• No results found

Vervolging van strafbare feiten, welke alleen op klachte vervolgbaar zijn

Onder de Inlandsche bevolking heerscht de meening, dat degene die door het plegen van een strafbaar feit schade heeft geleden, b. v. de bestolene, de verwonde, het in zijne macht heeft al dan niet den dader strafrechtelijk te doen vervolgen, en, wanneer de vervolging is ingesteld, naar zijne keuze haar te doen voortzetten of staken. Een desahoofd, vernemende dat er in zijne desa diefstal heeft plaats gehad, is veelal van oor-deel, dat hij, van den bestolene geen klacht ontvangen hebben-de,'ook geen vervolging mag aanvangen.

» • Ï Ö U . Ï . - ' . - - . I

39

•' £ 3 j Ç j L n f S Ä T - sawsi p U a j a r «em pa,-menginap; . heraoa si saksi

2 -r^Ä7^"S , d e n g a " t i d a k

djadi saksi, kaloe Jidak dengan dzin d i h a_ Generaal, menghatoerkan declaratie jang

toerkan oleh saksi bangsa Eropa.

• n« melakoekan perboeatan jang boleh f. Kaloe orang jang m e' ^e K a" £ dipoetoeskan oleh

dihoekoem dan jang P ^ S ' ^ e m o n d o k atau ditangkap Landraad . ^ ^ f t S r a a d , tempat misdrijf ditempat jang tidak m a c s o i e^ ^ "r k a n dioega bersama-sama itoe dilakoekannja, mesti d'hatoerkan j „ me nerang-bundel soerat» pepenksaan ttoe « ^ ^ Ja r, tempat

kan berapa djaoehnja tempat ting&* .. d i m i s d r i j f itoe, Landraad ^ang dalam d a t t a h n , - ™ % * £ ^ j a n g dalam

moetoeskan perkara itoe (lihat katja w )

§ 2 .

Perboeatan jang boleh dihoekoem tjoema boleh dibikin-perkara kaloe ada orang

jang m e n g a d o e k a n .

Banjaknja orang jang menjangka bahwa orangt jang »endapat roegi atau ketjelakaan o l e h-k a r e"a,aP ^ „a d a n ia - oepamanja dihoekoem, jang dilakoekan orang- ^ ^ ^ n Jmbikin -ketioerian barang-, loeKa a.. '• ' . D e s akitan, atau kaloe

perkara atau tidak ™ m b * ^ ^ akan

soedah dibikin-perkara, dia _b«koeasa b j o e r o e h

teroes-& teroes-& £ * Ä n T Ä ^ n ^ l a , ,£a„ja,

d,i-Deze meening is onjuist, want als regel geldt, dat aan het oordeel van de justitieele politie is onderworpen de vraag of in het algemeene belang eene strafvervolging gewenscht mag heeten.

Het desahoofd zal aangaande elk strafbaar feit, dat hem ter oore komt, onderzoek doen en ten spoedigste het geval rap-porteeren aan den Wedana (art. 14 I.R.). Hetzelfde is den Wedana voorgeschreven, die het misdrijf of de overtreding we ke te zijner kennis is gekomen, aan den Regent heeft te me den. Daar de Regent elk relaas van den Wedana onver-wijld aan den (Ass).-Resident heeft in te dienen (art. 40, 67, /o id.), is dus ten slotte het antwoord op de gestelde vraag door laatstgenoemden ambtenaar te geven, die daarbij het algemeen belang tot richtsnoer neemt.

Er zijn evenwel uitzonderingen op den regel. In sommige gevallen heeft de wet, op grond dat het belang van het indi-vidu meer geschaad zou kunnen worden door eene strafver-volging dan het algemeen belang er bij gebaat zou zijn, aan de beleedigde partij de beslissing overgelaten van al of niet vervolging, t.w.

de misdrijven :

• 1°. bij overspel 'van de gehuwde vrouw (art. 284 W. v. S.) 2 bij vleeschelijke gemeenschap buiten echt met eene

vrouw, van wie de man moet weten dat zij nog geen 15 jaren oud is althans nog niet huwbaar is (art. 287id.)

N. B. Geen klacht is vereischt, wanneer het meisje jonger dan 12 jaren l) is of het misdrijf voor haar zeer ernstige

ee-volgen heeft gehad. ë

3°. bij het bewegen door een van de middelen in art. 293 ld. vermeld tot vleeschelijke gemeenschap van een minder-jarige (vrouwelijk of mannelijk) van onbesproken gedrag 4 . bij beleediging door woord, geschrift of afbeelding (artt

319, 320, 321, 485 id.).

-N. B. Geen klacht is vereischt wanneer de beleediging is aan-gedaan aan een ambtenaar in of ter zake van de rechtmatige uitoefening zijner bediening.

1) Zoo de persoon in kwestie geen Europeaan is, is de leeftijd meestal niet te bew.jzen doch enkel te schatten. Toch dient het beproefd te worden, dat bewijs te vmden. De politie onderzoeke alsdan, of in of nabij de woonplaats van het kind.

welks leeftijd men zoekt, korter dan 12 jaren geleden eene gebeurtenis heeft plaats gehad, waarvan de datum vaststaat b.v. het afbranden van een fabriek of huis, een hongersnood, eene overstrooming, eene aardbeving, vervolgens of het kind toen^ al geboren was en zoo ja, of het toen reeds kruipen of praten kon enz. Ook worde onderzocht, of het bekend is onder welken Regent, Wedana of dorpshoofd het kind geboren is.

40

ka.oe tidak ada orang jang m e n g a d o n k a n p e r b o e a . a r » a d a n j a .

dikabarkan orang kepadan,a dar. Jengan lekas duv rapportkan hal .toe kepadaWedana Beg, oe ^ g

SSI ^ Ä ' Ä Ä ^ ' .... W»

% 2 5 ? S d * " I S S * bëguoe"' Ada beberapa perboea.an

perkara misdrijf:

10. kaloe orang perampoean jang berlaki bergendak;

2» kaloe bergendakan dengan perampoean jatig si lak» mesh

• Tahoe bahwa perampoean itoe 'oémoernja beloem IStahoen

ada pengadoean.

- S S E & S S S B S S S S

di pasal 293 W. v. S.

4* kaloe memaloekan orang dengan perkataan, soerat atau gambar.

pekerdjaannja jang sah.

" ^ i ^ a k „oe boekan bangsa Eropa, b i a s a - tidak bisa ditentoekan apa •oenoemj* si anak itoe 12 tahoen atau koerang atau lebih. m e n, j o b a djoega

mentjari-Biar poen soesah diketahoe. 'oemoer .toe, t e * P ' P ° ™e a n a k i, o e : o e p a m a n ] a diperiksa keterangan, jang bisa menjatakan ^ ! ^ » " * tempat tinggalnja anak itoe apa dalam 12 tahoen sebeloem,.]a ked ad.an perkara .m, ^ kelaparan,

£ . didekatnja ^ - n g k a i i ada p a b e n a au ad ^ f ^ - T ^ o ^ n diperiksa bandjir, lindoe besar dan la,„2 k e a d a a n ' " " B ' « ' s i a n a k itoe soedah

ketika Regent, Wedana, prijaji ini atau itoe mas.h ada d. 1. 1.

5 . bij schending van ambts- of beroepsgeheim, mits gepleegd tegen een bepaald persoon, alsmede schending van een geheim aangaande eene onderneming van handel, nijver-heid of landbouw door een geëmployeerde bij zoodanige onderneming of door een der personen bevoegd tot het opsporen van eene overtreding van het Reglement op het maken van ijs en koolzuurhoudende wateren dan wel van het Veiligheidsreglement (artt. 322, 323 W. v. S. Stb. 1908

^ o o163° en 182° en art. 7 Inv. V.). 3 1 8 ^ 8 ; S t b' 1 9 1° n o' 4 0 6 a r t- 1 4 i°- a r t- 6 sub 6°. bij schaking (art. 332 id.).

78. bij dwang om iets te doen, niet te doen of te dulden mits uitgeoefend middels bedreiging met smaad of smaadschrift (art. 335 id.).

8°. bij afdreiging (art. 369 id.).

9°. bij diefstal, verduistering, bedrog, benadeeling (bl 84) vernieling of beschadiging en bij medeplichtigheid aan een' dezer misdrijven door een bloed- of aanverwant in de opgaande of nederdalende linie (met bloedverwant in de opgaande linie is onder Menangkabausche Maleiers op Sumatra ten deze gelijk te stellen de oom van moederszijde) of in den tweeden graad der zijlinie van den benadeelde (artt. 367, 376, 394, 404, 411 W. v. S.).

N. B. Niet bij heling.

10°. bij het opzettelijk inbreuk maken op iemands auteurs-recht alsmede het verspreiden of openlijk te koop stellen van een werk met de wetenschap dat daardoor zoodanige inbreuk wordt gemaakt (Stb. 1912 no. 600. artt. 33, 34).

de overtredingen :

11°. verzuim of nalatigheid in het verrichten van arbeid als bedoeld m art. 30 van het Reglement omtrent de particuliere landerijen bewesten de Tjimanoek op Java (Stb. 1912 no 422 art. 54, j°. art. 6 sub 200° Inv. V).

120 bij willekeurige verbreking" van een geregistreerd contract door een koelie in de Buitenbezittingen (Stb. 1886 no 223 1887 no. 201, 1888 nos 74 en 76, 1889 no. 208 1891 no. 102 jo. Stb. 1889 no. 138, Stb. 1896 no. 233, 1915 no. 421 en 1916 nos. 334 en 685 jo. art. 6 sub 73°, 75°

78", 79°, 82°, 83°, 102°, 251° en 271° Inv. V.).

In deze gevallen is dus geen vervolging mogelijk zonder k acht van den persoon, tegen wien de daad is gericht. Pas na klachte mag de (Ass.-)Resident eene vervolging'doen instellen.

Maar deze is ook dan daartoe niet verplicht, wanneer het alge-meen belang het niet vordert. Zoo zal hij b.v. wanneer op Amboina eene klacht wegens schaking is ingediend met de bedoeling om schadevergoeding te erlangen, den klager ver-wijzen naar den rechter in burgerlijke zaken zonder tot straf-rechtelijke vervolging over te gaan.

41

5 '. kaloe memboeka' rahasia jang orang dapatkan karena pangkat-atau pekerdjaannja, asal dilakoekan pada seorang jangtentoe;

atau rahasia akan soeatoe onderneming atau paberik, asal dilakoekan olëh orang jang makan gadjih dari onderneming atau paberik itoe atau oleh orang jang berkoeasa memeriksa perkara hal paberik2.

6°. kaloe membawa' lari perampoean.

7°. kaloe memaksa orang lain soepaja memboeat atu mengal-pakan soeatoe kelakoean atau memaksa menahankan soeatoe perboeatan, asal pemaksaan ini dilakoekan memakai antjaman hendak memaloekan dengan perkataan (smaad) atau dengen toelisan (smaadschrift.).

8°. kaloe memaksa orang akan memberi wang atau barang dengan memakai antjaman bahwa rahasianja hendak diboeka'kan (afdreiging.).

9°. kaloe keloearga atau periparan jang sebatangtijang (rechte linie) atau soedara atau soedara ipar (laki2 atau peram-poean) dari orang, jang mendapat keroegian, mentjoen, mengampoenjai barang, menipoe, meroegikan orang (katja 84), membinasakan atau meroesakkan barang2nja orang jang mendapat keroegian itoe; atau kaloe merika-itoe tjampoer dalam soeatoe dari pada perboeatan j . t. diatas. Kaloe orang jang meroegikan atau jang keroegian itoe orang Melajoe Minangkabau di Sumatra maka dalam hal j . t. itoe mamaq dari iboenja disamakan dengan keloearga jang sebatang tijang.

KETERANGAN. Hal j . t. diatas tidak dilakoekan dalam perkara heling.

10°. kaloe orang melanggar auteursrechtnja orang lain dan djoega kaloe orang menjiarkan atau mendjoeal boekoe dengan mengetahoei bahwa dia karena perboeatan itoe melanggar auteursrechtnja orang lain.

perkara overtreding*:

11°. kaloe orang teledor atau mengalpakan melakoekan pe-kerdjaan jang terseboet di pasal 30 Reglement par-ticuliere landerijen bewesten Tjimanoek.

12°. kaloe orang koeli di Buitenbezittingen melanggar con-tract jang dimasoekkan dalam register. _ Dalam hal2 j . t. diatas ini seorangpoen tidak boleh dibikin-perkara, kaloe tidak ada pengadoean dari orang jang di-hijanatkan (dimaloekan atau jang dapat keroegian). Kaloe pengadoean itoe ada maka baroelah (Ass.) Resident boleh mem-bikin-perkara akan-tetapi dia tidak mesti memmem-bikin-perkara itoe djika keamanan negeri tidak menoeroet. Oepamanja: kaloe di Ambon satoe orang menghatoerkan pengadoean pada politie dalam perkara membawa'lari perampoean akan-tetapi maksoednja orang itoe hanja soepaja mendapat ganti keroegian maka (Ass.-) Resident hendaklah menoendjoekkan orang itoe pada hakim

perkara civiel dan dia ta'oesah membikin-perkara crimineel.

De klacht moet gedaan worden door den persoon (in het geval van 11° den landeigenaar), tegen wien of den bestuur-der bestuur-der onbestuur-derneming (5° en 12°.), tegen welke het feit is gepleegd, met dien verstande dat hij schaking bovendien nog vervolgd kan worden, zoo de weggevoerde tijdens de wegvoering minder-jarig was, op klachte van iemand, wiens toestemming zij behoeft voor het aangaan van een huwelijk, en, zoo zij toen meerder-jarig was (d. i. bij Inlanders: vanaf het intreden van de pu-berteit), van haren echtgenoot (art. 332 W. v. S.)

De man kan dus niet gaan klagen voor zijne belasterde vrouw, zij moet dat zelve doen. Was degene, tegen wien het feit is gepleegd, op dat tijdstip nog minderjarig en in allen gevalle nog- geen 16 jaren oud, dan moet evenwel de klacht worden ingediend door dengene, die naar het adatrecht zijn wettige vertegenwoordiger is (art. 72 id.), d. i. op Java de vader en bij diens overlijden de moeder of de grootvader van vaderszijde. Diens bevoegdheid eindigt intusschen, zoodra eerstgenoemde 16 jaren oud of meerderjarig is geworden.

N. B. .Voor hem, die onder curateele is gesteld, treedt de curator op, tenzij zulks was geschied wegens verkwisting. In geval van overspel kan nooit iemand anders klagen dan de beleedigde echtgenoot zelf; deze kan daarbij nimmer door iemand worden vertegenwoordigd.

Is geen wettige vertegenwoordiger aan te wijzen, dan treedt als klager op een bloedverwant in de rechte linie en bij gebreke van dezen een bloedverwant tot den derden graad in de zijlinie inge-sloten. En, is de wettige vertegenwoordiger dezelfde persoon als degene, tegen wien de klacht moet worden ingediend, ook en bij voorkeur de echtgenoote van degene, tegen wien hetfeitisgepleegd.

Ook wanneer degene, tegen wien het feit is gepleegd, overleden is, kan — behalve ingeval van overspel - eene vervolging worden in-gesteld, mits niet is gebleken dat de overledene ze nietheeftgewild (art. 73 W.v.S.). Als klagers kunnen dan optreden de ouders, de (ook onmondige) kinderen, de overlevende echtgenoot of echtgenooten.

N. B. Bij eene vervolging ter zake van smaad of smaadschriit ook alle bloed- en aanverwanten in de rechte linie of zijlinie tot den tweeden graad alsmede bij de Menangkabausche Maleiers de mamaq (art. 320, 321 id.).

Met uitzondering van de gevallen boven sub 11°. en 12°.

(overtredingen) vermeld, is voor het indienen van eene klacht een termijn gegeven van zes maanden aan elk der tot klachte gerechtigden, die binnen Ned.-lndië verblijf houdt, en van negen maanden voor wie daarbuiten verblijf houdt, te rekenen vanaf het tijdstip dat hij het feit heeft vernomen (art. 74 id.).

Evenwel is ook bij klachtovertredingen de klager aan die termij-nen gebonden, wanneer hij, voor het landgerecht verschetermij-nen, gebruik maakt van zijn recht om ter terechtzitting alsnog van klacht te dienen (art. 8 L. G. R.).

N. B. In het geval van art. 2Q3 W. v. S. zijn deze termijnen 9 en 12 maanden.

42

Pengadoean itoe mesti dimasoekkan oleh orang Jang dihija-natkin sendiri atau oleh pengoeroes onderneming dalam perkara j . t. diatas n°. 5 dan 12. Dalam perkara membawa' lari perampoean orang boleh djoega dibikin-perkara atas penga-doeannja wali-nikah, kaloe perampoean itoe waktoe dibawa'lari beloem sampai 'oemoer (akalbaliq) atau atas pengadoean lakinja kaloe perampoean itoe soedah sampai 'oemoer.

Djadinja si laki tidak boleh mengadoe, kaloe bininja dima-loekan orang tetapi si bini sendiri jang mesti mengadoe. Kaloe orang jang dithijanatkan waktoe berboeatan itoe dilakoekan beloem sampai 'oemoer atau 'oemoernja beloem 16 tahoen maka pengadoean itoe haroes dimasoekkan olëh walinja (ja-itoe ditanah-Djawa: bapanja, dan djika bapanja soedah mati, iboenja atau bapa-bapanja) Kekoeasaannja wali itoe habis sesoedahnja anak2 itoe 'oemoernja 16 tahoen atau akal-baliq.

KETERANGAN. Akan orang jang ada dalam walijat (cura-teele) pengadoean itoe mesti dimasoekkan olëh curatornja, kaloe dia ada dalam walijat itoe boekan dari sebab pemboro-sannja (verkwisting). Dalam perkara bergendak tidak lain orang jang boleh mengadoe hanja si laki atau si bini sendiri, djadinja tidak bolêh diwakil olëh orang lain.

Kaloe tidak ada walinja pengadoean itoe haroes dimasoek-kan olëh soeatoe keloearga jang sebatang tijang dan kaloe ini djoegapoen tidak ada olëh soedara dari bapa atau iboenja atau olëh anak dari soedaranja. Begitoe djoega kaloe wali itoe ja-itoe orang jang diadoekan tetapi sebolëh2 olëh bininja orang jang dihijanatkan.

Meskipoen orang jang dihijanatkan soedah mati, perkarapoen boleh dibikin (kaloe boekan perkara bergendak), asal tidak kenjataan bahwa sebeloemnja soedah mati orang itoe tidak maoe membikin-perkara. Dalam hal ini jang boleh mengadoe ja.itoe iboe-bapanja, anak2nja (biarpoen beloem sampai 'oemoer) dan laki atau bininja orang jang mati itoe.

KETERANGAN. Dalam perkara memaloekan dengan per-kataan alau dengan toelisan pengadoean boleh djoega dima-soekkan oleh keloearga atau periparannja jang sebatang tijang atau olëh soedaranja orang jang dimaloekan. Akan orang Malajoe Minangkabau djoega mamaqnja.

Sekalian orang3 jang tinggal ditanah-Hindia olëh Wet diberi tempo 6 boelan lamanja akan memasoekkan pengadoean, dan 9 boelan akan orang2 jang tinggal diloear tanah-Hindia.

Tempo2 ini moelai djalan dari waktoe orang2 terseboet dia-tas mendapat kabar dari perhijanatan itoe. Tjoema dalam hal j . t. n°. 11 dan n°. 12 (perkara overtreding) temponja tidak ditentoekan akan-tetapi tempo2 itoe dipakai dan tidak boleh diliwati olëh orang jang baroe mengadoe dimoeka pengadilan seandainja dia dipanggil dimoeka Landgerecht.

KETERANGAN. Dalam hal terseboet di pasal 293 W v. S. tempo- ini lamanja 9 dan 12 boelan. .

Geen nieuwe termijn wordt gegeven aan iemand, die eerst later tot klachte gerechtigd werd, hetzij omdat toen pas hij 16 jaren oud werd of de curateele over hem werd opgeheven hetzij omdat hij tot klachte bevoegd werd tengevolge van het inmiddels overlijden van den persoon, tegen wien het feit was gepleegd. Hij blijft dan gebonden aan den termijn van den aanvankelijk tot klagen gerechtigde.

Evenmin heeft recht op een nieuwen termijn iemand, die, dadelijk kennis bekomen hebbende van een diefstal of ander vermogensdelict, pas veel later vernomen heeft, dat de dader is een zijner naastbestaanden.

N. B. Zoodra het onderzoek heeft uitgewezen, dat deze is dader of medeplichtige, moet de Wedana de vervolging op-schorten in afwachting dat eene klacht wordt ingediend.

De klacht kan door den tot klachte gerechtigde of diens daartoe bij geschrifte gemachtigde worden ingediend mondeling of schriftelijk bij eiken politie-ambtenaar of -beambte, daar hun allen gelijkelijk bij de wet de uitoefening der politie is opge-dragen. De beambte of lagere ambtenaar geeft van de ont-vangen klacht kennis aan zijn meerdere evenals dit geschiedt

bij strafbare feiten niet op klachte vervolgbaar. %

Heeft de Wedana eene mondelinge klacht ontvangen hetzij direct van den klager of van een lageren politiedienaar ingeval de klager zich tot dezen had gewend, dan dresseere de Wedana daarvan een ambtseedig procesverbaal, waardoor voor den rechter vaststaat, dat de klacht is ingediend en dus eene vervolging mag geschieden.

N. B. Betreft de klacht een van de soorten van beleediging, dan neemt de Wedana woordelijk in het procesverbaal de geuite beleedigende woorden op.

Het verbaal moet den klager of diens gemachtigde worden voorgelezen, door wien het daarna mede wordt onderteekend.

Kan hij niet teekenen, dan wordt de reden hiervan in het verbaal opgenomen. De volmacht wordt vastgehecht aan het verbaal.

Schriftelijk ingediend, moet de klacht onderteekend zijn door den klager of moet daaronder diens duimtopafdruk zijn gesteld, gewaarmerkt door een Notaris, Hoofd van Plaatselijk Bestuur of President van een Landraad (Stb. 1916 n°. 44 j°. 46).

Eene schriftelijke klacht, met een kruisje geteekend, is waar-deloos. De Wedana roepe den klager dan voor zich en be-schouwe de klacht als mondeling op den dag der verschijning gedaan.

43

tidak sekali2 diberikan tempo baroe kepada orang jang baroelah kemoedian berkoeasa akan memasoekkan pengadoean olëh-sebab dia:

a. baroe waktoe itoe 'oemoernja 16 tahoen;

b. baroe waktoe itoe walijatnja diberhentikan;

c. mendapat hak terseboet itoe karena oiang jang dihijanat-kan soedah mati dan orang ini beloem pernah mengadoe waktoe dia masih hidoep. Tempo jang mesti dipakai ja-itoe jang diberikan olëh Wet kepada orang jang bermoela ber-hak akan memasoekkan pengadoean.

Begitoe djoega seorangpoen tidak mendapat tempo baroe, kaloe dia mendapat kabar dari ketjoerian, kehilangan barang, ditipoe d. s. b., akan-tetapi baroelah kemoedian mengetahoei bahwa soeatoe keloearga atau periparannja jang melakoekan perboeatan itoe.

KETERANGAN. Djika dari peperiksaan kenjataan bahwa keloearga atau periparan melakoekan atau tjampoer dalam soeatoe perboeatan maka Wedana mesti memberhentikan pepe-riksaan itoe semantara akan menoenggoe adanja pengadoean.

Pengadoean itoe boleh dihatoerkan dalam soerat atau dengan moeloet olëh orang jang mempoenjai hak atau wakilnja kepada prijaji-politie atau pegawai-politie, sebab kepadanja dikoeasakan olëh Wet akan mendjalankan pekerdjaan politie. Pegawai-politie atau prijaji2 ketjil, mesti menghatoerkan pengadoean itoe kepada kepalanja, seperti soedah dibitjarakan dalam per-kara2 jang boleh dibikin-perkara tidak dengan pengadoean.

Kaloe Wedana menerima pengadoean dengan moeloet dari si pengadoe ' atau dari pegawai-politie karena si pengadoe mengadoe kepadanja maka Wedana memboeat_ proces-verbaal atasÖsoempah pangkatnja, sehingga hakim boleh menentoekan bahwa pengadoean itoe mëmangnja soedah dihatoerkan; djadi-nja hal itoe boleh dibikin-perkara.

KETERANGAN. Kaloe pengadoean itoe satoe daripada perkara"

pemaloean maka Wedana sabolëh' mesti menoeliskan dalam procesverbaalnja sekalian perkataan, jang soedah dikatakan oleh orang jang memaloekan akan memberi maloe si kena-maloe

Procesverbaal mesti dibatjakan kepada si pengadoe atau koeasanja; orang2 ini haroes menaroeh tanda-tangannja di-bawahi procesverbaal itoe. Kaloe dia tidak bisa menoelis maka Wedana haroes menerangkan hal ini dalam procesverbaalnja.

Soerat kekoeasaan mesti diberikoetkan dengan procesverbaal itoe.

Pengadoean dalam soerat mesti memakai tanda-tangannja atau tjap-doemoek(djempol tangan)nja orang jang mengadoe itoe akan-tetapi tjap-doemoek itoe mesti dibenarkan oleh Notaris Kepala-Negeri atau President Landraad.

Pengadoean dalam soerat jang tjoema memakai „kaki-ajatn (perapatan), tidak sah. Dalam hal ini Wedana memanggil si pengadoe dan memboeat proces-verbaal atas soempah pang-katnja, seperti si kena-maloe itoe datang kepadanja mengadoe-kan hal itoe.

7

De klager heeft het recht eene reeds aangevangen strafver-volging te doen staken, zelfs nog ter terechtzitting tot aan de uitspraak van het vonnis, mits binnen drie maanden na het indienen der klacht (art. 75 W. v. S.).

N. B. Bij overspel is intrekking steeds mogelijk zoolang het onderzoek ter terechtzitting geen aanvang heeft genomen, in de gevallen boven sub 11° en 12' vermeld onvoorwaardelijk.

Wie eene klacht heeft ingetrokken, kan niet andermaal dezelfde klacht indienen.

De wijze waarop de klager van de intrekking der klacht moet doen blijken, is natuurlijk dezelfde als de manier, waar-op hij de klacht kan indienen.

De Wedana wachte het verstrijken van den termijn van intrekking der klacht niet af, doch vange met de vervolging aan zoodra de klacht is ingediend.

§ 3.

Het vervallen en schorsen der strafvervolging.

Het vervallen en schorsen der strafvervolging.