (Kamerstukken II 29 279, nr. 10).

Dit hoofdstuk biedt een globale beschrijving van het landelijke spectrum van buitengerechtelijke geschilbeslechtingsprocedures. We onderscheiden zes categorieën: de bezwaarprocedure in het bestuursrecht, bindend-adviesprocedures, klachtprocedures, arbitrageprocedures, mediation-procedures en ten slotte mediation-procedures op grond van specifieke wet- of regelgeving of statuten (bijvoorbeeld Commissie Gelijke Behandeling (CGB), Reclame Code Commissie (RCC)). We beperken ons daarbij tot de grote – nationale – buitengerechtelijke geschilbeslechtingsprocedures (bijvoorbeeld de Belastingdienst, de Huurcommissie, de Nationale ombudsman, het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI) en het Nederlands Mediation Instituut (NMI)). Lokale geschilprocedures (bijvoorbeeld lokale ombudsman) of klachtenprocedures van individuele bedrijven laten we buiten beschouwing. In de overzichtsstaat in deze paragraaf staan alle geschilprocedures die in dit hoofdstuk worden behandeld, gerangschikt naar type procedure en de behandelende instantie. Er

1 Met medewerking van dhr. A. Klapwijk (WODC) en dhr. M. Guiaux (WODC). 2 In de Geschilbeslechtingsdelta (Van Velthoven & Klein Haarhuis, 2010) verwijst de term ‘officiële proce-dure’ naar zowel gerechtelijke als buitengerechtelijke procedures waarin een derde wordt ingeschakeld die beslissingsbevoegdheid heeft of krijgt in het geschil. Voor het doel van dit hoofdstuk beperken we ons expliciet tot buitengerechtelijke procedures en rekenen daartoe bovendien ook procedures met een faciliterende rol, zoals een mediator of ombudsman. Net als in de Geschilbeslechtingsdelta rekenen we de afhandeling van bezwaarschriften ook tot buitengerechtelijke procedures. In juridische zin is bij een bezwaarschriftprocedure eigenlijk geen sprake van een beslissing door een derde, omdat het aangesproken overheidsorgaan zelf de zaak opnieuw bekijkt. In de beleving van de burger zal veelal wel sprake zijn van eenbeslissing door een derde, omdat de zaak wordt heroverwogen op een ander niveau en door een ander orgaan in de organisatie.

bestaan aanzienlijke verschillen in het aantal zaken dat jaarlijks door de opgenomen instanties wordt behandeld.3 De verschillende categorieën van afdoeningen tellen voor de meeste procedures niet (precies) op tot de totale instroom. Dit heeft te maken met de timing en duur van de afhandeling. Zo kunnen zaken die bijvoorbeeld in 2008 zijn afgehandeld, al vóór 2008 zijn ingestroomd. Daar waar de afdoeningen de instroom overstijgen, is dat doorgaans omdat men afdoeningsachterstanden (deels) heeft ingelopen.

Staat 4.1 Kerncijfers buitengerechtelijke geschilprocedures, afgedane

In document Rechtspleging Civiel en Bestuur 2008 (pagina 78-82)