• No results found

Het vormeloze van Georges Bataille

In document Tussen aantrekkingskracht en afkeer (pagina 31-35)

In deze paragraaf wordt Bataille’s ‘informe’ behandeld. In de inleiding is vermeld dat

Georges Bataille in 1929 en 1930 zijn definitie van vormloosheid uiteenzette in het tijdschrift Documents en dat het een heropleving kende in de jaren ‘90. Bataille beschouwde het vormeloze vanuit een filosofische invalshoek en legde binnen deze kijk de nadruk op sociaal-culturele aspecten.

2.3.1 Het vormeloze als een operatie

Bataille publiceerde in Documents woordenlijsten waarin hij niet de nadruk legde op de

198

Sandler (2008), p. 127.

199 Ibid., p. 128.

200

Deze stelling vormt de eerste zin van zijn essay Anti-Form uit 1968.

201

Zijn positieve inslag is niet verwonderlijk, aangezien hij zelf dit type werk ook maakte. Wel is zijn argumentatie relevant binnen dit onderzoek.

202

Morris (1968).

Afb. 2.2 Robert Morris, Zonder Titel

(Threadwaste), 1968, vilt, asfalt, spiegel,

hout, koper, staalkabels, lood.

55 x 668 x 510 cm, Collectie: Museum of Modern Art, New York.

Tussen aantrekkingskracht en afkeer 32

betekenis van begrippen, maar op de taak ervan.203 In één van zijn lijsten gaf Bataille een definitie van het vormeloze. De Engelse vertaling luidt als volgt:

“A dictionary would begin from the point at which it no longer rendered the meanings of words but rather their tasks. Thus formless is not only an adjective with a given meaning but a term which declassifies, generally requiring that each thing take on a form. That which it designates has no claim in any sense, and is always trampled upon like a spider or an earthworm. Indeed, for academics to be happy, the universe would have to take on form. The whole of philosophy has no other goal: to provide a frock coat for what is, a

mathematical frock coat. To declare, on the contrary, that the universe is not like anything, and is simply formless, is tantamount to saying the universe is something like a spider or spittle.”204

Vormloos impliceert volgens Bataille dat het nergens op lijkt. Iets (zoals het universum) is wel iets, maar het lijkt niet op iets anders. Er bestaat namelijk niet iets dat (ook) is zoals het universum. Simon Bakers verwoordde het als volgt: “Formless thus undoes the notion of resemblance by revealing it as redundant, stopping it from working”.205 Uit het citaat van Bataille blijkt ook dat hij het vormeloze vergelijkt met zaken die vertrapt worden. Veelal betreft dit dierlijke of ambigue zaken, zoals spuug en spinnen.

Het vormeloze is gerelateerd aan de mogelijkheid om aspecten uit de werkelijkheid te kunnen benoemen in termen van vorm. Sommige dingen conformeren aan hoe ze zouden moeten zijn en kunnen daarom benoemd worden als een vorm. In dat geval representeren ze volgens Bataille het menselijke ideaal.206 Op het moment dat iets echter niet

overeenkomt met hoe het eruit zou moeten zien, is er sprake van vormloosheid. Dit heeft dus te maken met de representatie van de werkelijkheid. Maar Bataille’s opvatting is complexer. Zoals in het begin gesteld werd, was Bataille van mening dat het vormeloze beschouwd diende te worden als een operatie. Het vormeloze is een operatie die de gekende orde verstoort. Dit hangt nauw samen met Bataille’s visie op de werking van de samenleving.

2.3.2 Homogeen versus heterogeen

De Franse filosoof stelt dat er sprake is van dualiteit ten aanzien van de realiteit; er bestaat een homogeen en een heterogeen veld.207 De homogene realiteit bestaat, aldus Bataille, uit definieerbare en identificeerbare (vaste) objecten.208 De heterogene wereld daarentegen bestaat uit elementen die niet definieerbaar zijn. Dit komt omdat het elementen betreft die zich tussen bekende objecten in bevinden; er is sprake van transitie van het ene naar het

203

Volgens Hollier doelde Bataille specifiek op alle processen van aantrekkingskracht en afkeer die een woord oproept, onafhankelijk van de betekenis ervan. Zie Abject Art (1993), p. 30.

204 Documents (2006), p. 92. Uit: Documents 7, 1929. Vertaald door Dominic Faccini, oktober 1992.

205 Ibid., p. 37. 206 Bataille (1985), p. 12. 207 Ibid. 208 Ibid., p. 143.

Tussen aantrekkingskracht en afkeer 33

andere object. De heterogene wereld wordt daarom gekenmerkt door verandering en verstoring van wat gekend is.209 Wat wij, mensen, te weten komen over het heterogene is veelal afkomstig uit het “mystieke denken”, betreffende dromen en primitieven. De structuur van het heterogene veld is daarmee gelijk aan de structuur van het

onderbewustzijn, aldus Bataille.210 “The difficulties opposing the revelation of unconscious forms of existence are of the same order as those opposing the knowledge of heterogeneous forms.”211 Staat het heterogene dus gelijk met het onderbewustzijn, het homogene wordt juist gerepresenteerd door het bewustzijn.212

Net als het onderscheid tussen het bewustzijn en het onderbewustzijn, zijn ook het heterogene en het homogene van elkaar gescheiden. Dit heeft te maken met het feit dat het homogene veld de heterogene elementen verwerpt. Het heterogene veld wordt daarmee gevormd door alles wat door de homogene wereld wordt verworpen, uitgesloten.213

Er zijn volgens Bataille bepaalde elementen te benoemen die als heterogeen gezien kunnen worden, wat echter niet betekent dat deze elementen per definitie heterogeen zijn. Bepaalde zaken worden echter veelvuldig door de homogene wereld (binnen een

samenleving) als heterogeen gezien en daarom uitgesloten. Dit zijn ten eerste de

afvalstoffen van het menselijk lichaam en afzonderlijke lichaamsdelen. Ten tweede betreft het woorden, mensen of handelingen die een suggestieve erotische waarde hebben.214 Ook sociale omgangsvormen die niet binnen de homogene samenleving geaccepteerd worden, zijn heterogeen. Dit is bijvoorbeeld geweld en diefstal, maar ook armoede en aristocratie. Als laatste zijn ook de personen die niet conform de regels van de samenleving handelen heterogeen, aldus Bataille.215

Er kan gesteld worden dat het heterogene zowel betrekking kan hebben op lichamelijke aspecten, menselijk gedrag, erotiek, personen alsook de sociale positie van personen. Kern van het heterogene is dat het niet binnen de regels van de samenleving past; it (heterogeneity-red.) concerns elements that are impossible to assimilate”.216 Volgens Bataille wordt het heterogene verworpen, omdat het als bedreigend wordt gezien. Hij definieert het daarom ook wel als een kracht die de reguliere gang van zaken (in een

samenleving) verstoort. Het heterogene kan volgens Bataille bovendien gelijkgesteld worden met het andere: “Compared to everyday life, heterogeneous existence can be represented as something other, as incommensurate”.217 Afhankelijk van de samenleving of het individu, roepen heterogene elementen daarom affectieve (emotionele) reacties op. Bovendien kan iets heterogeen zijn voor een subject of een samenleving, terwijl dat voor andere(n) niet 209 Ibid. 210 Ibid. 211 Ibid. p. 141. 212 Ibid. 213 Ibid.

214 Steihaug gebruikt het begrip scatologie als benaming voor materiële, heterogene vormen. Scatologie is “the

science of excrement”. Steihaug (1998), p. 23.

215

Bataille (1985), p. 142.

216 Ibid., p. 140.

217

Tussen aantrekkingskracht en afkeer 34

geldt.218 Dit betekent dus dat Bataille het heterogene ziet als iets dat situatie-en tijdgebonden is.

Bepaalde zaken helpen de samenleving om het heterogene uit te sluiten, zoals een taboe. Door het heterogene als een taboe te zien, wordt getracht om het heterogene te onderdrukken, aldus Bataille.219

Enerzijds is er een duidelijk onderscheid tussen het homogene en het heterogene veld. Tegelijkertijd is er volgens Bataille ook sprake van wederzijdse afhankelijkheid. Het homogene veld sluit de heterogene elementen uit, omdat het heterogene gezien wordt als bedreigend. Dit betekent echter niet dat het homogene zonder de uitgesloten elementen kan.220 Het heterogene speelt namelijk een rol in de definiëring (afbakening) van het

homogene en het andere. Ger Groot verwoordt deze afhankelijkheid als volgt: “Datgene wat vanuit het homogene veld niet kan worden gezien of erkend, blijkt niettemin onontbeerlijk te zijn voor het bestaan en de overleving van datzelfde veld.”221 Het heterogene helpt het homogene om een eigen orde te creëren en in stand te houden.

2.3.3 De relatie tussen het heterogene, het sacrale en kunst

Bataille stelt dat het heterogene niet alleen als taboe, maar vaak ook als sacraal gezien wordt. Om dit kunnen begrijpen is zijn defintie van het sacrale cruciaal; het betreft volgens Bataille namelijk een moment waarop een onderdrukt element geheiligd wordt.222 Er is dan sprake van een tijdelijk verlies van het besef dat bepaalde zaken heterogeen zijn.223 Ook onredelijke, gewelddadige en zinloze zaken kunnen daarom als sacraal gezien worden, aldus De Groot.224 Bataille geeft als voorbeeld dat een fascistische leider vanuit een geordende samenleving gezien wordt als heterogeen, terwijl hij door zijn achterban als sacraal gezien wordt. 225 Ten aanzien van dit voorbeeld is het begrijpelijk wat de functie van het sacrale is. Echter, ook armoedige mensen kunnen als sacraal worden gezien, aldus Bataille: “The theme of sacred poverty – impure and untouchable – constitutes precisely the negative pole of a region characterized by the opposition of two extreme forms: in a certain sense, there is an identity of opposites between glory and dejection, between exalted and imperative (higher) forms and impoverished (lower) forms.”226

218

Ibid., p. 142.

219 Ibid. Bataille geeft twee zeer verschillende voorbeelden van heterogene elementen. 1. Fascistische leiders: hun houding is tegengesteld aan een democratische politiek, die veelal inherent is aan een homogene samenleving. De fascistische leider handelt op een manier die leidt tot transgressie van bestaande orde (bijvoorbeeld wetten). Zij zijn gewelddadig en excessief. 2. De laagste klassen in een samenleving. In India wordt de laagste klasse op dezelfde manier gerecipieerd als sacrale zaken, waardoor contact met deze klasse verboden is. De lage klasse vormt zo een heterogeen element binnen de homogene Indiase samenleving. In:

The Bataille Reader (1997), pp. 128-129.

220 Groot (2003), pp. 285-286.

221

Ibid., p. 301.

222

Ibid., p. 242. Het sacrale wordt vaak gebruikt om heilige zaken te benoemen, die veelal gerelateerd zijn aan het geloof in God.

223 Bataille (1985), p. 242. 224 Groot (2003), p. 301. 225 Bataille (1985), pp. 129-130. 226 Ibid.

Tussen aantrekkingskracht en afkeer 35

Deze uiteenzetting van het sacrale is relevant, aangezien ook kunst volgens Bataille sacraal kan zijn. Bataille zag kunst namelijk niet als een expressiemiddel van bepaalde waarden of betekenissen. Volgens Bataille diende kunst dan ook geen betrekking te hebben op een perfecte weergave van een bepaalde inhoud.227 Kunst heeft, aldus Bataille,

betrekking op het creëren van een eigen realiteit; “a reality, which can no longer be simply beautiful or true, and which must dominate the struggle of good against evil – because of the supreme value this reality represents – in the same way that a violent earth tremor dominates and paralyzes the most catastrophic of battles.”228 Dit relateerde Bataille onder andere aan de Surrealistische kunst. De Surrealistische schilderijen staken volgens Bataille af tegen het Classicisme en waren daarom onconventioneel. Over de schilderijen van Dalí stelde hij bijvoorbeeld dat deze ‘kunstmatig’, ‘belachelijk’ en ‘vreemd’ waren.229 De Surrealistische kunst is daarom geen bevestiging, maar een ontkenning. Een ontkenning van het schone, het mooie en het ware. Deze ontkenning gaat volgens Bataille gepaard met het obscure, het duistere alsook instabiliteit, kwelling en abrupt geweld.230 “This gives rise to a mixture of unhappiness and exultation, of disgust and insolence” Er worden bepaalde grenzen, waaronder conventies, overschreden, waardoor de beschouwer in contact kan komen met het heterogene.231 Het taboe (dat het heterogene moet

afschermen) is namelijk tijdelijk opgeheven.232 Kunst kán zo een toegang vormen tot het heterogene.233

In document Tussen aantrekkingskracht en afkeer (pagina 31-35)