• No results found

Kekoeasaan prijaji 2 dalam gerechtelijke politie

(membikin-perkara pada pesakitan.)

§ L

Daerah t e m p a t Strafwet1) dilakoekan.

Prijaji2 politie di tanah Hindia Belanda hanja koeasa me-meriksa perkara kaloe strafwetnja tanah itoe dilakoekan atas perboeatan itoe. Kaloe ini soedah njaia maka prijaji2 wadjib djoega membikin voorloopig onderzoek itoe.

Strafwet tanah-Hindia Belanda itoe didjalankan, kaloe per-boeatan jang boleh dihoekoem2) dilakoekan:

1°. di seloeroeh daerah tanah-Hindia Belanda dan lagi di laoetnja territoriaal, artinja menoeroet kebiasaan bangsa Eropa: dalam tiga mail-Inggeris ( = 3 X Î852 meter) dioe-koer dari pantai laoet pada waktoe air soeroet, atau dan karang2 atau pasir2 jang djaoehnja dari pantai-laoet j . t.

tidak lebih dari anem mail-Inggeris, meskipoen pantai2

ini masoek daerah tanah- keradjaan jang memerintah sendiri di tanah- Hindia Belanda (zelfbesturende landschappen.)

KETERANGAN. Kaloe perboeatan jang boleh dihoekoem itoe kedjadian dalam laoet territoriaal di kapal perang bangsa asing maka menoeroet kebiasaan bangsa Eropa Strafwet bangsa asing itoe jang dilakoekan. Kaloe pendoedoek tanah-Hindia tjarn-poer dalam perkara j . t. maka Strafwet bangsa asing dila-koekan djoega, biarpoen Strafwet tanah-Hindia dalam hal ini tidak hilang kekoeatannja. Inilah haroeslah dimoepakatkan dengan Commandant kapal itoe, jang tentoelah menjerahkan pesakitan itoe kepada politie tanah-Hindia.

Perkara jang kedjadian dalam laoet territoriaal di kapal dagang bangsa asing haroes diperiksa ditempat kapal itoe dihadapan Consulnja bangsa itoe atau sesoedahnja memberi tahoe kepadanja.

2°. diloear tanah-Hindia Belanda, tidak perdoeli olëh siapa, kaloe perboeatan itoe dilakoekan dikapal atau perahoe

i) Artinja Strafwet tidak lain dari pada sekalian hatoeran didalam algemeene dan locale verordening jang menentoekan apatah orang jang melanggar Wet boleh dihoekoem.

2) Kaloe pesakitan salah sebab tidak melakoekan soeatoe perboeatan jang mesti dilakoekan maki hal tidak melakoekan perboeatan itoe dianggap soedah kedjadian di tempat dan waktoe hal itoe mesti dilakoekan. Oepamanja kaloe anak-kapal lari sesoe-dahnja kapal itoe berangkat akan-tetapi sebeloemnja sampai ketempat jang ditoedjoe maka dia boleh dihoekoem sebab dia dari ketidaannja tidak bisa melakoekan peker-djaannja di kapal: tempatnja dimana dia melakoekan perboeatan jang boleh dihoekoem itoe ja-itoe tempatnja dimana kapal berlaboeh pada itoe waktoe.

Indisch vaartuig (artt. 3 en 95 W. v. S.), d. i. een schip gerechtigd te varen op een in Indië door het Ned.-Indische Gouvernement of door een daartoe bevoegd zelf-bestuurder met het waarmerk van het Hoofd van Plaatse-lijk Bestuur verleende zeebrief of jaarpas (Stb. 1905 n".

316 j°. Stb. 1913 n». 439, Stb. 1901 n°. 294);

N. B. In de Zelfbestuursorconnantie is bepaald, dat in landschappen, welke beheerscht worden door de Korte Ver-klaring, aan de Zelfbestuurders het verleenen van zeebrieven of jaarpassen is onttrokken.

3°. buiten Ned.-Indië door onverschillig wien, zoo is gepleegd een der misdrijven opgenoemd in art. 4 W.v.S., nl. opstand, valschheid in muntspecie of bankbiljetten in Ned.-Indië wettig gangbaar, zeeroof e.dglke.;

N. B. Wordt zeeroof volgens het volkenrecht gestraft naar de strafwet van die natie, welke de zaak aan zich heeft getrok-ken, onverschillig de herkomst van het schip, met of tegen hetwelk het feit is gepleegd, daarentegen worden strafbare feiten aan boord van een roofschip begaan (b.v. diefstal ten na-deele van een der opvarenden) door geenerlei strafwet althans niet door die van Ned.-Indië beheerscht, hebbende een als zoo-danig uitgerust schip volkenrechtelijk zijne nationaliteit verloren.

4°. bulten Ned.-Indië door een ingezetene van Ned.-Indië, zoo is gepleegd een der misdrijven genoemd in art. 5 1°. W . v . S .

N.B. Ingezetenen van Ned.-Indië zijn:

1". alle inboorlingen van Ned.-Indië;

2°. allen die met toestemming van de Regeering wonen binnen Ned.-Indië (art. 106 j . 105 R. R.).

5° buiten Ned.-Indië door een ingezetene van Ned.-Indië of door iemand die eerst nadat het strafbaar feit is gepleegd ingezetene van Ned.-Indië is geworden, zoo het is een feit, dat door de Ned.-Indische Strafwet tot misdrijf is gestempeld en ook in het land, waar het begaan is, strafbaar is (art. 2° W. v. S.).

N. B. De politie en justitie van Ned.-Indië hebben zich van de kennisneming van een strafbaar feit buiten Ned.-Indië begaan te onthouden, wanneer de buitenlandsche rechter reeds uitspraak in die zaak heeft gedaan, en — bij veroordeeling — de straf reeds geheel is ondergaan of niet meer tenuitvoergelegd mag worden wegens het verleenen van gratie of wegens ver-jaring (art. 76 id.).

6°. buiten Ned.-Indië door een Ned.-Indisch ambtenaar die een ambtsmisdrijf pleegt (zie boek II titel XXVIII W. v. S.), en door een schipper of opvarende van een Ned.-Indisch vaartuig, die de algemeene verordening omtrent de zeebrieven en jaarpassen overtreedt of een scheepvaartmisdrijf of — overtreding (Zie boek II titel XXIX en boek III titel IX id.) pleegt (artt. 7 en 8 id.).

Al zal bij de Inheemsche rechtspraak onder leiding van de Europeesche Bestuursambtenaren ongetwijfeld evenals vroeger het oude thans ook weder het nieuwe Wetboek van Strafrecht worden toegepast, toch zijn in landschappen mei Zei]'bestuur geen andere algemeene verordeningen van verbindende kracht dan die;

6

dari tanah-Hindia jang selagi ada ditengah laoet, dimoeara atau dipelaboehan. Artinja „kapal atau perahoe dari tanah-Hindia" ja-itoe jang ada hak berlajar karena diberinja zee-brief atau jaarpas olêh Goepernemen tanah-Hindia atau oleh negeri jang memerintah sendiri dengan disahkan oleh Hoofd van Plaatselijk Bestuur.

KETERANGAN. Dalam Zelfbestuursordonnaiitie soedah di-tentoekan bahwa ditanah- jang memerintah sendiri, dimana Korte Verklaring soedah dilakoekan, pemerintah negerinja tidak ada hak boeat memberi zeebrief atau jaarpas.

3°. diloear tanah-Hindia Belanda, tidak perdoeli olëh siapa, kaloe jang diperboeat itoe satoe dari misdrijf3 j . t. dalam pasal 4 W. v. S. ja-itoe roesoeh, memalsoekan wang-logam atau wang-kertas jang lakoe ditanah-Hindia, pembadjak d. 1.1.

KETERANGAN. Menoeroet kebiasaannja bangsa Eropa pembadjak itoe dihoekoem menoeroet Strafwet negeri jang menarik perkara itoe padanja, tidak perdoeli asalnja kapal jang dipakai akan membadjak atau jang dibadjak itoe. Akan-tetapi perboeatan- jang dilakoekan di kapal pembadjak (oepamanja:

pentjoerian akan roegi seorang daripada anak kapal itoe) tidak dikenakan atas soeatoe Strafwet djoegapoen, sebab menoeroet kebiasaannja bangsa Eropa kapal jang demikian itoe tidak mempoenjai bangsa.

4°. diloear tanah-Hindia Belanda oleh pendoedoek tanah itoe, kaloe perboeatan2 itoe soeatoe dari misdrijf2 terseboet dalam pasal 5 1°. W. v. S.

KETERANGAN. Jang dinamai pendoedoek (ingezetene):

a. sekalian orang jang lahir di Hindia Belanda;

b. sekalian orang jang beroemah di Hindia Belanda dengen idzin Pemerintah Agoeng.

5°. diloear tanah-Hindia Belanda oleh pendoedoek tanah itoe atau olêh orang jang baroe djadi pendoedoek sesoedahnja perboeatan itoe dilakoekan, kaloe perboeatan itoe menoeroet Strafwet tanah-Hindia djatoeh bagian misdrijf dan boleh dihoekoem djoega ditempat perboeatan itoe dilakoekan.

KETERANGAN Prijaji' politie dan hakim" tanah-Hindia tidak boleh mengoeroeskan dan memoetoeskan perkara jang dilakoekan diloear Hindia, kaloe hakim diloear tanah-Hindia soedah memoetoeskan perkara itoe dan lagi - seandainja pesakitan dihoekoem — dia soedah mendjalankan hoekoemannja sama sekali atau hoekoemannja tidak boleh didjalankan karena

diampoeni atau soedah goegoer.

6°. diloear tanah-Hindia Belanda olêh ambtenaar tanah-Hindia, kaloe perboeatannja ambtsmisdrijf ja-itoe misdrijf jang hanja boleh dilakoekan olëh ambtenaar atau oleh orang kapal tanah-Hindia jang melanggar algemeene verordening atas zeebrief dan jaarpas atau jang melakoekan scheep-vaartmisdrijf atau — overtreding ja-itoe jang terseboet dalam W. v. S. bagian II titel XXIX dan bagian III titel IX.

Meskipoen dalam hal keadilan bangsa boemipoetera, kaloe ditoen-toen oleh Bestuursambtenaar Eropa, Wetboek van Strafrecht jang baroe tentoe akan dipakai djoega, maka sebetoelnja di tanah2 Zelf-bestuur tidak satoe algemeene verordening boleh dilakoekan hanja:

a. welke van nature verbindend zijn voor geheel Ned -Indië omdat zij de strekking hebben te voorkomen dat de Nederlandsche Staat te kort schiet in zijne verplichtingen jegens andere Staten (de quarantaine-maatregel: Stb. 1911 n°. 277 j°. art. 6 sub 188° Inv. V. en die ter bestrijding van het opumgebruik: Stb. 1916 n°. 268) ]);

b. welke in landschappen met Korte Verklaring ingevolge die Verklaring 2) en elders ingevolge overeenkomst met de Zelfbestuurders toepasselijk zijn verklaard in het belang van het gehee'e Rijk (in- en uitvoer van vuur-wapenen enz. in Ned.-Indië zorder vergunning Stb. 1908 n°. 491, art. 6 sub 164° Inv. V. j°. Stb. 1913 n°. 448) of van het gewest waarin het landschap gelegen is (in- en vervoer alsmede verkoop van alcoholische dranken in Menado zonder vergunning, Stb. Î 908 no. 219 jo. art. 6 sub 162° Inv. V.).

N. B. In de residentie Menado is toepassing van het Wetboek van Strafrecht verplichtend voor den Rijksraad te Menado (Stb.

1882 no 28) en den Qrooten Madjelis in het rechtstreeks be-stuurd gebied te Gorontalo (Stb. 1889 no. 95) ten aanzien van misdrijven waarop gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of zwaardere straf is gesteld. (Inv. V. art. 18). Eveneens voor den Rijksraad te Ternate, ook ten aanzien van nog andere straf-bare feiten i St. 1874 no. 144, 1882 no. 33).

Door de Gouvernementsrechters in de Vorstenlanden wordt het Wetboek van Strafrecht toegepast met uitzondering alleen van art. 523 (art. 21 al. 18 Inv. V.).

Strafbepalingen inhoudende reglementen en keuren van politie vermag het Hoofd van Gewestelijk Bestuur voor land-schappen met Korte Verklaring ook uit te vaardigen ten aanzien van de Zelfbestuursonderhoorigen (art. 16 der Zelfbe-stuursordonnantie), t. w. de zoodanige welke voor alle inge-zetenen gelijkelijk moeten gelden om effect te hebben (b. v.

die op orde en zindelijkheid).

De heerschappij van de Ned.-Indische strafwetten strekt zich ook uit over de militairen van het Ned.-Indische Leger (art. 13 Cr. Wb. Kr. t. L.), welke wetten als aanvulling van de speciale militaire strafwetgeving zijn te beschouwen.

Evenzoo en wel ten volle over de gezaghebbers, stuurlieden en schepelingen van de Gouvernements-marine.

Daarentegen wordt in Ned.-Indië de Nederlandsche strafwet toepast met uitsluiting van de Ned.-Indische:

1. op schepelingen der Koninklijke Nederlandsche Marine in Ned.-Indië delinqueerende (aanvulling van de speciale Nederlandsche militaire strafwetgeving). Alhoewel oogen-schijnlijk in strijd met de wet (art. 2 W. v. S.), is hier de toepasselijkheid der Ned.-Indische strafwet uitgesloten.

omdat deze schepelingen — ook de Inlandsche — zijn onderworpen aan de rechtsmacht van den in Ned.-Indië

1) In verband met het toetreden van Nederland tot de Internationale Sanitaire overeen-komst van 1903 en de Internationale Opiumconventie van 1912.

2) AAen zie in verband hiermede : rt. 15 van de Zelfbestuursordonnantie.

7

a. algemeene verordening Jang memangnja mest, dilakoekan dari sebab kewadjibannja Goepernemen Belanda pada lain Keradjaan. Oepamanja: oeroesan quarantaine dan apioen;

b. algemeene verordening jang dilakoekan di landschap» Jang memakai Korte Verklaring sebab menoeroet Verklaring toe î a „ di landschap« jang fain sebab '-noeroet perdjandpan denaan Zelfbestuurder, semoea bergoena akan seloeroeh Keradjaan Belanda (oepamanja:. memasoekkan dan menge-loearkan sendjata api d^ 1. 1. di Tanah-Hindia dengan tidak ada idzin) atau bergoena akan daerah gewest landschap itoe (oepamanja: memasoekkan, mengeloearkan dan mendjoe-al minoeman mendjoe-alkohol di Menado tidak pakai idzin).

KFTFRANGAN. Di keresidenan Menado Wetboek van Straf-recht mesti dHakoekan olëh Rijksraad di Menado dan oleh Groote M^djeHs di (tanah-Goepenremén) Qorontal^an|^mernoe-toeskan misdrijf kaloe diantjam gevangen.sstraf lamanja sarnpa, sembilan tahoen atau hoekoeman jang lebih berat. Begitoe dj^ega Rijksraad di Ternate, djoega dalam beberapa perkara

iaDi,akenresidënan Solo dan Djocja Wetboek van Stafrecht dipakai sama sekali oleh hakim Goepernemen ketjoeahkan pasal 523 sadja.

Kepala Gewest di landschap2 memakai Korte Verklaring boléh djoega mengeloearkan reglement den keur van pol tie jang ada "antjamannja pada rajatnja Keradjaan,toe, kaloe reglement atau keur tidak bergoena seandainja tidak dilakoe-kan atas semoea anak-negerinja dalam gewest itoe. Oepamanja.

goena kesantosoan dan kesehatan.

Strafwet tanah-Hindia Belanda dilakoekan djoega atas militair (Ned. Indisch Leger) seoepama pertambahan can Strafwet boeat

m ö ï lSaagdiia'strafwet j . t. dilakoekan djoega atas djoeragan, djoeroemoedi dan orang kapal dari Gouvernementsmarine.

Aan tetapi di tanah-Hindia Strafwetnja tidak dilakoekan melainkan Strafwet negeri-Belanda sadja, ja-,t.oe:

lo kaloe pesakitannja orang kapal dari Koninklijke ^der' ' Landsche Marine jang melakoekan perboeatan Ji

tanah-Hindia: ini seoepama pertambahan dan Strafwet2 Belanda militair Atas perkara jang baroe diseboet ini Strafwet tanah-Hindia tidak boleh dilakoekan (meskipoen roepanja

berbeda dengan pasal 2 W. v. S.), sebab orang kapal T

djoega jang bangsa anak-negeri - djatoeh kekoeasaannia Zeekrijgsraad di tanah-Hindia jang hanja melakoekan Straf-wet negeri Belanda. Zeekrijgsraad jang terseboet diatas ini dianggap hakim negeri Belanda.

gevestigden Zeekrijgsraad, die als Nederlandsche rechter alleen de Nederlandsche strafwet vermag toe te passen.

M ^ ' ?" Pe,z e is,toepasselijk op ieder Nederlander en op ieder Nederlandsen onderdaan in Ned.-lndië geboren uit ouders al-daar gevest.gd (art 83 al. 2 Ned. W. v. S.), die zich schuldig maakt aan een feit, dat diezelfde wet als misdrijf beschouwt U„MI -00jf v o' ge n s u d5 Ned.-Indische strafwet strafbaar is, welk laatste in den regel het geval is.

Voor het plegen in Ned.-lndië van overtreding kunnen genoemde schepelingen dus niet anders gestraft worden dan krijgstuchteluk. l)

wanneer binnen het ressort van een Nederlandsch Con-sulaat ten Oosten van Kaap de Goede Hoop en ten Westen van Kaap Hoorn door een Nederlandsch onderdaan onver-schillig van welken landaard een strafbaar feit is begaan waarvan dan wordt kennis genomen door den Raad van' Justitie te Batavia: in eersten aanleg wanneer het behoort tot de ernstige in art. 23 van Stb. 1887 no. 207 vermelde misdrijven, en in hooger beroep (van de uitspraak eener consulaire rechtbank) wanneer het een ander misdrijf is volgens de Nederlandsche wet.

N. B Met deze zaken zal de Ned.-Indische politie uiteraard weinig bemoeienis hebben.

Op de passagierende bemanning van een oorlogsschip van vreemde nationaliteit, op Ned.-Indisch grondgebied een strafbaar feit plegende, is weder de Ned.-Indische strafwet toepasselijk.

^'A H'-I H e t ge b r u i k b r e ng t evenwel mede, dat het feit on-middellijk ter kennis wordt gebracht van den Commandant van het oorlogsschip, met wien overleg wordt gepleegd of het teit zal worden berecht door den Ned.-Indischen rechter of door

n r ? - , o f d e m'litaire autoriteit aan boord van het schip.

Folitioneele voorschriften tegen opvarenden van die oor-logsschepen, aan den wal gekomen, vindt men in Stb. 1905 no. 513 jo. no. 611.

§ 2 .

Bevoegdheid van de Inlandsche Justitie