• No results found

Rechten en plichten van aandeelhouders 7.1 De rechten van de aandeelhouders

Reclame in de publieke ruimte (vaak examenvraag)

HOOFDSTUK 7: Rechten en plichten van aandeelhouders 7.1 De rechten van de aandeelhouders

Er zijn 2 categorieën van rechten voor AH:

1. Vermogensrechten: betrekking op de geldstromen die AH van de vennootschap krijgen. 2. Politieke rechten: betrekking op de machtsuitoefening binnen de vennootschap.

7.1.1. De vermogensrechten

AH hebben onder bepaalde voorwaarden een recht op dividend en als mede-eigenaars kunnen zij hun aandelen ook desgewenst met winst of verliesbeperking verkopen.

o Het recht op dividend

Het is geen absoluut recht want de uitkering ervan wordt eerst goedgekeurd door de AV van AH en omdat het beperkt kan worden wegens herinvesteringen. Bovendien heeft niet elke AH gelijke rechten.

 Preferentieaandelen: voorrang op gewone AH.

 Cumulatief preferente aandelen: geven recht op het recupereren van niet-betaalde dividenden.  Preferente winstdelende aandelen: geven bovenop het statutair bepaalde bedrag van dividend ook

nog recht op delen in de resterende winst. o Verkopen van aandelen met winst of verlies

Als een onderneming goede prestaties levert stijgt de vraag naar haar aandelen. Dit doet ook de waarde stijgen en in dat geval kan een AH overwegen om zijn aandelen met winst te verkopen.

7.1.1.1. Ethische problemen i.v.m. de uitoefening van vermogensrechten

Foutieve rapportering over de bedrijfsresultaten

De verwachtingen van AH betreffende de resultaten van hun investering zijn in belangrijke mate afhankelijk van de

rapportering. Het management is verplicht een JR en jaarverslag voor te leggen. Er rijzen echter steeds meer problemen met de boekhoudkundige audit. Van zodra er druk ontstaat op de prestaties van het bedrijf, wordt er geknoeid met de cijfers (vb. Lernout & Hauspie, Enron…).  Oplossing: corporate governance.

Handel met voorkennis (“insider trading”)

Sinds 13/11/1989 is handel met voorkennis verboden in Europa en de VS. Toch pleiten sommige analisten voor de

toelaatbaarheid ervan omdat het de efficiëntie van aandelenmarkten en kapitaalallocatie verbetert. Maar de vrije markt kan niet functioneren zonder een minimum aan morele spelregels. Bij handel met voorkennis ontbreekt de gelijkheid van kansen bij mededinging. Door een ongelijke toegang tot kennis kent niet iedereen de feitelijke stand van zaken.

 Bv. Quick stuurde een waarschuwing over slechte winstcijfers onder ‘embargo’ naar de pers en enkele analisten. Dit embargo houdt in dat de betrokken ontvangers van het nieuws de informatie al mogen gebruiken voor hun artikels of analyses, maar dit nog geheim moeten houden voor de buitenwereld. Ze mogen dus geen aandelen verhandelen op grond van de verkregen informatie. Toch konden sommigen de verleiding van voortijdige verkoop niet weerstaan. Aandelenprijzen zakten meteen en het aandeel werd uiteindelijk geschorst.

 Alle AH of potentiële AH moeten op een correcte manier, op hetzelfde tijdstip en nauwkeurig geïnformeerd worden over belangrijke wijzigingen in de toestand van een onderneming.

7.1.2. De politieke rechten

Stemrecht

Medezeggenschap in het beleid is afhankelijk van het stemrecht in de AV van de AH. Wie een meerderheid van aandelen bezit of samen met andere AH een coalitie vormt, kan macht uitoefenen.

o Stemrecht van AH wordt niet altijd gerespecteerd. Vooral voor kleine AH levert stemrecht geen inspraak op. o Probleem: verschil in wetgeving tussen de Europese staten.

België: evenredigheidsregel bepaalt dat het aantal stemmen verbonden aan elk aandeel evenredig moet zijn met het gedeelte van het kapitaal dat het vertegenwoordigt. Nadien werden er ook ‘aandelen zonder stemrecht’ ingevoerd.

 Iedereen die een participatie van meer dan 5% verwerft moet dit onmiddellijk aan de betrokken vennootschap en aan de Bankcommissie meedelen.

Het voorkeurrecht :

bestaande AH kunnen bij voorkeur inschrijven op een kapitaalverhoging tegen inbreng van geld in verhouding tot het deel van het kapitaal dat hun aandelen vertegenwoordigt. Zo blijft hun stemrecht gelijk en kunnen ze gecompenseerd worden voor het waardeverlies van hun oude aandelen.

o Indien de statuten het toelaten, kan de RvB of de AV bij beslissing tot kapitaalverhoging, het voorkeurrecht beperken en opheffen, op voorwaarde van uitvoerige verantwoording en mits het in het belang van de onderneming is.

o Techniek om te beschermen tegen vijandige overname (aantal stem gerechtigde aandelen daalt).

7.2. De plichten van de aandeelhouders

7.2.1. Verantwoordelijkheid en eigendom

De eigendom mag geen schade toebrengen aan derden. Eigenaars moeten erop toezien dat de ondernemingen waarin ze participeren geen schade berokkenen aan individuen of aan publieke goederen (milieu, volksgezondheid…).

7.2.2. Verantwoordelijkheid en macht

De meerderheid van ondernemingen wordt niet door eigenaars gecontroleerd maar door managers.   onderscheid: genotrecht van de eigendom (AH) en beschikkingsmacht door verdienste (managers).

Het bestuur van grote ondernemingen is vaak in handen van de managers van holdings die aandelenportefeuilles beheren. Managers van holdings hebben geen macht door bezit maar door verdienste. Wegens hun kwaliteiten hebben ze macht over bezitters van aandelen en kapitaal verkregen. Ze dragen een dubbele verantwoordelijkheid:

1. Het ondergebrachte of geïnvesteerde kapitaal zo goed mogelijk beheren en laten renderen.

2. Ze moeten ook rekening houden met het welzijn van andere betrokken partijen zoals werknemers.

7.2.3. Positie van de kleine aandeelhouder

Kleine AH dragen nog een belangrijke verplichting als burger van de samenleving die stemrecht heeft in de onderneming. o Plicht van niemand schade toe te brengen, niet te discrimineren, geen mensenrechten te schenden…

o AH beschikken over machtsmiddelen waarover gewone burgers niet beschikken: het recht op deelname aan de AV, het recht op informatie, de eventuele mogelijkheid om moties ter stemming voor te leggen betreffende een wijziging van beleid wegens ethische redenen en ze kunnen protest aantekenen tegen onrechtvaardige beslissingen.

 Door hun inbreng kunnen ze de verantwoordelijken van de onderneming bewust maken van de morele implicaties van hun beslissingen en aldus meewerken aan een algemene verbetering van het ‘politieke’ gedrag van ondernemingen in de samenleving.

7.3. Alternatief investeren

Zowel grote als kleine aandeelhouders kijken met een ethische blik naar hun investeringen

(ethisch/duurzaam/maatschappelijk verantwoord investeren). Vanaf de jaren ’70 ontstond er de maatschappelijke beweging “kritisch aandeelhouderschap”, dat geleid heeft tot de oprichting van adviesorganisaties voor ethisch investeren en ethische beleggingsfondsen.

criteria bepaald rond de manier waarop een bedrijf omgaat met het milieu, met haar personeel en met landen in ontwikkeling.

Er zijn 3 manieren waarop aan het ethische gehalte van een investering vorm gegeven wordt: 1. Engagement of actief aandeelhouderschap.

2. Opvolging van een aantal basisnormen die wereldwijd als problematisch beschouwd worden  Bv. kinderarbeid, productie van munitie…

 Een ethisch comité bestudeert de lijst met bedrijven waarin geïnvesteerd wordt, en als men denkt dat daar bedrijven tussen zitten die problematisch zijn, dan verdwijnen zij uit het fonds.

3. ‘Best in class’ producten: volledige sectoren worden doorgelicht op alle aspecten van hun bedrijfsvoering en er wordt nagegaan wie de beste is. In de finale investeringsportefeuille worden dan de 10% beste bedrijven uit elke sector opgenomen.

De beweging van het ethisch investeren heeft ook geleid tot de oprichting van alternatieve investeringsfondsen en banken die enkel beleggen in projecten met belangrijke maatschappelijke meerwaarde op sociaal, ecologisch of mensenrecht vlak.

7.4. Fusies en overnames

De financiële markten zijn de laatste jaren sterk in beweging gekomen, wat ook blijkt uit het toegenomen aantal fusies en overnames.

o In kleinere landen zoals België worden steeds meer bedrijven overgenomen door grote buitenlandse

ondernemingen en holdings, waardoor de lokale beslissingsautonomie verloren kan gaan en waardoor vitale sectoren zoals gas, elektriciteit en watervoorziening aan de nationale controlemacht dreigen te ontsnappen. o Er wordt gepleit voor verankeringsstrategieën om weerstand te kunnen bieden aan de toenemende controle

vanuit het buitenland.

Niet alle kandidaat-overnemers vormen per definitie een bedreiging en het management heeft niet het recht om zich met alle mogelijke middelen te verzetten tegen een poging tot overname.

o Soms kan een fusie gunstige gevolgen hebben voor een onderneming: wanneer deze slecht bestuurd of beheerd werd en de overnemer over voldoende macht beschikt om orde op zaken te stellen.

o Een afweerstrategie is aanvaardbaar indien de kandidaat-overnemer louter speculatieve bedoelingen heeft of negatieve beslissingen wil doorvoeren. De middelen die men hierbij gebruikt moeten wel ethisch verantwoord zijn en mogen het welzijn van de onderneming niet schaden.

Bij een overname moet er rekening gehouden worden met een aantal morele criteria: 1. Procedurele vragen betreffende informatie en eigendomsrechten

o Het voorbereidende onderzoek moet op een open en onpartijdige wijze gebeuren. o Aan alle betrokken partijen moet alle relevante informatie meegedeeld worden.

o Handels-en industriële geheimen die andere eigenaars toebehoren moeten geheim gehouden worden. 2. Vragen met betrekking tot kosten en baten

o Welke invloed zal de transactie hebben op alle belanghebbenden (AH, managers, werknemers, gemeenschap, leveranciers, klanten, nationale economie…)? Wat zijn de gevolgen?

o Wat zijn de gevolgen voor de partijen als de transactie niet zou doorgaan? 3. Vragen met betrekking tot de billijkheid

o Hoe zullen de winsten verdeeld worden? Moeten er partijen voor de kosten opdraaien? o Zal de transactie de productiviteit van de overblijvende firma verbeteren?

o …

Bovenstaande vragenlijst vertrekt van het stakeholdermodel: men moet rekening houden met de consequenties voor de verschillende belanghebbende partijen.

 De rechten van de werknemers moeten gerespecteerd worden: men moet hen informeren en hen niet aan VOORBEELD: De Groenregeling

In Nederland kent men een extra vrijstelling van roerende voorheffing toe op renten en dividenden afkomstig van ‘groene’ instellingen en ontwikkelingsprojecten. Het geïnvesteerde vermogen in ethische beleggingsfondsen steeg spectaculair. Groen beleggen werd actief gepromoot.

financiële en economische belangen opofferen.

 Werknemers hebben een fundamenteel recht op zelfbeschikking. Zij moeten zelf kunnen kiezen hoe zij hun toekomst en loopbaan zullen uitbouwen. Ze moeten dus toegang krijgen tot alle informatie die hun keuzemogelijkheid beïnvloedt.

 Werknemers hebben de plicht zich in te zetten voor de onderneming, maar ze hebben ook het recht om door de bedrijfsleiding gerespecteerd te worden (wederkerigheid van rechten en plichten).