• No results found

Voorwerp: het contract moet een bepaald voorwerp hebben, het moet duidelijk zijn waarover het gaat 4 Geoorloofd voorwerp: je kan het niet voor het even wat contracten afsluiten.

Beperkingen van markten

HOOFDSTUK 4: Eerlijkheid tegenover handelspartners

3. Voorwerp: het contract moet een bepaald voorwerp hebben, het moet duidelijk zijn waarover het gaat 4 Geoorloofd voorwerp: je kan het niet voor het even wat contracten afsluiten.

 De eerste twee voorwaarden zijn procedureel (hoe moet het tot stand komen) en de laatste twee zijn inhoudelijk (wat mag erin staan)! Vandaag ligt focus eerder op procedureel

4.1.1. Concreetheid

Procedureel Inhoudelijk

Contract moet zo concreet mogelijk zijn! Hoe concreter, hoe meer rechtszekerheid en hoe minder discussie. Concreetheid =

Verbintenissen moeten beperkt zijn wat de zaak betreft die verhandeld wordt en specifiek in de bepaling van de partijen die gebonden zijn.

1. Beperkt

Een goed contract omschrijft zeer exact wat de dienstverlening en de overeengekomen som van betaling inhouden, zodat er geen meningsverschil over mogelijk is.

o Bv. het uitvoeren van een schilderwerk binnen een vastgestelde termijn, met een bepaald soort verf, over een bepaalde oppervlakte, met een garantie van zoveel maanden of jaren.

o Over de som geld wordt expliciet gezegd hoeveel deze bedraagt, hoe en wanneer er betaald moet worden;

met of zonder voorschot, in welke betaalvorm en binnen welke termijn. 2. Specifiek

Een goed contract omschrijft zo nauwkeurig en exclusief mogelijk wie de verbonden partijen zijn.

o A kan een natuurlijk persoon zijn, zodat andere personen (bv. familieleden) niet gebonden zijn om de opdracht uit te voeren wanneer A verstek laat gaan. A kan ook een rechtspersoon zijn, zoals een bedrijf, zodat bij het wegvallen van één vertegenwoordiger van dat bedrijf een andere wordt aangewezen om de opdracht te voltooien.

o B moet ook in voldoende specifieke termen omschreven worden: is het duidelijk wie de levering mag opeisen en wie moet betalen? Mogen de familieleden of huisgenoten van B zich bemoeien met de uitvoering van het project? …

De concreetheid van verbintenissen is een morele waarde, omdat zij de rechtszekerheid van de partijen verhoogt en de betrokkenen behoedt tegen latere onenigheid. Het is ook van belang ten opzichte van derden, omdat er in principe geen rechten of plichten op derden overgaan door het feit dat A en B zich verbinden. Uitzonderingen op dit principe moeten publiek vastgelegd worden en bekend zijn.

 De contractvrijheid van derden wordt ingeperkt door het verbod op medeplichtigheid aan contractbreuk (“tegenstelbaarheid aan derden” en “aquiliaanse aansprakelijkheid”).

 Bv. zo mag Janssen de vrachtwagen niet terug kopen van Peers omdat deze dan zijn contract met ABC verbreekt.  Bv. aansprakelijkheid van ouders voor handelsactiviteiten van hun minderjarige kinderen.

Voorbeeld:

leveringstermijn voor een zekere auto. Je komt overeen met de garagist dat de leveringstermijn bv. 1 maand gaat zijn, daarna garandeert de garagist dat je de auto hebt. Er staat wel niet in welke sanctie van toepassing is wanneer de garagist niet levert na ten laatste 1 maand. Er wordt alles vastgelegd, maar eigenlijk ben je geen stap verder want het enige waar je iets aan zou hebben gehad werd niet opgenomen omdat dit ingaat tegen het eigenbelang van de garagist. Dus zo’n

contracten gaan uw rechtszekerheid in het systeem uithollen: contracten worden in het eigen belang opgesteld, maar ze gaan niet per se de tegenpartij respecteren en wanneer dit systematisch zit in het systeem, gaat de ganse rechtszekerheid worden uitgehold van het systeem. Daarom dus een enorme push voor standaardisatie. Op die manier kunnen zo’n discussies vermeden worden.

Aquiliaanse aansprakelijkheid

De burgerlijke aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid voor de schade die men aan een ander - buiten enig

contractueel verband - veroorzaakt. Vandaag wordt ze nog steeds de "aquiliaanse aansprakelijkheid" genoemd. Deze term verwijst naar de "lex aquilia", een Romeinse wet. In de rechtspraak wordt "aquiliaanse aansprakelijkheid", "aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad" of "(quasi-)delictuele aansprakelijkheid" meestal geplaatst tegenover de contractuele. Vandaar dat men ook wel spreekt van de buiten- of extra-contractuele aansprakelijkheid. Het is immers zo dat, wanneer iemand verplicht is om iets te doen, deze plicht of verbintenis zijn oorsprong vindt of in een overeenkomst, of in een onrechtmatige daad.

De wettelijke basis voor de regeling vandaag de dag, vinden we in artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek :

"Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade

4.1.2. Universaliteit

Verbintenissen zijn gebonden aan universele regels wat de vorm betreft en steunen op de algemeen ethische plicht tot betrouwbaarheid, onpartijdigheid en respect voor de handelspartner als persoon.

1. Betrouwbaarheid

Ruilverkeer kan enkel ontwikkelen in een sfeer van kredietwaardigheid. De eis dat contracten betrouwbaar moeten zijn!

o Dit slaat niet enkel op de solvabiliteit van de partners maar ook op de morele zekerheid dat ze de bewezen diensten ook passend zullen vergoeden.

o Het uitwisselen van een product en de verschuldigde geldsom gebeurt bijna nooit gelijktijdig. Betrouwbaarheid is noodzakelijk om handelstransacties vlot te laten verlopen, zo niet zijn dure beschermingsmaatregelen zoals extra reserves, verzekeringen en gerechtskosten noodzakelijk. o Kredietbetalingen maken de termijn tussen levering en betaling langer maar bij fraude zou het hele

systeem instorten.

o Categorische imperatief van Kant : “Je kan alleen dat als leidraad nemen in je persoonlijk handelen waarvan

je kunt aannemen dat elke persoon in jouw omstandigheden het ook zou kunnen doen, zonder dan allen schade lijden.”

 Dit betekent dat alle partijen de gesloten overeenkomsten getrouw dienen na te leven (“pacta sunt servanda (PSS)” = overeenkomsten moeten nageleefd worden). Enkel dit principe is universeel aanvaardbaar!

Voorbeeld: lening aan derdewereldland, maar geld komt in handen vd dictator  land gaat lening niet terugbetalen. Wat nu? Moet de arme bevolking schade terugbetalen?  NGOs kwamen in opstand en het gaat om discussie van humane impact  afweging stabiliteit v. leningen vs. de impact op het leven v. die mensen  PSS komt vaak voor, maar soms w het in vraag gesteld vanuit een moreel standpunt

2. Onpartijdigheid

Een verkoper moet onder gelijke omstandigheden aan koper A een beschikbaar goed met dezelfde kwaliteit voor dezelfde prijs leveren als aan koper B. De vrije markt is volledig neutraal, maw de naam vd tegenpartij mag er niet toe doen

o Dit betekent niet dat men het goed moet kunnen leveren aan ieder die dit vraagt. Voorraad is immers niet onbeperkt.

o Het is gericht tegen alle vormen van omzeiling van het recht op mededinging (dumping, prijsfixatie, …) en tegen weigering van verkoop (boycot, discriminatie van handelspartners, ongeoorloofde druk op

doorverkopers en klanten, …).

o Het criterium “gelijke behandeling” moet proportioneel bekeken worden: het is wel toegestaan om een regelmatige klant met een groot order betere voorwaarden te bieden dan eenmalige klanten met kleine orders. Maar alle grote en trouwe klanten moeten gelijkwaardig behandeld worden, net zoals alle kleinere klanten onderling (= definitie van rechtvaardigheid volgens Aristoteles)  onderscheid maken tss kleine en grote klanten mag! Dit heeft business sense