• No results found

Het overschrijden van grenzen

In document Tussen aantrekkingskracht en afkeer (pagina 90-113)

De groteske, vormeloze en abjecte kleianimatiefilms van Nathalie Djurberg

5.3 Analyse van de beeld- en verhaalelementen .1 Narratieve constructie

5.4.5 Het overschrijden van grenzen

In paragraaf 5.3.1 tot en met 5.3.4 zijn verschillende interpretaties gegeven die onderling veel raakvlakken hebben. Het belangrijkste gemeenschappelijke kenmerk is dat vrijwel elke interpretatie gebaseerd is op een tegenstelling of grensoverschrijding. Djurberg toont in de filmpjes onderwerpen, gedragingen, lichaamsdelen en stoffen die taboe zijn en ze maakt aanspraak op onderdrukte verlangens en emoties. Daarmee is het werk grensverleggend; het is een poging om de maatschappij te bevrijden van haar restrictieve normen.490 Tegelijkertijd is het werk te zien als een verkenning van de grenzen betreffende identiteit, alsook grenzen ten aanzien van intersubjectiviteit; personages zijn nooit stabiel en ook relaties blijken wankel en gaan gepaard met grensoverschrijdende ontwikkelingen.

De omslag tussen enerzijds het mooie en goede en anderzijds het kwade en lelijke is eveneens vaak niet logisch of voorspelbaar, maar eerder een verrassende en

grensoverschrijdende ontwikkeling, zo stelt Fonnesbech.491 Deze groteske, onoplosbare tegenstellingen, ook tussen verhaal en vormgeving en tussen vorm en vervorming, raken de beschouwer. “De confrontatie van met elkaar strijdige middelen daagt uit tot het

486

Onder andere Matt (2007), p. 5.

487 Interview Matt (2007), p. 71.

488

Matt (2007), p. 5.

489

Crosby (2011), p. 176.

490 Zie ook Fonnesbech (2010), p. 155.

491

Tussen aantrekkingskracht en afkeer 91

voortdurend serieus overdenken van angsten, vragen en onlust”, aldus Schrader.492 Zoals besproken is het werk hierdoor sterk gerelateerd aan de menselijke conditie en de huidige maatschappelijke context.

Deze confrontatie lijkt Djurberg bewust aan te gaan. Zij tracht de grenzen van het morele, goede en geaccepteerde op te zoeken, soms zelfs ook te overschrijden. Stief stelt: “In vielen Filmen geht es um ein Austesten dieser Schwelle, eine Überschreiting der Grenze, die zwischen dem eigenen Freiheitsbedürfnis, dem eigenen Verlangen, vielleicht auch dem eigenen Hassempfinden und dem sozialen Moralkodex steht“.493 Ook in onze eigen wereld volgen gelukzalige en nare momenten en ervaringen elkaar voortdurend en soms zeer abrupt op.

492 Schrader (2010), p. 147.

493

Tussen aantrekkingskracht en afkeer 92 Conclusie

In het eerste deel van deze scriptie kwam naar voren dat het ‘groteske’, ‘vormeloze’ en ‘abjecte’ diverse geschiedenissen kennen en dat de begrippen door theoretici op

uiteenlopende manieren gehanteerd worden in de bespreking en analyse van beeldende kunstwerken. Dit betreft niet alleen diversiteit tussen de drie begrippen, maar ook ten aanzien van de afzonderlijke begrippen. Voornamelijk het vormeloze gaat gepaard met contrasterende opvattingen en met betrekking tot het groteske kan gesteld worden dat er veel verschillende connotaties naast elkaar bestaan. De grootste verschillen tussen de drie termen zijn gerelateerd aan de niveaus die bijdragen aan een ‘grotesk’, ‘vormloos’ dan wel ‘abject’ kunstwerk: het groteske is bijvoorbeeld niet verbonden met materialen en aan het abjecte wordt een beknopt aantal, specifieke betekenissen toegedicht.

De diversiteit aan theoretische noties werd in hoofdstuk één tot en met drie

weerspiegeld in de verschillende beeldende kunstwerken die ter sprake kwamen. In diverse (typen) kunstwerken zijn echter meerdere begrippen herkenbaar en ook in de theoretische analyse zijn meerdere elementen te destilleren die aan twee of drie termen toegedicht kunnen worden, waarmee een aantal raakvlakken te onderscheiden is. Er kan geconcludeerd worden dat het discours rond de terminologie gekarakteriseerd wordt door verbinding met vijf elementen, betreffende ‘het lichamelijke’, ‘sociale noties’, ‘hyperrealisme en dystopie’, bepaalde ‘ervaringen’ en ‘grensoverschrijdingen’.

Bovendien bleek het mogelijk om schematische weergaves te maken, waarin verschillende opinies samenvloeien in plaats van tegen elkaar worden afgezet: zo kan vormloos materiaal naast het vormloze als ‘werking’ geplaatst worden. Dit levert een interessante, maar ook complexe verweving van de terminologie op, omdat distincties wat betreft materiaal, thematiek, voorstelling en betekenis(sen) hierin te boven worden gegaan Op basis van de analyseschema’s en de raakvlakken ten aanzien van de terminologie en het interdisciplinaire analysemodel welke in het vierde hoofdstuk gepresenteerd zijn, is een specifieke invalshoek en opzet tot stand gekomen van waaruit bekeken kan worden in hoeverre het groteske, vormeloze en abjecte in de hedendaagse kunst herkenbaar zijn. In deze scriptie is aan de hand van vier werken van Nathalie Djurberg aangetoond dat vrijwel alle kernelementen van de terminologie, ook de combinatie van oude en nieuwe theoretische noties, te herkennen zijn in de hedendaagse kunst. Djurberg’s ongebruikelijke materiaalkeuze, maar met name de onzorgvuldige materiaalverwerking, met een

procesmatig karakter, is precies wat het vormeloze behelst en dit resulteert in vormloze en groteske motieven en vormgeving. Vanwege de naaktheid en focus op specifieke

lichaamsdelen is er ook sprake van abjectie.

Aan deze esthetische wanorde voegt Djurberg nog een vormeloze laag toe in de vorm van morele wanorde. In de groteske, onrealistische verhalen worden handelingen getoond die zowel abject, vormloos alsook grotesk zijn. Bovendien maakt Djurberg met haar werk aanspraak op aspecten die normaal gesproken onvermeld blijven, welke bovendien tot de kern van het abjecte, vormeloze en ook groteske behoren en die zowel als parodiërend,

Tussen aantrekkingskracht en afkeer 93

komisch, weerzinwekkend, absurdistisch en afstotelijk geïnterpreteerd kunnen worden. Tegelijkertijd dient een kritische kanttekening geplaatst te worden bij de uitwerking van de casestudy. Er kan bevraagd worden of er genoeg nuance is aangebracht in de duiding van afzonderlijke groteske, vormeloze en abjecte elementen. De casestudy zou daarom, met terugwerkende kracht, ook gezien kunnen worden als een controle-instrument voor de functionaliteit en hanteerbaarheid van de uitwerking van de terminologie zoals deze in het vierde hoofdstuk gepresenteerd is. Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat de modellen voornamelijk geschikt zijn om te benoemen hoe het groteske, vormeloze en abjecte samenvloeien in de hedendaagse kunst, en dat diversiteit minder goed aantoonbaar is.

Aanpassing van de analysemodellen met oog voor verschillen ten aanzien van de terminologie en verfijning van de hier getrokken conclusies door de toevoeging van meerdere casestudies alsook een grondig, constructief onderzoek naar de ervaring van hedendaagse kunstwerken in relatie tot de terminologie zouden naar mijn idee de meest zinvolle toevoegingen zijn op het hier gepresenteerde verhaal.

Tussen aantrekkingskracht en afkeer 94 Bibliografie

Boeken

ABSTRACTS of The Standard Edition of the Complete Psychological Works of Sigmund Freud. Samengesteld door Carrie Lee Rothgeb. New York: International Universities Press, 1973. Arnason, Hjorvadur Harvard. History of Modern Art. London: Laurence King Publishing, 2003. Bakhtin, Mikhail. Rabelais and his world. Vertaald door Hélène Iswolsky. Bloomington: Indiana University Press, 1984.

Barasch, Frances K. The grotesque: a study in meanings. Den Haag: Mouton, 1971.

Barüske, Heinz. Volkssprookjes en legenden uit Skandinavië. Vertaald door Max en Beatrix Prick van Wely. Delft: Elmar, 1979.

Bataille, Georges. De tranen van Eros. Vertaald door Jan Versteeg. Nijmegen: SUN, 1981. Bataille, Georges. Oeuvres Complètes. Parijs: Gallimard, 1970-1988.

Bataille, Georges. Visions of Excess: selected writings 1927-1939. Vertaald door Alan Stoekl. University of Minnesota Press: 1985.

Bois, Yve-Alain en Rosalind Krauss. Formless. A User’s Guide. New York: Zone Books, 1997. Bordwell, David en Kristin Thompson. Film Art, an introduction. Bosten: McGraw-Hill, 2008. Causey, Andrew. Sculpture since 1945. New York: Oxford University Press, 1998.

Clark, John. The Modern Satiric Grotesque: And Its Traditions. Kentucky: The University Press of Kentucky, 1991.

Dam, van Quin. Weerstand in de psychoanalyse. Een empirisch begripsonderzoek onder Nederlandse psychoanalytici. Assen: Koninklijke Van Gorcum BV, 2006.

Ehrenzweig, Anton. The Hidden Order of Art. A Study in the Psychology of Artistic Imagination. Herts: Paladin, 1970.

Foster, Hal. Return of the Real: the avant-garde at the end of the century. An October Book. Massacusetts: MIT Press, 1996.

> In voetnoten opgenomen als Foster (RR).

Freud, Sigmund Schlomo. Over psychoanalyse – Vijf colleges. Hoofdlijnen van de psychoanalyse. Inleiding tot de psychoanalyse 4. Vertaald door Thomas Graftdijk. Amsterdam: Boom Meppel, 1991.

Tussen aantrekkingskracht en afkeer 95

Groot, Ger. Vier ongemakkelijke filosofen. Nietzsche Cioran Bataille Derrida. Amsterdam: SUN, 2003.

Harpham, Geoffrey. On the grotesque: strategies of contradiction in art and literature. Aurora: The Davies Group Publishers, 2006.

Hugo, Victor. Cromwell. Parijs: Nelson Éditeurs, 1827.

Heartney, Eleanor. Art and Today. Londen: Phaidon Press Limited, 2008.

Kayser, Wolfgang. Das Groteske in Malerei und Dichtung. München: Ernesto Grassi, 1957. Krauss, Rosalind. The optical unconscious. Cambridge: The MIT Press, 1993.

Kristeva, Julia. Powers of Horror. An Essay on Abjection. Vertaald door Leon Roudiez. New York: Columbia University Press, 1982.

Lacan, Jacques. Écrits. A Selection (1966) Vertaald door Alan Sheridan. Londen: Tavistock Publications Limited, 1977.

Lacan, Jacques. The four fundamental concepts of psychoanalysis. Samengesteld door Jacques-Alain Miller en vertaald door Alan Sheridan. Londen: Penguin Books, 1994. Lamm, Robert C. The Humanities in Western Culture. Londen: Laurence King, 2004.

Locher, Hans. Stilstaan bij wat zichtbaar is: vier teksten over inhoud, vorm en functie bij het bekijken van kunst. Zwolle: Waanders, 2006.

Oever, van den Annie. Fritzi en het groteske. Amsterdam: De Bezige Bij, 2003. Mills, Alicia. Seriously Weird: papers on the grotesque. New York: Lang, 1999.

Mondloch, Kate. SCREENS Viewing Media Installation Art. Minneapolis: University of Minnesota Press, 2010.

Möser, Justus. Harlekin: Oder die Verteidigung des Groteske-Komischen. Vertaald door Warnecke. Michigan: Thomson Gale, 2003.

Panofsky, Erwin. Iconologie. Thema’s en symboliek bij de renaissanceschilders. Vertaald door Casper de Jong. Utrecht: Uitgeverij Het Spectrum, 1970.

Robertson, Alton Kim. The grotesque interface: deformity, debasement, dissolution. Frankfurt: Vervuert Verlag, 1996.

Tussen aantrekkingskracht en afkeer 96

Ruskin, John. The Stones of Venice (1851-1853). Londen: George Allen en Sons, 1908. Schmied, Wieland. 200 Jahre phantastische Malerei. Berlijn: Rembrandt Verlag, 1973. Straten, van Roelof. Inleiding in de iconografie. Bussum: Uitgeverij Coutinho, 2002. Tent. Cat. Abject Art. Repulsion and Desire in American Art. Samengesteld door Jane Philbrick. New York: Whitney Museum of American Art, 1993.

Tent. Cat. Denn es ist schön zu leben. Kunsthalle Wien: Verlag für Moderne Kunst Nürnberg, 2007.

Tent. Cat. Nathalie Djurberg: Turn into me. Samengesteld door Germano Celant, Rem Koolhaas en Nathalie Djurberg. Milaan: Fondazione Prada, 2008.

Tent. Cat. Niet Normaal. Diversiteit in kunst, wetenschap en samenleving. Ine Gevers, Maaike Bleeker e.a. Rotterdam, NAi Uitgevers: 2009.

Tent. Cat. Snakes Knows it’s Yoga. Kestnergesellschaft, Museum Boijman Van Beuningen en Kunstforeningen GL Strand. Verlag für Moderne Kunst Nürnberg: 2011.

Tent. Cat. The Parade: Nathalie Djurberg with Music by Hans Berg. Minneapolis: Walker Art Center, 2011.

Tent. Cat. Turn Into Me.

Tent. Cat. Undercover Surrealism. Georges Bataille and Documents. Samengesteld door Dawn Ades en Simon Baker. Londen: Hayward Gallery Publishing, 2006.

The Bataille Reader. Samengesteld door Fred Botting en Scott Wilson. Oxford: Blackwell, 1997.

Thomson, Philipp. The Grotesque. Norfolk: Cox en Wyman Ltd, 1972.

Vasari, Georgio. Vasari on technique. The introduction to the three arts of design, architecture, sculpture and painting, prefixed to the lives of the most excellent painters, sculptors and architects. Vertaald door Louisa S. Maclehos in: Art theorists of the Italian Renaissance. Londen: J.M. Dent, 1907.

Vasari, Giorgio. Lives of the most eminent painters sculptors and architects. Vertaald door Caston du C. de Vere, in: Art theorists of the Italian Renaissance. Londen: Mac Mallan, The Medici Society, Philip Lee Warner, 1912-1915.

Wild, Doris. Moderne Malerei. Ihre Entwicklung seit dem Impressionismus. 1880-1950. Zürich: Büchergilde Gutenberg, 1950.

Tussen aantrekkingskracht en afkeer 97

Zimmermann, Anja. Skandalöse Bilder, skandalöse Körper: abject art vom Surrealismus bis zu den Culture Wars. Berlin: Reimer, 2001.

Artikelen

Baudelaire, Charles. “L’essence du rire. Et Généralement du comique dans les arts plastiques”, in: Le Portefeuille, juli 1855.

Ben-Levi, Jack. “A Sadomasochistic Drama in an Age of Traditional Family Values”, in: Tent. Cat. Abject Art. Repulsion and Desire in American Art. Samengesteld door Jane Philbrick. New York: Whitney Museum of American Art, 1993.

Bergius, Hanna. “Dada grotesk”, in: Grotesk! 130 Jahre Kunst der Frechheit. Samengesteld door Pamela Kort. New York: Prestel, 2003: pp.137-147.

Behrndt, Helle, Sjarel Ex en Veit Görner. “Foreword”, in: Tent. Cat. Snakes Knows it’s Yoga. Kestnergesellschaft, Museum Boijman Van Beuningen en Kunstforeningen GL Strand. Verlag für Moderne Kunst Nürnberg, 2011: pp.7-8.

Breton, André. “Manifesto of Surrealism 1924“, in: Manifestoes of Surrealism. Vertaald door Richard Seaver en Helen Lane. University of Michigan Press, 1969: pp.1-48.

Carroll, Noël. “The Grotesque Today: Preliminary Notes Toward a Taxonomy”, in: Modern Art and the Grotesque. Samengesteld door Frances Connelly. Cambridge University Press, 2003: pp.291-311.

Celant, Germano. “Sex and the Puppets”, in: Tent. Cat. Turn into Me. Milaan: Fondazione Prada, 2008: pp.9-25.

Chaouli, Michel. “Van Gogh’s Ear: Toward a Theory of Disgust”, in: Modern Art and the Grotesque. Samengesteld door Frances Connelly. Cambridge University Press, 2003: pp.47-62.

Connelly, Frances. “Introduction”, in: Modern Art and the Grotesque. Samengesteld door Frances Connelly. Cambridge University Press, 2003: pp.1-19.

Crosby, Eric. “Glass”, in: Parkett, Zürich: Parkett-Verlag, aflevering 90 (mei 2012): pp.106-110.

Crosby, Erik. “Wild Life”, in: Tent. Cat. The Parade. Walker Art Center, Minneapolis, Minnesota, 2011: pp.161-187.

Cross, David. Some kind of beautiful: the grotesque body in contemporary art. Queensland: School of visual arts, 2006.

Tussen aantrekkingskracht en afkeer 98

Falckenberg, Harald. “Auf Wiedersehen: Zur Rolle des Grotesken in der Gegenwartskuhnst”, in: Grotesk! 130 Jahre Kunst der Frechheit. Samengesteld door Pamela Kort. New York: Prestel, 2003: pp.183-192.

Fanning, Leesa. “Willem de Kooning’s Women: The Body of the Grotesque”, in: Modern Art and the Grotesque. Samengesteld door Frances Connelly. Cambridge University Press, 2003: pp.241-264.

Fonnesbech, Penille. “A Beautiful, Lewd and Gruesome Garden. The Experiment”, in: Tent. Cat. Snakes Knows it’s Yoga. Kestnergesellschaft, Museum Boijman Van Beuningen en Kunstforeningen GL Strand. Verlag für Moderne Kunst Nürnberg, 2011: pp. 154-157. Foster, Hal. “Obscene, Abject, Traumatic”, in: October, vol. 78 (1996): pp.106-124. > In voetnoten opgenomen als Foster (OAT).

Frohne, Ursula. “Dissolution of the Frame: Immersion and Participation in Film Installation”, in: Art and the Moving Image. A critical reader. Samengesteld door Tanya Leighton. London: Tate Publishing, 2008.

Gioni, Massimiliano. “Hic Sunt Leones, Notes in the Margins of Nathalie Djurberg’s Empire”, in: Parkett, Zürich: Parkett-Verlag, afl. 90 (mei 2012): pp.78-82.

Greenberg, Clement. “The New Sculpture”, in: Clement Greenberg. The collected essays and criticism. Vol. 2 Arrogant Purpose. 1945-1949. Samengesteld door John O’Brian. Chicago: The University of Chicago Press, 1986: pp.313-319.

Greenberg, Clement. “The Crisis of the Easel Picture”, in: Clement Greenberg. The collected essays and criticism. Vol. 2 Arrogant Purpose. 1945-1949. Samengesteld door John O’Brian. Chicago: The University of Chicago Press, 1986: pp.221-224.

Greenberg, Clement. “Irrelevance versus Irresponsibility”, in: Clement Greenberg. The collected essays and criticism. Vol. 2 Arrogant Purpose. 1945-1949. Samengesteld door John O’Brian. Chicago: The University of Chicago Press, 1986: pp.230-235.

Griffin, Jonathan. “Rudely transgressing the boundaries between the elevated and the profane”, in: Tate Etc, aflevering 26, oktober 2012.

Herbert, Martin. “Both Sides Now”, in: Parkett, Zürich: Parkett-Verlag, aflevering 90, mei 2012: pp.98-101.

Herzog, Katalin. “Een kwestie van Inhoud”, in: Jaarboek Gemeentemuseum Den Haag 1999-2000. Samengesteld door J. van Es en M. Kyrova. Den Haag: Gemeentemuseum, 2000: pp.66-73.

Herzog, Katalin. “Wie is er bang voor interpretatie?”, in: Reflecties op de schilderkunst III: de beschouwer. Samengesteld door K. Herzog e.a. Groningen, 1996: pp. 34-39.

Tussen aantrekkingskracht en afkeer 99

Hoving, Kirsten A. “Convulsive Bodies: The Grotesque Anatomics of Surrealist Photography”, in: Modern Art and the Grotesque. Samengesteld door Frances Connelly. Cambridge

University Press, 2003: pp.220-240.

Hyman, Timothy. “A Carnival Sense of the World”, in: Tent. Cat. Carnivalesque. Hayward Gallery,

Johnson, Thomas W. “Klein, Claymation, and Reparation”, in: Studies in Gender and Sexuality, aflevering 1, 2013: pp.56-58.

Lacarbonara, Roberto. “Letter to the artists, 11 november 2012” in: Nathalie Djurberg en Hans Berg. Premio Pino Pascali 2012. Tent. Cat. Museo Pino Pascali. Polignano a Mare: 2012. Locher, J.L. “Lévi-Strauss en de structurele benadering van de kunst”, in: Vormgeving en Structuur. Over kunst en kunstbeschouwing in de negentiende en twintigste eeuw. J.L. Locher. Amsterdam: Meulenhoff, 1973.

Londen en Brighton Museum and Art Gallery. Londen: Hayward Gallery Publishing, 2000: pp.8-73.

Jones, Amelia. “Form and Formless”, in: A Companion to Contemporary Art since 1945. Samengesteld door Amelia Jones. Blackwell Publishing Ltd, 2006: pp.127-143.

Krauss, Rosalind. “Informe without conclusion”, in : October, aflevering 78, 1996: pp.89-105. Malbert, Roger. “Exaggeration and Degradation: Grotesque Humour in Contemporary Art”, in: Tent. Cat. Carnivalesque. Hayward Gallery, Londen en Brighton Museum and Art Gallery. Londen: Hayward Gallery Publishing, 2000: p.74-97.

Matt, Gerald. “Gerald Matt im Gespräch mit Nathalie Djurberg“, in: Tent. Cat. Denn es ist schön zu leben. Kunsthalle Wien: Verlag für Moderne Kunst Nürnberg, 2007: pp.6-14. McPherson, Heather. “Ingres and the Poetics of the Grotesque”, in: Modern Art and the Grotesque. Samengesteld door Frances Connelly. Cambridge University Press, 2003: pp. 139-155.

Micchelli, Thomas. “Up from the Mud: “The Parade” by Nathalie Djurberg”, op:

http://giornata.net, 28 juli 2012. Geraadpleegd op 23 augustus 2012.

Morris, Robert. “Anti Form”, in: Continuous Project Altered Daily. The Writings of Robert Morris. Massachusetts: Institute of Technology, 1993: pp.41-50.

Nierop, Van M. “Een kwestie van methode. Aanzetten tot een integratief interpretatiemodel voor de kunstwetenschappen”, in: Hermeneutiek en cultuur. Interpretatie in de kunst- en cultuurwetenschappen. Amsterdam: Boom, 1995: pp.97-125.

Tussen aantrekkingskracht en afkeer 100

Pimentel-Biscaia, Maria Sofia. Dialogical Readings of the Grotesque: Texts of Contemporary Excess. Universiteit van Aveiro, 2005.

Rosenberg, Harold. “The American Action Painters”, in: Art News (51), Nummer 8, December 1952: pp. 52-60.

Rosenberg, Harold. “The Art Galleries. The new as value”, in: New Yorker, September 1963: pp.133-142.

Rosenfield, Kim. “Frozen Within, Frozen Without: The Experience of Viewing Nathalie Djurberg's It's the Mother”, in: Studies in Gender and Sexuality, afl. 1 (2013): pp.62-64. Ross, Christine. “Redefinitions of Abjection in Contemporary Performances of the Female Body”, in: Modern Art and the Grotesque. Samengesteld door Frances Connelly. Cambridge University Press, 2003: pp.281-290.

Ross, Christine. “The Paradoxical Bodies of Contemporary Art”, in: A Companion to

Contemporary Art since 1945. Samengesteld door Amelia Jones. Oxford: Blackwell Publishing Ltd, 2006: pp.378-400.

Sandler, Irving. “Greenberg and Rosenberg: Convergences and Divergences”, in: Action/Abstraction, Pollock, De Kooning and American Art, 1940-1976. New York: Yale University Press, 2008.

Schrader, Kirstin. “Identical Complete Opposites. Snakes Knows it’s Yoga”, in: Tent. Cat. Snakes Knows it’s Yoga. Kestnergesellschaft, Museum Boijman Van Beuningen en Kunstforeningen GL Strand. Verlag für Moderne Kunst Nürnberg, 2011: pp.143-147. Schwartz-Cooney, Amy. “A Psychoanalytic Encounter with Nathalie Djurberg's It's the Mother: On Sadism and the Limits of Containment”, in: Studies in Gender and Sexuality, aflevering 1, 2013: pp. 59-61.

Steihaug, Jon Ove. “Abject Informe Trauma”. Institute for research within international contemporary art, 1998.

Stief, Angela. “Nathalie Djurberg – Puppenspiele“, in: Tent. Cat. Denn es ist schön zu leben. Kunsthalle Wien: Verlag für Moderne Kunst Nürnberg, 2007: pp.15-23.

Subotnick, Ali. “Nathalie Djurberg: Naughty by Nature”, in: Flash Art, nummer 251, 2006: pp. 82-85

Summers, David. “The Archaeology of the Modern Grotesque”, in: Modern Art and the Grotesque. Samengesteld door Frances Connelly. Cambridge University Press, 2003: pp.20-46.

Tussen aantrekkingskracht en afkeer 101

Storr, Robert. “Traum oder Albtraum der Vernunft”, in: Grotesk! 130 Jahre Kunst der Frechheit. Samengesteld door Pamela Kort. New York: Prestel, 2003: pp.255-265.

Taylor, Simon. “The Phobic Object: Abjection in contemporary Art”, in: Tent. Cat. Abject Art. Repulsion and Desire in American Art. Samengesteld door Jane Philbrick. New York: Whitney Museum of American Art, 1993: pp. 59-80.

“The Politics of the Signifier II: A Conversation of the “Informe” and the Abject”, Hal Foster, Benjamin Buchloh, Rosalind Krauss, Yve-Alain Bois, Denis Hollier and Helen Molesworth, in: October, afl. 67 (1994): pp.3-21.

> In voetnoten opgenomen als The Politics

Török, Éva. “Roles of the Grotesque in Contemporary Visual Arts”, op: www.apertura.hu, 2010. Geraadpleegd op 9-5-2012.

Overig

Tekstbord Centro di Cultura Contemporanea Strozzina over het werk van Nathalie Djurberg, ten tijde van de tentoonstelling Francis Bacon and the Existential Condition in Contemporary Art, 5 oktober 2012 tot en met 27 januari 2013. De tekst is een bewerking door het Centro di Cultura Contemporanea Strozzina van de teksten uit de tentoonstellingscatalogus Turn into Me. Milaan: Fondazione Prada, 2008. Opgetekend op 25-1-2013.

Tekstbord Museo Pino Pascali ten tijde van de tentoonstelling Nathalie Djurberg & Hans Berg. Premio Pino Pascali 2012, 7 december 2012 tot en met 27 januari 2013. Opgetekend op 27-1-2013.

Tekstbord Museum Boijmans Van Beuningen, behorende bij het werk Turn into Me, ten tijde van de tentoonstelling Snakes Know Its Yoga 2011. Opgevraagd op 8-4-2013.

In document Tussen aantrekkingskracht en afkeer (pagina 90-113)