• No results found

Inbreuken op de principes van vrije mededinging =

Beperkingen van markten

HOOFDSTUK 4: Eerlijkheid tegenover handelspartners

5. Inbreuken op de principes van vrije mededinging =

Prijzen die tot stand komen door dumping, manipulatie van voorraden, blokakkoorden, exclusieve distributieafspraken of onderhandse prijszetting.

4.3. Steekpenningen

4.3.1. Omkoperij en afpersing  2 vormen v steekpenningen

Steekpenningen =

Persoon A betaalt aan persoon B een beloning uit buiten het normale commissieloon van B, opdat B de handelstransacties van A met de firma die B vertegenwoordigt doet slagen.

o Ofwel neemt A het initiatief tot het geven van steekpenningen om de concurrentie uit te schakelen of om een minderwaardig product toch te verkopen (omkoperij).

o Ofwel neemt B het initiatief doordat hij weigert het product van A op onpartijdige wijze te evalueren, verhandelen, kopen of transporteren (afpersing).

 Hierin ben je werkelijk een slachtoffer.  2 zaken zijn van groot belang:

o Het gaat om corruptie van een beroepsfunctie op een maatschappelijk onverantwoorde wijze. o Het gaat om een (stilzwijgend) contract.

Enkele argumenten voor en tegen:

o Ethisch argument: meeste mensen zijn zo opgevoed dat men zo’n praktijken niet goed vinden. Het is moreel/ethisch niet ok

o Juridisch argument: meeste landen hebben een duidelijke wet tegen steekpenningen/corruptie

o Economisch argument: een zuiver economisch argument van efficiëntie: marktsysteem waarbij prijs w beslist door vraag en aanbod. Een onevenwicht leidt tot een situatie waarbij de mensen te veel betalen  in se: slechte economie  globaal zorgt het voor inefficiëntie met nefaste gevolgen

4.3.2. Corruptie van een beroepspraktijk

Iemand wordt aangemoedigd om zijn beroepsfunctie van tolbeambte, overheidsambtenaar of verkoopmanager op partijdige en incorrecte wijze uit te oefenen. Het publiek, de concurrenten en niet-betrokken medewerkers worden hierdoor benadeeld. Beide partijen die aan corruptie toegeven maken zich moreel schuldig. Toch zijn er in uitzonderlijke gevallen verzachtende omstandigheden:

Culturele verschillen

Er zijn samenlevingen waar corruptie de regel is en het onmogelijk is om normale handelstransacties af te sluiten zonder steekpenningen te betalen. Toch moet men inspanningen leveren om deze misbruiken collectief te stoppen.

 Bv. Lockheed has een ‘terecht’ excuus: corrupte relaties tussen de Japanse overheid en de zakenwerled waren tot in de jaren ’90 normaal.

De initiatiefnemer treft de zwaarste schuld

Wie initiatief neemt tot corruptie treft een zwaardere schuld dan wie toegeeft aan afpersing of omkoperij. Het ontbreken van schuld kan enkel in het geval van overmacht van de receptieve partij, die dan geen enkele vrijheid VOORBEELD: De Lockheed affaire

Lockheed kwam in het nieuws door verscheidende omkoopschandalen waarbij politici of ambtenaren financieel werden vergoed om contracten binnen te halen. Zo werden steekpenningen betaald aan politieke functionarissen zodat zij invloed zouden uitoefenen op de commissieleden die beslissen over de aankoop van nieuwe vliegtuigen voor de nationale luchtvaartmaatschappijen. Destijds bestond er nog geen verbond op steekpenningen maat toch werd het bedrijf veroordeeld voor frauduleuze boekhouding omdat de steekpenningen geboekt stonden als marketing costs en ten onrechte werden afgetrokken van de belastingen.

meer beschikt om te weigeren.

o Formele coöperatie = de betrokken partij was volledig vrij om de handeling al dan niet uit te voeren en

beschikte over alle relevante informatie (wetgeving, gewoonten, praktijken…). Wie formeel coöpereert aan een misdrijf treft de volle schuld.

o Materiële coöperatie = beperkingen op vrijheid of kennis (“Ik stond onder externe druk” of “ik was niet

volledig op de hoogte”). De mate van belemmering bepaalt de maat van relatieve onschuld.  Ingeburgerde praktijk

Als alle concurrenten binnen de sector hetzelfde doen. Sommige marktstructuren vragen om corruptie.

 Bv. de vliegtuigsector is een erg beperkte markt: slechts weinig grote constructeurs en relatief weinig potentiële kopers, terwijl de kooporders daarentegen zeer omvangrijk zijn. Een order brengt miljoenen op maar het mislopen van een of twee orders resulteert in een enorm verlies. MAAR toch Lockheed had wat moeite moeten doen om overeen te komen met concurrerende constructeurs van geen steekpenningen meer uit te betalen.

Onduidelijkheid over rollen en activiteiten van de beroepsfunctie

 Bv. kunnen ouders tegen betaling toestemming geven hun kinderen te laten optreden in pornografische films of hen gevaarlijke acrobatische stunts laten uitvoeren? Vroeger werd dit niet juridisch als omkoperij aanschouwt omdat het niet beroepsmatig was. Maar vandaag meer en meer wel.

4.3.3. Corruptie impliceert een contract

Een corrupte transactie houdt in dat er expliciet of stilzwijgend, een contract is gesloten tussen de twee partijen. Men spreekt alleen van omkoperij of afpersing wanneer de geschenken of eisen tot een partijdige wederdienst leiden. Het ontvangen van giften betekent dus niet noodzakelijk dat er sprake is van corruptie zolang men op onpartijdige wijze taken blijft uitoefenen.

De Wereldbank neemt het tegen corruptie op omdat het een ernstige hinderpaal vormt voor faire internationale handel. Er wordt naar gestreefd om de discretionaire bevoegdheden van ambtenaren te beperken a.d.h.v. volgende maatregelen:

o Voldoende betalen via het gewone loon.

o Hen onderwerpen aan effectieve controles inzake onpartijdig optreden. o Hen effectief sancties opleggen voor incorrect gedrag.

o De regels van het beleid transparanter maken (minder uitzonderingen, minder complexe belastingschalen, minder belastingvoeten, …).

Land met meeste corruptie = Nigeria! Er is olie, 30% vd mensen leven in armoede, door de ontdekking vd olie stroomt er nochtans veel geld naar het land, maar ook armoede is enorm toegenomen (70%)  structuur vh land is helemaal kapot gemaakt door de corruptie die samenging met de oliehandel  corruptie = norm geworden in Nigeria.

4.4. Onderhandelingspraktijken

In het zakenleven komen er vormen van misleiding voor die bij de praktijk van het beroep horen en daarom niet te vermijden of moreel af te keuren zijn.

o Persuasieve reclame

o Eenzijdige presentatie van een product o Eenzijdige belangenbehartiging

o Overdrijven of voorliegen met het beloven van leveringstermijnen of garanties.

 Dit hoort bij het onderhandelingsproces dat voorafgaat aan het sluiten van een contract. Het hangt af van de handigheid en de ervaring van de tegenpartij of zij de leugen van haar onderhandelingspartners kan doorprikken. Deze vormen van misleiding worden in het onderhandelingsproces veralgemeend zonder dat ze de zakenpraktijk zelf ondermijnen. De minimale morele voorwaarden zijn:

1. De misleiding mag zich niet uitstrekken tot de productvereisten die contractueel zijn vastgelegd: de overeengekomen kwaliteit, kwantiteit, prijs, leveringstermijnen en garanties.

2. De misleiding moet door rationele personen bij nadere reflectie en navraag te doorzien zijn.

3. Binnen de gegeven sector moet er algemeen bekend zijn onder welke voorwaarden er onderhandeld wordt (afdingen, onderhandelingsrondes, …).

Vanuit moreel oogpunt blijft er kritiek bestaan tegenover de ingeburgerde praktijk om in onderhandelingen halve waarheden en leugens te verspreiden. Ook leugens om bestwil, voorwendsels en simulatietechnieken zullen op lange termijn het wederzijdse vertrouwen in de maatschappij ondermijnen.

Vormen van bluf kunnen soms verantwoord zijn om de tegenpartij te imponeren en gunstig te stemmen. Maar deze praktijk mag niet algemeen uitgebreid worden. De schade van misleiding weegt niet op tegen de onmiddellijke voordelen. Er hangt bovendien een stevig prijskaartje aan het gebrek van transparantie van markten (dure steekpenningen, transactiekosten om zich in te dekken tegen misleiding van onderhandelingspartners, …).