• No results found

Het Voorloopig Onderzoek in Strafzaken Handleiding

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Het Voorloopig Onderzoek in Strafzaken Handleiding"

Copied!
268
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Handleiding

TEN OEBRUIKE BIJ

Het Voorloopig Onderzoek in Strafzaken

VAN

Inlanders in Nederlandsch-Indië

DOOR

Mrs. W. F . Haase en W. Boekhoudt.

V U F D E U I T G A V E

GEHEEL OMGEWERKT

DOOR

MR. W. BOEKHOUDT

Oud-Raadsheer in hei Hooggerechtshof van Ned.-Indië.

Raadsheer in het Hoog Militair Gerechtshof van Nederland.

EIGEN UITGAVE.

UITSLUITEND verkrijgbaar bij de N. V. Uitgeversmaatschappij

„PAPYRUS" te Batavia.

(2)

0093 5658

(3)

v

BOEKOE PENOENTOEN.

-/

(4)

TEN GEBRUIKE Bij

H E T V O O R . L O O P I G O N D E R Z O E K

IN S T R A F Z A K E N van Inlanders in Nederlandsch-Indië

DOOR

s. W F. H AASE en W. BOEKHOUDT.

VIJFDE UITGAVE

GEHEEL OMGEWERKT

DOOK

MR. W. B O E K H O U D T

OUD-RAADSHEER IN HET HOOOOERECHTSHOF VAN NED.-INDIË, RAADSHEER IN HET HOOG MILITAIR GERECHTSHOF VAN NEDERLAND

EIGEN UITGAVE.

U I T S L U I T E N D verkrijgbaar bij de N. V. Uitgeversmaatschappij

„PAPYRUS" te Batavia.

(5)

B O E K O E P E N O E N T O E N

AKEN DIPAKAI OLEH PRIJAJl" DALAM

P E P E R I K S A A N

V O O R L O O P I G O N D E R Z O E K

DIKARANG OLEH

MRS. W. F. HAASE dan W. BOEKHOUDT.

TJETAKAN JANG KE-LIMA

DIROEBAH SAMA SEKALI

OLEH

MR. W. B O E K H O U D T

BEKAS R A A D S H E E R H O O G G E R E C H T S H O F H I N D I A - B E L A N D A , R A A D S H E E R H O O G M I L I T A I R G E R E C H T S H O F N E D E R L A N D .

D1KELOEWARKAN O L E H P E N O A R A N O N J A SENDIRI.

T J O E M A dapat dibeli di T o k o - b o e k o e „ P A P Y R U S " di Betawi.

(6)

L. S.!

Wie bij het raadplegen van het boek zich rekenschap wenscht te geven, of hij de juiste beteekenis van den Nederlandschen text inderdaad goed heeft begrepen, raadplege den dikwijls meer

uitvoerigen Maleischen text.

Treft men in den Maleischen text een rechtstem! aan in de Nederlandsche taal zonder omschrijving van deszelfs be- teekenis, dan zoeke men het woord in den Klapper achterin het boek. Aldaar wordt men verwezen naar de bladzijde, welke eene verklaring van het woord bevat.

AFKORTINGEN.

al. = alinea,

d. s. b. = dan sebagainja.

d. t. = dan toeroetannja.

d. 1.1. = dan lain-lainnja.

jo. = juncto, artinja: tersamboeng dengan, j . t. = jang terseboet.

s. s. = sampai dan serta.

A. B. = Algemeene Bepalingen van Wetgeving.

Bb. = Bijblad.

Cr. Wb. Kr. t L. = Crimineel Wetboek voor het Krijgsvolk te Lande.

Cr. Wb. Kr. t. W. = Crimineel Wetboek voor het Krijgsvolk te Water.

(7)

Ill

Kaloe boeat si pembatja maksoednja soeatoe hal Jang terse- boet di bagian Belanda barangkali koerang terang maka haraplah pembatja ljhat dalam bagian Melajoe jang atjapkali diterangkan lebih genap.

Djika di bagian Melajoe pembatja mendapat perkataan basa Belanda jang tidak di terangkan di tempat itoe maka tjarilah artinja perkataan itoe dalam Klapper dikatja2 penghabisan.

Disitoe ditoendjoekkan kaja dimana boleh didapati ketera- ngannja perkataan itoe.

PENDEKAN.

1. R. = Iniandsch Reglement.

Inv. V. = Invoeringsverordening van het Wetboek van Strafrecht voor Ned.-Indië(Stb. 1917n°.497).

L. G. R. = Landgerecht Reglement.

Ov. = Bepalingen omtrent de invoering van en den overgang tot de nieuwe wetgeving.

R. L. = Reglement Rechtspleging bij de Landmacht.

R. O. = Reglement op de Rechterlijke Organisatie en het Beleid der Justitie.

R. R. — Reglement op het Beleid der Regeerin^

Stb. = Staatsblad.

W. v. K. = Wetboek van Koophandel.

W. v. S. = Wetboek van Strafrecht voor Ned.-Indië.

mm

(8)

V O O R W O O R D .

De schrijvers dezer handleiding hebben in hunne jarenlange Landraadspractijk de ondervinding opgedaan, dat de kennis der Inlandsche politie-ambtenaren van de eischen, welke men aan een behoorlijk voorloopig onderzoek in strafzaken mag stellen, geenszins voldoende mag heeten.

Doch evenzeer hebben zij toen ervaren, dat de Inlandsche ambtenaren zelven dat gebrek aan opleiding voor hunne po- litietaak gevoelen en betreuren. Het beste bewijs daarvoor was ons de steeds levendige belangstelling, waarvan zij blijk gaven, wanneer wij in of na de vergadering in raadkamer hun als Landraadsleden iets meer vertelden van het recht en zijne toepassing dan noodig was voor de behandelde strafzaak. Zonder voorlichting gevoelen zij zich bij het onderzoeken eener zaak veelal — zooals een Assistent-Wedana dat eens uitdrukte — als iemand, die bij nacht in een bosch loopt zonder fakkel.

Wij meenden daarom een nuttig werk te verrichten door ge- durende onzen verloftijd ten hunnen dienste een boek samen te stellen, waarin wij beknopt en naar wij hopen duidelijk hebben omschreven : vooreerst den omvang van de werking der strafwet en de competentie der rechters, voor wie het door de politie gehouden voorloopig onderzoek moet dienen.

Vervolgens de wijze waarop dat onderzoek behoort te worden gehouden, zooals de wet en meer nog de ondervinding ons hebben geleerd. Ten slotte eenige algemeene leerstukken van strafrecht, gevolgd door een aantal van de meest voorkomende of niet dan wel te weinig aan de Inlandsche politie bekende strafbare feiten.

Zooveel doenlijk hebben wij bij elk bijzonder strafbaar feit in den vorm van vragen uiteengezet, wat in zoodanige zaak noodzakelijk door de politie moet worden onderzocht. Om de strekking der vragen te verduidelijken, hebben wij ze voor zooveel noodig van aanteekeningen voorzien.

Zoo de politie bij haar onderzoek den inhoud van dit boek ter harte neemt, vertrouwen wij, dat niet meer zoo dikwijls de rechter beklaagden zal moeten vrijspreken omdat de zaak niet behoorlijk door de politie was onderzocht. En de Inlandsche ambtenaar zal dan de voldoening smaken, dat al zijne moeite niet tevergeefs is geweest.

Op deze wijze ingericht zal het boek tegelijk bruikbaar zijn voor de Hoofden van Plaatselijk Bestuur. Hunne veelzijdige ambtsbezigheden veroorloven hun gewoonlijk niet eene meer

(9)

IV

KEPADA PEMBATJA

ä

!

Karena, kita soedah bertahoen-tahoen mendjadi President Landraad maka kita ketahoeï bahwa pengetahoean prijap2

politie dalam hal peperiksaan Voorloopig Onderzoek tidak boleh dibilang tjoekoep.

Akan-tetapi kita ketahoeï djoega bahwa prijaji-' itoe poen merasa kekoerangan pengadjarannja dalam pekerdjaan politie itoe dan tidak bersenang-hati dari sebab itoe. Lebih- poela njata hal ini, tempo kita melihat bagimana soekanja hati Lid2

Landraad, kaloe selagi atawa sesoedahnja menimbangan perkara Landraad kita, tjeritakan kepadanja dari hal pengadilan itoe lebih banjak dari perloenja dan bagimàna pengadilan itoe dilakoekan. Kaloe tidak ada keterangan maka prijaji- jang memeriksa perkara itoe sering kali merasa seperti seorang Assistent-Wedana berkata kepada kita: ,,kaja'hamba djalan waktoe malam dalam hoetan tidak pakai obor."

Sebab itoe maka kita sangka, tentoelah kita mendjaiankan pekerdjaan jang besar goenanja, kaloe waktoe verlof kita di- Eropa kita pakai akan ^ mengarang boekoe jang boleh dipakai olëh prijaji2 j . t. Dalam boekoe itoe kita terangkan dengan pendek —tetapi kita harap tjoekoep — ja-itoe: lebih doeloe kita bitjarakan dalam boekoe ini daerah tempat Strafwet itoe dilakoekan, dan kekoeasaan hakim jang mesti memakai soerat2

Voorloopig Onderzoek jang diboeat oleh prijaji politie. Kemoe- dian kita njatakan, bagimana perkara mesti diperiksa soepaja

Voorloopig Onderzoek itoe tjoekoep ; keterangan2 jang didapati dalam boekoe ini dipetik dari dalam Wet, akan-tetapi keba- njakan dari pada keterangan2 itoe diperoleh dari pengetahoean jang didapat dalam djabatan hakim. Maka baroelah dibitjarakan beberapa pengetahoean jang mesti diperhatikan dalam seka- lian perkara politie. Soedah itoe diterangkan poela perboeatan2

jang boleh dihoekoem dan jang atjap kali soedah djadi perkara;

begitoe djoega perboeatan2 jang tidak diketahoeï atau koerang diketahoeï olëh politie.

Sebolêh-bolëhnja kita njatakan keterangan2 itoe dalam tiap2

perkara dengan beberapa pertanjaan. Apa jang terseboet dalam pertanjaan itoelah jang perloe sekali diperiksa oleh politie. Dan soepaja gampang boeat orang jang koerang mengerti maksoed pertanjaan itoe, kita iringkan poela keterangan jang perloe akan menjatakan pertanjaan itoe.

Kaloe politie memeriksa perkara2 dengan memperhatikan äpa jang diterangkan dalam boekoe ini maka pertjajalah kita bahwa tidaklah lagi banjak pesakitan jang dilepaskan oleh

(10)

wetenschappelijke studie van het strafrecht te maken. Bij hen bestaat daarom de behoefte — uit den mond van meer dan een hunner mochten we dit hooren — aan een boek, dat hen in staat stelt zonder veel tijdverlies het voorloopig onderzoek der Inlandsche ambtenaren te controleeren.

Wellicht mogen we ons ook vleien het in handen te zullen zien van jeugdige collega's en aspirant-collega's, voor wie In- dische rechtstoestanden nog zoo goed als vreemd zijn.

Omdat dit boek behalve den Inlandschen ook den Europee- schen ambtenaar van dienst kan wezen, hebben wij gemeend ons te moeten bedienen van de Maleische en van de Neder- landsche taal. Beide hebben wij in één boek vereenigd, ten gerieve zoowel van den Inlandschen ambtenaar, die zijne ken- nis van de Nederlandsche taal begeert te vermeerderen, als van den Europeeschen ambtenaar, voor wien het dikwijls verre van gemakkelijk is de vraagpunten, welke hij den In- landschen onderzoekenden ambtenaar wenscht te stellen, dui- delijk in de Maleische taal weer te geven.

Wij hebben niet gekozen de gebruikelijke Maleische schrijf- taal, maar de taal zooals die in beschaafde kringen in geheel Ned.-Indië wordt gesproken, omdat de schrijftaal door vele Inlandsche hoofden, althans op Java, niet voldoende wordt verstaan, terwijl daarentegen het Maleisch, waarin dit boek is geschreven, verstaanbaar is voor alle ambtenaren, onver- schillig in welk gedeelte van Ned.-Indië zij gevestigd zijn.

DE SCHRIJVERS.

AMSTERDAM, Maart 1904.

In vier maanden tijds was de eerste druk van dit werk uitverkocht, dank zij het warme onthaal, dat het vooral van de zijde der Inlandsche ambtenaren mocht vinden.

Niet weinig heeft stellig daartoe bijgedragen de aanbeveling van het boek door den Directeur van Justitie aan de Hoofden van Gewestelijk Bestuur in Ned.-Indië (circulaire van 20 April 1905 n°. 3682), waarvan hier met dankbaarheid wordt gewag gemaakt. :

Een tweede druk is dus noodzakelijk geworden.

PROBOLINGGO I

November 1905.

SERANG ƒ

DE SCHRIJVERS.

Als gevolg van den herhaalden aandrang van velerlei zijde ziet de „Penoentoen" thans in derde uitgave het licht, bijge- werkt tot op heden.

SEMARANG \

juli 1908.

BATAVIA. )

DE SCHRIJVERS.

(11)

v

hakim „sebab koerang terang" tjoèma olëh-karena peperiksaan politie tidak betoel dan tidak tjoekoep. Maka bolehlah prijaji3

bersoeka-hati, sebab mengetahoeï bahwa soesah-pajahnja tidak pertjoema sadja.

Sebab boekoe ini bergoena boeat prijaji2 dan djoega boeat ambtenaar-' Belanda maka kita kira lebih baik dipakai basa Belanda dan basa Melajoe. Kedoea bisa j . t. dikoempoelkan dalam satoe boekoe sadja, soepaja prijaji2 jang soeka mempe- ladjari basa Belanda gampang menambah pengatahoeannja dalam basa itoe, dan soepaja ambtenaar2 Belanda jang sering kali soesah akan menjalin pertanjaan jang perloe diperiksa olëh prijaji2 kedalam basa Melajoe, gampang memboeat perta- njaan itoe.

Dalam boekoe ini tidak dipakai basa Melajoe „Abdoellah bin Abdoelkadir moensji", tetapi basa Melajoe jang dibitjarakan olëh orang-baik2 diseloeroeh tanah-Hindia; sebab di-tanah- Djawa banjak prijaji2, jang koerang mengerti „basa Abdoellah"

itoe: akan-tetapi basa Melajoe jang kita pakai dalam boekoe ini dapat diartikan olëh sekalian prijaji2, biar poen dimana tempat-tinggalnja di-Hindia.

KEDOEA PENGARANG.

AMSTERDAM, Maart 1904.

Olëh-karena boekoe Penoentoen ini diterima dengan senang- hati olêh orang banjak, jang pertama oleh prijaji2 maka dalam empat boelan tjëtakan jang pertama soedah habis terdjoeal.

Keadaan ini tentoelah disebabkan djoega olëh pertolo- ngannja Directeur van Justitie jang soedah soeka menjiarkan soerat-ideran kepada Resident2 ditanah-Hindia Belanda bersama banjak poedji-poedjian boeat Boekoe Penoentoen ini. Sebab itoe maka disinilah kita mengoetjap banjak terimakasih.

Sekarang njatalah bahwa tjëtakan jang kedoea ini perloe dikeloearkan.

KEDOEA PENGARANG.

PROBOLINGGO \ . . , ,n f t_ SERANG \ November 1905.

Dari sebab dimana-mana beroelang-oelang orang meminta' boekoe Penoentoen ini makapoen sekarang tjëtakan jang ketiga ini dikeloearkan dengan tambahan dan peroebahan jang perloe2 sehingga sekarang.

KEDOEA PENGARANG.

SEAÏARANG \

BETAWI S Ju h 1 9 0 8-

(12)

De invoering van een nieuw Wetboek van Strafrecht voor Nederlandsch-Indië heeft voor het dagelijksch gebruik de vorige uitgaven van dit boek grootendeels waardeloos gemaakt. Eene nieuwe bewerking was derhalve noodig.

Van deze gelegenheid is tevens gebruik gemaakt om de bijzonderlijk voor de Buitenbezittingen uitgevaardigde veror- deningen, op ons onderwerp betrekking hebbende, vollediger te behandelen.

Aan de bewerking in het Maleisch is bijzondere zorg besteed.

Voor een goed deel is ze te danken aan Raden M. Hamid, destijds Fiscaal-griffier bij het Landgerecht te Buitenzorg, die onder onze persoonlijke leiding zich van die taak heeft ge- kweten. Het is ons aangenaam hier te herdenken de warme belangstelling in de rechtswetenschap, daarbij door hem be- toond, alsmede zijn helder juridisch denken. Inlandsche rechts- kundigen van zulk gehalte wekken vertrouwen voor de toe- komst.

W. B.

'S-GRAVENHAGE, September 1917.

L. S.

Ingevolge een opdracht van den bewerker, die thans in Ne- derland verblijf houdt, is hier te lande de Vijfde Druk van dit werk bezorgd, welks inhoud onveranderd en volkomen gelijk- luidend is gebleven aan dien der oorspronkelijke, door mijn Va- der zelven bezorgde Vierde Uitgave, tot waarborg waarvan alle exemplaren door mij als volgt eigenhandig zullen zijn geteekend:

WELTEVRËDEM, September 1919.

C

(13)

VI

Olêh-karena pada masa ini di Hindia-Belanda diadakan boekoe Strafwet baroe maka boekoe2 Penoentoen jang iama hampir tida bergoena lagi. Dari sebab itoe perloe sekali bahwa boekoe Penoentoen itoe diroebah sama sekali.

Dalam tjêtakan jang ke-empat ini diterangkan lebih sem- poerna beberapa verordening2 atas perkara hoekoeman jang.

dikeloearkan oentoek tanah-sebrang (Buitenbezittingen).

Boekoe ini dimelajoekan dengan titi. Banjak sekali jang dimelajoekan olêh Raden M. HAMID, Fiscaal-griffier Landgerecht di Bogor jang bersama2 dengan pengarang menjalin boekoe ini kepada basa Melajoe. Dengan amat soeka-hati kita melihat bagimana soekanja dia akan'ilmoe pengadilan dan terang p i kir- an n j a dalam'ilmoe itoe. Inlandsche rechtskundigen sebagai dia kita boleh pertjaja banjak goenanja di hari kamoedian.

W. B.

's GRAVENHAGE, September 1917.

Kepada Pembatja2 .

Menoeroet permintaännja jang pengarang, jang pada masa ini ada di negri Nederland, di sini haroes di keloewarkan Tjetakar»

jang Ke-lima dari Boekoe Penoentoen itoe.

Pertanggoengan boeninja ini boekoe saperti jang sesoeda di keloewarkan olëh jang pengarang, saja teeken ini boekoe dengan saja poenja tanda tangan sendiri:

WELTEVREDEN, September 1919

. <T~A*I^CL~*<^*

(14)

Tegen niemand mag eene strafvervolging worden ingesteld dan op de wijze ais bij algerneene verordening J) is voorgeschre- ven (art. 88 R.R., art. 26 A. B.). En een dan moet, alvorens tot vervolging wordt overgegaan, nog eerst vaststaan, dat het

d 0°r ,.d,en ^"dachte bedrevene is strafbaar gesteld bij eenige wettelijke bepaling, welke tijdens zijne handeling of zijn ver- zuim reeds was uitgevaardigd (art. 1 W. v. S.).

Dit zijn grondbeginselen, welke niet alleen de justitie bij het gerechtelijk onderzoek maar evenzeer de politie bij het voorloopig onderzoek van strafzaken van Inlanders nimmer uit het oog zal mogen verliezen.

In het Inlandsch Reglement — in de Buitenbezittingen in de Reglementen op het Rechtswezen - zal de algerneene po- litie ) vinden de regels houdende de wijze van strafvervolging IT J , } " R')' i n h e t v o o r a l l e klassen der bevolking in Ned.-Indië geldende Wetboek van Strafrecht in de eerste plaats maar ook m andere wettelijke bepalingen, de gevallen waarin

•eene vervolging geoorloofd is.

Het eerste boek van het Wetboek van Strafrecht bevat Algerneene Bepalingen, waaronder algerneene leerstukken van strafrecht. In het tweede boek zijn zoo goed als alle misdrijven samengevat. Het derde boek houdt een groot aantal overtredingen in.

Voorts treft men in andere wettelijke bepalingen nog mis- drijven en overtredingen aan, in verordeningen:

1) Algerneene verordeningen zijn algemeen bindende voorschriften (art. 31 R R \

•uitgevaardigd :

10. door samenwerking van Koning en Staten-Oeneraai (vergadering van afge- vaardigden van het Nederlandsche volk); men noemt ze wetten (rijkswetten.).

In dit boek gebruiken wij meermalen de uitdrukking „wettelijke bepaling1' volgens

•de wet' of „bedreigd door de wet" e. dgl , maar de beteekenis van „wev i s ' d a n - elk voorschrift met bindende kracht in Ned.-Indië, zcodat daaronder vallen 'alle soorten van atgemeene verordeningen alsook de in de Javasche Courant afgekondigde r e d e inenten en keuren van politie, vastgesteld door Hoofden van Gewestelijk Bestuur door gewestelijke of Plaatselijke Raden (art. 72 jo. 68 c. R. R.).

20. door den Koning alleen: deze noemt men Koninklijke Besluiten

30. door den Oouverneur-Oeneraal van Nederlandsch-Indiè' in ' overeenstemming met den Raad van Nederlandsch-Indië: deze heeten Koloniale Ordonnanties ' Ze zijn gepubliceerd in het Staatsblad van Ned.-Indië.

In het Bijblad vindt men slechts regelingen en voorschriften, uifgevaardied doo-

•ei, van wege de Regeering ten behoeve van ambtenaren bij het u i t o e f e n » hunner ambtelijke functien. Waar nood.g raadpleegden wij bij het samenstellen van dit boek ook het Bijblad.

2 )« , KV^d enh aLe70 H , i ec !n N e d- "l d i ë i s e e n gemeen Politiereg.ement afgekondigd t n Stb. 1905 no. 547. ,0. Stb. 1011. „0. 414, 1916 nO. 636; (art. 6 sub 1460 Inv V - voor de boschpolitie treft men specials bepalingen aan in Stb. 1S75 r.0 216 (art 'fi' sub 430. Inv. V.). " '

(15)

P E R M O E L À A N .

Tidak seorang bolëh dibikin-perkara olëh politie melainkan menoeroet hatoerannja jang diseboet dalam algemeene veror- dening '). Akan-tetapi sebeloemnja dibikin-perkara maka haroes- lah njata doeloe bahwa perboeatannja orang jang ditoedoeh se- betoelnja ada perboeatan jang diantjam dengan hoekoeman olëh Wet jang soedah dikeloearkan waktoenja perboeatan itoe.

Jang terseboet diatas ini ja-itoe pokok2nja keadilan. Boekannja hakim sadja akan-tetapi politie didalam voorloopig onderzoek djoega haroes mengingatkan pokok2 ini.

Hatoeran2 jang teroetama rnenjatakan bagimana perkara2 itoe mesti diperiksa oleh politie soepaja kemoedian diperiksa olëh hakim terkoempoel dalam Inlandsch Reglement, diloear poelau Djawa dan Madoera dalam Reglement2 Rechtswezen. Kebanjakan dari pada perboeatan2 jang diantjam olëh Wet dengan hoekoe- man didapati dalam Wetboek van Strafrecht jang sekarang ini bolëh dilakoekan pada segala bangsa (anak-negeri, orang Be- landa, orang Tjina d.1.1.) di seloeroeh Hindia-Belanda dan djoe- ga dalam hatoeran2 jang tersiar dalam oendang2 lain2).

Wetboek van Strafrecht itoe dibagi atas tiga boekoe (bagian).

Boekoe jang pertama terisi Algemeene Bepalingen ja-itoe pokok2

jang oemoem. Boekoe jang kedoea terisi hampir semoea perboe- atan2 jang dikatakan misdrijf. Dan boekoe jang ketiga terisi beberapa perboeatan jang dikatakan overtreding.

1) Jang dinamai' Algemeene Verordening ja-itoe: hatoeraii2 jang mesti ditoeroei olëh sekalian orang dan jang ditetapkan olëh:

10. Radja Belanda bersama-sama Staten-Oeneraai (Perhimpoenan Wakil boemi-poetra.

tanah Belanda); hatoeran jang sedemikian ini dinamai' Wet {rijkswet).

Didalam boekoe ini atjap kali kita memakai perkataan: „menoeroet WeV\

„diantjam oleh Wet" d. 1. I. Akan-tetapi artinja Wet dalam perkataan2 itoe tidak lain daripada sekalian hatoeran jang sah dl-tanah-Hindia Belanda, pëndëknja sekalian Algemeene Verordening dan sekalian Reglement atau Keur van Politie, jang dikeloearkan olëh Kepala Gewest, Gewestelijke atau Plaatselijke Raad.

20. Radja Belanda sendiri: hatoeran ini dinamai' Koninklijk Besluit.

30. Gouverneur-Generaal tanah-Hindia Belanda bermoepakat dengan Raad van Ne- derlandsch-ïndie: hatoeran ini dinamai Koloniale Ordonnantie.

Ketiga-tiganja hatoeran ini didapati dalam Staatsblad van Nederlandsch-Indië, melainkan Reglement dan Keur van Politie jang dimaloemkan dalam soerat kabar Javasche Courant.

Dalam Bijblad tjoema didapati sekalian hatoeran dan perintah, jang diboeat olëh Pemerintah Agoeng dan Pemerintah Negeri, akan dipakai oleh prijaji2 mendjadi penoen- toen, kaloe dia mendjalankan pekerdjaan pangkatnja. Diinana perloe dipakai djoega Bijblad ini, tatkala boekoe ini ditoelis.

2) Boeat pelaboehan2 di-Hindia Belanda diadakan Algemeen Politie-reglemeut dalam Stb. 1905 no. 547, jo. Stb. 1911 no. 414, 1916 no. 636. Boeat politie-hoetan lihat hatoeran2 dalam Stb. 1875 no. 216.

(16)

a. houdende regeling van eenig onderwerp in zijn geheel zooals de strafbare feiten in de auteurswet (Stb. 1912 no.

600) ') en de fiscale overtredingen;

b. slechts voor een gedeelte van Ned.-Indië geldende, zooals de strafbare feiten in de verordeningen op bezit en ver- voer van en handel in vuurwapenen enz. (op Japa en Ma- doera Stb. 1908 no. 492 j°. art. 6 sub 165°. Inv. V.), in de Buitenbezittingen Reglementen en keuren van politie);

c. eene regeling bevattende voor eene bepaalde rubriek van personen, zooals de Crimineele Wetboeken welke handelen over zuiver militaire delicten.

Van die strafbepalingen zijn in de Invoeringsverordening (art. 4) gehandhaafd die welke voorkomen in verordeningen, geheel althans in hoofdzaak handelende over 's Lands middelen en pachten (behoudens eene enkele daar vermelde uitzondering) alsmede die welke van kracht zijn verklaard in art. 6 der zelfde verordening. De overige zijn vervallen, w. o. de Algemeene Politiestrafreglementen (art. 3 Inv. V.).

Al die strafbare feiten — zoo leert ons verder de Invoerings- verordening — worden beschouwd als overtredingen met uit- zondering van een klein aantal der in art. 6 opgesomde, nl.

die welke zijn aangeduid als misdrijven in art. 7.

Men ziet, dat ook weder in het nieuwe Wetboek van Straf- recht de strafbare feiten worden onderscheiden in misdrijven en overtredingen.

Tevergeefs zal men evenwel in dit Wetboek naar eene defi- nitie zoeken van wat onder misdrijf, wat onder overtreding wordt verstaan. Wat vroeger de toepasser van de wet had te doen nl. (naar de bedreigde straf) elk strafbaar feit te rang- schikken onder een van de twee rubrieken, dat heeft intusschen nu de wetgever zelf gedaan. Hij heeft de strafbare feiten in- gedeeld als misdrijf of als overtreding alnaarmate ze z. i. geacht mogen worden door een ieder als onrecht te worden gevoeld ook zonder dat ze door hem tot strafbaar feit werden ge- stempeld (rechtsdelicten) dan wel pas onrechtmatig worden door de daartegen bedreigde straf (wetsdelicten), daarbij de zeden van den Westerling tot richtsnoer nemende.

N. B. Dierenmishandeling b. v. is niet wetsdelict, maar rechts- delict geworden (art. 302 W. v. S.).

Lichte mishandeling en lichte vermogensdelicten als diefstal zijn voortaan niet meer als overtredingen doch als misdrijven te beschouwen, al blijven ze ter competentie van den Politie- of Landrechter dan wel Magistraat.

De beteekenis 3) van de indeeling der strafbare feiten in

1) Van deze strafbepalingen zullen moeten vervallen die van art. 45 al. 2A t/m D,

•welke overeenkomstig zijn aan die van art. 30 t/m 34 der zelfde wet en die sub E, welke zijn overgenomen in art. 380 W . v. S.

2) De verschillende regelingen betreffende samenloop (art. o5 e. v.) en verbeurdverklaring art. 39) zijn alleen voor den rechter van belang.

(17)

2

Dalam hatoeran2 jang tersiar dalam oendang8 lain didapat lagi misdrijf2 dan overtreding2 ja-itoe dalam verordening:

a. boeat oeroesan soeatoe hal sama sekali seperti auteurswet (melindoengi liaknja pengarang boekoe, toekang portret d. s. b. dan haknja orang diportretkan) atau hal hal ne-

geri ;

b. jang tjoema dilakoekan pada satoe bagian daerah tanah- Hindia seperti ordonnantie (boeat poelau Djawa dan Ma- doera) dan Reglement2 dan keur2 van politie (boeat ge- west2 diloear Djawa dan Madoera) hal mempoenjai, mern- bawa'atau mendjoeal-beli senapan ;

c. jang tjoema dilakoekan pada orang2 jang satoe bangsa atau satoe kias sadja seperti Crimineel Wetboek hal per- boeatan2 jang boleh dilakoekan tjoema pada orang militair.

Oendang2 jang mana masih boleh dipakai kita dapati dalam Invoeringsverordening ja-itoe o.endang atas hasil negeri (ketjoe- alikan jang terseboet dalam pasal 4) dan oendang2 jang dite- tapkan dalam pasal 6. Segala oendang2 lain (Algemeen Politie- strafreglement d. 1. 1. ) ditiadakan waktoe dilakoekan Wetboek van Strafrecht jang baroe.

Lagi dalam verordening itoe kita dapati bahwa perboeatan2

j . t. semoea dikatakan overtreding ketjoealikan beberapa per- boeatan terseboet dalam pasal 7 jang dikatakan misdrijf.

Pembatja soedah melihat maka dalam Wetboek van_ Straf- recht jang baroe perboeatan2 jang boleh dihoekoem dibedakan djoega seperti doeloe doea roepa ja-itoe misdrijf (kedjahatan) dan c overtreding (pelanggaran). Akan-tetapi dalam ini Wetboek tidak diterangkan apa artinja misdrijf dan apa artinja over-

treding.

Hâtoeran jang baroe boleh dibilang hatoeran jang gampang sebab 'cita orang tidak oesah lagi menimbang apa perboeatan ada misdrijf atau overtreding. Jang mengadakan Wet soedah memilih sendiri perboeatan satoe2 nja dan soedah menentoekan ini perboeatan misdrijf sebab boleh dibilang sembarang orang Eropa soedah berasa lebih doeloe perboeatan ada kedjahatan (rechtsdelici) dan menentoekan lain perboeatan overtreding sebab perboeatan ini baroe ada pelanggaran hak sesoedahnja diantjam dengan hoekoeman olëh Wet (wetsdelict).

KETERANGAN. Oempamanja menjiksakan binatang boekan wetsdelict akan-tetapi rechtsdelict.

Sekarang ini perkara penjiksaan badan, pentjoerian d. 1. 1.

jang enteng tidak djaoeh lagi bagian overtreding akan-tetapi bagian misdrijf, meskipoen Politie atan Landrechter (atau Magistraat) hakim jang mesti memoestoeskan perkara itoe.

Dibawah ini kita menerangkan apatah maksoednja perboea- tan jang boleh dihoekoem itoe dibagi atas misdrijf dan over- treding.

(18)

misdrijven en overtredingen kan blijken uit het navolgende:

I. Misdrijf is niet bestaanbaar, zoo niet

a. ôf de dader heeft gehandeld met opzet d. w. z. zijn wil gericht op hetgeen hij deed niet alleen, maar ook op hetgeen van die handeling het gevolg is geweest, hieronder begrepen het geval dat hij heeft moeten inzien dat naar waarschijnlijkheid dit gevolg moest intreden ;

N. B. In de strafbepalingen wordt dit uitgedrukt door een werkwoord, waarin het met opzet handelen ligt opgesloten (b. v. in art. 335 „dwingen" iets te doen) of door het woord

„opzettelijk" = willens en wetens of de woorden „met het oogmerk."

Van alle omstandigheden, die in eene wetsbespaling volgen op het woord „opzettelijk" wordt bekendheid van den dader daarmede vereischt, b. v. bij het misdrijf van art. 281 1°-W. v. S met de openbaarheid van de plaats.

b. of het gebeuren, hetwelk het gevolg is van beklaagde's op- zettelijk doen of bestaat in beklaagde's niet doen, is te wijten aan zijne schuld d. w. z. wanneer hij niet met die omzichtigheid is tewerk gegaan welke ieder ander gewoon mensch, in zijne plaats verkeerende, stellig zoude hebben inachtgenomen, en zoodoende het gevolg van zijn hande- len of nalaten of niet heeft overdacht of er zich onver- schillig voor heeft betoond dat dit gevolg intrad.

N. B. „Aan wiens schuld te wijten is" zijn de woorden die de wetgever dan gebruikt ; men zie b. v. titel VII van boek II. Ook, doch zelden, het woord „onachtzaamheid":

artt. 231 en 232.

Bij overtredingen is het slechts bij uitzondering een ver- eischte, dat gehandeld moet zijn met opzet, b. v. aanhitsen van een dier op een mensch (art. 490). Als algemeene regel geldt, dat het voor de strafbaarheid daarvan niet ter zake doet of is gehan- deld al dan niet met opzet, b. v. het wegblijven als getuige voor den rechter is strafbaar zoo dit slechts is geschied "zonder geldige reden (art. 522). Evenwel wordt het strafbare doen met het eventueel daaraan verbonden gevolg of het strafbare niet doen van een beklaagde, waardoor hij eene overtreding pleegt, verondersteld steeds te wijten te zijn aan zijne schuld.

De kithouder, iemand in de kit toelatende, die vóór het binnentreden der politie zich daar niet opvallend dronken gedroeg maar wel degelijk beschonken was (Stb. 1909 no. 441 art. 5), is ongetwijfeld strafbaar, üe politie neme evenwel aan dat de schuld ontbreekt, wanneer bewezen wordt dat datgene, waarvan de dader wordt beschuldigd, over hem is gekomen niettegenstaande zijn ernstige poging het te voor- komen, b. v. bij den handelaar wiens medicijnen een surrogaat van morphine blijken te bevatten in weerwil van het negatief resultaat van een deskundige, door wien hij na ontvangst uit China ze had laten onderzoeken (Stb. 1911 no. 484 j°. art. 6 sub 191°. Inv. V.). Voorts is de overtreder der strafwet mede straffe- loos, wanneer hij eene overtreding in overmacht heeft begaan.

(19)

3

I. Dalam perkara misdrijf si pesakitan selamatija melakoekan perboeatannja:

a. dengan sengadja ja-itoe dia berniat melakoekan per- boeatan itoe dan berniat mengadakan kedjadiannnja per- boeatan itoe meskipoen tjoekoep djoega kaloe pada masa perboeatannja dia mesti mengetahoei bahwa kedjadian itoe tentoe diadakan.

KETERANGAN. Maksoednja. itoe diseboet dalam pasal'2

dengan kata-pekerdjaan jang menerangkan bahwa soeatoe kelakoean itoe hanja bolêh diperboeat dengan sengadja (oepa- manja: memaksa) atau dengan perkataan „opzettelijk" artinja dengan kemaoeannja dan pengetahoeannja atau dengan per kataan „met het oogmerk".

Boeat menghoekoem pesakitan perkara melanggar satoe pasal jang ada perkataan „opzettelijk" maka dia haroes mengetahoei djoega hal2 jang terseboet dibelakang perkataan itoe." Oemapanja pesakitan mengetahoei bahwa dia melanggar sopan-santoen di tempat jang boleh kelihatan perboeatannja oleh sembarang orang.

b. atau kedjadiannja perboeatan pesakitan itoe diadakan dari sebab salahnja (schuld), ja-itoe kaloe pesakitan tidak melakoekan dengan hati2 seperti orang lain jang sama keadaannja dengan dia sehingga itoe kedjadian olëh pesakitan koerang dipikirnja atau tidak diperdoe-

linja.

KETERANGAN. Maksoednja itoe dalam pasal2 diseboet dengan perkataan' „aan wiens schuld te wijten is". Lihat Boekoe II Titel VII W. v. S. Dipakai djoega perkataan „on- achtzaamheid" akan-tetapi djarang.

Melainkan boeat satoe doea pasal sadja (oepamanja menga- soetkan, menggalakkan andjing pada manoesia) maka boeat hatoeran2 overtreding tidak perdoeli apa perboeatan pesakitan itoe dilakoekan dengan sengadja atau tidak. Oepamanja kaloe saksi jang dipanggil dihadapan hakim tidak menghadap maka saksi itoe° boleh dihoekoem kaloe dia melakoekan perboeatan itoe hanjalah tidak dengan sebab jang sah.

Kaloe pesakitan melakoekan satoe perboeatan atau dia tidak melakoekan soeatoe kewadjiban jang djatoeh bagian overtreding maka pesakitan itoe dianggap berboeat hal itoe dengan salahnja. Oepamanja: kaloe orang jang soedah menda- pat idzin akan memboeka' opiumkit memasoekkan orang jang tidak kentara mabok sebeloemnja politie datang akan-tetapi achirnja njata bahwa orang itoe mabok betoel maka jang mem- poenjai koeasa akan memboeka' roernah itoe boleh dihoekoem.

Akan-tetapi kaloe pesakitan dida'wa melanggar soeatoe oeroe- san maka politie djangan membikin-perkara kaloe njata bahwa dia soedah mentjoba dengan soenggoeh-soenggoeh segala kela- koean akan menegahkan kedjadian itoe. Oepamanja: pendjoeal obat2-an menerima roepa2 obat dari negeri Tjina, kaloe dia minta' pada apotheker akan diperiksa obat itoe dan oleh apotheker dipestikan bahwa boeka obat3-an gelap; akan-tetapi

2

(20)

In allen gevalle zal, ook met het oog op de zwaarte van de later door den rechter op te leggen straf, de politie voor elke overtreding behooren te onderzoeken of de dader heeft gehan- deld hetzij met opzet of met schuld en welke eventueel de gevolgen zijn van zijne handeling of zijn verzuim.

II. Toepasselijkheid van de Ned.-Indische strafwet buiten Ned.-Indië -heeft in bepaalde gevallen alleen plaats, wanneer het gepleegde feit een misdrijf is (artt. 4, 5 en 7 W. v. S.) Zie Hoofdstuk I § 1.

III. Poging tot overtredingen is straffeloos, zijnde voor het voltooide feit zelve, de overtreding, geen "(althans niet dan bij hooge uitzondering) opzet vereischt (art. 54 id.).

Evenzoo medeplichtigheid aan overtredingen (art. 60 id.).

N. B. Gehandhaafd is de strafbaarstelling van poging tot en medeplichtigheid* aan overtredingen betreffende 's Lands middelen en pachten (art. 4 al. I Inv. V.).

IV. Alleen bij misdrijven, uitsluitend op klachte vervolgbaar, is het indienen en intrekken der klachte aan wettelijke termijnen gebonden. Zie Hoofdstuk II § 2.

V. De verjaringstermijn voor het recht tot strafvordering en tot uitvoering van de opgelegde straf is bij over- tredingen korter dan bij misdrijven (artt. 78 en 84 W v. S.).

N. B. Over den längeren termijn voor fiscale overtredingen zie Hoofdstuk II § 3.

VI. De strafvervolging kan worden voorkomen en, eenmaal aangevangen zijnde, worden beëindigd door vrijwillige betaling van het maximum der boete en van de even- tueel gemaakte kosten, wanneer het gepleegde feit is eene overtreding en alleen geldboete als hoofdstraf daar- tegen is bedreigd, (art. 82 id-).

VII. Ingeval er verdenking bestaat ter zake van misdrijf, kan van den Chef van het Postkantoor en van de ambtenaren van den Postspaarbankdienst gevorderd worden het verstrekken van de inlichtingen, op bl. 28 omschreven.

N.' B. Men zie evenwel op die bladzijde de uitzondering op dezen regel.

VIII. Zie de definities van begunstiging op bl. 76 en 78 en van verduistering op bl. 78.

(21)

4

kemoedian kenjataan jang obat'an itoe tertjampoer morphine palsoe. Dari sebab pendjoeal obat itoe soedah minta' diperiksa obat2nja maka tentoelah dia tidak dihoekoem perkara mendjoeal obat palsoe. Begitoe djoega jang melakoekan overtreding tidak bolëh dihoekoem, kaloe dia melakoekan perboeatannja dengan terpaksa (overmacht).

Haroeslah prijaji2 politie memeriksa dalam tiap2 perkara overtreding dengan sesoenggoeh2nja apa pesakitan melanggar wet dengan sengadja atau hanja salahnja sadja dan apa kedja- diannja perboeatan pesakitan itoe. Hal ini djoega perloe boeat hakim akan mendjatoehkan hoekoeman jang pantas.

II. Hatoeran2 Strafwet Hindia-Belanda terkarang2 dilakoekan djoega di loear tanah-Hindia, tjoema djikaloe perboeatan pesakitan itoe soeatoe misdrijf. Lihat Bagian 1 § 1.

III Pentjobaan dalam perkara overtreding tidak boleh dihoekoem, sebab akan perboeatan overtreding jang habis sama sekali dilakoekan djoegapoen pesakitan menoeroet hatoeran jang biasa ta'oesah berboeat dengan sengadja. Begitoe djoega tjampoer (medeplichtigheid) dalam perkara overtreding.

KETERANGAN. Pentjobaan dan tjampoer dalam perkara overtreding hasil negeri teroes boleh dihoekoem djoega.

IV. Diberi tempo dalam wet akan memasoekkan atau menarik pengedoean atas hal jang baroelah dibikin-perkara kaloe ada orang jang mengadoekan, tjoema kaloe hal itoe perkara misdrijf. Lihat Bagian II § 2.

V. Tempo boeat goegoernja membikin-perkara dan mendjalan- kan hoekoeman jang soedah didjatoehkan dalam perkara overtreding lebih pendek daripada perkara misdrijf.

KETERANGAN. Diketjoewalikan overtreding hasil negeri. Lihat Bagian II § 3.

VI. Hak akan membikin-perkara orang lain boleh ditegahkan dan • kaloe penda'waan itoe soedah dimoelai — bolëh diba- talkan kaloe pesakitan dengan maoenja sendiri membajar denda jang amat tinggi ditentoekan olêh wet dan djoega membajar ongkos2 peVkara. Hal j . t. diatas ini hanja bolëh diterima kaloe perkaranja pesakitan itoe overtreding dan antjamannja hanja denda sadja.

VII. Kaloe pesakitan ditoedoeh perkara misdrijf hanja Chef Postkantoor dan ambtenaar2 Postspaarbankdienst bolëh diperintah akan mengeloerkan keterangan seperti diseboet

di katja 28.

KETERANGAN. Hatoeran ini didjalankan djoega dalam perkara overtreding diseboet di katja 28 sadja.

VIII. Lihat lagi bagimana diterangkan perkara begunstiging di katja 76 dan 78 dan perkara verduistering di katja 78.

(22)

H O O F D S T U K I.

De handelingsbevoegdheid van de gerechtelijke politie.

§ l.

Omvang van de werking der Strafwet. ')

De Politie in Ned.-Indië is alleen dan bevoegd een strafbaar feit uitvoerig te onderzoeken, het zoogenaamd voorloopig onder- zoek te houden, wanneer op dat feit de Ned.-Indische strafwet toepasselijk is. In dat geval is zij daartoe tevens verplicht.

De Ned.-Indische strafwet is van toepassing, wanneer een strafbaar feit door den dader is gepleegd of door den uitlokker of medeplichtige is begaan 2):

1°. op het grondgebied van Ned.-Indië (art. 2 W. v. S.), daar- onder begrepen de territoriale zee van Ned.-Indië, d. i.

naar de regels.van het volkerenrecht 3) binnen den afstand van niet meer dan drie Engelsche zeemijlen ( = 3 X 1852 meter), gerekend van de laagwaterlijn langs de kusten der eilanden van Ned.-Indië dan wel vanaf rotsen, banken of riffen, welker laagwaterlijn niet verder dan zes Engelsche zeemijlen van de kust verwijderd is, ook wanneer de hier- bedoelde- kuststreken behooren tot het gebied van zelf- besturende landschappen (zie Zelfbestuurs-ordonnantie 4) Stb. 1914 no. 24 art. jo. Bb. no. 8122).

N. B. Heeft het strafbare feit plaats gehad in de territoriale wateren van Ned.-Indië aan boord van een oorlogsschip van vreemde nationaliteit, dan is volkenrechtelijk de strafwet van de vreemde natie van kracht. Zijn bij die zaak Ned. Indische ingezetenen betrokken, dan geldt dezelfde regel zonder dat evenwel het gezag der Ned.-Indische strafwet is uitgesloten. Er behoort in dit geval overleg gepleegd te worden met den Commandant van den oorlogsbodem, die de daders dan wel zal overleveren aan de Ned.- Indische autoriteiten.

Het onderzoek naar een strafbaar feit in die wateren gepleegd aan boord van een onder vreemde vlag varend koopvaardijschip worde ingesteld in tegenwoordigheid van althans na kennisgeving aan den Consulairen vertegenwoordiger van de natie, waartoe het schip behoort (Bb. no. 6273).

2. buiten Ned.-Indië door onverschillig wien in volle zee, op eene reede of in een haven aan boord van een Ned.-

1) Strafwet — alle voorschriften met bindende kracht, t. w. algemeene en locale verordeningen, welke bepalii gen van strafrecht inhouden. Vglk. art. 102 W. v. S.

2) Bij strafbare feiten, die bestaan in het nalaten van wat is geboden, wordt dit strafbare nalaten geacht te zijn geschied ter plaatse en ten tijde waar en wanneer had moeten zijn gedaan wat nagelaten werd. Wanneer b. v. een schepeling deserteert gedurende de reis, is hij strafbaar omdat hij door zijne afwezigheid de contractueel verplichte werkzaamheden aan boord niet heeft kunnen verrichten (art. 455 w\ v. S.) en heeft hij dus aan boord gedelinqueerd, m. a. w. ter plaatse waar het schip zich toen bevond.

3) Dit begrip wordt aldus verklaard in art. 439 W . v. S., Stb. 1903 no. 318 1916 nn. 157. Zie ook Stb. 1S82 n o . 115.

4) Nog niet in werking getreden.

(23)

5

BAGIAN I.

Kekoeasaan prijaji

2

dalam gerechtelijke politie

(membikin-perkara pada pesakitan.)

§ L

Daerah t e m p a t Strafwet1) dilakoekan.

Prijaji2 politie di tanah Hindia Belanda hanja koeasa me- meriksa perkara kaloe strafwetnja tanah itoe dilakoekan atas perboeatan itoe. Kaloe ini soedah njaia maka prijaji2 wadjib djoega membikin voorloopig onderzoek itoe.

Strafwet tanah-Hindia Belanda itoe didjalankan, kaloe per- boeatan jang boleh dihoekoem2) dilakoekan:

1°. di seloeroeh daerah tanah-Hindia Belanda dan lagi di laoetnja territoriaal, artinja menoeroet kebiasaan bangsa Eropa: dalam tiga mail-Inggeris ( = 3 X Î852 meter) dioe- koer dari pantai laoet pada waktoe air soeroet, atau dan karang2 atau pasir2 jang djaoehnja dari pantai-laoet j . t.

tidak lebih dari anem mail-Inggeris, meskipoen pantai2

ini masoek daerah tanah- keradjaan jang memerintah sendiri di tanah- Hindia Belanda (zelfbesturende landschappen.)

KETERANGAN. Kaloe perboeatan jang boleh dihoekoem itoe kedjadian dalam laoet territoriaal di kapal perang bangsa asing maka menoeroet kebiasaan bangsa Eropa Strafwet bangsa asing itoe jang dilakoekan. Kaloe pendoedoek tanah-Hindia tjarn- poer dalam perkara j . t. maka Strafwet bangsa asing dila- koekan djoega, biarpoen Strafwet tanah-Hindia dalam hal ini tidak hilang kekoeatannja. Inilah haroeslah dimoepakatkan dengan Commandant kapal itoe, jang tentoelah menjerahkan pesakitan itoe kepada politie tanah-Hindia.

Perkara jang kedjadian dalam laoet territoriaal di kapal dagang bangsa asing haroes diperiksa ditempat kapal itoe dihadapan Consulnja bangsa itoe atau sesoedahnja memberi tahoe kepadanja.

2°. diloear tanah-Hindia Belanda, tidak perdoeli olëh siapa, kaloe perboeatan itoe dilakoekan dikapal atau perahoe

i) Artinja Strafwet tidak lain dari pada sekalian hatoeran didalam algemeene dan locale verordening jang menentoekan apatah orang jang melanggar Wet boleh dihoekoem.

2) Kaloe pesakitan salah sebab tidak melakoekan soeatoe perboeatan jang mesti dilakoekan maki hal tidak melakoekan perboeatan itoe dianggap soedah kedjadian di tempat dan waktoe hal itoe mesti dilakoekan. Oepamanja kaloe anak-kapal lari sesoe- dahnja kapal itoe berangkat akan-tetapi sebeloemnja sampai ketempat jang ditoedjoe maka dia boleh dihoekoem sebab dia dari ketidaannja tidak bisa melakoekan peker- djaannja di kapal: tempatnja dimana dia melakoekan perboeatan jang boleh dihoekoem itoe ja-itoe tempatnja dimana kapal berlaboeh pada itoe waktoe.

(24)

Indisch vaartuig (artt. 3 en 95 W. v. S.), d. i. een schip gerechtigd te varen op een in Ned.-Indië door het Ned.- Indische Gouvernement of door een daartoe bevoegd zelf- bestuurder met het waarmerk van het Hoofd van Plaatse- lijk Bestuur verleende zeebrief of jaarpas (Stb. 1905 n".

316 j°. Stb. 1913 n». 439, Stb. 1901 n°. 294);

N. B. In de Zelfbestuursorconnantie is bepaald, dat in landschappen, welke beheerscht worden door de Korte Ver- klaring, aan de Zelfbestuurders het verleenen van zeebrieven of jaarpassen is onttrokken.

3°. buiten Ned.-Indië door onverschillig wien, zoo is gepleegd een der misdrijven opgenoemd in art. 4 W.v.S., nl. opstand, valschheid in muntspecie of bankbiljetten in Ned.-Indië wettig gangbaar, zeeroof e.dglke.;

N. B. Wordt zeeroof volgens het volkenrecht gestraft naar de strafwet van die natie, welke de zaak aan zich heeft getrok- ken, onverschillig de herkomst van het schip, met of tegen hetwelk het feit is gepleegd, daarentegen worden strafbare feiten aan boord van een roofschip begaan (b.v. diefstal ten na- deele van een der opvarenden) door geenerlei strafwet althans niet door die van Ned.-Indië beheerscht, hebbende een als zoo- danig uitgerust schip volkenrechtelijk zijne nationaliteit verloren.

4°. bulten Ned.-Indië door een ingezetene van Ned.-Indië, zoo is gepleegd een der misdrijven genoemd in art. 5 1°. W . v . S .

N.B. Ingezetenen van Ned.-Indië zijn:

1". alle inboorlingen van Ned.-Indië;

2°. allen die met toestemming van de Regeering wonen binnen Ned.-Indië (art. 106 j . 105 R. R.).

5° buiten Ned.-Indië door een ingezetene van Ned.-Indië of door iemand die eerst nadat het strafbaar feit is gepleegd ingezetene van Ned.-Indië is geworden, zoo het is een feit, dat door de Ned.-Indische Strafwet tot misdrijf is gestempeld en ook in het land, waar het begaan is, strafbaar is (art. 2° W. v. S.).

N. B. De politie en justitie van Ned.-Indië hebben zich van de kennisneming van een strafbaar feit buiten Ned.-Indië begaan te onthouden, wanneer de buitenlandsche rechter reeds uitspraak in die zaak heeft gedaan, en — bij veroordeeling — de straf reeds geheel is ondergaan of niet meer tenuitvoergelegd mag worden wegens het verleenen van gratie of wegens ver- jaring (art. 76 id.).

6°. buiten Ned.-Indië door een Ned.-Indisch ambtenaar die een ambtsmisdrijf pleegt (zie boek II titel XXVIII W. v. S.), en door een schipper of opvarende van een Ned.-Indisch vaartuig, die de algemeene verordening omtrent de zeebrieven en jaarpassen overtreedt of een scheepvaartmisdrijf of — overtreding (Zie boek II titel XXIX en boek III titel IX id.) pleegt (artt. 7 en 8 id.).

Al zal bij de Inheemsche rechtspraak onder leiding van de Europeesche Bestuursambtenaren ongetwijfeld evenals vroeger het oude thans ook weder het nieuwe Wetboek van Strafrecht worden toegepast, toch zijn in landschappen mei Zei]'bestuur geen andere algemeene verordeningen van verbindende kracht dan die;

(25)

6

dari tanah-Hindia jang selagi ada ditengah laoet, dimoeara atau dipelaboehan. Artinja „kapal atau perahoe dari tanah- Hindia" ja-itoe jang ada hak berlajar karena diberinja zee- brief atau jaarpas olêh Goepernemen tanah-Hindia atau oleh negeri jang memerintah sendiri dengan disahkan oleh Hoofd van Plaatselijk Bestuur.

KETERANGAN. Dalam Zelfbestuursordonnaiitie soedah di- tentoekan bahwa ditanah- jang memerintah sendiri, dimana Korte Verklaring soedah dilakoekan, pemerintah negerinja tidak ada hak boeat memberi zeebrief atau jaarpas.

3°. diloear tanah-Hindia Belanda, tidak perdoeli olëh siapa, kaloe jang diperboeat itoe satoe dari misdrijf3 j . t. dalam pasal 4 W. v. S. ja-itoe roesoeh, memalsoekan wang-logam atau wang-kertas jang lakoe ditanah-Hindia, pembadjak d. 1.1.

KETERANGAN. Menoeroet kebiasaannja bangsa Eropa pembadjak itoe dihoekoem menoeroet Strafwet negeri jang menarik perkara itoe padanja, tidak perdoeli asalnja kapal jang dipakai akan membadjak atau jang dibadjak itoe. Akan-tetapi perboeatan- jang dilakoekan di kapal pembadjak (oepamanja:

pentjoerian akan roegi seorang daripada anak kapal itoe) tidak dikenakan atas soeatoe Strafwet djoegapoen, sebab menoeroet kebiasaannja bangsa Eropa kapal jang demikian itoe tidak mempoenjai bangsa.

4°. diloear tanah-Hindia Belanda oleh pendoedoek tanah itoe, kaloe perboeatan2 itoe soeatoe dari misdrijf2 terseboet dalam pasal 5 1°. W. v. S.

KETERANGAN. Jang dinamai pendoedoek (ingezetene):

a. sekalian orang jang lahir di Hindia Belanda;

b. sekalian orang jang beroemah di Hindia Belanda dengen idzin Pemerintah Agoeng.

5°. diloear tanah-Hindia Belanda oleh pendoedoek tanah itoe atau olêh orang jang baroe djadi pendoedoek sesoedahnja perboeatan itoe dilakoekan, kaloe perboeatan itoe menoeroet Strafwet tanah-Hindia djatoeh bagian misdrijf dan boleh dihoekoem djoega ditempat perboeatan itoe dilakoekan.

KETERANGAN Prijaji' politie dan hakim" tanah-Hindia tidak boleh mengoeroeskan dan memoetoeskan perkara jang dilakoekan diloear tanah-Hindia, kaloe hakim diloear tanah- Hindia soedah memoetoeskan perkara itoe dan lagi - seandainja pesakitan dihoekoem — dia soedah mendjalankan hoekoemannja sama sekali atau hoekoemannja tidak boleh didjalankan karena

diampoeni atau soedah goegoer.

6°. diloear tanah-Hindia Belanda olêh ambtenaar tanah-Hindia, kaloe perboeatannja ambtsmisdrijf ja-itoe misdrijf jang hanja boleh dilakoekan olëh ambtenaar atau oleh orang kapal tanah-Hindia jang melanggar algemeene verordening atas zeebrief dan jaarpas atau jang melakoekan scheep- vaartmisdrijf atau — overtreding ja-itoe jang terseboet dalam W. v. S. bagian II titel XXIX dan bagian III titel IX.

Meskipoen dalam hal keadilan bangsa boemipoetera, kaloe ditoen- toen oleh Bestuursambtenaar Eropa, Wetboek van Strafrecht jang baroe tentoe akan dipakai djoega, maka sebetoelnja di tanah2 Zelf- bestuur tidak satoe algemeene verordening boleh dilakoekan hanja:

(26)

a. welke van nature verbindend zijn voor geheel Ned -Indië omdat zij de strekking hebben te voorkomen dat de Nederlandsche Staat te kort schiet in zijne verplichtingen jegens andere Staten (de quarantaine-maatregel: Stb. 1911 n°. 277 j°. art. 6 sub 188° Inv. V. en die ter bestrijding van het opumgebruik: Stb. 1916 n°. 268) ]);

b. welke in landschappen met Korte Verklaring ingevolge die Verklaring 2) en elders ingevolge overeenkomst met de Zelfbestuurders toepasselijk zijn verklaard in het belang van het gehee'e Rijk (in- en uitvoer van vuur- wapenen enz. in Ned.-Indië zorder vergunning Stb. 1908 n°. 491, art. 6 sub 164° Inv. V. j°. Stb. 1913 n°. 448) of van het gewest waarin het landschap gelegen is (in- en vervoer alsmede verkoop van alcoholische dranken in Menado zonder vergunning, Stb. Î 908 no. 219 jo. art. 6 sub 162° Inv. V.).

N. B. In de residentie Menado is toepassing van het Wetboek van Strafrecht verplichtend voor den Rijksraad te Menado (Stb.

1882 no 28) en den Qrooten Madjelis in het rechtstreeks be- stuurd gebied te Gorontalo (Stb. 1889 no. 95) ten aanzien van misdrijven waarop gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of zwaardere straf is gesteld. (Inv. V. art. 18). Eveneens voor den Rijksraad te Ternate, ook ten aanzien van nog andere straf- bare feiten i St. 1874 no. 144, 1882 no. 33).

Door de Gouvernementsrechters in de Vorstenlanden wordt het Wetboek van Strafrecht toegepast met uitzondering alleen van art. 523 (art. 21 al. 18 Inv. V.).

Strafbepalingen inhoudende reglementen en keuren van politie vermag het Hoofd van Gewestelijk Bestuur voor land- schappen met Korte Verklaring ook uit te vaardigen ten aanzien van de Zelfbestuursonderhoorigen (art. 16 der Zelfbe- stuursordonnantie), t. w. de zoodanige welke voor alle inge- zetenen gelijkelijk moeten gelden om effect te hebben (b. v.

die op orde en zindelijkheid).

De heerschappij van de Ned.-Indische strafwetten strekt zich ook uit over de militairen van het Ned.-Indische Leger (art. 13 Cr. Wb. Kr. t. L.), welke wetten als aanvulling van de speciale militaire strafwetgeving zijn te beschouwen.

Evenzoo en wel ten volle over de gezaghebbers, stuurlieden en schepelingen van de Gouvernements-marine.

Daarentegen wordt in Ned.-Indië de Nederlandsche strafwet toepast met uitsluiting van de Ned.-Indische:

1. op schepelingen der Koninklijke Nederlandsche Marine in Ned.-Indië delinqueerende (aanvulling van de speciale Nederlandsche militaire strafwetgeving). Alhoewel oogen- schijnlijk in strijd met de wet (art. 2 W. v. S.), is hier de toepasselijkheid der Ned.-Indische strafwet uitgesloten.

omdat deze schepelingen — ook de Inlandsche — zijn onderworpen aan de rechtsmacht van den in Ned.-Indië

1) In verband met het toetreden van Nederland tot de Internationale Sanitaire overeen- komst van 1903 en de Internationale Opiumconventie van 1912.

2) AAen zie in verband hiermede : rt. 15 van de Zelfbestuursordonnantie.

(27)

7

a. algemeene verordening Jang memangnja mest, dilakoekan dari sebab kewadjibannja Goepernemen Belanda pada lain Keradjaan. Oepamanja: oeroesan quarantaine dan apioen;

b. algemeene verordening jang dilakoekan di landschap» Jang memakai Korte Verklaring sebab menoeroet Verklaring toe î a „ di landschap« jang fain sebab '-noeroet perdjandpan denaan Zelfbestuurder, semoea bergoena akan seloeroeh Keradjaan Belanda (oepamanja:. memasoekkan dan menge- loearkan sendjata api d^ 1. 1. di Tanah-Hindia dengan tidak ada idzin) atau bergoena akan daerah gewest landschap itoe (oepamanja: memasoekkan, mengeloearkan dan mendjoe- al minoeman alkohol di Menado tidak pakai idzin).

KFTFRANGAN. Di keresidenan Menado Wetboek van Straf- recht mesti dHakoekan olëh Rijksraad di Menado dan oleh Groote M^djeHs di (tanah-Goepenremén) Qorontal^an|^mernoe- toeskan misdrijf kaloe diantjam gevangen.sstraf lamanja sarnpa, sembilan tahoen atau hoekoeman jang lebih berat. Begitoe dj^ega Rijksraad di Ternate, djoega dalam beberapa perkara

iaDi,akenresidënan Solo dan Djocja Wetboek van Stafrecht dipakai sama sekali oleh hakim Goepernemen ketjoeahkan pasal 523 sadja.

Kepala Gewest di landschap2 memakai Korte Verklaring boléh djoega mengeloearkan reglement den keur van pol tie jang ada "antjamannja pada rajatnja Keradjaan,toe, kaloe reglement atau keur tidak bergoena seandainja tidak dilakoe- kan atas semoea anak-negerinja dalam gewest itoe. Oepamanja.

goena kesantosoan dan kesehatan.

Strafwet tanah-Hindia Belanda dilakoekan djoega atas militair (Ned. Indisch Leger) seoepama pertambahan can Strafwet boeat

m ö ï lSaagdiia'strafwet j . t. dilakoekan djoega atas djoeragan, djoeroemoedi dan orang kapal dari Gouvernementsmarine.

Aan tetapi di tanah-Hindia Strafwetnja tidak dilakoekan melainkan Strafwet negeri-Belanda sadja, ja-,t.oe:

lo kaloe pesakitannja orang kapal dari Koninklijke ^der' ' Landsche Marine jang melakoekan perboeatan Ji tanah-

Hindia: ini seoepama pertambahan dan Strafwet2 Belanda militair Atas perkara jang baroe diseboet ini Strafwet tanah-Hindia tidak boleh dilakoekan (meskipoen roepanja

berbeda dengan pasal 2 W. v. S.), sebab orang kapal T

djoega jang bangsa anak-negeri - djatoeh kekoeasaannia Zeekrijgsraad di tanah-Hindia jang hanja melakoekan Straf- wet negeri Belanda. Zeekrijgsraad jang terseboet diatas ini dianggap hakim negeri Belanda.

(28)

gevestigden Zeekrijgsraad, die als Nederlandsche rechter alleen de Nederlandsche strafwet vermag toe te passen.

M ^ ' ?" Pe,z e is,toepasselijk op ieder Nederlander en op ieder Nederlandsen onderdaan in Ned.-lndië geboren uit ouders al- daar gevest.gd (art 83 al. 2 Ned. W. v. S.), die zich schuldig maakt aan een feit, dat diezelfde wet als misdrijf beschouwt U„MI -00jf v o' ge n s u d5 Ned.-Indische strafwet strafbaar is, welk laatste in den regel het geval is.

Voor het plegen in Ned.-lndië van overtreding kunnen genoemde schepelingen dus niet anders gestraft worden dan krijgstuchteluk. l)

wanneer binnen het ressort van een Nederlandsch Con- sulaat ten Oosten van Kaap de Goede Hoop en ten Westen van Kaap Hoorn door een Nederlandsch onderdaan onver- schillig van welken landaard een strafbaar feit is begaan waarvan dan wordt kennis genomen door den Raad van' Justitie te Batavia: in eersten aanleg wanneer het behoort tot de ernstige in art. 23 van Stb. 1887 no. 207 vermelde misdrijven, en in hooger beroep (van de uitspraak eener consulaire rechtbank) wanneer het een ander misdrijf is volgens de Nederlandsche wet.

N. B Met deze zaken zal de Ned.-Indische politie uiteraard weinig bemoeienis hebben.

Op de passagierende bemanning van een oorlogsschip van vreemde nationaliteit, op Ned.-Indisch grondgebied een strafbaar feit plegende, is weder de Ned.-Indische strafwet toepasselijk.

^'A H'-I H e t ge b r u i k b r e ng t evenwel mede, dat het feit on- middellijk ter kennis wordt gebracht van den Commandant van het oorlogsschip, met wien overleg wordt gepleegd of het teit zal worden berecht door den Ned.-Indischen rechter of door

n r ? - , o f d e m'litaire autoriteit aan boord van het schip.

Folitioneele voorschriften tegen opvarenden van die oor- logsschepen, aan den wal gekomen, vindt men in Stb. 1905 no. 513 jo. no. 611.

§ 2 .

Bevoegdheid van de Inlandsche Justitie en Politie.

Op het gerucht, dat een strafbaar feit is begaan, zal, zoo- lang de dader niet bekend is, elk politie-ambtenaar verplicht zijn tot het inwinnen van inlichtingen en, wanneer gebleken mocht wezen dat de dader is een Europeaan of met dezen gelijk-

^stelde zal hij desniettegenstaande daarmede voortgaan totdat door den Officier of Hulp-Officier van Justitie de zaak is overgenomen.

Is inmiddels gebleken, dat het is begaan door een Inlander of met dezen gelijkgestelde, dan zal bij uitsluiting de politie voor Inlanders geroepen zijn het voorloopig onderzoek te houden.

1) Vroeger heeft de p e e r i n g van eene andere meening doen blijken (Bb. n o . 4809).

(29)

•s

KETERANGAN. Strafwet negeri Belanda j . t. dilakoekan atas sekalian bangsa Belanda dan rajat negeri Belanda jang terlahir dan orang toeanja beroemah di tanah-Hindia, kaloe merika-itoe melakoekan soeatoe perboeatan jang diangeap misdrijf olëh wet itoe, dan lagi kaloe perboeatan menoeroet Strafwet tanah-Hindia boleh dihoekoem djoega.

Kaloe orang kapal j . t. melakoekan perboeatan overtreding di tanah-Hindia merika-itoe hanja boleh dihoekoem dengan peladjaran di kapal sadja.

2°. kaloe soeatoe perboeatan dilakoekan diloear tanah-Hindia ditempat Consul Belanda sebelah timoer Kaap de Goede Hoop (Afrika) dan sebelah barat Kaap Hoorn (Zuid-Ame- rika) olëh rajat negeri Belanda, tidak perdoeli bangsa apa.

Perboeatan itoe dipoetoeskan oleh Raad van Justitie di Betawi: permoelaan kaloe perboeatan itoe djatoeh bagian misdrijf jang penting terseboet dalam pasal 23 Stb. 1887 no. 207 dan dalam appel dari poetoesan Consulaire recht- bank, kaloe perboeatan itoe menoeroet wet Belanda dja- toeh bagian misdrijf lain.

KETERANGAN. Tentoelah prijaji2 politie tanah-Hindia djarang tjampoer mengoeroeskan perkara2 j . t.

Lagi Strafwet tanah-Hindia dilakoekan atas orang kaPa l"

perang asing, kaloe dia melakoekan perboeatan itoe di daerah tanah-Hindia habis toeroen kedarat.

KETERANGAN. Menoeroet kebiasaan haroeslah Comman- dant dari kapal-perang itoe segera dikasih tahoe dan hal ke- djadian, laloe dimoepakatkan apa perboeatan itoe hendak dl- poetoes oleh hakim tanah-Hindia atau oieh hakim militair di kapal-perang itoe. . , .

Hatoeran politie boeat anak-kapalperang asing jang soedah toeroen kedarat didapatkan di Stb 1905 no. 513 j°. n°. 611.

§ 2.

Kekoeasaannja Justitie dan Politie boeat anak-negeri.

Kaloe politie mendenger bahwa soeatoe perboeatan jang boleh dihoekoem soedah dilakoekan orang maka dia haroeslah mentjari keterangan selamanja beloem njata siapatah jang melakoekan perboeatan itoe. Dan lagi kaloe soedah njata siapa orangnja itoe tetapi dia boekan Inlander atau disamakan dengan bangsa Inlander maka prijaji politie mesti meneroeskan tjari keterangan itoe sampai perkara itoe oleh Officier atau Hulpofficier van Justitie ditarik kepadanja.

Akan-tetapi kaloe njata bahwa orang lang melakoekan per- boeatan itoe Inlander atau disamakan dengan Inlander maka hanja prijaji2 politie sadja jang liaroes membikin voorloopig onderzoek.

(30)

N. B. Inlanders zijn de inboorlingen of landzaten van den Oost-Indischen Archipel voor zooverre deze behooren tot het Ned.-lndische grondgebied, als Javanen, Madoereezen, Dajaks enz. Met hen worden in strafrechtelijken zin — zoo het tegen- deel niet is bepaald — gelijkgesteld Chineezen, Arabieren, en alle andereren, die geen Christenen, Europeanen of Japanners zijn (art. 109 R.R.). Christen-Inlanders zijn onderworpen aan dezelfde wetten als de Mohamedaansche Inlanders (art. 3 Ov.)

De zaken, waarin zij op Java en Madoera dit onderzoek heeft te houden, zijn die welke ter kennisneming staan van den lnlandschen rechter t. w. van den Landraad, den Politie- rechter, het Regentschaps- en het Districtsgerecht alsmede, voorzoover de beklaagden Inlanders of met dezen gelijkgestel- den zijn, het Landgerecht.

De Landraad neemt kennis van (art. 95 R. O.):

I. Alle misdrijven, gepleegd zoowel door eigenlijk gezegde Inlanders als door ojet hen gelijkgestelden, uitgezonderd ') (art. 129 2° R. O.):

a. die aangaande slavenhandel (artt. 324 t/m 327 W. v. S.);

b. benadeeling van schuldeischers in de gevallen van artt.

396 t/m 400 en 402 W. v. S.);

c. zeeroof en de verkder in artt. 438 t/m 447, 450 en 451 W. v. S. vermelde scheepvaartmisdrijven ;

d. de lichte vorm van mishandeling, van diefstal, van ver- duistering, an oplichting, van bedrog door den verkoo- per, van vvnieling of beschadiging van goederen, van begunstiginer artt. 352 al. 1, 364, 373, 379, 384, 407 al. 1

en 482 W.S.).

N. B. Ter zake van de misdrijven sub a, b en c staat de dader terecht voor den Raad van Justitie ongeacht den land- aard van den beklaagde; ter zake van die sub d voor den Po- litie- of den Landrechter, ook wanneer het feit is gepleegd onder omstandigheden, die tot strafverzwaring krachtens art.

52 W. v. S. aanleiding geven.

II. alle door hoogergenoemde personen gepleegde overtredin- gen, uitgezonderd:

1. die welke ter kennisneming staan van:

a. het Districtsgerecht, t. w. overtredingen, waarop ten hoogste ƒ 3 boete (art. 80 R. O.), en

b. het Regentschapsgerecht, t.w. overtredingen, waarop hech- tenis van ten hoogste 6 dagen of boete van ten hoogste ƒ 10 doch meer dan ƒ 3 is gesteld (art. 83 R. O.),

mits gepleegd door eigenlijk gezegde Inlanders en met uitsluiting van tegen Europeanen of met dezen gelijkgestel- den gepleegde klachtdelicten (art. 88 R. O.) en van overtredingen in zaken van pachten en belastingen (artt.

80 en 85 R. O.);

1) Ook drukpersmisdrijven? Onder de comretentie-regeline van Stb. 1856 no. 74 art.

31 vallen ze niet meer, nu de betrekkelijke strafbepaling in het drukpersreglement niet is gehandhaafd. Zulks schijnt evenwel eene omissie, welke ongetwijfeld weldra door den wetgever zal worde.i hersteld.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Adapon atoeran fasal 405, bahagijannja jang kedoewa itoe, diketjoewalikenlah, pada hal ada denda oewang, atau ada barang jang dirampas, ja-i(oo dalam perkara melangkah pe-

2. oleh madjelis hoekoeni, jang soedah meriksa perkara itoe, atau. djika ditimbang fardloe, oleh lain madjelis hoekoeni, jang sama koewasanja.. Djika kapoetoesannja ditiadakan

bahoewa betoel savja ada sewah 100 baoe tegallan dari B selagi dia masih idoep dengan djandji bajar f 75 sewah erfpacht dalem satoe taon tetapi saija menjangkal ada oetang pada

Manakala anak negrie dan lain lain sebageinja jang beragama islam atau orang tjiena ter-daa-wa perkara hoekoem sjiksa atau lain dari pada ietoe barang apa djoega perkara-nja pada

Dengan djalan palsoe memboeat atau memalsoekan — atau soerat jang boleh djadi peng- ganti —, soerat keselamatan, soerat perintah berdjalan atau soerat jang diberikan

(1) Barang siapa jang mengarang soerat palsoe atau jang memalsoekan soerat, jang boléh menerbitkan sesoeatoe hak, sesoeatoe perdjandjian atau jang boléh membebaskan orang dari'

( 3 ) Barang siapa jang mengadakan rapat atau memim- pin rapat atau apabila rapat itoe diadakan oléh soeatoe perkoempoelan, jang mendjadi ketoea atau anggota pengoeroes

Oléh sebab dalam bermatjam-matjam peroesahaan, lebih-lebih dionderneming, kerap kali perloe membawa lebih dari empat orang koeli dalam tempat moeatan vrachtauto, maka pembesar jang