• No results found

Sociaal-politieke connotaties

In document Tussen aantrekkingskracht en afkeer (pagina 50-53)

3.2 Kristeva’s theoretische basis van het abjecte

3.3 Abjecte kunst

3.3.2 Sociaal-politieke connotaties

Abjecte kunstwerken worden gekenmerkt doordat er bepaalde (lichaams)stoffen en processen getoond worden die taboe zijn en die afkeer oproepen, evenals het thema van het kunstwerk. Er wordt dus gesteld dat abjecte kunstwerken vaak betrekking hebben op taboeonderwerpen. Voordat deze taboeonderwerpen ter sprake komen, dient er eerst aandacht besteed te worden aan de maatschappelijke context waarbinnen de abjecte kunstwerken gemaakt werden. De toepassing van abjecte materialen en de keuze voor taboeonderwerpen hangt namelijk nauw samen met de maatschappelijke context waarin de kunstenaars zich bevonden.

Ten aanzien van de kunstwerken en kunstenaars die hier al ter sprake zijn gekomen en de geselecteerde literatuur, betreft het hier voornamelijk de Amerikaanse context van de jaren ’80 en ’90. Kort gezegd bevonden de Verenigde Staten zich na de Koude Oorlog in een staat van verwarring en werd het land gekenmerkt door vele sociale problemen. Dit betreft onder andere een groot aantal daklozen, een achtergesteld zorgsysteem en armoede onder de bevolking. Ook waren er veel problemen betreffende misdaad, drugs en aids.335 Eind jaren ’80 zorgde deze maatschappelijke situatie voor een politiek klimaat dat controle trachtte te krijgen over deze problemen.

330

Zimmermann (2001), p. 31.

331

Abject Art (1993), p. 7.

332 Het betreft hier specifiek de Amerikaanse samenleving van de jaren ’80 en ’90.

333

Steihaug (1998), p. 6. Zo werd de muurschildering How Ya Like Me Now? van David Hammons in 1988 aangevallen door een groep donkere mannen, die Hammons’ afbeelding van Jesse Jackson als een blanke, blonde politicus, niet waardeerden, terwijl Hammons juist het racistische karakter van de gevestigde orde aan de kaak wilde stellen. Hij doelde onder andere op de uitsluiting van niet ‘blanke’ onderwerpen in musea, aldus Heartney (2008), p. 242.

334 Zimmermann (2001), p. 21.

335

Tussen aantrekkingskracht en afkeer 51

In de jaren ’80 gingen kunstenaars de bovengenoemde sociaal-politieke omstandigheden toepassen als onderwerp in hun kunstpraktijk. Volgens de

tentoonstellingsmakers van Abject Art gebruikten de Amerikaanse kunstenaars het abjecte om zich tegen het heersende klimaat - met bijbehorende normen en waarden- te verzetten. De kunstenaars zouden het abjecte gebruiken als een middel om de dominante cultuur te tonen en tegen te gaan, zo werd in de tentoonstellingscatalogus gesteld.336 De kunstenaars zouden met hun abjecte kunstwerken bepaalde zaken waar zij ontevreden over waren aan de kaak stellen, dan wel veranderen.337 Er wordt gesteld dat abjecte kunst een “cultural political valence” heeft.338

Foster stelt dat het abjecte kunst veelal een onderzoek is naar trauma’s die aan bepaalde subjecten verbonden zijn. Kunstenaars doen dit door de intermediair tussen het trauma (de realiteit) en de gekende representatie te doorbreken; normaal gesproken wordt de echte, traumatische blik, op de werkelijkheid bemiddelt door de ‘scene’, aldus Foster.339 Zo wordt het lichaam niet weergegeven zoals het daadwerkelijk is, aldus Foster, maar het wordt geïdealiseerd weergegeven. Dit gebeurde onder andere in de massamedia. Volgens Foster is het abjecte een strategie om de werkelijkheid zonder scene (ob-scene) weer te geven; het bemiddelende scherm verdwijnt, waardoor de werkelijkheid wordt weergegeven zoals hij is.340

Het abjecte zou door kunstenaars gebruikt worden om zich tegen bepaalde

omstandigheden en noties te verzetten. Er is een aantal specifieke noties te benoemen, die naar voren komen in de teksten over abjecte kunst. Ten eerste zijn dit noties betreffende gender en seksualiteit.341 Zo stelt bijvoorbeeld Ross, die abjecte kunst vanuit een

feministisch oogpunt beschouwt, dat bepaalde vrouwelijke kunstenaars het abjecte gebruikten om denkbeelden en verwachtingen ten aanzien van het vrouwelijk lichaam te ondermijnen.342 Bepaalde kunstenaressen zouden zich willen verzetten tegen de

(heersende) verwachting dat het vrouwelijk lichaam zo afgebeeld moet worden, dat het een plezierig beeld oplevert.343 Dit betreft bijvoorbeeld kunstwerken van Mona Hatoum, Kiki Smith en Jo Spence.

Zo toont Mona Hatoum, met behulp van moderne technieken, letterlijk de

binnenkant van haar eigen lichaam in het werk Corps étranger (1994). Op deze manier wordt een beeld van de vrouw getoond, dat niet overeenkomt met de verwachtingen ten aanzien van representatie van de vrouw; de beschouwer ziet de binnenkant van de darmen in plaats van een mooi, plezierig beeld van de vrouw.344 Het abjecte wordt volgens Ross dus ingezet om de, vaak mannelijke verwachtingen van de vrouw (die gerelateerd zijn aan plezier) te 336 Abject Art (1993), p. 9. 337 Abject Art (1993), p. 7. 338 Foster (RR), p. 153. 339 Ibid. 340 Ibid. 341 Taylor (1993), p. 60 en Connelly (2003), p.8. 342 Ross (2003), p. 282. 343 Connelly (2003), p.8. 344 Ross (2003), p. 282.

Tussen aantrekkingskracht en afkeer 52

ondermijnen.

Een andere vorm van ondermijning van het vrouwbeeld wordt bewerkstelligd door het onderzoeken van het moederlichaam.345 Foster stelt dat vrouwelijke kunstenaars het moederlichaam als onderwerp in hun kunstwerk toepassen, omdat dit lichaam onderdrukt wordt “by the paternal law”.346 In bepaalde kunstwerken wordt de nadruk gelegd op de organen en stoffen die gerelateerd zijn aan voortplanting, zoals de borsten, de vagina en menstruatiebloed. Soms wordt het clichébeeld van de vrouw als moeder wordt getoond.347 Soms wordt het beeld van de vrouw juist geforceerd door mannelijke elementen aan het vrouwenlichaam te verbinden, waaronder de fallus of simpelweg een snor of een baard.348 Het abjecte werd niet alleen gebruikt door vrouwen om noties omtrent gender aan te kaarten. Ook werd het abjecte gebruikt als verzetsmiddel tegen een bepaalde “objectieve, anatomische” blik, aldus Taylor.349 Door de nadruk te leggen op bepaalde functies van het lichaam die behoren tot de ‘lower stratum’, zoals overgeven, plassen en ejaculeren, wordt de lichamelijke hiërarchie verworpen. Dit werd bijvoorbeeld gedaan door Kiki Smith. Kiki Smith toont in het werk Through (1990) een opengesneden lichaam, dat een leeg omhulsel lijkt te zijn.350

Een tweede notie die veelvuldig gerelateerd wordt aan abjecte kunst, is

homoseksualiteit. Homoseksualiteit werd binnen de hierboven beschreven context als taboe gezien.351 Hiermee samen hing de aids crisis in de jaren ‘80. Kunstenaars gingen hiermee op verschillende manieren de confrontatie aan. Zo stelt Foster dat homoseksualiteit

bijvoorbeeld gelijkgesteld werd met anale seks.352 Een andere manier was om

homoseksualiteit gelijk te stellen met ziektes (en specifiek aids).353 Op deze manier werd het stereotiepe beeld van de homoseksuele man, dat voortkwam uit een overwegend homofobe samenleving, geforceerd. Zo interpreteerde Taylor het werk Leg with candle van Robert Gober als: “the dismembered limb in Gober’s work is, among other things, a metaphor of the pathology of homophobia”.354

Naast de noties betreffende gender en (homo)seksualiteit, werden ook andere stereotiepen en opvattingen getoond en/of verworpen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat er ten aanzien van abjecte kunst veelal sprake is van een combinatie van één of

meerdere elementen. Zo is al ter sprake gekomen dat in bepaalde abjecte kunstwerken een andere, ongekende, representatie van het lichaam getoond wordt. Volgens Taylor werd dit onder andere (ook) gedaan, als verwerping van het machinale. Hiermee bedoelt Taylor dat het lichaam binnen de samenleving steeds meer als een machine wordt gezien. Het tonen 345 Foster (RR), p. 159. 346 Ibid. 347 Ibid. 348 Zimmermann (2001), p. 29. 349 Taylor (1993), p. 65. 350 Foster (RR), p. 152. 351 Ibid., p. 160. 352 Ibid., p. 161. 353 Taylor (1993), p. 80. 354 Ibid., p. 75.

Tussen aantrekkingskracht en afkeer 53

van het innerlijk is een verzet, zo stelt Taylor, tegen deze benadering van het lichaam; “The increasing tendency among artists to “recuperate” the body metonymical via fragments, fetishes, traces, and part-objects must be viewed historically at a time when the body is being replaced and eclipsed by technology and prosthetics.”355

Een ander aspect dat genoemd wordt als subject van abjecte kunst is de

institutionele architectuur. Volgens de tentoonstellingsmakers van Abject Art trachtten kunstenaars met het abjecte de institutionele architectuur te bevragen. Met de

institutionele architectuur doelden zij bijvoorbeeld op het dominante presentatiemodel; de white cube. Taylor en Bois stellen dat kunstenaars door middel van het abjecte – of: “een retoriek van vervuiling” - de ideologische neutraliteit van dit model bevragen.356 Hiermee wordt bedoeld dat men bewust kunstwerken maakt die niet in musea getoond kunnen worden, omdat ze abject zijn en afkeer oproepen. “It should be made as shocking as possible”, aldus Bois.357

Soms is een werk abject, omdat er kinderlijke materialen of objecten gebruikt worden, in combinatie met een bepaalde thematiek, zoals seksualiteit of de dood. Mike Kelley gebruikte vaak knuffeldieren die hij seksuele handelingen liet verrichten of toonde hij ze als opgebaarde lichamen.358 In het vorige hoofdstuk kwam al ter sprake dat ook Robert Gober kindgerelateerde objecten, zoals een kinderbox, een beladen lading geeft. Dit werk kan daarom ook gezien worden als abject.

In document Tussen aantrekkingskracht en afkeer (pagina 50-53)